Aardrijkskunde

advertisement
Aardrijkskunde
De werking van het natuurlijke milieu (by thommi3, helemaalgoed.com)
1)
Hoe werken ecosystemen op ruimtelijke schaalniveau’s?
a) Hoe werken ecosytemen?
Abiotische omgeving: niet-levende omgeving (water)
Biotische omgeving: levende omgeving (voedsel)
Tussen de abiotische en de biotische omgeving bestaat interactie. Dieren en
planten leven met elkaar en van elkaar. Een plantensoort of diersoort kan niet in
ieder willekeurig Ecosysteem leven.
Tolerantiegrenzen: de bepaalde grenzen voor organisme, dier of plant
waarbinnen leven mogelijk is.
Successie: de ontwikkeling van een ecosysteem door de tijd heen
Pioniersstadium: de beginfase van de successie
Climax: de eindfase van de successie.
Bij de ontwikkelingvan het pioniersstadium naar de climax, nemen de diversiteit,
de comlexiteit en de stabiliteit toe.
Stabiliteit: in de levensgemeenschap hoeven geen langdurige en ingrijpende
veranderingen plaats te vinden in de soortensamenstelling.
Successie kan worden veroorzaakt door:
 De interne dynamiek: veranderingen binnen het ecosysteem
 De externe dynamiek: veranderingen aan het ecosysteem door
bijvoorbeeld de mens
Voorbeeldje externe dynamiek: bijvoorbeeld het aanleggen van wildtunnels.
Dit kan leiden tot uitbreiding of verandering van het ecosysteem.
Binnen een ecosysteem is elk dier of elke plant erop uit om genoeg voedsel te
hebben en een goede leefomgeving te creëren. Daardoor zullen de sterkeren de
zwakkeren verdringen  concurrentie
Binnen een ecosysteem kunnen verschillende kringlopen onderscheiden worden.
Bijvoorbeeld de waterkringloop en de voedselkringloop.
Een ecosysteem is zelfregulerend: het houdt zichzelf in stand. Maar zodra de
mens wat veranderd aan een kringloop, kan hij daarmee een compleet
ecosysteem ontregelen.
b) Op welke ruimtelijke schalen werken ecosystemen?
De ruimtelijke schalen:
 lokale schaal: sloot of weide
 regionale schaal: landschap met meerdere landschapselementen
 fluviale schaal: rivier of stelsel van rivieren
 nationale schaal: naam zegt genoeg
 continentale schaal: netwerk van landschappen van verschillende
ecosystemen die met elkaar in verbinding staan
 mondiale schaal: ecosystemen dat de hele wereld omvat
2)
Welke invloed hebben activiteiten van de mens op
ecosystemen?
a) Hoe beïnvloeden activiteiten van de mens ecosystemen
Ecosystemen en milieuproblemen:
 lokaal:
- geluidshinder
- stank
- luchtverontreiniging op lokale schaal
 regionaal:
- vermesting
- verspreiding van afvalstoffen
- verdroging
- afvalberging
 fluviaal:
- verspreiden van afvalstoffen
- verzilting
 continentaal:
- verzuring
- verwoestijning
- afname diversiteit
 mondiaal:
- broeikaseffect
- aantasting ozonlaag
- klimaatverandering
b) Wat zijn de oorzaken en effecten van activiteiten van de
mens?
Waarom beïnvloeden mensen ecosystemen door in te grijpen?
Maatschappelijke oorzaken:
 bevolkingsgroei
 economische groei
 technologische ontwikkelingen
Deze



drie oorzaken uiten zich in:
verontreiniging
uitputting
aantasting
Het ingrijpen van de mens in natuur en milieu leidt tot milieueffecten:
 luchtverontreiniging
 bodemverontreiniging
 waterverontreiniging
Compartimentoverstijgend: zowel lucht, bodem en water worden
verontreinigd.
