Fact sheet nummer 5 | juli 2007 Het sociaal kapitaal van Amsterdamse jongeren Sociaal kapitaal is een breed begrip dat vooral door het werk van de politicoloog Robert Putnam bekendheid geniet. Het begrip wordt in toenemende mate gebruikt om te beschrijven hoe groepen zijn ingebed in de samenleving en op welke wijze dat proces van inbedding verloopt.1 Een voorbeeld daarvan zijn de netwerkanalyses die worden uitgevoerd door het IMES, waarin met name naar relaties tussen (allochtone) organisaties en hun besturen wordt gekeken.2 In de sociaal kapitaal theorie wordt gesproken van bonding (of binding), de banden met de eigen groep, en bridging, de banden met (of de bruggen naar) andere groepen. Bonding en bridging leiden tot, of staan gelijk aan, vertrouwen in anderen, van de eigen groep en van andere groepen. Daarnaast is het begrip linking van belang, dat de relatie tussen de overheid en (groepen) burgers omvat, een relatie die uiteraard ook gebaat is bij vertrouwen. Sociaal kapitaal wordt gezien als een belangrijke voorwaarde voor integratie van allochtone jongeren. De banden tussen de eigen groep en andere groepen, en uit­ eindelijk de individuele relaties die jongeren daarmee opbouwen, zijn uiterst belangrijk in het verwerven van een positie in de maatschappij, sociaal, cultureel en economisch. In deze fact sheet doen we een poging om het begrip te concretiseren en toe te passen op het dagelijkse leven van Amsterdamse jongeren. We kijken daarbij naar verschillende aspecten van op de vraag of ze zich gesteund voelen door het leven van jongeren en beschouwen sociaal hun omgeving. Het idee daarbij is dat om stevig kapitaal in termen van platformen: plaatsen waar verankerd te zijn in een maatschappij, het nodig jongeren elkaar ontmoeten. De gedachte daarbij is om een (onder)steunende sociale omgeving is dat ontmoeting de eerste voorwaarde is voor te hebben. Na deze psychologische aspecten, het slaan van bruggen naar anderen. We gaan gaan we in op lidmaatschappen: van welke eerst na wat de rol is die de buurt en de stad organisaties zijn jongeren lid en wat betekent voor jongeren spelen: wat is het belang van die dat lidmaatschap voor ze. In het vervolg van omgeving en voelen ze zich er thuis? Vervolgens deze fact sheet beschrijven we aan de hand beschrijven we hoe jongeren naar hun sociale van een aantal belangrijke domeinen – school, omgeving kijken. We gaan daarbij met name in sport, uitgaan – of er plekken zijn waar jongeren Tabel 1 Verbondenheid van jongeren met geografische eenheden naar etnische achtergrond, 2006 (procenten) verbonden met Marokkaans Turks Surinaams 16-24 jaar 16-24 jaar 16-24 jaar overige autochtoon Amsterdammers 16-24 jaar 25+ jaar buurt 59 60 76 68 80 stadsdeel 51 39 40 51 61 Amsterdam 60 67 84 92 86 Nederland 54 57 64 80 85 bron: Burgermonitor 2006, O+S elkaar (kunnen) ontmoeten, anders gezegd, of er in de buurt waar zij wonen. In tabel 1 zien we plekken zijn die het mogelijk maken om bruggen dat van bijvoorbeeld de Marokkaanse jongeren te slaan: het sportveld, het schoolplein en de in Amsterdam slechts 59% zich thuis voelt in discotheek. We eindigen met een beschrijving de buurt waar zij wonen, terwijl dit van de van de geografische verdeling van jongeren over Amsterdammers van 25 jaar en ouder 80% is. De de stad. buurt is dus minder belangrijk voor jongeren dan voor de meeste (oudere) Amsterdammers. Ook We maken bij dit alles gebruik van onderzoek tussen de groepen jongeren zijn er verschillen: dat O+S recent heeft uitgevoerd. De kern wordt voor Surinaamse en autochtone jongeren is de gevormd door de Amsterdamse Burgermonitor, buurt belangrijker dan voor andere jongeren, maar we maken ook gebruik van de Kunst- en hetgeen ook voor de stad en voor Nederland Cultuurmonitor, de Sportmonitor en cijfers over geldt. onderwijsparticipatie. Dat betekent dat het hier wordt geen aandacht besteed aan kleinschalige Verschillen tussen jongeren in sociale steun initiatieven en we zijn ons ervan bewust dat De cijfers die we hiervoor presenteerden laten niet aan alle ontwikkelingen in de stad evenveel een consistent beeld zien, dat erop duidt dat recht gedaan wordt. Dat geldt zowel voor Turkse en Marokkaanse jongeren vrijwel