Plan van Aanpak Mentaal Vitaal- bijlagen

advertisement
Plan van Aanpak
Houten Mentaal Vitaal
2011-2014
ALLEEN BIJLAGEN : FACTSHEETS
1. Inleiding
In december 2009 is de kadernota “verleiden tot gezond gedrag” vastgesteld door de
gemeenteraad van Houten. In deze nota wordt op basis van de gezondheidssituatie van
de inwoners van Houten, de gezondheidsrapportages van de GGD en landelijke
geprioriteerde thema’s, gekozen voor de inzet op een aantal thema’s. Een van deze
thema’s is: psychosociale problemen.
Dit thema is uitgewerkt in twee beleidsspeerpunten:
1. Tegengaan eenzaamheid
2. Tegengaan depressie en angstklachten bij senioren en volwassenen.
Gebleken is dat depressieve klachten, angststoornissen en eenzaamheid een relatie met
elkaar hebben en voor veel mensen een enorme aanslag zijn op hun dagelijks (sociaal)
functioneren. Angst, depressie en eenzaamheid zijn allemaal aspecten die het “meedoen
aan de maatschappij” en “zelfstandig wonen en werken” in de weg staan.
Dit staat haaks op de doelstelling van de WMO: iedereen doet maatschappelijk en sociaal
mee. Niet alleen ouderen, maar ook overige volwassenen geven aan zich vaker (ernstig)
eenzaam te voelen. Daarbij is er vaker sprake van sociale eenzaamheid (het beschikken
over een beperkt aantal contacten) dan van emotionele eenzaamheid (het missen van
iemand met wie je een hechte en diepe band hebt, vaak een levenspartner).
De preventie van eenzaamheid en depressie worden in de integrale aanpak Houten
Mentaal Vitaal gecombineerd.
Er is een overeenkomst in risicofactoren bij eenzaamheid en depressie. Daarnaast komt
depressie vaker voor bij mensen die eenzaam zijn en eenzaamheid vaker bij mensen die
depressief zijn. Het biedt kansen voor het breder aanbieden van interventies die gericht
zijn op het veranderen van denken en gedrag. Vroegsignalering, een integrale aanpak
vanuit publieke- en eerstelijnsgezondheidszorg en het versterken van persoonlijke
competenties zijn voor beide thema’s van belang.
Bijlagen
1: Ontstaan van depressie
Demografische analyse Houten
3: Epidemiologische analyse Houten
4: Schatting van de vraag naar Psychosociale zorg in Houten
5: Risicofactoren / beschermende factoren eenzaamheid en depressie
6: Lopende activiteiten en projecten in Houten
7: Doelgroepen eenzaamheid / sociaal isolement (Movisie)
27
29
33
35
37
40
Bijlage 1: Ontstaan van depressie
Depressies hebben niet één duidelijke oorzaak, maar ontstaan door een combinatie van
biologische, sociale, en psychische factoren. We noemen dit het bio-psycho-sociale
model.
De biologische factor
De belangrijkste biologische factor is erfelijkheid. In sommige families komen depressies
vaker voor dan in andere. De hersenen bevatten stoffen (zogenaamde
neurotransmitters) die een belangrijke factor zijn voor onze emoties, eetlust en
concentratievermogen. Enkele neurotransmitters blijken uit onderzoek vooral belangrijk
voor onze stemming, namelijk serotonine en noradrenaline. Zo heeft onderzoek ook
aangetoond dat veel mensen die te kampen hebben met depressie een te lage
concentratie van serotonine of noradrenaline hebben in de hersenen. Echter, we weten
niet zeker of dit een oorzaak is van depressie of misschien juist het gevolg.
Daarnaast kunnen andere stoffen, zoals hormonen, medicijnen, alcohol en drugs het
ontstaan van een depressie in de hand werken. En ook bij sommige lichamelijke ziekten,
zoals schildklierproblemen, bijnierschorsafwijkingen, diabetes en hart- en vaatziekten
komen depressies vaker voor.
Sociale factor
De belangrijkste sociale factoren zijn verdrietige of schokkend gebeurtenissen. Deze
kunnen een depressie oproepen. Zo kan de somberheid na het verlies van een partner of
na ontslag overgaan in een depressie. Ook een ingrijpende gebeurtenis als een
verhuizing kan tot een depressie leiden. De kans daarop is vooral groot waaneer mensen
hun oude sociale contacten moeten missen of niet kunnen wennen aan hun nieuwe
omgeving. Daarom raken ouderen die naar een verzorgingshuis zijn verhuisd nogal eens
in een depressie.
Ook wanneer deze jaren geleden heeft plaatsgevonden kan een schokkende gebeurtenis
nog tot een depressie leiden. Zo kunnen mensen op volwassen leeftijd depressief worden
nadat ze als kind lichamelijk en geestelijk zijn mishandeld, seksueel misbruikt zijn of al
vroeg een belangrijk iemand, zoals een ouder, hebben verloren.
Psychische factor
Psychische factoren (iemands persoonlijke eigenschappen) zijn van invloed op het wel of
niet krijgen van een depressie. Deze eigenschappen zijn meestal van jongs af aan
aangeleerd. Eigenschappen die tot een verhoogd risico leiden om een depressie te krijgen
zijn een gebrekkig vermogen om problemen op te lossen, een gebrekkig vermogen om
verdriet en teleurstelling te verwerken, moeite om steun te vragen, negatief denken,
weinig zelfvertrouwen, perfectionisme, faalangst en een streng geweten.
