Sparen of beleggen?

advertisement
Sparen of beleggen?
U hebt geld gespaard. Dit staat wellicht al even op uw spaarrekening. Alleen levert het door de lagere rente niet
veel op. Beleggen kan een alternatief zijn voor sparen. Maar weegt een hoger rendement op tegen het risico dat
u daarmee loopt?
Sparen is in Nederland erg populair. Dat is altijd al zo geweest. De laatste jaren is de spaarrekening zelfs extra in trek.
Niet alleen bij kleine spaarders, ook bij mensen met wat meer vermogen. De onzekere economische tijden van de
afgelopen jaren zijn daar ongetwijfeld debet aan. De zekerheid van een rentevergoeding en dat u uw inleg terugkrijgt,
geeft immers rust. En dat is in economisch onzekere tijden wel zo prettig. Maar deze rust wordt wellicht duur betaald.
De rente is de laatste jaren gedaald en staat momenteel erg laag. De inflatie is bovendien hoger dan de huidige spaarrente,
waardoor spaargeld alleen maar minder waard wordt. Daarnaast moeten grote spaarders vaak ook belasting over hun
vermogen betalen. Een alternatief voor veilig sparen is beleggen in aandelen of obligaties. Dat brengt wel grotere risico’s
met zich mee. Wij leggen graag aan u uit hoe groot die risico’s zijn. En of het vooruitzicht op een hoger rendement opweegt
tegen de rust die een spaarrekening biedt.
De zekerheid van sparen
De rente die u krijgt op het geld dat u op een spaarrekening hebt staan, is relatief stabiel. Natuurlijk gaan spaarrentes
soms omhoog en omlaag, maar de stappen waarmee dat gebeurt zijn verhoudingsgewijs klein. De hoogte van de
spaarrente varieert per aanbieder en is afhankelijk van de gekozen spaarvorm. Zet u het spaargeld wat langer vast?
Dan krijgt u op dit moment een iets hogere rente dan wanneer u kiest voor een spaarvorm waarbij het geld direct
opneembaar is.
De opbrengsten en risico’s van sparen zijn goed in te schatten en niet erg groot. Dat geldt zeker voor spaarsaldi tot
€ 100.000. Tot dit bedrag beschermt het depositogarantiestelsel uw spaarsaldo in het geval een bank failliet gaat.
Dat is ook de reden waarom veel mensen met meer vermogen dan € 100.000 gaan spreiden over verschillende banken.
Zekerheid sparen heeft een prijs
Sparen mag dan veilig lijken, het rendement van sparen is laag – zeker met de huidige rentestand. Onderstaand figuur
laat zien dat de gemiddelde spaarrente de laatste jaren alleen maar is gedaald. De lage spaarrente wordt op dit moment
zelfs ingehaald door de inflatie. De inflatie ligt de laatste jaren boven de 2%. Conclusie: de prijzen stijgen nu harder dan
het spaargeld groeit. Op korte termijn is het zo goed als zeker, dat u straks niet dezelfde aankopen kunt doen als nu met
uw gespaarde euro’s. Uw koopkracht gaat er op achteruit.
Ontwikkeling spaarrente en inflatie 1999-heden
6
5
4
3
2
1
0
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Rente (12m euribor)
Bron: CBS (inflatie) en DNB (rente)
2007
2008
2009
2010
2011
Inflatie (JoJ% headline CPI)
2012
2013
2014
2015
Van Lanschot Bankiers | Sparen of beleggen? 2
De fiscus pikt ook een graantje mee
Sinds 2001 is de zogenoemde vermogensrendementsheffing van kracht (box 3). De Belastingdienst gaat ervan uit dat u
4% rendement maakt op uw vermogen. Over dit fictieve rendement wordt 30% belasting geheven. Netto betaalt u dus
1,2% belasting. Dit geldt overigens alleen voor vermogens boven de heffingsvrije belastingvoet. Zodra u belasting gaat
betalen over uw vermogen in box 3, wordt het plaatje om te sparen met al uw vermogen ongunstiger. U moet immers de
te betalen belasting ook zien ‘goed te maken’ qua rendement op uw spaarrekening. Het is dus niet alleen de lage rente
zelf die sparen op dit moment minder interessant maakt.