met ontwikkelingen die leiden tot vergroting van alle eenheden minder binding voelen dan de sociaal kapitaal als ontwikkelingen die dat in de andere groepen. Het lijkt er op dat zij een meer weg staan. algemeen gevoel van ‘ontheemd zijn’ ervaren. geschetste beeld een grofmazig karakter heeft: er Jongeren voelen relatief weinig verbondenheid met de buurt De Burgermonitor biedt de mogelijkheid om na te gaan of dit samenhangt met contacten in de directe sociale omgeving.3 In tabel 2 is met Om je stevig te voelen in een stad is het behulp van een viertal stellingen nagegaan hoe belangrijk om een uitvalsbasis te hebben. Het jongeren tegen hun sociale omgeving aankijken. gezin waar je woont, je vrienden, de buurt waar Allochtone jongeren blijken het vaker dan je woont. Om met dat laatste te beginnen: uit autochtone jongeren eens te zijn met stellingen de Burgermonitor 2006 blijkt dat relatief veel die op sociale isolatie duiden. Amsterdamse jongeren zich niet thuis voelen Tabel 2 Sociale isolatie van jongeren naar etnische achtergrond en (zeer) eens met stellingen, 2006 (procenten) verbonden met Marokkaans Turks Surinaams autochtoon 16-24 jaar 16-24 jaar 16-24 jaar 16-24 jaar 16 28 16 8 25 26 21 10 16 17 8 3 6 16 17 7 zelfs van je naaste familieleden kun je weinig belangstelling meer verwachten4 er zijn slechts weinig mensen met wie ik echt kan praten er is niemand die speciaal belangstelling voor je heeft vaak voel ik me in de steek gelaten bron: Burgermonitor 2006, O+S Als we naar de gemiddelde scores op de zich meer dan jongeren met een Marokkaanse of stellingen kijken valt op dat Marokkaanse, Turkse afkomst verbonden met hun eigen groep. Turkse en Surinaamse jongeren zich meer sociaal Autochtone jongeren voelen zich het minst geïsoleerd voelen dan autochtone jongeren. Bijna verbonden met hun eigen groep. Dat is overigens drie op de tien de Turkse jongeren geven aan dat niet verwonderlijk. Zij vormen de meerderheid en zij van hun naaste familie weinig te verwachten etnische identiteit is voor hen vaak geen saillante hebben. Voor Turkse en Marokkaanse jongeren vergelijkingsdimensie. Voor allochtone jongeren geldt dat een kwart van hen zegt dat er niemand is dat (vooralsnog) veel meer het geval. Hun is met wie zij echt kunnen praten. Van de identiteit lijkt vaker bepaald te worden door hun autochtone jongeren is dat één op de tien. etnische achtergrond, terwijl de identiteit van autochtone jongeren vaker bepaald wordt door Als we kijken naar de samenhang tussen de andere groepslidmaatschappen. verschillende vragen blijkt dat hoe minder binding er met de sociale omgeving is, des te Formele verbondenheid minder binding er met de buurt, de stad en het Uit het voorgaande blijkt dat allochtone jongeren land is. Er lijkt dus inderdaad sprake te zijn van zich minder verbonden voelen met de buurt, een meeromvattend gevoel van ontheemd zijn meer sociale isolatie ervaren (met name jongeren voor sommige jongeren. Het suggereert ook dat met een Turkse en Marokkaanse achtergrond) om stevig verankerd te zijn in je maatschappelijke en in het algemeen een sterkere binding voelen omgeving, er sprake moet zijn van een degelijke met hun eigen etnische groep dan autochtone basis, iets dat we zowel terug vinden in de sociaal jongeren. kapitaal theorie, als in psychologische theorieën over hechting en identiteit. Als we sociaal kapitaal definiëren als het hebben van netwerken en relaties, dan is het interessant Jongeren verschillen in de verbondenheid met hun etnische groep om te kijken naar meer formele lidmaatschappen. Uiteraard zijn die er (nog) niet zo veel voor deze jonge groep. In de Burgermonitor wordt In de literatuur wordt aan de eigen etnische gevraagd of men verbonden is aan organisaties groep een belangrijke rol toegekend in de en in tabel 4 is dat voor een aantal organisaties vorming van sociaal kapitaal5: gemeenschappen aangegeven voor de verschillende groepen. waarvan de leden veel sociaal vertrouwen hebben, beschikken daarmee over (de basis voor) Het blijkt dat jongeren die zich verbonden voelen sociaal kapitaal. Om die reden gingen we na in met een religieuze organisatie, ook vaker een hoeverre jongeren zich verbonden voelen met groter