Bijlage 2: demografische analyse Houten
Bevolking naar geslacht en leeftijd (2008)
naam
Houten
Wijk 01
Houten
Dorp
Den Oord
De Lobben
De Weerwolf
De Meent
Tiellandt
Wulven
Centrum
Molenzoom
Schonenburg
Wernaar
De Geer
Rijsbrug
Ecologische
Zone
Leebrug
De Hoon
Schonauwen
Castellum
Wisselspoor
Loerik
Overdam
Hofstad
Rondweg
Doornkade
Het Rondeel
De Schaft
De Meerpaal
Rondo
Weteringhoek
Kruisboog
Buitengebied
Wijk 02 Tull
en 't Waal
Tull en 't Waal
Molenbuurt
Verspreide
huizen van Tull
en 't Waal
Wijk 03 't
Goy
Dorp 't Goy
't Goyse Dorp
Verspreide
huizen 't Goy
Wijk 04
Schalkwijk
Schalkwijk
dorp
Verspreide
huizen van
Schalkwijk
Totaal
aantal
inwonersl
46 480
43 270
1
1
1
3
1
3
3
1
2
2
2
1
860
020
000
390
330
160
270
100
140
900
060
710
730
10
Aantal
mannen
Aantal
vrouwen
22 940
21 330
900
510
490
670
620
600
600
480
60
420
020
300
860
0
1
1
1
1
1
1
%
15-25 jaar
%
25-45 jaar
%
45-65 jaar
%
65+
23 540
21 930
%
0-15
jaar
23
23
13
13
28
28
28
27
9
8
970
510
500
720
710
560
670
620
70
480
040
400
870
0
17
16
18
19
20
22
23
8
21
20
21
20
20
x
13
12
16
15
14
17
16
11
16
16
15
18
15
x
20
15
19
23
18
21
21
22
23
27
23
23
20
x
30
40
37
35
33
31
33
19
39
29
34
33
32
x
20
16
9
8
16
9
7
41
1
8
7
6
12
x
1
1
1
1
1
1
2 190
2 050
3 360
0
100
3 570
2 280
3 590
0
10
10
30
60
0
10
10
330
650
1 120
990
1 700
0
50
1 760
1 140
1 780
0
10
0
10
40
0
0
0
180
330
1 060
1 050
1 660
0
50
1 810
1 150
1 810
0
0
0
20
20
0
10
0
160
320
29
28
27
x
20
29
25
30
x
x
x
x
8
x
x
x
15
18
10
7
7
x
10
12
12
7
x
x
x
x
20
x
x
x
17
10
39
45
48
x
18
31
34
39
x
x
x
x
13
x
x
x
18
21
19
18
15
x
44
23
25
18
x
x
x
x
38
x
x
x
35
37
3
3
3
x
8
5
5
6
x
x
x
x
21
x
x
x
15
14
440
170
50
220
80
30
220
90
20
20
10
18
11
7
8
23
17
22
32
48
42
13
18
10
600
310
290
21
9
25
30
15
270
120
210
140
70
100
130
60
110
23
21
18
10
7
10
24
22
27
28
36
30
14
14
16
1 950
960
990
22
12
24
28
14
1 580
770
810
22
12
25
28
14
370
190
180
22
10
23
30
14
Percentage allochtonen /
eenpersoonshuishoudens
/ gescheiden / verweduwd
naar wijk in de gemeente
Houten
naam
Houten
Wijk 01 Houten
Dorp
Den Oord
De Lobben
De Weerwolf
De Meent
Tiellandt
Wulven
Centrum
Molenzoom
Schonenburg
Wernaar
De Geer
Rijsbrug
Ecologische Zone
Leebrug
De Hoon
Schonauwen
Castellum
Wisselspoor
Loerik
Overdam
Hofstad
Rondweg
Doornkade
Het Rondeel
De Schaft
De Meerpaal
Rondo
Weteringhoek
Kruisboog
Buitengebied
Wijk 02 Tull en 't Waal
Tull en 't Waal
Molenbuurt
Verspreide huizen van Tull en 't
Waal
Wijk 03 't Goy
Dorp 't Goy
't Goyse Dorp
Verspreide huizen 't Goy
Wijk 04 Schalkwijk
Schalkwijk dorp
Verspreide huizen van
Schalkwijk
Westerse
allochtonen
Nietwesterse
allochtonen
Verweduwd
Gescheiden
Eenpersoons
-huishouden
%
7
7
5
9
6
8
6
6
8
10
13
8
7
7
8
x
7
7
6
x
5
7
7
8
x
x
x
x
3
x
x
x
3
4
3
4
2
%
6
6
3
3
6
5
3
5
5
8
4
9
5
9
4
x
9
7
8
x
3
6
5
9
x
x
x
x
0
x
x
x
1
2
1
2
2
%
3
3
7
4
3
3
6
3
2
19
0
3
3
3
4
x
1
1
1
x
4
3
1
2
x
x
x
x
3
x
x
x
5
4
4
4
2
%
5
5
6
5
6
6
3
5
5
11
2
7
6
6
5
x
4
4
4
x
3
4
5
5
x
x
x
x
7
x
x
x
4
3
2
1
14
%
24
24
31
19
25
31
19
19
18
62
8
28
24
24
23
x
21
17
22
x
21
15
17
18
x
x
x
71
39
x
x
x
26
22
23
12
44
5
4
9
5
3
3
3
0
0
2
0
2
3
1
5
6
6
4
4
4
3
5
5
6
5
3
3
2
26
30
24
22
21
22
17
Het percentage allochtone inwoners in een wijk kan invloed hebben op de keuze
van interventies.