Je zou daarom verwachten dat spaarders massaal in actie komen om een deel van hun vermogen langer vast te zetten
of te gaan beleggen. Toch gebeurt dat maar weinig. Het (politiek-)economische klimaat wordt kennelijk als zo onzeker
ervaren, dat mensen bereid zijn de achteruitgang in koopkracht te accepteren. Mensen lijken terughoudend te zijn
geworden in het nemen van financiële risico’s. Risico neem je in goede tijden, niet in slechte. Maar is dat wel zo
verstandig? Het antwoord hangt voor een groot deel af van uw bereidheid tot het nemen van een (gecalculeerd) risico.
Een voorbeeld
Stel, u wilt maandelijks geld opzij leggen om over tien jaar – als uw kinderen 18 zijn – hun studie
te kunnen betalen. Na wat rekenen bent u tot de conclusie gekomen dat u maandelijks een bedrag
van € 350,- kunt missen. Wat is dan het rendement dat u nodig hebt? De studiekosten schat u nu
in op € 40.000,-. Rekening houdend met een verwachte inflatie van gemiddeld 2% per jaar hebt u
over tien jaar mogelijk een bedrag nodig van € 48.760,-. Als u € 350,- per maand opzij zet, hebt u
een jaarlijks rendement van 3% nodig. Komt u eenmaal boven het heffingsvrije vermogen uit, dan
hanteert de fiscus een vermogensrendementsheffing en hebt u zelfs een rendement van 4,2%
nodig! Een spaarrekening levert op dit moment zeker niet voldoende op. Als u toch uw doel wilt
behalen, zult u nu dus maandelijks meer geld opzij moeten zetten om dat mogelijk te maken. Een
andere optie is om uw geld (deels) te beleggen in plaats van het op een spaarrekening te zetten.
Inzicht in uw persoonlijke situatie is het vertrekpunt
Wat is voor u de beste keuze, sparen of beleggen? Waarschijnlijk een combinatie van beide. Een goede beslissing vereist
inzicht in uw financiële situatie.
Om te beginnen is het verstandig om een deel van uw vermogen als buffer aan te houden. Met zo’n reservepotje hoeft
u zich immers niet direct zorgen te maken als u voor onverwachte uitgaven komt te staan. Er bestaan allerlei handige
hulpmiddelen (bijvoorbeeld de BufferBerekenaar van het NIBUD op service.nibud.nl/bufferberekenaar) die snel inzicht
geven in hoe groot uw financiële reserve zou moeten zijn. De meeste van deze rekenhulpen houden rekening met uw
specifieke omstandigheden. Bijvoorbeeld met uw woon- en gezinssituatie, uw leeftijd en uw inkomsten.
Houdt u na aftrek van de benodigde reserve nog steeds vermogen over? Dan kunt u overwegen om te gaan beleggen.
Maar als u een hypotheek of een persoonlijke lening hebt, dan is het verstandig om uit te rekenen of u wellicht niet beter
eerst kunt aflossen. De rente die u betaalt is immers bijna altijd hoger is dan de vergoeding die u ontvangt. Dit geldt
zeker voor persoonlijke leningen, maar misschien ook voor hypotheekleningen waarvoor rente deels aftrekbaar is.
Als u wilt uitrekenen wat in uw geval het beste is, gebruik dan een van de handige online rekenhulpen. Ga hiervoor naar
berekenhet.nl. Laat u altijd goed door uw hypotheekverstrekker adviseren, omdat u ook de gevolgen van het verliezen
van de hypotheekrenteaftrek moet meewegen in uw besluit of aflossen gunstig is.
De vraag of beleggen voor u verstandig is, vraagt ook dat u afweegt wat beleggen doet met uw gemoedsrust. Aandelen­
koersen kunnen immers niet alleen stijgen, ze kunnen ook plotseling dalen. Hoe reageert u dan? Met slapeloze nachten
en paniekaanvallen? Als dat het geval is, kunt u beter niet gaan beleggen. Bent u meer het vastberaden, stressbestendige
type dat ook bij tegenwind de lange termijn durft vast te houden en laat u zich niet uit het veld slaan door de waan van
de dag? In dat geval is beleggen misschien iets voor u.
