DOOR: TOINE DE GRAAF NVIC over vitamine D in internationaal perspectief Blootstelling aan vitamine D in België en de VS Het Jaaroverzicht 2012 van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) plaatst vitamine D in een dubieus daglicht. Is internationaal gezien sprake van een unicum? Of zijn ook elders in de wereld in 2012 veel ‘vergiftigingen’ met vitamine D gemeld? Een kijkje in België en de Verenigde Staten. Om met de deur in huis te vallen: in het Activiteitenverslag 2012; 1 januari - 31 december van het Belgisch Antigifcentrum valt niet één keer de term ‘vitamine D’.1 En in het gehele rapport is slechts één keer sprake van ‘vitamines’: in een figuur die de ‘Therapeutische vergissingen bij kinderen’ in beeld brengt. Belgische gegevens In 2012 ontving het Antigifcentrum over 6387 personen een melding van een ‘therapeutische vergissing’. Het betrof 58% volwassenen en 42% kinderen. Een citaat uit het rapport: ‘Het gaat hoofdzakelijk om een overdosering of het gebruik van een verkeerd product. De geneesmiddelen die bij kinderen het vaakst betrokken zijn bij therapeutische vergissingen zijn analgetica-antipyretica en ontstekingsremmende geneesmiddelen, gevolgd door geneesmiddelen voor het ademhalingsstelsel (antitussiva, asthmamedicatie, geneesmiddelen voor rhinitis en sinusitis), antibiotica en geneesmiddelen voor het centrale zenuwstelsel (antihistamicina, neuroleptica, anti-epileptica).’1 Uit de genoemde figuur ‘Therapeutische vergissingen bij kinderen’ blijkt dat het in 3% van de gemelde gevallen ging om ‘vitamines, tonics, mineralen’. Vitamines, en dus ook vitamine D, spelen een te verwaarlozen rol in het Activiteitenverslag 2012. 26 ORTHO 1-2014 www.ortho.nl Gedegen werkstuk uit VS Het Belgische equivalent van het NVIC-jaaroverzicht 2012 relativeert dus de ‘topnoteringen’ zoals vitamine D die behaalt in het Nederlandse NIVC-verslag. En dit is op meerdere manieren ook het geval met de Amerikaanse rapportage, die eind 2013 is verschenen.2 Het Amerikaanse rapport steekt met kop en schouders uit boven de Nederlandse en Belgische rapportages, als we kijken naar de aangeleverde gegevens en cijfers. Het 2012 Annual Report van de American Association of Poison Control Centers’ National Poison Data System (NPDS) is een gedegen werkstuk, boordevol informatie. In de schaduw daarvan verbleekt het NVIC-jaaroverzicht, dat vooral veel vragen onbeantwoord laat, vooral waar het gaat om de follow-up. Een van de zaken die alleen al meteen opvallen is dat in de VS - en trouwens ook in België - naast hulpverleners óók burgers direct potentiële vergiftigingen kunnen melden bij de regionale Poison Centers (PC’s). Het NPDS is de nationale databank van de 57 regionale PC’s die de VS rijk is. In 2012 telde het NPDS in totaal 2 275 141 meldingen van blootstellingen bij mensen. In de top-25 van categorieën stoffen waarover het vaakst wordt gemeld, bezetten pijnstillers, cosmetica/verzorgingsproducten en schoonmaakmiddelen plaats 1 tot en met 3. De vitamines zijn in deze tabel terug te vinden op plek 12, maar ze worden niet verder uitgesplitst. In de top-25 van snelste stijgers staan de vitamines op de vijfde plaats, na de pijnstillers, kalmerende middelen/slaapmiddelen/antipsychotica, cardiovasculaire middelen en antihistamines. In de top-25 van categorieën stoffen die het vaakst worden gemeld over kinderen tot 6 jaar vinden we de vitamines terug op plek 6. ‘Medische afloop’ In één tabel (22B) vinden we specifieke gegevens over vitamine D. Bij 5922 meldingen blijkt deze vitamine een rol te hebben gespeeld, waarbij het in 4494 gevallen ging om uitsluitend vitamine D en niet om nog andere stoffen. Kinderen tot 6 jaar waren goed voor de meeste meldingen: 2715 om precies te zijn. Terwijl in ons land het NVIC de follow-up laat liggen en daardoor feitelijk nietszeggend blijft - verschaft het Amerikaanse rapport onder meer informatie over het aantal mensen dat in een ‘Health Care Facility’ (= gezondheidsinstelling) is behandeld voor blootstelling aan vitamine D. In 2012 betrof dit 438 mensen. www.ortho.nl Ook over de ‘Medical Outcome’ (= medische afloop) kunnen de Amerikanen cijfers verstrekken, met dank aan hun uitgebreide NPDS surveillance instrumenten. In 2012 was bij de vitamine D-blootstellingen in 137 gevallen sprake van een ‘gering effect’. Het rapport definieert dit als minimaal hinderlijke symptomen, die meestal snel zijn opgelost zonder blijvende gevolgen. Een ‘matig effect’ trad op bij 19 personen door blootstelling aan vitamine D. Een ‘matig effect’ wordt gedefinieerd als tekenen/symptomen die meer uitgesproken zijn, meer langdurig of meer systemisch van aard dan geringe symptomen. Gewoonlijk is bij een ‘matig effect’ een zekere behandeling geïndiceerd, maar de symptomen zijn niet levensbedreigend en de patiënt ondervindt geen blijvende gevolgen. Geen enkel geval Blootstelling aan vitamine D leidde in 2012 in de VS in geen enkel geval tot een ‘groot effect’. Hierbij gaat het om tekenen/symptomen die levensbedreigend zijn of resulteren in significante blijvende gevolgen. Ook overleed niemand door blootstelling aan vitamine D of door een directe complicatie als gevolg van de blootstelling. Ter vergelijking: in 760 gevallen leidde blootstelling aan een medicijn tot de dood. Het Amerikaanse rapport laat weinig te raden over en stelt voornamelijk gerust als het gaat om de ernst van potentiële vergiftiging met vitamine D. In de twee zwaarste categorieën (‘groot effect’ en ‘dood’) viel in 2012 twee keer een 0 te noteren. In de categorie ‘matig effect’ bleef het aantal gevallen beperkt tot 19. Dit op bijna zesduizend meldingen waarbij vitamine D een rol speelde. Ter vergelijking: in de VS werden in 2012 bijna anderhalf miljoen blootstellingen aan medicijnen gemeld bij de regionale vergiftigingencentra. In ruim zestigduizend gevallen was uiteindelijk sprake van een ‘matig effect’. Kortom: angst voor vitamine D-intoxicatie is verre van gerechtvaardigd. 1. Antigifcentrum. Activiteitenverslag 2012 1 januari - 31 december. Brussel, 2013 2. Mowry J, Spyker D, [..], Ford M. 2012 Annual Report of the American Association of Poison Control Centers’ National Poison Data System (NPDS): 30th Annual Report. Clinical Toxicology 2013; 51:949-1229 ORTHO 1-2014 27