RUIPERIODE: In augustus, bij onze kleurkanaries zelfs vroeger door de vervroegde kweek, bereiden veel vogelsoorten zich voor op de komende winterperiode middels het wisselen van het verenkleed. Het spreekt van zelf dat voor de nieuwe bevedering voldoende eiwit met de voeding wordt opgenomen. Immers een vogelveer, welke voor circa 80 % uit eiwit bestaat, wordt opgebouwd uit het voedingseiwit. Door het afstoten van de oude veren en de ontwikkeling van de nieuwe veren hebben de vogels een minder goed sluitend verenpak. Hierdoor kunnen invloeden van buitenaf, zoals tocht, grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht, bacterie-infecties enz. de conditie van de vogel nadelig beïnvloeden. Daarom is het in deze periode van groot belang, dat de huid en de slijmvliezen in een optimale conditie verkeren. Het vitamine A, ook wel epitheelbeschermend vitamine genoemd, ligt aan de basis voor de groei en de instandhouding van een goede conditie van het lichaam. Het zorgt voor de bouw en het onderhoud van alle slijmvliezen van het verteringskanaal, de luchtwegen, geslachtswegen en de ogen. Ook de opperhuid wordt door vitamine a beschermd. Vitamine A is evenals vitamine D3 en E een olieoplosbaar vitamine. Dit houdt onder meer in dat vitamine A met het vet uit de voeding in de bloedbaan wordt opgenomen en in de lever als een reserve wordt opgeslagen. Plantaardige voedermiddelen bevatten geen vitamine A, maar kunnen wel een voorfase oftewel pro-vitamine A bevatten, ook wel bètacaroteen genoemd. Vogels kunnen hieruit zelf in het lichaam vitamine A vormen. Zaden, groenvoer en fruit zijn voorbeelden van plantaardige producten die pro-vitamine A kunnen bevatten. Naarmate deze producten meer zon hebben gehad, goed gerijpt zijn en vers worden opgenomen, bevatten ze meer van dit pro-vitamine. Toch mogen we voor wat betreft de dekking van de vitamine A behoefte bij kweekvogels niet uitgaan van deze voedermiddelen alleen. Daarom wordt aan goed zachtvoer vitamine A toegevoegd om in de basisbehoefte te kunnen voorzien. Het is van groot belang dat alle vogels in de ruiperiode dagelijks volgens voorschrift van dit zachtvoer kunnen opnemen. Zo kunnen de vogels in de ruitijd een goede weerstand opbouwen tegen ongunstige huisvestingsomstandigheden en microbiële infecties (gisten, schimmels en bacteriën) en is tevens de grondslag gelegd voor een vlotte rui zonder nare bijkomstigheden. Jos Van Himbergen.