Van Lanschot Bankiers | Sparen of beleggen? 3
Het spel en de knikkers
De beslissing om te gaan beleggen is pas het begin. Daarna krijgt u met talloze vervolgvragen te maken. Ga ik zelf beleggen
of vertrouw ik op de expertise van een vermogensbeheerder? Als ik een vermogensbeheerder inschakel, draag ik het beheer
van mijn vermogen dan geheel over aan zo’n expert? Of ben ik meer gebaat bij een adviseur of coach die mij keuzes
voorlegt en ik zelf aan het roer blijf staan? Hoe beoordeel ik de verwachte beleggingsrendementen? Zijn die wel reëel?
Gaat het om nettorendementen, dus na aftrek van alle kosten? Zijn de risicoprofielen echt representatief?
Let goed op als u naar voorgestelde risicoprofielen kijkt. Een neutraal profiel bij de ene aanbieder is niet per definitie
hetzelfde als bij een andere. Een neutraal profiel hoort een goede spreiding te hebben. Naar onze mening kan zo’n
portefeuille dan dus nooit 100% in aandelen zijn belegd. Als u wilt beginnen met een lager bedrag en maandelijks wilt
storten, tegen welke kosten loopt u dan aan en hoe houdt u dan uw portefeuille in balans? Staan de beleggingen wel op
uw naam? U wilt tenslotte niet gedupeerd worden mocht de bank of vermogensbeheerder onverhoopt failliet gaan.
Drie factoren die u goed in de gaten moet houden als u wilt gaan beleggen.
1. Beperken van risico. U kunt het risico beperken door te spreiden over verschillende beleggingen. Zowel qua
samenstelling (sector, land of regio) als risicoprofiel. U kunt ook spreiden door na de eerste storting bijvoorbeeld
maandelijks automatisch te gaan beleggen. Zo gebruikt u verschillende instapmomenten.
2. Kosten. Let goed op welke kosten in rekening worden gebracht. Is er sprake van beheerprovisie? Betaalt u per
transactie? Als u € 100.000 gaat beleggen gedurende 10 jaar, dan betekent een 0,5% verschil in kosten al vele
duizenden euro’s verschil in de uiteindelijke opbrengst.
3. Uitbesteden of zelf doen. Zeker als u geen verstand van beleggen hebt, is het de vraag of het verstandig is om met
uw vermogen te gaan oefenen. Onderzoek laat zien dat beleggers vaak te emotioneel zijn, te veel transacties doen,
te veel risico nemen en de verkeerde in- en uitstapmomenten kiezen. De AFM heeft een korte toets ontwikkeld om
uw kennis vast te stellen; goed om voor u begint eerlijk in de spiegel te kijken. Doe de financiële kennistest op
weetwatjeweet.nl.
Een marathon met hordes
Vermogensopbouw is als het lopen van een marathon: het vraagt om een aanpak op lange termijn. Het gaat om de lange
adem, het is volhouden en niet opgeven. Hoe eerder u begint, hoe langer u uw vermogen aan het werk kunt zetten tegen
een relatief lager risico. U hebt dan letterlijk meer tijd om eventuele schokken op te vangen en te profiteren van de
uitschieters. U moet daarnaast nog een extra inspanning doen om bij de finish te komen met goed resultaat. Hoe langer
de beleggingshorizon (en hoe offensiever het risicoprofiel), hoe makkelijker u tegelijk ook de belastinghorde en
inflatiehorde neemt. Die onttrekken zoals uit het voorbeeld blijkt euro’s aan uw vermogen. Dat moet u goed zien te
maken met het resultaat van uw inspanningen met sparen/beleggen. Het figuur hieronder illustreert dat.