sociaal isolement ervaren dan jongeren hun eigen etnische groep. In tabel 3 staan de die zich hier niet mee verbonden voelen. Zo is percentages jongeren waar dat voor geldt. bijvoorbeeld een kwart (25%) van de jongeren die verbonden zijn met een kerkelijke organisatie Jongeren met een Surinaamse afkomst voelen het er mee eens dat er slechts weinig mensen Tabel 3 Verbondenheid van jongeren met inwoners uit de eigen groep naar etnische achtergrond, 2006 (procenten) verbonden met eigen etnische groep Marokkaans Turks Surinaams autochtoon 16-24 jaar 16-24 jaar 16-24 jaar 16-24 jaar 58 57 73 45 bron: Burgermonitor 2006, O+S Tabel 4 Verbondenheid van jongeren met organisaties naar etnische achtergrond, 2006 (procenten) Marokkaans Turks Surinaams autochtoon 16-24 jaar 16-24 jaar 16-24 jaar 16-24 jaar activiteiten op school of opleiding 14 13 15 25 kerkelijke organisatie, moskee 15 14 12 10 allochtonenorganisatie 12 13 3 0 verbonden met bron: Burgermonitor 2006, O+S zijn met wie ze echt kunnen praten, tegen 13% sociaal kapitaal. Vervolgens zullen we kijken van de jongeren die niet verbonden zijn met een naar de platforms voor contact: waar ontmoeten kerkelijke organisatie. Dat geldt niet alleen voor jongeren elkaar? allochtone jongeren, maar ook voor autochtone jongeren. Ook blijkt dat Marokkaanse jongeren Discriminatie die lid zijn van een allochtonenorganisatie, zich De mate waarin bonding en bridging plaats vaker gediscrimineerd voelen dan Marokkaanse vinden zou kunnen afhangen van gevoelens jongeren die daar geen lid van zijn (respectievelijk van discriminatie. Een gemeenschappelijke 86% en 58%). Het is onduidelijk hoe deze bedreiging als discriminatie kan leiden tot relatie verloopt. Voelen de jongeren zich bonding, doordat het groepsgevoel versterkt gediscrimineerd en worden zij daarom lid van een wordt. Aan de andere kant leiden gevoelens van dergelijke organisatie, hangt het lidmaatschap discriminatie waarschijnlijk tot minder bridging. samen met een sterke identiteit en een grotere In hoeverre voelen Amsterdamse jongeren zich in alertheid op discriminerende situaties of, als het algemeen gediscrimineerd? laatste, interpreteren deze jongeren situaties eerder als discriminerend? In ieder geval Allochtone jongeren voelen zich meer gediscrimi­ suggereert dit gegeven dat bonding, in de zin neerd dan autochtone jongeren, maar ook meer van het hebben van sterke banden binnen de dan allochtone volwassenen. Van de allochtone eigen groep, niet per se leidt tot bridging. jongeren (16-24 jaar) voelde 44% zich in 2006 gediscrimineerd, tegen 31% van de allochtone Sociaal kapitaal en het gevoel ‘er bij te horen’ 25-plussers en 14% van de autochtone jongeren (zie tabel 5). Opvallend is het grote percentage We zijn ingegaan op verschillende vormen Marokkaanse jongeren dat zich gediscrimineerd van verbondenheid die jongeren al dan niet voelt (61%). ervaren: met hun buurt, stad en land, met hun eigen etnische groep, en de meer formele Gevoelens van discriminatie blijken samen te verbondenheid met organisaties. Daarnaast hangen met het gevoel van etnische identiteit. hebben we gekeken naar de verbondenheid met Van de allochtone Amsterdammers die zich de meest directe sociale omgeving: in welke mate meer Nederlands voelen dan “niet-Nederlands” voelen jongeren zich sociaal gesteund of juist (Surinaams, Marokkaans, Turks) voelt bijvoorbeeld geïsoleerd? Volgens de sociaal kapitaal theorie ruim de helft (54%) zich nooit gediscrimineerd, kunnen al deze vormen van verbondenheid tegen 22% van de allochtone Amsterdammers leiden tot, of staan ze gelijk aan, vertrouwen: die zich meer verbonden voelen met het land vertrouwen in de directe omgeving en in de leden van herkomst. Daarnaast is er een klein effect van van de eigen groep (bonding), vertrouwen in opleidingsniveau: hoe hoger men is opgeleid, de leden van andere groepen (bridging) en ten hoe minder vaak men zich gediscrimineerd slotte vertrouwen in de overheid (linking). We voelt. Dit soort verbanden tussen identiteit en zouden kunnen zeggen dat dit vertrouwen in de opleidingsniveau enerzijds, en gevoelens van medemens gelijk staat aan het gevoel ‘er bij te discriminatie anderzijds kunnen verklaard worden