Ecologie - Edurep Delen

advertisement
Ecologie
Thema1
Invloeden uit milieu
 In ecologie bestuderen we alle relaties tussen
organismen en hun milieu (leefomgeving)
 Levende natuur
= biotische factoren
 Levenloze natuur
= abiotische factoren
Niveau ecologie
 Op schaalniveau van klein-> groot
 Individu
 Populatie
 Levensgemeenschap
 Ecosysteem
Individu
De invloed van het milieu op een organisme
Populatie
 Een groep indivduen van dezelfde soort, in een bepaald
gebied, die zich onderling voortplanten
Levensgemeenschap
 Populaties van verschillende soorten
Ecosysteem
 éénheid van alle biotische & a-biotische factoren in een
bepaald gebied.
Ontstaan milieu
 abiotische factoren bepalen voor groot deel biotische
factoren.
 temperatuur
 neerslag
 wind
 etc
Woestijnklimaat
Poolklimaat
Ontwikkeling ecosysteem
 abiotische factoren + biotische factoren zorgen voor
evolutionaire ontwikkeling
 overleven van de best aangepaste (survival of the
fittest)
Huidige organismen
 Aangepast aan omgeving (a-biotische facotoren)
 Aangepast aan organismen (biotische factoren)
 Aangepast aan soortgenoot (seksuele factoren)
Voedselketen
 van producent tot consument
Oefenopdracht
 Voedselweb
Voedselweb
 In ecosysteem vormen voedselketen een voedselweb
Kringlopen
Kringlopen praktijk
 Koolstofkringloop
 Stikstofkringloop
Kringloop van stoffen
Producenten
Reducenten
Consumenten
1ste orde
Afvaleters
Consumenten
2de orde
Consumenten
3de orde
Lucht
Koolstofdioxide
Koolstofkringloop
Fotosynthese
Dode resten planten
Producenten
PLANTEN
Verbranding
Reducenten
Verbranding
- Glucose
- Organische stof
- Organische stof
- Organische stof
Consumenten
2de orde
Afvaleters
Fotosynthese:
H2O+CO2 
C6H12O6 + O2
Consumenten
1ste orde
- Organische stof
- Organische stof
Consumenten
3de orde
Verbranding:
C6H12O6 + O2 
H2O + CO2
Dode resten dieren
- Organische stof
Lucht
Stikstofdioxide
Stikstofkringloop
Stikstofbindende
bacteriën
Ammoniakgas
Ammonium
Producenten
PLANTEN
Nitraat
Glucose
Reducenten
Eiwitten
Plantaardige
eiwitten
Consumenten
1ste orde
Dierlijke eiwitten
Dode resten dieren
Consumenten
2de orde
Afvaleters
Consumenten
Dierlijke eiwitten
3de orde
Dierlijke eiwitten
Waarom deze kringlopen
 Stikstofkringloop  eiwitten = bouwstoffen lichaam
 Koolstofkringloop  koolhydraten = brandstoffen lichaam
Piramides
 Piramide van aantallen
 Piramide van biomassa
 Piramide van energie
Voedselpiramide
Producenten
PLANTEN
Energie
verlies
Energie
verlies
Consumenten
1ste orde
Reducenten
Cons.
3de orde
Energie
verlies
Consumenten
2de orde
Afvaleters
Consumenten
1ste orde
Energie
verlies
Consumenten
3de orde
Producenten
Energie
Consumenten
2de orde
Energie
verlies
Energie
verlies
Populatiegroei
 Bereiken optium
 Weinig vijanden
 veel voedsel
 goede weeromstandigheden (klimaat)
 Populatiegrootte afhankelijk van
 abiotische factoren
 biotische factoren
ecosysteem
pionierecosysteem
weinig energie
Producenten
weinig soorten
Reducenten
Consumenten
1ste orde
Afvaleters
Consumenten
2de orde
opéénvolgende successie
climaxecosysteem
veel energie
veel soorten
Consumenten
3de orde
Ecosysteem
Producenten
Consumenten
1ste orde
Reducenten
‘veel producenten =
veel consumenten =
grote kringloop
veel energie
Consumenten
2de orde
Afvaleters
climaxecosysteem ‘tropisch regenwoud
Consumenten
3de orde
Ecosysteem
Producenten
Consumenten
1ste orde
Reducenten
‘weinig producenten =
weinig consumenten =
kleine kringloop
weinig energie
Consumenten
2de orde
Afvaleters
Consumenten
3de orde
Pioniersecosysteem
Aanpassen aan het ecosysteem
 Aanpassingen op basis van biotische/a-biotische factoren
 ademhaling
 voortbeweging
 voeding
 voortplanting
 etc.
Door de bewuste aanpassing wordt de overlevingskans
vergroot
Aanpassen planten aan
ecosysteem
 Aanpassing aan hoeveelheid licht
 Aanpassing tegen uitdroging
De aanpassingen leiden tot een grotere overlevingskans. Er
kan beter fotosynthese plaatsvinden
Aangepast aan droog milieu
Download