Verwacht rendement beleggen in verhouding tot risico
12%
Verwacht rendement
10%
Aandelen opkomende markten
8%
Hoogrentende obligaties
6%
Aandelen ontwikkelde markten
4%
Beursgenoteerd vastgoed
2%
Spaargeld
0%
Verwachte inflatie
Bedrijfsobligaties
Staatsobligaties
Risico
Bron: Kempen Capital Management en CBS (inflatie), januari 2015
Verwachte inflatie + belasting
Van Lanschot Bankiers | Sparen of beleggen? 4
Het rendement van beleggen
Over het algemeen is het rendement van beleggen duidelijk hoger dan van sparen. Zeker op lange termijn. Het
rendement heeft echter te maken met meer schommelingen. Het rentetarief varieert normaal gesproken veel minder
dan het rendement op beleggingen. Op korte termijn hebben beleggers vaak te maken met grote uitschieters, zowel
naar boven als naar beneden. Kijken we echter naar de lange termijn (minstens 10 jaar), dan is het beleggingsrendement
historisch gezien eigenlijk altijd hoger dan de opbrengst van sparen.
Rendementen op sparen en beleggen 1900-2012
Aandelen
Obligaties
Sparen
Inflatie
Nederland
7,9%
4,5%
3,6%
3,0%
Wereld
8,0%
4,8%
3,9%
3,0%
(Bron: Dimson, Marsh en Staunton)
Het is algemeen bekend dat historische rendementen geen goede voorspellers zijn en zijn geen garantie voor de
toekomst. Het heeft ook te maken met het moment waarop u met beleggen begint. Als u een staatsobligatie koopt op
het moment dat de rente 10% is dan is het veel makkelijker een hoog rendement te behalen dan wanneer de rente
slechts 2% is. Hetzelfde geldt voor aandelen. Als het dividend laag is zal ook het verwachte rendement laag zijn. Het is
op dit moment vrij lastig om met spaargeld alleen langetermijndoelen te realiseren. Obligaties en aandelen kunnen u
helpen deze doelen wel te verwezenlijken. Inflatie knabbelt evengoed aan het rendement van die beleggingen, maar het
verwachte rendement is hoger.
Rendement en risico gaan hand in hand
De keuze van hoe en in wat u wilt gaan beleggen is een belangrijke. Daarbij komt namelijk de vraag welk rendement u
wilt halen tegen welk risico. Als het over beleggen gaat, moet u nadenken over hoe erg u het vindt als u het risico loopt
dat u een deel van de inleg niet terugkrijgt. Het is belangrijk welk risico u wilt lopen. Op basis van rendements­
verwachtingen kunt u – als u dat wilt samen met uw beleggingsexpert – de portefeuille selecteren die u wenst en die
past bij uw risicoprofiel. Over het algemeen geldt: hoe hoger de rendementsverwachting, hoe groter het risico.
Worst case scenario
Op basis van het gekozen of geadviseerde beleggingsprofiel (defensief, neutraal of offensief bijvoorbeeld) is het mogelijk
om berekeningen te maken die aangeven hoe groot de kans is dat u uw persoonlijke doelstelling haalt. Vervolgens kunt u
ook laten uitrekenen wat er gebeurt in een eventueel negatief scenario. Wij adviseren u altijd kritisch te kijken naar de
gepresenteerde berekeningen. U moet zich de vraag stellen: wat is dan het ergste dat er kan gebeuren? En heb ik dat
ervoor over? Zo kunt u voor uzelf bepalen of u het aandurft om met (een deel) van uw vermogen te gaan beleggen.
De kans op verlies met beleggen neemt af met het verstrijken van de tijd en het spreiden van uw inleg over verschillende
type beleggingen. Beleggen is niet vrij van risico, maar voor de meeste mensen is het te overzien en een gecalculeerd en
te accepteren risico. Net zoals het risico om een ongeluk te krijgen de meeste mensen niet tegenhoudt om deel te nemen
aan het verkeer.
Van Lanschot Bankiers | Sparen of beleggen? 5
10 Gouden regels voor beleggers
Om zo succesvol mogelijk te beleggen is het belangrijk dat u een aantal belangrijke uitgangspunten in acht neemt.
De gouden regels voor beleggers. In het overzicht hieronder vatten we ze voor u samen.
1.
Persoonlijk plan
Ben helder en realistisch over uw doelstellingen. Wat wilt u bereiken? Wat is uw beleggingsdoel?
Wat zijn voor u de beperkingen?
2.