horen’ en deel uit te maken van een groter geheel. doordat bepaalde groepen daadwerkelijk meer gediscrimineerd worden. Het kan echter ook zo Uit voorgaande analyse blijkt dat het sociaal zijn dat de gevoelens van discriminatie afnemen kapitaal en dus het vertrouwen van jongeren doordat de perceptie van gebeurtenissen verschilt. Een belangrijke vraag is vervolgens verandert. Hoe het ook zij, gevoelens van waar dit door komt en hoe het vergroot kan discriminatie zijn een belangrijke indicator van worden. Eerst zullen we kort ingaan op gevoelens de mate waarin bepaalde groepen zich ingebed van discriminatie en het mogelijke verband met voelen in de maatschappij. Tabel 5 Voelt zich soms/vaak gediscrimineerd op grond van etnische achtergrond, 2006 (procenten) jaar 2006 Marokkaans Turks Surinaams autochtoon 16-24 jaar 16-24 jaar 16-24 jaar 16-24 jaar 61 33 46 14 bron: Burgermonitor 2006, O+S Figuur 1 Niet-westerse allochtone 4-12 jarigen en leerlingen per wijk en school, schooljaar 2006/’07 (procenten) Niet-westerse leerlingen per school schooljaar 2006/’07 (peildatum 1 oktober 2006) >= 75% Niet-westerse basisgeneratie (4 t/m 12 jaar) (91) >= 75% 50% tot 75% (32) 50% tot 75% 25% tot 50% (55) 25% tot 50% < 25% < 25% (36) bron: O+S Onderwijs Uiteraard maakt deze segregatie de kans dat Hiervoor beschreven we min of meer abstracte allochtone en autochtone kinderen met elkaar in en psychologische vormen van verbondenheid: contact komen op de basisschool klein. de buurt, de sociale omgeving en de etnische groep waar men deel van uitmaakt. Nu gaan we Voortgezet onderwijs in op enkele domeinen die in het leven van veel De basisschooladviezen voor het voortgezet jongeren een belangrijke rol spelen, platforms onderwijs in Amsterdam verschillen tussen waar ze elkaar ontmoeten, namelijk school, sport groepen.6 Van de autochtone en westerse en uitgaan. We kijken daarbij ook naar jongere allochtone leerlingen krijgen zeven van de tien kinderen. een HAVO- of VWO-advies. Zeven van de tien Surinaamse, Turkse en Marokkaanse leerlingen Basisonderwijs krijgen daarentegen een VMBO-advies. De School is wellicht de belangrijkste deelname aan VMBO versus HAVO en VWO laten ontmoetingsplek voor jongeren. We bekijken eenzelfde beeld zien: 74% van de autochtone hoe groot de kans is dat jongeren met en westerse allochtone leerlingen in de klassen verschillende etnische achtergronden op school drie tot en met zes volgden in het schooljaar elkaar ontmoeten. De volgende afbeelding laat 2005/’06 HAVO of VWO, tegen respectievelijk het percentage niet-westerse allochtone 4-12 33%, 35% en 38% van de Marokkanen, Turken en jarigen per wijk en het percentage niet-westerse Surinamers.7 allochtone leerlingen per school zien. Hieruit blijkt dat een meerderheid van de Amsterdamse Op overwegend ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen in het kinderen naar een overwegend witte of naar een voortgezet onderwijs blijken vooral leerlingen in overwegend zwarte school gaat (127 van de 204 te stromen van respectievelijk ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen). De grootste groep wordt gevormd door basisscholen.8 Op de 12 middelbare scholen scholen waarvan meer dan 75% van de leerlingen in Amsterdam met 75% of meer instroom van een niet-westerse allochtone afkomst heeft (91 autochtone en westerse allochtone leerlingen, scholen). De leerling-populatie van een school is komt het merendeel van de leerlingen in het over het algemeen een goede afspiegeling van eerste jaar (67%) van ‘witte’ basisscholen. de buurt waarin de school staat. Aan de andere kant komt op de 14 Amsterdamse 9 Figuur 2 Niet-westerse allochtone en autochtone studenten wetenschappelijk onderwijs landelijk als percentage van de 19-24 jarigen, 1995/’96-2006/’07 (indexcijfers, 1995/’96=100) -AROKKAANS 4URKS 3URINAAMS AUTOCHTOON * Voorlopige cijfers. bron: CBS, bewerking O+S middelbare scholen met 90% of meer instroom meer van segregatie. Hoewel we wel zien van niet-westerse allochtone leerlingen 67% dat allochtone jongeren vaker voor bepaalde van de leerlingen in het eerste jaar van studierichtingen kiezen (rechten, bestuurskunde, 10 ‘zwarte’ basisscholen. De segregatie in het economie), is dit wel