Bijlage 3
Epidemiologische analyse Houten
Bevolkingskenmerken Houten
In tabel 1 een overzicht van het aantal inwoners in de gemeente Houten per
leeftijdscategorie.
Tabel 1. Aantal en percentage inwoners in de gemeente Houten naar leeftijdscategorie
Houten
N=
%
Inwoners
- 0-18 jarigen
13388
28.1
- 19-64 jarigen
29794
62.6
- 65 plussers
4440
9.3
Totaal
47622
100
Allochtonen
13% van de inwoners van Houten is van allochtone afkomst. Hiervan is 6% van nietwesterse afkomst. Vergeleken met de regio Midden-Nederland is dit percentage wat
lager (allochtoon MN:16%, niet-westerse afkomst MN:9%).
Lage sociaal economische status (SES)
Er wordt van een lage SES gesproken wanneer men geen opleiding heeft gevolgd, alleen
lagere school heeft gedaan, een lagere beroepsopleiding of MAVO heeft gedaan. In de
gemeente Houten heeft 20% van de volwassenen en 75% van de senioren een lage SES.
Vergeleken met de regionale cijfers (volwassenen:29%, senioren: 68%) ligt het
percentage volwassenen met een lage SES wat lager in de gemeente Houten en voor
senioren wat hoger.
Chronische ziekten en aandoeningen
Een chronische ziekte is een ziekte die lange tijd voortduurt. Meestal spreekt men van
een chronische ziekte als deze minstens drie maanden aanhoudt. In Nederland heeft
ruim een kwart van de mensen een of meer chronische aandoeningen. Chronische
ziekten komen op alle leeftijden voor, maar vooral onder ouderen zijn relatief veel
chronisch zieken. Absoluut gezien vinden we de meeste chronisch zieken echter tussen
de 25 en 64 jaar oud. Vrouwen hebben vaker een chronische aandoening dan mannen. 1
In de gemeente Houten heeft 45% van de volwassenen en 80% van de senioren
minimaal één chronische ziekte of aandoening. Vergeleken met de regionale cijfers
(volwassenen:47%, senioren:78%) is het percentage volwassenen en senioren met
minimaal één chronische ziekte of aandoening in de gemeente Houten vergelijkbaar. Een
van de risicogroepen voor het hebben van een chronische aandoening zijn volwassenen
met een matig/hoog risico op angststoornissen en depressieve klachten.
Mantelzorgers
Mantelzorg wordt omschreven als zorg die mensen vrijwillig en onbetaald verlenen aan
mensen met fysieke, verstandelijke of psychische beperkingen in hun familie, huishouden
of sociale netwerk; het gaat om zorg die meer is dan in een persoonlijke relatie
gebruikelijk is. Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden,
gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen, enzovoorts.
Mantelzorg wordt per definitie gegeven aan mensen die een hulpbehoefte hebben. Zo
krijgen mensen met chronische aandoeningen meer mantelzorg dan mensen zonder
chronische aandoeningen en krijgen mensen met ernstige beperkingen meer mantelzorg
http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-en-aandoeningen/chronischeziekten-en-multimorbiditeit/beschrijving/
1
dan mensen zonder beperkingen. Wat dit laatste betreft gaat het om lichamelijke
beperkingen, waardoor mensen niet meer in staat zijn om huishoudelijk werk te doen,
zichzelf te verzorgen of zich zelfstandig te verplaatsen. Dankzij mantelzorg kunnen
mensen langer zelfstandig thuis blijven wonen. In meer dan de helft van de gevallen is
de zorgperiode langer dan drie maanden. Vaak is het een periode van jaren: 1.1 miljoen
mensen gaven in 2008 meer dan drie maanden en meer dan acht uur per week hulp.2,3
Tabel 2. Percentage mantelzorgers in Houten naar doelgroep
Houten
Regio Midden-Nederland
Volwassenen
14
13
Senioren
11
10
Van de volwassen mantelzorgers in de gemeente Houten voelt 18% zich (tamelijk) zwaar
belast door het geven van de mantelzorg. Bij de senioren is dit 29% van de
mantelzorgers. Hoe meer uren mantelzorg geven worden, hoe zwaarder de
mantelzorgers zich belast voelen. Het onderzoek laat zien dat mantelzorgers de zorg als
zwaar ervaren als de zorg gegeven wordt aan de partner of kinderen. De zorg die
gegeven wordt bestaat voornamelijk uit het geven van gezelschap, troost of afleiding en
hulp in de huishouding.
Persoonlijke competenties
Een van de oorzaken van psychische problemen zijn vaak ingrijpende negatieve
gebeurtenissen. Een andere factor die meespeelt is de manier waarop mensen deze
tegenslag weten op te vangen. Dit hangt sterk af van bepaalde persoonskenmerken.
Sommige mensen gaan piekeren, zonderen zich af, terwijl anderen juist mensen in hun
omgeving gaan opzoeken, afleiding zoeken of het probleem aanpakken. In het onderzoek
is gebruik gemaakt van een schaal die deze persoonskenmerken en vaardigheden meet.
De schaal meet drie aspecten van persoonlijke competenties namelijk sociale
vaardigheden, het probleemoplossend vermogen (ook wel coping genoemd) en
zelfvertrouwen.4
Uit landelijk onderzoek blijkt dat 18% van de volwassenen een lage score heeft op de
competentieschaal. In de gemeente Houten heeft 16% van de volwassenen en 21% van
de senioren weinig persoonlijke competenties. Een van de risicogroepen voor het hebben
van weinig persoonlijke competenties zijn mensen met een verhoogd risico op
angststoornissen en depressieve klachten. Een andere risicogroep zijn eenzamen
mensen.