Bezittingen en schulden
Beleg alleen met geld dat u niet op korte termijn nodig hebt. Houdt u zich niet aan deze vuistregel,
dan profiteert u niet van de langere horizon. Hebt u ook schulden en/of een hypotheek? Dan is het
verstandig om uit te zoeken of aflossen beter is.1 Ook is het goed een buffer te hebben voor
onvoorziene uitgaven. 2
3.
Beleggingshorizon en
psychologie
Bij twijfel niet inhalen. Dat geldt ook bij beleggen. Beleggen levert op de lange termijn meer op dan
sparen, maar gaat gepaard met kortetermijnfluctuaties. Deze koers­schommelingen moet u zowel
financieel als qua gemoedsrust kunnen verwerken. Kunt u koers houden als rendementen tijdelijk
tegenvallen?
4.
Uitbesteding
Denk goed na of u zelf wilt beleggen of het liever uitbesteedt. Onderzoek laat zien dat particuliere
beleggers vaak slechtere resultaten behalen dan nodig. 3 Als u kiest voor uitbesteden, let dan op kosten
én op betrouwbaarheid. Cruciaal is of de beleggings­f ilosofie van de aanbieder helder is en past bij uw
visie en risicobereidheid.
5.
Rendementen en kosten
Ben realistisch, ook in de rendementsverwachting. Zijn de getoonde rendementen na aftrek van kosten?
Zijn er nog andere kosten? Zijn de risicoprofielen echt representatief? Een zogeheten neutraal profiel
dat alleen uit aandelen bestaat, is per definitie niet neutraal.
6.
Fondsselectie
Weet precies waar u in belegt. Vraag om inzicht in de fondsen in portefeuille. Is er bijvoorbeeld sprake
van ‘verplichte winkelnering’ van de aanbieder zelf, beleggen de vermogensbeheerders zelf met u mee?
7.
Spreiding
Wed nooit op één paard. Spreiding is essentieel; het dempt de uitslagen en maakt minder kwetsbaar.
8.
Evaluatiemoment en
flexibiliteit
Stel vooraf evaluatiemomenten vast. Geschikte momenten hiervoor zijn bijvoorbeeld wanneer u de
belastingaangifte doet, wanneer u vakantiegeld ontvangt, wanneer de regering nieuwe fiscale plannen
bekendmaakt en tegen het einde van het jaar. Kan uw beleggingsplan gemakkelijk worden aangepast
en wat zijn de kosten?
9.
Dynamisch proces
De wereld staat niet stil. Gebruik de evaluatiemomenten om niet alleen uw eigen situatie opnieuw te
bezien, maar ook de situatie op financiële markten. Zodra bijvoorbeeld de spaarrente stijgt, moet u
opnieuw afwegen wat dit inhoudt voor uw keuzes en beleggingsplan.
10. Finish
Stuurt u bij zodra u dichterbij uw doel komt. Als bijvoorbeeld in de buurt komt van uw pensioenleeftijd,
neemt u logischerwijs minder risico’s zodat uw opgebouwde vermogen niet op het laatste moment in
gevaar komt.
Vaak is het goed leningen af te lossen, omdat de rente die u betaalt veelal hoger is dan de vergoeding die u ontvangt. Dit geldt zeker voor persoonlijke leningen,
1
maar wellicht ook voor hypothecaire leningen waarvoor rente deels aftrekbaar is. Op internet zijn verschillende rekentools beschikbaar: www.berekenhet.nl
2
Met de bufferberekenaar van het NIBUD is een goede inschatting te maken hoeveel die buffer zou moeten zijn: service.nibud.nl/bufferberekenaar
Hofman en Post (2012), Angst en optimisme van particuliere beleggers, Economisch Statistische Berichten, 10-12. Hofman en Post laten zien dat beleggers
3
vaak te emotioneel zijn, te veel transacties doen, te veel risico nemen en de verkeerde in- en uitstapmomenten kiezen.
Van Lanschot Bankiers | Sparen of beleggen? 6
Conclusie
Met sparen weet u redelijk goed waar u aan toe bent. Maar deze zekerheid houdt ook in dat de combinatie van lage
spaarrente, vermogensrendementsheffing en inflatie het uitdagend maakt om de waarde van uw vermogen te
behouden, laat staan deze te laten groeien. Sparen mag dan op korte termijn zekerheid geven, op lange termijn betaalt
u deze hoogstwaarschijnlijk duur.