een plek waar jongeren basisonderwijs zet zich dus in directe lijn voort elkaar ontmoeten en met elkaar in contact in het voortgezet onderwijs. komen. Ook weten we uit onderzoek naar schoolkeuze­ Sport motieven dat het aandeel allochtone leerlingen Hoe groot is de kans dat jongeren met een rol speelt bij de keuze voor een school, verschillende etnische achtergronden elkaar met name bij autochtone ouders.11 In het treffen in hun vrije tijd, bijvoorbeeld op de VMBO onderwijs vinden we kortom veel sportclub? Voor alle jongeren zijn sportclubs overwegend zwarte scholen, terwijl we op VWO belangrijk als het gaat om het opbouwen van en gymnasiumscholen veel vaker autochtone relaties met anderen. Autochtonen die sporten leerlingen tegenkomen. Ook in het voortgezet met allochtonen blijken bijvoorbeeld vaker onderwijs is de kans dat jongeren in contact een allochtone kennis te hebben en hebben komen met jongeren met een andere etnische meer vertrouwen in allochtonen, ook als er achtergrond dus relatief klein (waarbij op zwarte gecorrigeerd wordt voor andere factoren die scholen het aantal etnische groepen uiteraard hier mee samenhangen.12 Opvallend hierbij meer divers is dan op witte scholen). is dat het niet uitmaakt hoe lang geleden en voor hoe lang iemand lid is geweest van een Hoger onderwijs sportvereniging, enkel het feit of er ooit gesport Ook het hoger onderwijs kan een plek zijn waar is met allochtonen. jongeren met verschillende achtergronden elkaar treffen. Allochtone jongeren gaan steeds vaker In de Sportmonitor13 is in het bijzonder gekeken naar het HBO of het wetenschappelijk onderwijs, naar wat jongere kinderen doen. Hieronder is al blijft deze groep het hoger onderwijs minder voor de groep van 6-17 jarige kinderen gekeken bezoeken dan autochtone leerlingen. Een groot naar hun lidmaatschap van een sportclub. deel van de (vooral) autochtone jongeren in Jongens zijn vaker lid dan meisjes, ongeacht het hoger onderwijs komt overigens niet uit van welke etnische groep zij zijn. De meeste Amsterdam, maar van buiten de stad om hier te leden vinden we onder autochtone jongens, van gaan studeren. hen is ruim 80% lid. De minste leden vinden we onder Marokkaanse meisjes, slechts iets meer In het hoger onderwijs is er, anders dan in het dan één op de tien van hen is lid. Voor Turkse en basis- en voortgezet onderwijs, geen sprake Marokkaanse vrouwen geldt dat zij aanmerkelijk Figuur 3 Lidmaatschap sportverenigingen van 6-17 jarigen naar etnische achtergrond en geslacht, 2006 (procenten) -AROKKAANS JONGENS 4URKS 3URINAAMS EN!NTILIAANS MEISJES OVERIG NIETWESTERS ALLOCHTOON AUTOCHTOON ENWESTERS ALLOCHTOON bron: Sportmonitor 2006, O+S vaker dan mannen aangeven dat zij niet Sportparticipatie en lidmaatschap van een gescheiden mogen sporten. Voor meisjes tot sportvereniging blijken samen te hangen met de 17 jaar gaat het ongeveer om 15% en voor mate waarin jongeren zich met de Nederlandse vrouwen tussen 35 en 55 jaar om 40%. cultuur identificeren: jongeren die sporten en jongeren die lid zijn van een sportvereniging, voelen zich wat vaker verbonden met de Figuur 4 Bioscoopbezoek jongeren van 16-28 jaar naar etnische achtergrond, 2006 Nederlandse cultuur, terwijl jongeren die niet (procenten, n=364) participeren op dit gebied zich vaker vooral met de eigen cultuur verbonden voelen. Pathé als bruggenbouwer? Sporten lijkt nog niet echt de ideale bruggenbouwer zoals we hiervoor hebben gezien. De vraag is of een andere belangrijke vrijetijdsbesteding, cultuur, een beter podium biedt om elkaar te ontmoeten. Recent voerde O+S de Kunst- en Cultuurmonitor14 uit. Eén van de plekken waar Amsterdamse jongeren elkaar -AROKKAANS 4URKS AUTOCHTOON 3URINAAMSEN!NTILIAANS treffen is de bioscoop, zoals figuur 4 laat zien. In deze figuur is gekeken naar jongeren van 16-28 bron: Kunst- en Cultuurmonitor 2006, O+S jaar en we zien dat van alle etnische groepen het overgrote deel de bioscoop bezoekt. Figuur 5 Welke bioscoop bezoeken jongeren van 16-28 jaar, 2006 0ATHÏDE-UNT En de kans dat dat in dezelfde bioscoop is, is 0ATHÏ!REN! aanzienlijk. Over alle groepen jongeren heen #ITY blijkt de absolute top vier te worden gevormd 4USCHINSKI door de drie Pathé’s en City op het Leidseplein. 