Depressieve klachten
Kenmerkend voor een depressie zijn een aanhoudende neerslachtige stemming en een
ernstig verlies van interesse in (bijna) alle dagelijkse activiteiten. Daarnaast komen
symptomen voor als eet- en slaapproblemen, concentratieproblemen, gevoelens van
waardeloosheid of terugkerende gedachten aan dood of zelfdoding.
Naar schatting waren er in 2007 in Nederland 545.100 mensen van 18 tot 65 jaar met
een depressieve stoornis. De Nederlandse cijfers komen overeen met die in andere
westerse landen. Depressieve stoornissen komen het meest voor bij laagopgeleiden,
namelijk bij 7,6% van de volwassen bevolking tussen de 18 en 64 jaar met alleen lagere
school. Bij laagopgeleide mannen is de prevalentie het hoogst (9,7%). Mensen met een
laag inkomen hebben vaker een depressieve stoornis dan mensen met een hoog
inkomen. Werklozen hebben vaker last van een depressieve stoornis dan werkende
mensen, studenten, huismannen- en vrouwen en gepensioneerden. Deze verschillen
http://www.mezzo.nl/index.php?p=224
http://english.scp.nl/publicaties/boeken/9037701469/Mantelzorg_in_getallen.pdf.
4 Hortulanus R, Machielse A, Meeuwesen L. Sociaal isolement. Een studie over sociale contacten en
sociaal isolement in Nederland. Elsevier Overheid, ’s-Gravenhage, 2003.
2
3
gelden zowel voor mannen als voor vrouwen. Bij mannen is de hoge prevalentie van
depressieve stoornissen onder huismannen opvallend (24,5%).5
Volwassenen
In de gemeente Houten is gebruik gemaakt van een lijst van tien vragen (Kessler
psychological distress scale, K10) naar gevoelens in de afgelopen maand, zoals
zenuwachtigheid, rusteloosheid, hopeloosheid, somberheid en depressiviteit. In de
gemeente Houten heeft 30% een matig tot hoog risico op angst en depressieklachten
(28% matig en 2% hoog risico). In de regio is dit 36% (32% matig en 4% hoog risico).
Senioren
Uit landelijk onderzoek blijkt dat 14% van de 65-74 jarigen en 19% van de 75-85 jarigen
depressieve klachten heeft. Bij 11%van de mannen komen deze klachten voor en bij
18% van de vrouwen. Voor het meten van depressieve klachten in de gemeente Houten
is gebruik gemaakt van de Center for Epidemiologic Studies Depression scale (CESD).6
Tabel 3. Percentage senioren met depressieve klachten naar geslacht en leeftijd
Houten
Regio Midden-Nederland
Geslacht
- Mannen
17
12
- Vrouwen
25
21
Leeftijdscategorieën
- 65-74 jaar
20
15
- 75 plus
24
20
Totaal
22
17
Eenzaamheid
Eenzaamheid is een ander aspect dat van invloed is op iemands psychisch welbevinden.
Ongeveer 30% (20 matig eenzaam, 10% ernstig eenzaam) van de volwassenen en 35%
van de Nederlandse ouderen geeft aan zich eenzaam of verlaten (30% matig eenzaam,
5% sterk eenzaam) te voelen.
In het volwassenen en seniorenonderzoek is gebruik gemaakt van de zogenaamde
eenzaamheidsschaal.7 Hierin wordt eenzaamheid gedefinieerd als het ervaren van een
onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties.
Eenzaamheid is daarmee iets anders dan ‘alleen zijn’. Eenzaamheid wordt als een gemis
omschreven: enerzijds als een ervaren tekort aan sociale contacten en anderzijds als een
gemis aan intimiteit in bepaalde relaties. Het gaat hierbij om een verschil tussen de
aanwezige sociale contacten en de contacten die men voor zichzelf zou wensen.
Tabel 4. Percentage eenzamen naar geslacht en leeftijdscategorie
Houten
Regio Midden-Nederland
Matig
Ernstig
Matig
Ernstig
eenzaam
eenzaam
eenzaam
eenzaam
Volwassenen
- Mannen
32
4
33
5
- Vrouwen
29
3
28
6
- Totaal
31
3
30
5
Senioren
http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-en-aandoeningen/psychischestoornissen/depressie/
6 Radloff, LS. The CES-D scale: a self-report depression scale for research in the general
population. Applied Psychological measurement 1977:1:385-401.
7 Jong Gierveld J de, Kamphuis FH. The development of a Rasch-type loneliness scale. Applied
Psychological Measurement 1985; 9: 289-299.
5
-
Mannen
Vrouwen
Totaal
31
34
33
7
7
7
35
37
36
5
7
6
Schulden
Uit het gezondheidsonderzoek onder volwassenen van GGD Midden-Nederland in 2008 is
naar voren gekomen dat volwassenen met een matig tot hoog risico op angststoornissen
en depressieve klachten en eenzame volwassenen een risicogroep zijn voor het krijgen
van schulden.
Bijlage 4: Schatting van de vraag naar Psychosociale zorg in Houten
Deze cijfers geven een schatting van de vraag naar psychosociale zorg. De vraag wordt
inzichtelijk gemaakt door het te verwachten percentage inwoners met psychische
problemen in Houten weer te geven aan de hand van verschillende indicatoren. Hieraan
is te zien of in Houten meer of minder mensen met psychische problemen kunnen
worden verwacht. Niet iedereen met een psychisch probleem vraagt echter professionele
hulp. Daarom zijn ook indicatoren opgenomen over het verwachte zorggebruik bij de
huisarts, de eerstelijnspsycholoog en het algemeen maatschappelijk werk.