Voor beleggen geldt dat de risico’s hoger zijn, zeker op korte termijn. Maar als u zich een langere beleggingshorizon
kunt permitteren, dan is de kans op een hoger rendement reëel. Beleg echter nooit met geld dat u op korte termijn
nodig zou kunnen hebben. Als u een hypotheeklening of persoonlijke lening hebt, onderzoek dan of u die niet beter
eerst kunt aflossen voordat u met beleggen begint.
Als u besluit een deel van uw vermogen te gaan beleggen, bedenk dan goed of u zich de bijbehorende risico’s kunt en
wilt veroorloven. Niet alleen in uw portemonnee, ook qua gemoedsrust. Wel of niet beleggen is een vraag die u zich
regelmatig opnieuw moet stellen. Marktomstandigheden wijzigen continu, uw eigen financiële situatie kan veranderen
en uw doelen kunnen worden bijgesteld. Allemaal redenen om uw keuze wellicht te heroverwegen.
Hebt u altijd gespaard en overweegt u nu om te gaan beleggen? Denk dan goed na bij wie, hoe en of u dat zelf gaat
doen en begin eventueel met slechts een deel van uw vermogen.
dr. Roelof Salomons
Strateeg en hoofd Allocation Team
Kempen Capital Management N.V.
onderdeel van F. van Lanschot Bankiers N.V.
© Copyright Van Lanschot Bankiers
Oktober 2013, geactualiseerd januari 2016
Bronnen
Dimson, E., P. Marsh en M. Staunton, 2001, Triumph of the optimists. Updates in: Credit Suisse Global Investment Returns Yearbook 2013.
Salomons, R., 2005, An Economic, Empirical, and Emerging Perspective on the Equity Risk Premium , RijksUniversiteit Groningen.
Disclaimer
De informatie die is opgenomen in deze publicatie is uitsluitend bestemd voor algemene doeleinden. Met uw individuele
specifieke omstandigheden is geen rekening gehouden. De informatie kan niet worden beschouwd als een juridisch, financieel,
fiscaal of ander professioneel advies. Wij adviseren u op grond van de informatie niet meteen tot actie over te gaan en
voorafgaand aan uw eventuele actie eerst deskundig advies in te winnen. Deze publicatie is geen aanbod en u kunt aan
deze publicatie geen rechten ontlenen.
Bij de totstandkoming van deze publicatie hebben wij de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht bij de selectie van
externe bronnen. Wij kunnen niet garanderen dat de informatie van deze bronnen die in deze publicatie is opgenomen
juist en volledig is of in de toekomst zal blijven. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor druk- en zetfouten. Wij zijn
niet verplicht de informatie die we hebben opgenomen in deze publicatie te actualiseren of te wijzigen. Alle rechten ten
aanzien van de inhoud van de publicatie worden voorbehouden, inclusief het recht van wijziging. Het is niet toegestaan
de gegevens in de publicatie geheel of gedeeltelijk te reproduceren, in welke vorm dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van F. van Lanschot Bankiers NV.
01/16
Overige informatie
F. van Lanschot Bankiers N.V. is statutair gevestigd aan de Hooge Steenweg 29, 5211 JN te ’s-Hertogenbosch, KvK
’s-Hertogenbosch nr. 16038212 met Btw-identificatienummer NL.004 670632.B.01. F. van Lanschot Bankiers N.V. is als
bank geregistreerd in het Wft-register en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank N.V. (DNB), Postbus 98 1000
AB Amsterdam, en de Autoriteit Financiële Markten (AFM), Postbus 11723 1001 GS Amsterdam. F. van Lanschot Bankiers
N.V. kan optreden als aanbieder van betaal-, spaar- en kredietproducten, als bemiddelaar in verzekerings­producten en
als aanbieder en/of uitvoerder van beleggingsdiensten.
Voor eventuele klachten inzake onze financiële dienstverlening kunt u zich richten tot uw eigen kantoor van F. van Lanschot
Bankiers N.V., de afdeling Klachtenmanagement van het hoofdkantoor, Postbus 1021, 5200 HC ’s-Hertogenbosch of het
Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD), Postbus 93257 2509 AG Den Haag.
Download