4HE-OVIES We zien wel wat verschillen naar etnische +RITERION achtergrond: Tuschinski is populairder onder "ELLEVUE#INERAMA#ALYPSO autochtone jongeren dan onder allochtone 2IALTO &ILMHUIS6ONDELPARK jongeren, Pathé ArenA in Zuidoost is met name -ELKWEG#INEMA onder jongeren met een Surinaams/Antilliaanse en Turkse achtergrond populair. Deze twee #INECENTER #INEMA$E"ALIE groepen komen minder in Pathé de Munt, waar +ETELHUIS we meer autochtone jongeren en jongeren met $E5ITKIJK een Marokkaanse achtergrond vinden. Bij de #AVIA bron: Kunst- en Cultuurmonitor 2006, O+S populariteit van Pathé Arena in Zuidoost onder Amsterdammers met een Surinaams/Antilliaanse achtergrond speelt de ligging in Zuidoost, Figuur 6 Bezoek dance-party’s en clubs laatste 12 maanden naar leeftijdsgroepen en etnische achtergrond, 2006 (procenten) -AROKKAANS JAAR 4URKS 3URINAAMSOF!NTILLIAANS AUTOCHTOON JAAR bron: Kunst- en Cultuurmonitor 2006, O+S waar veel van deze jongeren wonen, een Nederlandse club evenals de feesten in de belangrijke rol. Westergasfabriek. Clubs en party’s? Feesten in de Amsterdam ArenA worden Als jongeren wat ouder worden bezoeken zij veel vaker door Amsterdammers met een naast de bioscoop vaker een club of een party. Surinaams/Antilliaanse achtergrond bezocht, De gezamenlijkheid die we in de bioscoop niet verwonderlijk gezien de ligging van het tegenkomen lijkt daar wat verdwenen te zijn. stadion en ook Vak Zuid is populair onder juist Bezoek aan de moderne Amsterdamse clubs en deze groep. Escape is een club die relatief party’s lijkt vooralsnog iets meer een Nederlandse populair is onder Amsterdammers met een Turkse en Surinaamse aangelegenheid dan een Turkse of achtergrond. Marokkaanse. Bij dit algemene beeld van segregatie in het In de Kunst- en Cultuurmonitor keken we uitgaansleven zijn positieve kanttekeningen ook naar de favoriete clubs van verschillende te plaatsen. Zo blijkt uit interviews onder groepen Amsterdammers. De volgende clubs zogenaamde ‘insiders’ in het clubcircuit, zoals worden vooral door Amsterdammers met barkeepers, portiers en frequente stappers, dat een Nederlandse of Surinaams/Antilliaanse door het aanbod van feesten met muziekstijlen achtergrond bezocht: club Arena, Bitterzoet, 11, waar verschillende groepen op af komen, het Melkweg en Panama. Odeon is een vrij exclusief publiek op dit soort trendsettende feesten de laatste jaren meer gemengd is geworden.15 Figuur 7 Jongeren van 16-28 jaar die WEL naar informele feesten gaan, maar NIET naar andere uitgaansgelegenheden naar etnische achtergrond, 2006 (procenten) Mogelijk breidt deze integratie in het uitgaans­ leven zich de komende jaren uit en zal deze trend in de volgende Kunst- en Cultuurmonitor waarneembaar zijn. Informele feesten Waar gaan Amsterdammers jongeren met een Turkse en Marokkaanse achtergrond dan wel heen? In de Kunst- en Cultuurmonitor werd ook de participatie op het gebied van informele cultuur onderzocht. Het gaat hier om feesten buiten de publieke sector waar optredens van muzikanten, dansers of toneelspelers plaatsvinden en om religieuze feesten. AUTOCHTOON 3URINAAMSEN!NTILIAANS -AROKKAANS 4URKS bron: Kunst- en Cultuurmonitor 2006, O+S Dergelijke bijeenkomsten worden vaker door Amsterdammers met een Marokkaanse en Turkse achtergrond bezocht. Met name als we naar de Tabel 6 Contact met groepen naar etnische achtergrond, 2006 (procenten) Marokkaans Turks Surinaams autochtoon 16-24 jaar 16-24 jaar 16-24 jaar 16-24 jaar contact met 5 7 5 9 meest uit eigen etnische groep 24 24 21 60 evenveel uit eigen als uit andere groepen 51 48 46 21 meest uit andere groepen 7 10 18 3 alleen uit andere groepen 2 0 5 0 alleen eigen etnische groep bron: Burgermonitor 2006, O+S groep jongeren van twaalf tot en met zeventien geïsoleerd voelt onder niet-westerse allochtone jaar kijken, zien we aanzienlijke verschillen. jongeren die deelnemen aan culturele activiteiten wat lager dan onder jongeren die niet in het De vraag is of deze informele feesten culturele leven participeren. Hoewel cultuur dus een aanvulling vormen op het reguliere niet per definitie tot ontmoeting van jongeren uitgaanscircuit, of dat ze bezocht worden in met een andere etnische