Percentage inwoners met psychische problemen
Psychisch Psychiatris
Stemmingsstoo Angststoor Alcoholafhankelijk
onwelbevin
che
rnis
nis
heid
den
stoornis
Gemeen
26,6%
te
21,2%
5,4%
9,3%
6,6%
21,2%
6,8%
11,3%
5,3%
Houten
Nederla
30,5%
nd
Tabel 1. Verwacht percentage inwoners met psychische problemen in Houten en in
Nederland (NB: met uitzondering van het percentage voor psychisch onwelbevinden is
hier geen rekening gehouden met het percentage allochtonen)
Bron: Nemesis 1996-1999/CBS 2009
Toekomstraming: inwoners met psychische problemen 2009-2014
Psychisch Psychiatris
Stemmingsstoo Angststoor Alcoholafhankelijk
onwelbevin
che
rnis
nis
heid
den
stoornis
Gemeen
-2,6%
te
-4,6%
-1,5%
-2,4%
-9,6%
+0,0%
+0,1%
+0,2%
-0,8%
Houten
Nederla
nd
+0,1%
Tabel 2. Verwachte groei/afname aantal inwoners met psychische problemen in Houten
en Nederland 2009-2014 (NB: met uitzondering van het percentage voor psychisch
onwelbevinden is hier geen rekening gehouden met het percentage allochtonen)
Bron: Nemesis 1996-1999/CBS 2009/ABF Research bevolkingsprognose
In de tabel toekomstramingen 2009-2014 wordt de procentuele ontwikkeling
weergegeven voor de zorgvraag van 2014. De procentuele ontwikkeling wordt
weergegeven met plussen en minnen om aan te geven dat het een ontwikkeling is ten
opzichte van 2009.
Aantal huisartscontacten voor psychische en sociale problemen 2009
Aantal huisartscontacten
Gemeente 396
Houten
Nederland 471
Tabel 3. Verwacht aantal huisartscontacten voor psychische en sociale problemen per
1000 inwoners in één jaar in Houten en Nederland
Bron: LINH 2008/CBS 2009
Verdere informatie: relatie met aanbod
Huisartsen zijn in Nederland de aangewezen eerste contactpersoon bij zowel somatische
als psychische problemen van patiënten. Patiënten met psychische of sociale problemen
hebben bijna twee keer zo vaak contact met de huisartspraktijk als patiënten met alleen
lichamelijke klachten. Die psychosociale zorgtaak van de huisartsen kan worden verlicht
door een goed netwerk van GGZ-hulpverleners tot wie de huisarts zich kan wenden voor
advies of verwijzing, en door specifieke aandacht voor psychosociale zorg in de
huisartsopleiding of -bijscholing (Zantinge, Verhaak, Bensing, 2005, NIVEL).
Bijlage 5 Risicofactoren / beschermende factoren eenzaamheid en depressie
Eenzaamheid
Eenzaamheid is het ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit
van) bepaalde sociale relaties. Eenzaamheid is daarmee iets anders dan alleen zijn.
Eenzaamheid wordt als een gemis omschreven: enerzijds als een ervaren tekort aan
sociale contacten en anderzijds als een gemis aan intimiteit in bepaalde relaties. Het gaat
hierbij om een verschil tussen de aanwezige sociale contacten en de contacten die men
voor zichzelf zou wensen. Eenzaamheid is daarom ook in te delen in sociale eenzaamheid
en emotionele eenzaamheid. Sociale eenzaamheid is gekoppeld aan een tekort aan
sociale integratie, het ontbreken van contacten met mensen waarmee men bv
gemeenschappelijke kenmerken deelt zoals vrienden en vriendinnen. Emotionele
eenzaamheid treedt op als iemand een hechte, intieme band mist met een ander
persoon, in de meeste gevallen een levenspartner.
Bekende risicofactoren / risicogroepen voor
eenzaamheid bij volwassenen
Gescheiden
Weduwen / weduwnaars
Allochtonen
Laag opgeleiden
Mensen met een lage SES
Mensen met gezondheidsproblemen
Mensen met chronische ziekten
Mensen zonder betaalde baan
Alleenstaanden
Bekende risicofactoren / risicogroepen voor
eenzaamheid bij ouderen
Ouderen met weinig sociale competenties
Ouderen met depressieve klachten
Alleenstaande ouderen
Ingrijpende levensgebeurtenissen
Verlies van gezondheid
Depressie
Depressie wordt gekenmerkt door een sombere stemming en interesseverlies. Het
lusteloze gevoel is voor het grootste gedeelte van de dag aanwezig gedurende minimaal
twee weken. Daarnaast zijn er meerdere klachten met een verstorende invloed op
iemands functioneren, zoals een ontregelde slaap, energiegebrek, problemen met de
concentratie, toename of verlies van eetlust en piekeren over de dood en suïcide
Gemiddeld duurt een depressieve episode zes maanden, maar in een van de vijf gevallen
duurt een depressie langer dan twee jaar en is er sprake van een chronische depressie.
Iemand kan verschillende malen in zijn leven een depressie krijgen. 85% van de mensen
met een depressie krijgt die binnen vijf jaar opnieuw.
Depressie behoort tot de top 5 van ziekten met de hoogste ziektelast.
