Praktijkopdracht 2

advertisement
De professionele pedagogisch medewerker
Thema 1
Thema 2
Thema 3
Thema 4
1
2
3
De professionele pedagogisch medewerker
Beroepshouding
Sociale vaardigheden
Gemotiveerd werken en deskundigheid
Kennisvragen ..................................................................................................................................................................................................... 3
Hoofdartikel Gemotiveerd werken .................................................................................................................................................................... 3
Subartikel Participatie .................................................................................................................................................................................... 3
Subartikel Personeelsgesprekken ................................................................................................................................................................ 4
Hoofdartikel Deskundigheid ............................................................................................................................................................................. 4
Subartikel Kennis delen ................................................................................................................................................................................. 5
Subartikel Vergroten van kennis en inzicht ................................................................................................................................................. 5
Subartikel Netwerken en belangenorganisaties .......................................................................................................................................... 6
Inzicht-/integratieve opdrachten ...................................................................................................................................................................... 7
Opdracht Gemotiveerd werken (Opdracht bij het hoofdartikel ‘Gemotiveerd werken’ en de subartikelen ‘Participatie’ en
‘Personeelsgesprekken’) ............................................................................................................................................................. 7
Opdracht Deskundigheid (Opdracht bij het hoofdartikel ‘Deskundigheid’ en de subartikelen ‘Kennis delen’ en
‘Vergroten van kennis en inzicht’) .............................................................................................................................................. 7
Complexe opdracht ........................................................................................................................................................................................... 8
Casus
Teamleider .................................................................................................................................................................................... 8
Vul hier je naam in.
Vul hier de groep in.
Vul hier de datum in.
Vul hier de versie in.
Gemotiveerd werken en deskundigheid
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet j° het Besluit van
23 augustus 1985, Stbl., dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en
Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.cedar.nl/pro). Voor het overnemen van
gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot
de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie
www.auteursrechtenonderwijs.nl.
2
Gemotiveerd werken en deskundigheid
1
Kennisvragen
Wij adviseren je de kennisopdrachten individueel te maken.
Hoofdartikel Gemotiveerd werken
1 Als je gaat werken als pedagogisch medewerker is motivatie een erg belangrijk begrip. Wat bedoelen we met ‘motivatie’?
Vul hier je tekst in.
2 a Welke drie onderdelen kent het personeelsbeleid?
Vul hier je tekst in.
b Geef van ieder onderdeel een voorbeeld.
Vul hier je tekst in.
3 Waarom is HRM meer dan ‘gewoon’ personeelsbeleid?
Vul hier je tekst in.
4 Wat is het doel van job-rotation, job-enlargement en job-enrichment?
Vul hier je tekst in.
5 Wat lijkt meer op elkaar: een functioneringsgesprek en een POP-gesprek of een functioneringsgesprek en een
beoordelingsgesprek? Motiveer je antwoord.
Vul hier je tekst in.
6 Wat is het verschil tussen intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie?
Vul hier je tekst in.
7 Waarvoor gebruiken leidinggevenden de theorieën van Maslow en Herzberg?
Vul hier je tekst in.
Subartikel
Participatie
1 In iedere organisatie wordt overlegd. Veel overlegvormen zijn opgenomen in de structuur van de instelling.
a In het artikel staan vijf overlegvormen voor medewerkers. Welke?
Vul hier je tekst in.
b Wat heeft overleg te maken met de motivatie van medewerkers?
Vul hier je tekst in.
c
Waarom zijn er ook overlegvormen met cliënten?
Vul hier je tekst in.
2 Wat is de positie van een oudercommissie in kinderopvang ten opzichte van de cliëntenraad?
Vul hier je tekst in.
3
Gemotiveerd werken en deskundigheid
3 Welke rechten heeft een cliëntenraad?
Vul hier je tekst in.
4 Wat wordt bedoeld met het begrip ‘kinderparticipatie’?
Vul hier je tekst in.
5 Welke rechten heeft een ondernemingsraad?
Vul hier je tekst in.
6 Hoe heet de ondernemingsraad op een school?
Vul hier je tekst in.
7 a Vanaf hoeveel medewerkers is een ondernemingsraad verplicht?
Vul hier je tekst in.
b Hoe is de inspraak geregeld bij organisaties die minder medewerkers hebben?
Vul hier je tekst in.
Subartikel
Personeelsgesprekken
1 Het voeren van personeelsgesprekken staat in de cao. Waarom zijn deze gesprekken belangrijk voor de partijen die een cao
maken?
Vul hier je tekst in.
2 Een functioneringsgesprek bestaat uit vijf stappen. Welke?
Vul hier je tekst in.
3 Het beoordelingsgesprek bestaat uit vier stappen. Welke?
Vul hier je tekst in.