groep leidt, lijkt de plaats van het reguliere circuit. Hier zien we groep cultuurdeelnemers wel een sterkere aanzienlijke verschillen tussen de etnische band met Nederland te hebben en de sociale groepen. Voor slechts 3% van de autochtone omgeving positiever te beoordelen. jongeren van 16 tot en met 28 jaar geldt dat zij allochtone Amsterdammers in deze leeftijdsgroep ‘Bridging’ door contact met andere groepen? ligt dit percentage veel hoger, met name onder Wat vinden jongeren zelf van het contact met jongeren met een Turkse achtergrond: 44% jongeren uit andere etnische groepen? In de van hen bezocht de afgelopen twaalf maanden Amsterdamse Burgermonitor is aan mensen voorafgaand aan de ondervraging wel een gevraagd of zij vooral omgaan met mensen uit informeel feest, maar nam niet deel aan het hun eigen etnische groep of ook met mensen reguliere circuit. met een andere achtergrond. Als we voor de uitsluitend informele feesten bezoeken. Onder Integratie door cultuur? verschillende groepen nagaan hoe hun relaties verdeeld zijn over etnische groepen dan valt Uit het bovenstaande blijkt dat deelname aan het op dat binnen de autochtone groep de meeste culturele leven niet per se betekent dat jongeren jongeren met hun eigen (etnische) groep omgaan, met verschillende etnische achtergronden elkaar terwijl dit voor allochtone jongeren minder het ontmoeten. Veel culturele activiteiten worden geval is. Iets wat, zoals we eerder zagen, al begint vooral met mensen uit de eigen etnische groep op de basisschool als een bewuste keuze van ondernomen. Ook worden door verschillende veel ouders. Uiteraard is de kans dat autochtone etnische groepen niet dezelfde plekken bezocht. jongeren meer met hun eigen groepsleden Het feit dat een deel van het culturele leven van omgaan ook groter op grond van de omvang van allochtone jongeren zich in het informele circuit deze groep. Overigens betekent dit resultaat niet afspeelt, maakt ook dat er weinig menging plaats dat leden uit andere groepen waar allochtone vindt. jongeren mee omgaan automatisch autochtone jongeren zijn. Dit kunnen evenzeer jongeren uit Overigens lijkt deelname aan het reguliere culturele circuit wel te leiden tot een grotere andere allochtone groepen zijn. uit de enquête van De Staat van de Stad blijkt Waar wonen die jongeren in de stad? dat allochtone jongeren die deelnemen aan Allochtone jongeren, met name Turkse en het culturele leven in de stad, zich vaker met Marokkaanse, voelen zich weinig verbonden Nederland verbonden voelen. Ook zijn allochtone met hun buurt en de stad. Het lijkt er op dat zij jongeren die aan cultuur doen positiever over een meer algemeen gevoel van ‘ontheemd zijn’ hun omgeving: zij zijn vaker van mening dat er ervaren. Dit gevoel van ontheemd zijn betekent mensen in hun omgeving zijn met wie ze kunnen dat er in mindere mate sprake is van integratie. praten, die ze begrijpen en waar ze bij terecht Als we kijken naar de plekken waar jongeren kunnen. Daarnaast is het percentage dat zich elkaar ontmoeten (school, sport en uitgaan) verbondenheid met de Nederlandse cultuur: Figuur 8 Niet-westerse allochtonen als percentage van de 18-24 jarigen, 1 januari 2007 10 63% tot 83% 42% tot 63% 21% tot 42% 00% tot 21% bron: O+S blijkt dat de kans dat verschillende etnische Conclusies groepen met elkaar in contact komen klein is. In deze fact sheet zijn we ingegaan op onder­ Dit begint bij de segregatie in het basis- en delen van het sociaal kapitaal van jongeren: voorgezet onderwijs en zet zich voort in een de relaties die ze onderhouden, de lidmaat­ achterblijvende sportparticipatie van allochtone schappen die ze hebben en hun vrije tijds­ jongeren en weinig deelname aan het reguliere besteding. De belangrijkste vraag daarbij was culturele circuit. Er is een aanzienlijke groep wat de platformen zijn waar jongeren elkaar allochtone, met name Turkse, jongeren die zich ontmoeten. in het culturele leven uitsluitend richt op besloten informele en monoculturele bijeenkomsten. Ontmoeten jongeren elkaar? Allochtone jongeren, met name Turkse en We zien ook dat van de autochtone jongeren 70% Marokkaanse, voelen zich weinig verbonden aangeeft vooral met leden uit de eigen etnische met hun