Bekende risicofactoren / risicogroepen voor
depressie bij volwassenen
Lage mastery (het gevoel controle te
hebben over je leven)
Vrouwelijk geslacht
Lichamelijke mishandeling
Geestelijke mishandeling
Angst
Longziekte
Bekende risicofactoren / risicogroepen voor
depressie bij ouderen
Vrouwelijk geslacht
Lage opleiding / lage SES
Weduwen / weduwnaars, vooral kort na
het overlijden van de partner
Zorg voor een partner met dementie of
ziekte van Parkinson
Aantal jaren verblijf in een verpleeghuis
Ouderen met meerdere depressieklachten,
zoals een sombere stemming, problemen
met slapen, piekeren, zich niet kunnen
concentreren.
Ouderen met een angststoornis
Ouderen met lichamelijke ziekten en
functionele beperkingen
Ouderen met weinig sociale steun
(eenzaamheid)
Ouderen die het gevoel hebben dat ze
weinig controle hebben over hun leven
(weinig persoonlijke competenties)
Vooral ouderen en volwassenen die geconfronteerd worden met meerdere risicofactoren
hebben een sterk verhoogd risico op depressie.
Sociale participatie, lichamelijke gezondheid, gevoel van controle over het eigen leven en
sociale steun in de omgeving beschermen ouderen en volwassenen tegen eenzaamheid
en een depressie.
Daarbij hebben mensen die bewegen / sporten minder vaak depressies. Ook ontwikkelen
mensen die sporten minder vaak een depressie.
Zo hebben mensen die bijvoorbeeld een tot drie uur per week sporten, vijftig procent
minder kans om over een periode van drie jaar een psychische stoornis te ontwikkelen
dan mensen die geen actieve sport beoefenen.
Naast een kleinere kans op het ontwikkelen van een psychische stoornis draagt sporten
ook bij aan een sneller herstel.
Bijlage 6 Lopende activiteiten en projecten in Houten
Wat gebeurt er al in Houten?
Er is een grote hoeveelheid aan diverse activiteiten voor mensen in Houten. Deze
activiteiten zijn gericht op participatie en contact met andere mensen en kunnen een
goede basis bieden voor mensen die eenzaam (dreigen te worden of) zijn of depressief
dreigen te worden. De uitdaging zal zijn om verbindingen aan te brengen; wie doet wat
en wie verwijst naar wie en hoe pakken we dat aan. En vooral: hoe komt de juiste
informatie (wat is er) bij de betreffende personen in beeld (verwijzers, burgers).
′Van Houten&co′ richt zich op mensen die niet volwaardig deel kunnen nemen of risico
lopen niet deel te kunnen nemen aan de samenleving. (en dus in een kwetsbare positie
verkeren) ′van Houten&co′ wil dicht bij de mensen, midden in de samenleving staan.
Vanuit deze positie ontwikkelt- en biedt ′van Houten&co′ welzijnsdiensten aan die
bijdragen aan de verbetering van het functioneren van individuen en groepen in de
samenleving. Ook ontwikkelt- en voert ′van Houten&co′ innovatieve projecten en
diensten uit die de leefbaarheid in wijken vergroten en die mensen met elkaar
verbinden. Naast doorlopende activiteiten op fysiek, sociaal en cultureel gebied (zoals bv
koor, countryline dance, gymnastiek, koersbal, leeskring, rolstoeldans, Yoga, tekenen,
filosofie, wandelgroepen etc) biedt van Houten&co de volgende activiteiten en is
betrokken bij de volgende projecten.
- netwerken verstandelijk gehandicapten, GGZ, vrijwilligers in de zorg waarvan Van
Houten&Co voorzitter is.
- bewonersbetrokkenheid stimuleren in wijken
- het opstellen van wijkprofielen (met leefstijlen)
- activiteiten voor mensen met een fysieke beperking
- zomerschool, 21 activiteiten in zes zomerweken
- mantelzorgers - POM project
- individuele ondersteuning mantelzorgers + ouderenadviseur
- huiskamerproject (doelgroep: eenzame ouderen)
- Alzheimercafe
- Netwerk dementie
- Maaltijdvoorziening Tafeltje Dekje
- Hulp en klussendienst
- Bezoekdienst chronisch zieken
- preventief huisbezoek
- i.s.m. Indigo: les en aandacht jonge mantelzorgers Heemlanden.
- VanHouten&Co voert momenteel leefstijlonderzoek uit
Indigo biedt mentale kortdurende effectieve ondersteuning, direct en dichtbij. Er is
ondersteuning voor mensen van alle leeftijden en voor diverse klachten. Indigo werkt
vanuit verschillende gezondheidscentra en huisartsenpraktijken in de diverse wijken in
Houten. Indigo organiseert ook vanuit buurthuizen en wijkcentra tal van activiteiten.
Huidig aanbod Houten:
‐ Cursus grip op je dip – voor volwassenen/ouderen (18+); ongeveer 8x per jaar in
Houten; gefinancierd door zorgverzekeraar
‐ Voorlichtingen depressie ism fysio en dietiste – voor volw/oud; waarschijnlijk in 2011 in
Houten 5x; gefinancierd door WMO
‐ Cursus Slaap lekker; bieden we momenteel aan in zorgspectrum; zorgverzekeraar
‐ zorgprogramma depressie i.s.m. EMC
Individueel aanbod, hieraan kunnen inwoners Houten aan deelnemen:
‐ Zelfhulp: depressieve gevoelens, zelf aan de slag; gefinancierd door zorgverzekeraar
‐ Zelfhulp: een depressieve naaste, zelf aan de slag; gefinancierd door zorgverzekeraar
‐ E-mailcoaching Familievan.nl (voor naastbetrokkenen), gefinancierd uit WMO
‐ Grip op je dip – online; financiering zorgverzekeraar
‐ Grip op je dip emailcoaching; zorgverzekeraar
‐ Kleur je leven (internetcursus); zorgverzekeraar
Verder biedt Indigo in samenwerking met Van Houten en Co mantelzorgondersteuning
in de vorm van voorlichtingen, gastlessen over jonge mantelzorgers op de Heemlanden.