Begin jaren tachtig werd een wereldcommissie in het leven geroepen die
onderzoek ging doen naar de oplossingen van milieuproblemen
(Brundtlandcommissie) en die Brundtlandcommissie maakte in 1987 het
wereldberoemde Brundtlandrapport waarin gepleit werd duurzame
ontwikkeling: een ontwikkeling waarbij ook de mogelijkheden van volgende
generaties in stand worden gehouden. Om tot zo’n duurzame ontwikkeling te
komen is een mentaliteitsverandering nodig: producenten moeten hun
producten milieuvriendelijker produceren en verpakken en milieuvriendelijke
producten maken. Maar ook consumenten moeten vragen om
milieuvriendelijkere producten en verpakkingen. De overheid helpt hierbij door
aan producenten die milieuvriendelijk produceren subsidies te geven en door
sterke milieuovertredingen te beboeten.
Wat kunnen wij doen voor een duurzame samenleving
 stoffen opruimen en opvangen: recycling, hergebruik, stofkringlopen
sluiten
 minder produceren en consumeren
 milieuvriendelijker produceren en consumeren: energieverbruik en het
gebruik van water terugdringen
 biodiversiteit in stand houden
3)
Hoe gebruik je hulpbronnen en de milieugebruiksruimte?
a) Wat is de milieugebruiksruimte?
Milieugebruiksruimte: de aarde met haar hulpbronnen. Je moet als het ware
samenwerken met de aarde: we gebruiken de aarde, maar wel in de mate dat
het nog herstelbaar is. Het is mogelijk om te berekenen hoeveel de mens kan
gebruiken zonder de mogelijkheden van de volgende generaties te verminderen.
Dat gebeurt aan de hand van de elementen die de milieugebruiksruimte vormen:
 niet-vernieuwbare grondstoffen
 vernieuwbare grondstoffen en bronnen (waaronder hout)
 water
 energie
 ruimte (waaronder landbouwgrond/bodem)
Formule milieugebruiksruimte voor een land:
Milieugebruiksruimte land = (totale wereldmilieugebruiksruimte : totale
wereldbevolking) x inwoners van het land
b) Waaruit bestaat de milieugebruiksruimte?
De elementen van de milieugebruiksruimte met uitleg:
 niet-vernieuwbare grondstoffen: grondstoffen die langzaam of niet
door de aarde worden aangemaakt (steenkool, olie etc). Deze stoffen
mogen alleen gebruikt worden als ze zich in een gesloten kringloop
bevinden
 vernieuwbare grondstoffen en bronnen (waaronder hout): denk
bijvoorbeeld ook aan voedsel. Niet meer onttrekken dan nodig is.
 water: duurzaam omgaan met water, minder gebruiken, minder vervuilen
 energie: ook duurzaam mee omgaan, denk aan alternatieven
 ruimte (waaronder landbouwgrond/bodem): ook hier zo duurzaam
mogelijk gebruiken
c) Waardoor wordt de milieugebruiksruimte beïnvloed?
De milieugebruiksruimte is geen vast gegeven. De elementen van de
milieugebruiksruimte staan onder invloed van een aantal natuurlijke en
maatschappelijke processen en veranderingen:
1) De omvang van de milieugebruiksruimte wordt beïnvloed door de mate
van aantasting, verontreiniging en uitputting van die ruimte. Bijvoorbeeld
de uitputting van olie vermindert de hoeveelheid niet-vernieuwbare stoffen
waardoor de milieugebruiksruimte kleiner wordt.
2) De milieugebruiksruimte kan groter worden doordat er nieuwe
hulpbronnen worden ontdekt of omdat we nieuwe methoden vinden om
deze nieuwe hulpbronnen te winnen. Bijvoorbeeld de gasbel die een paar
jaar geleden in Nederland is ontdekt en waardoor de milieugebruiksruimte
van energie opeens groter werd.
3) De mate van welvaart is van belang voor de grootte van de
milieugebruiksruimte van een land. Door economische ontwikkeling wordt
de milieugebruiksruimte verkleind, maar door welvaart is het ook mogelijk
om nieuwe technieken te bedenken om de milieugebruiksruimte te
vergroten. Rijke landen hebben dus meer mogelijkheden om de
milieugebruiksruimte te vergroten dan arme landen.