buurt en de stad. Het lijkt er op dat groep om te gaan. Deze resultaten kunnen niet zij een meer algemeen gevoel van ‘ontheemd los gezien worden van de geografische spreiding zijn’ ervaren dat samenhangt met een gevoel over de stad. Eerder zagen we dat een groeiend van sociale isolatie. Belangrijk hierbij is dat deel van de Amsterdamse basisscholen voor jongeren die zich sociaal geïsoleerd voelen meer dan driekwart uit zwarte (of witte) kinderen mogelijk het bindend sociaal kapitaal missen om bestaat en dat er daarbij een sterke samenhang overbruggend sociaal kapitaal te ontwikkelen. is met hoe groepen over de stad verdeeld zijn. Voor kinderen in de lagere schoolleeftijd gelden Als we kijken naar de plekken waar jongeren strikte geografische grenzen. Maar, zoals we elkaar ontmoeten (school, sport en uitgaan) eerder in deze fact sheet betoogden, ook voor blijkt dat de kans dat verschillende etnische de oudere groepen geldt dat (fysiek) contact groepen met elkaar in contact komen klein is. vooraf zal moeten gaan aan integratie tussen Dit begint bij de segregatie in het basis- en groepen en zoals de verdeling voor de oudere voorgezet onderwijs en zet zich voort in een leeftijdgroep laat zien, is er per saldo geen achterblijvende sportparticipatie van allochtone verschil in de mate van segregatie tussen 0-11 jongeren en geringe of selectieve deelname jarigen en 18-24 jarigen. aan het reguliere culturele circuit. We zien ook dat van de autochtone jongeren 70% aangeeft vooral met leden uit de eigen etnische groep maar er is wel een duidelijke verbetering te om te gaan. Er is een aanzienlijke groep zien ten opzichte van allochtonen van de eerste allochtone jongeren, met name Turkse, die zich generatie. Toch zullen alle inspanningen om het in het culturele leven vooral richt op informele sociaal kapitaal van jongeren te versterken blijven bijeenkomsten. Gezien het besloten karakter strijden met de vrij strikte geografische spreiding van deze feesten, die vaak in de familiesfeer van groepen over de stad. Investeringen zullen plaatsvinden, is de kans dat jongeren met een dus over die grenzen heen moeten gaan. Daarbij verschillende etnische achtergrond elkaar daar zal de stad moeten aansluiten bij de ‘interetnische treffen gering. Overigens is er op dit gebied voorlopers’: Amsterdamse jongeren die letterlijk wel een positieve ontwikkeling te zien: de sport- en figuurlijk over grenzen gaan, op het sportveld, en cultuurparticipatie blijven weliswaar achter, in het uitgaanscircuit, en in het (hoger) onderwijs. 11 Noten 1 2 12 8 Bron: O+S. and revival of American community. New York: Simon & 9 Schoolscoregroepen 1 en 2, meer dan 75% 1.0 leerlingen. Schuster. 10 Schoolscoregroep 7, meer dan 75% 1.9 leerlingen. T illie, J. (2004). Social capital of organisations and 11 O+S, Mare: Schoolkeuzemotieven, Onderzoek naar het e.g., Putnam, R. (2000). Bowling alone: The collapse their members: Explaining the political integration of immigrants in Amsterdam, Journal of Ethnic and 3 Migrations Studies, 30, 529-541. Brüder: lidmaatschap van sportverenigingen, vriend- Ontleend aan de Jong-Gierveld, 1981. Zie ook: schappen, kennissenkringen, en interetnisch vertrouwen. Amsterdamse Burgermonitor, 2002. O+S. Mens & Maatschappij, 82, 155-176. 4 Idem. 13 Amsterdamse Sportmonitor, 2006. O+S. 5 Fennema, M., Tillie, J., van Heelsum, A., Berger, M., en 14 Ten Broeke, L. & Bosveld, W. (2006). Kunst- en Wolff, R. (2000). Sociaal Kapitaal en Politieke Participatie van Etnische Minderheden. IMES, Amsterdam. 2006: Trends in alcohol, tabak en drugs bij jonge 7 Babeliowsky, M. & den Boer, R. (2007). Voortgezet Amsterdammers. Dutch University Press, Amsterdam. Almere. Colofon Auteurs: Telefoon 020 527 9527 Fax 020 527 9595 [email protected] www.os.amsterdam.nl 15 Korf, D.J., Nabben, T., & Benschop, A. (2007). Antenne Bron: O+S. het Amsterdamse VO. Babliowsky onderwijsonderzoek, 1018 VN Amsterdam Cultuurmonitor Amsterdam 2006, O+S. 6 onderwijs in beeld: De leerlingen en hun resultaten in Weesperstraat 79 schoolkeuzeproces van Amsterdamse ouders, 2002. 12 Van der Meulen, R. (2007). Alle Menschen werden dr. Willem Bosveld dr. Clemens Wenneker drs. Lara ten Broeke drs. Jeroen Slot