Deze worden vergoed uit WMO.
Vitras/CMD is een centrum voor maatschappelijke dienstverlening. Vitras/CMD biedt
een breed palet aan zorg, hulpverlening, advies, servicediensten, ondersteuning en
hulpmiddelen. Binnen Vitras/CMD wordt gewerkt met de units: Zorg, JMD
(Jeugdgezondheidszorg, Algemeen Maatschappelijk Werk en Thuisbegeleiding), Uitleen
en thuiszorgwinkels (tot 1-1-2011) en de Serviceorganisatie.
Huidig aanbod in Houten:
- thuiszorg/wijkverpleging en -verzorging (ook signalerende functie armoede,
mishandeling, eenzaamheid, depressie)
- meldcode huiselijk geweld ook gericht op ouderenmishandeling
(signaleringsfunctie)
- Algemeen maatschappelijk werk (vooral ouderen die zich aanmelden voor
maatschappelijk werk)
- JGZ 0-4 jaar (signaleringsfunctie postnatale depressie)
Subsidie aanvraag Preventiekracht dicht bij huis 2011 / 2012
Vitras/CMD heeft vorig jaar subsidie aangevraagd en gekregen voor 2011 en 2012 bij het
programma Preventiekracht dicht bij huis van Zonmw. De aanvraag bevatte 2
preventieprogramma’s die te maken hebben met het thema eenzaamheid en depressie:
1. Thema aandacht voor leefstijl, bewegen en voorkomen van depressies
de bijbehorende interventie: Fit door het leven
2. Thema mantelzorgers
de bijbehorende interventies: zieken verzorgen thuis/houdingsadviezen voor
mantelzorgers / POM
De cursus Fit door het leven is in februari 2011 gestart in Nieuwegein. Dit was een
succes. In overleg met VitrasCMD en Sportservice Midden-Nederland zal gekeken worden
of de cursus in het najaar van 2011 ook in Houten plaats kan vinden.
Fit door het leven
Er zijn veel partijen betrokken bij de cursus Fit door het Leven: Sportservice MN ( zij
geven de beweeglessen) en er zijn 3 gastsprekers. Indigo over depressie en somberheid,
Centrum Maliebaan over alcohol en Vialente over gezonde voeding. Na 4 bijeenkomsten
gaan de cursisten 'snuffelen' bij bestaande beweegactiviteiten in de desbetreffende
plaats. Vitras/CMD legt de contacten, dat kan het zwembad zijn, maar ook beweegclubs
bij Welzijn Stichtingen. Na 3 weken is er nog een laatste terugkombijeenkomst. Men wil
met deze cursus vooral bereiken dat mensen blijven bewegen, ook als de cursus is
afgelopen.
Eerstelijn Medische Centra Houten (EMC)
Buurtgerichte zorgprogramma angst en depressie vanuit EMC’s, ontwikkeld met
ondersteuning van het Trimbos Instituut. Deze zorgprogramma’s worden afgestemd met
andere interventies, gericht op het signaleren van depressie en angststoornissen bij:
- kwetsbare mensen die professionele begeleiding niet langer vanuit de AWBZ
krijgen vergoed;
- mensen met een lage sociaal-economische status en mensen met een uitkering;
- senioren; jongvolwassenen.
Zorgprogramma’s angst en depressie zijn gericht op het signaleren van problemen en
‘casefinding’. Diverse eerstelijnszorgverleners (huisartsen, psychologen, maatschappelijk
werkers, fysiotherapeuten, diëtisten, sociaal verpleegkundigen) kunnen bij een
vermoeden van angststoornis of depressie bij een patiënt een vragenlijst afnemen. Bij
een bepaalde score volgt doorverwijzing naar de huisarts. Deze weegt af of de patiënt
wordt doorverwezen naar een laagdrempelig aanbod (zoals de cursus Angst de baas of
kortdurende gesprekken) of, bij angststoornissen, naar eerstelijns psychologen.
Netwerk Dementie Houten
De volgende organisaties zijn vertegenwoordigd in het Netwerk Dementie Houten:
Altrecht, AMW en thuiszorg Vitras/CMD, Handjehelpen regio Utrecht, Indigo, Rivas
Thuiszorg, Stichting RAZ, vanHouten&co, Warande, Wmo-loket VIA Houten,
Zorgspectrum, Zuwe Zorg. Deze organisaties bieden mensen met dementie, hun
familieleden en mantelzorgers ondersteuning, behandeling en begeleiding vanaf het
begin tot het eind van de ziekte. Het wmo-loket VIA Houten is namens het Netwerk
Dementie Houten het centraal aanspreekpunt. Bij de consulenten van VIA Houten kan
men terecht voor informatie en advies, voor praktische ondersteuning en met vragen
over het omgaan met mensen met psychische of dementiele problemen. Zij gaan na
welke zorg nodig is en bemiddelen bij het krijgen van de juiste zorg. Het wmo-loket VIA
Houten is een vrij toegankelijk en onafhankelijk informatiepunt waar inwoners van
Houten terecht kunnen voor informatie advies en ondersteuning bij vragen of problemen
op het gebied van wonen, welzijn en zorg.