4) Door de bevolkingsgroei komt er meer druk op de milieugebruiksruimte en
wordt deze kleiner
5) De milieugebruiksruimte wordt beïnvloed door de snelheid van de
natuurlijke groei van hulpbronnen. Sommige boomsoorten groeien sneller,
waardoor de milieugebruiksruimte sneller hersteld wordt.
4)
Hoe houd je de hulpbronnen bodem en zoet water in stand?
a) Hoe handhaaf je de milieugebruiksruimte van de bodem?
Niet alleen in ontwikkelingslanden staat de bodem onder druk van natuurlijke en
maatschappelijke processen.
Natuurlijke processen:
 winderosie
 watererosie
Maatschappelijke processen:
 het gebruik van de bodem, zoals de toename van de consumptie, die
veroorzaakt wordt door de bevolkingsgroei
Ook in Nederland stat de bodem onder grote druk van vooral de
maatschappelijke processen. Dat komt door de toename van de consumptie.
Deze toename wordt niet veroorzaakt door de bevolkingsgroei, maar door te de
toename van consumptie per persoon. Door de welvaart en economische groei
zijn we meer en anders gaan consumeren.
De vergroting van het bodemgebruik door andere landbouw leidt tot een aantal
milieuproblemen:
 bodemverontreiniging: ontstaat door het toevoegen van
milieuverontreinigende stoffen en fosfaten (kunstmest)
 bodemaantasting: ontstaat doordat ecosystemen in de bodem
onherstelbaar worden aangetast
 bodemuitputting: ontstaat wanneer we te veel van de bodem eisen door
landbouw, waardoor het niet meer mogelijk is om iets te verbouwen; de
vruchtbaarheid van de bodem raakt uitgeput
Ook hier is het dus van belang dat we op een duurzame manier gebruikmaken
van de bodem.
Oplossingen bodemproblematiek:
 minder produceren, maar daar is een mentaliteitsverandering voor nodig
 minder schadelijke stoffen gebruiken
 minder intensief produceren: scharrelvlees in plaats van de bioindustrie
 ecologisch produceren: zonder bestrijdingsmiddelen en kunstmest
b) Hoe handhaaf je de milieugebruiksruimte van zoet water?
Tegenwoordig is de watervoorziening zeker niet meer zo vanzelfsprekend als
vroeger. Het doel is om het gebruik met 25% terug te dringen, maar dat kost erg
veel geld en dan is de vraag nog steeds of die 25% te halen is.
Problemen:
 de grondstoffen voor drinkwater, zowel grondwater als oppervlaktewater,
worden bedreigd door de nog steeds voortgaande vervuiling.
 de winning van grondwater is zelfs een bedreiging voor de natuur, omdat
daardoor verdroging ontstaat.
Als het zo doorgaat, zal het verbruik stijgen met 60% tot 200 miljard m3 in
2020. Nu gebruikt de gemiddelde Nederlander ongeveer 135 liter water per dag.
2 liter wordt geconsumeerd, de rest wordt gebruikt bij het wassen, afwassen en
de WC. Niet alleen heeft Nederland een bevolkingsgroei, ook ziet het eruit dat
het waterverbruik gaat stijgen.
Ook hier weer moet je duurzaam omgaan met water.
 minder water verbruiken
 minder vervuilen; hoe meer vervuiling, des te moeilijker is het om er weer
water van te maken
De vermindering van het water geldt voor iedereen, dus bedrijven én
huishoudens. Een voorbeeld van duurzaam gebruik in de industrie is het
hergebruiken van water dat nodig is voor het productieprocess.
Ok, mensen dat was hem. Lees ook even de grafiekjes, tabelletjes en de
krantenartikeltjes door. Sommige zijn al in deze samenvatting verwerkt, maar
het is altijd handig om te doen.
Succes met leren!
-xxx- Thomas 
Download