Bijlage 7 Doelgroepen eenzaamheid / sociaal isolement (Movisie)
Eenzaamheidsinterventies kunnen worden onderverdeeld op basis van de doelgroep waar
de interventie op is gericht. Doelgroepen kunnen zijn:
- eenzame mensen (microniveau)
- personen die contact hebben met eenzame mensen (mesoniveau), bijvoorbeeld
beroepskrachten of vrijwilligers; dit wordt ook wel de intermediaire doelgroep genoemd
- de bevolking als geheel (macroniveau).
De interventies op microniveau kunnen worden opgedeeld in interventies die zijn gericht
op een specifieke, nauw omschreven doelgroep en interventies die zich in het algemeen
richten op mensen die eenzaam zijn (Fokkema & Van Tilburg, 2005). In het eerste geval
zijn de eenzaamheidsinterventies meestal gericht op een bepaalde risicogroep (ouderen
en/of mensen met een lichamelijk, verstandelijke of psychiatrische beperking).
Eenzaamheid komt echter onder alle lagen van de samenleving voor en daarom hebben
wij onze zoektocht naar methoden niet beperkt tot deze specifieke doelgroepen.
Typologieën van eenzaamheid en sociaal isolement
Zowel Fokkema, Van Tilburg als Machielse wijzen op het belang van het richten op
specifieke doelgroepen om de juiste interventie te kunnen bepalen (Fokkema & Van
Tilburg, 2005: 21; Van Tilburg, 2007: 36; Machielse, 2009). Volgens Van Tilburg zijn de
volgende twee typeringen van groepen op basis van sociale en emotionele eenzaamheid
en op basis van subjectieve en objectieve isolatie belangrijk bij het bepalen van de juiste
interventie voor een specifieke doelgroep (Van Tilburg, 2007: 36).
Eenzaamheid kan bestaan uit een combinatie van sociale en emotionele eenzaamheid.
Op basis hiervan zijn vier typen van eenzaamheid te onderscheiden (Van Tilburg, 2007).
1. Niet eenzaam (niet sociaal en niet emotioneel eenzaam).
2. Sociaal, maar niet emotioneel eenzaam.
3. Emotioneel, maar niet sociaal eenzaam.
4. Zowel sociaal als emotioneel eenzaam
Onderzoek wijst uit dat emotionele eenzaamheid als ernstiger wordt ervaren dan sociale
eenzaamheid. De vier typen lopen dan ook op van niet eenzaam naar zeer eenzaam.
De onderzoekers Hortulanus, Machielse en Meeuwesen (2003) hebben het verschil tussen
objectieve sociale isolatie en subjectieve eenzaamheid aangegrepen om vier typen
isolatie te beschrijven (Van Tilburg, 2007). Zij onderscheiden de volgende typen.
1. Sociaal weerbaren: mensen met veel contacten die zich hier prima bij voelen.
2. Eenzamen: mensen die zich ondanks hun vele contacten erg eenzaam voelen.
3. Contactarmen: mensen met weinig contacten die daarmee wel tevreden zijn.
4. Sociaal geïsoleerden: mensen met weinig contacten die zich daar erg eenzaam onder
voelen.
Eenzaamheidsinterventies zijn gericht op de ‘eenzamen’ en de ‘sociaal geïsoleerden’. De
‘eenzamen’ voelen zich eenzaam ondanks hun grote netwerk. Het is dan ook niet
waarschijnlijk dat een vergroting van het netwerk zal leiden tot verminderde gevoelens
van eenzaamheid. Dit kan bereikt worden door het verbeteren van de kwaliteit van de
relaties of het naar beneden bijstellen van standaarden en wensen op dit gebied. De
‘sociaal geïsoleerden’ zijn gebaat bij een interventie die zowel de grootte als
de kwaliteit van het netwerk van het netwerk verbetert.
Machielse maakt binnen de groep ‘sociaal geïsoleerden’ een nader onderscheid. Zij stelt
dat op basis van verschillende overlevingsstrategieën zes verschillende typen sociaal
geïsoleerde mensen kunnen worden onderscheiden (Machielse, 2006). De achtergronden
van het isolement zijn zeer verschillend en ook de manier waarop mensen met hun
isolement omgaan kan sterk verschillen. Zij komt tot een indeling in zes subgroepen,
gebaseerd op het niveau van de sociale competenties en de gerichtheid op sociale
participatie.
1. De zelfredzamen – hebben geen moeite met sociale contacten in de alledaagse
omgang, maar zijn niet in staat contacten op te bouwen in hun persoonlijke leven.
2. De hoopvollen – zijn vervreemd geraakt van de wereld, maar hopen op meer.
3. De afhankelijken – hebben een zeer hechte relatie met hun broer, zus, ouder of
partner, maar leven verder geïsoleerd.
4. De eenzamen – hebben geen werk, veel oppervlakkige contacten maar geen
diepgaande en hebben het idee dat niemand hen kan helpen.
5. De buitenstaanders – de echte einzelgängers, zonder behoefte aan contact.
6. De overlevers – hadden nooit een sociaal netwerk, hebben vaak psychische problemen
en zijn te onzeker om mee te durven doen aan het maatschappelijk leven.
Niet alle sociaal geïsoleerde mensen kunnen op dezelfde manier geholpen worden. Op
basis van de bovenstaande profielen van ‘sociaal geïsoleerden’ kan worden bepaald welke
interventies nuttig kunnen zijn. Verschillende vormen van isolement vragen om
verschillende aanpakken. Machielse (2009) wijst dan ook op het belang van een
specifieke ben
Download