4 Kijk nog eens goed naar jouw antwoorden op vraag 2 en 3. Wat is nou het belangrijkste verschil tussen een
beoordelingsgesprek en een functioneringsgesprek?
Vul hier je tekst in.
5 In de cao Kinderopvang wordt een ander woord gebruikt voor ‘POP-gesprek’.
a Waarvoor staan de letters POP?
Vul hier je tekst in.
b Welk woord gebruikt men in de kinderopvang ook wel?
Vul hier je tekst in.
6 Waarom is het logisch dat in sommige organisaties het POP-gesprek gecombineerd wordt met het functioneringsgesprek?
Vul hier je tekst in.
Hoofdartikel Deskundigheid
1 Diverse maatschappelijke ontwikkelingen zorgen ervoor dat je, ook als je straks werkt, zult moeten blijven leren.
4
Gemotiveerd werken en deskundigheid
a Geef een voorbeeld van zo’n ontwikkeling in de maatschappij.
Vul hier je tekst in.
b Geef een voorbeeld van zo’n ontwikkeling in het pedagogisch werk.
Vul hier je tekst in.
2 Welke vier doelen staan er in het ‘Actieplan Professionalisering Jeugdzorg’?
Vul hier je tekst in.
3 Uit welke elementen bestaat jouw beroepsdeskundigheid?
Vul hier je tekst in.
4 Wat bedoelen we met het begrip ‘deskundigheidsbevordering’?
Vul hier je tekst in.
5 Waarom moet een professionele medewerker altijd werken aan deskundigheidsbevordering?
Vul hier je tekst in.
6 Geef vijf praktijkvoorbeelden hoe je je deskundigheid op peil kunt houden.
Vul hier je tekst in.
Subartikel
Kennis delen
1 Er bestaan verschillende begeleidingsvormen die jou kunnen ondersteunen in je professionele ontwikkeling. Supervisie,
intervisie en intercollegiale toetsing zijn de drie bekendste. Wat bedoelen we met ‘supervisie’?
Vul hier je tekst in.
2 Er bestaan verschillende begeleidingsvormen die jou kunnen ondersteunen in je professionele ontwikkeling. Supervisie,
intervisie en intercollegiale toetsing zijn de drie bekendste. Wat is ‘intervisie’?
Vul hier je tekst in.
3 Er bestaan verschillende begeleidingsvormen die jou kunnen ondersteunen in je professionele ontwikkeling. Supervisie,
intervisie en intercollegiale toetsing zijn de drie bekendste. Wat bedoelen we met ‘intercollegiale toetsing’?
Vul hier je tekst in.
Subartikel
Vergroten van kennis en inzicht
1 Het lezen van vaktijdschriften is goed om je deskundigheid op peil te houden.
a Noteer een vaktijdschrift speciaal voor de kinderopvang.
Vul hier je tekst in.
b Noteer een vaktijdschrift dat aansluit bij de jeugdzorg.
Vul hier je tekst in.
c
Noteer een vaktijdschrift dat zich richt op de welzijnssector als geheel.
Vul hier je tekst in.
5
Gemotiveerd werken en deskundigheid
6
2 a Als je meer wilt weten over een bepaald onderwerp kun je ook boeken raadplegen. Om het zoeken te vergemakkelijken,
wordt daarvoor een systeem gebruikt. Hoe heeft dat systeem?
Vul hier je tekst in.
b Als je dan wilt weten of je een interessant boek te pakken hebt, gebruik je achtereenvolgens verschillende vormen van
‘lezen’. Welke?
Vul hier je tekst in.
3 Als je meer wilt weten over een bepaald onderwerp kun je ook internet raadplegen. Je moet dan wel opletten dat de informatie
ook klopt. Welke zaken kun je daartoe beoordelen?
Vul hier je tekst in.
Subartikel
Netwerken en belangenorganisaties
1
Geef de definitie van ‘netwerken’.
Vul hier je tekst in.
2
‘Je hebt niet één netwerk, maar je hebt er verschillende.’ Leg die zin eens uit als je kijkt naar het doel van een netwerk.
Vul hier je tekst in.
3
Geef jouw mening over de volgende stelling: ‘Het bouwen van een netwerk kost erg veel tijd en inspanning.’
Vul hier je tekst in.
4
Als pedagogisch medewerker in de jeugdzorg krijg je ook te maken met ‘sociale netwerkstrategie’. Wat bedoelen we
daarmee?
Vul hier je tekst in.
5
Hoe heet de cliëntorganisatie voor de geestelijke gezondheidszorg?
Vul hier je tekst in.
6
Hoe heet de landelijke cliëntorganisatie voor de jeugdzorg?
Vul hier je tekst in.
7
Hoe heet de landelijke cliëntorganisatie voor de kinderopvang?
Vul hier je tekst in.
8
a Wat is het verschil tussen een vakbond en een vakcentrale?
Vul hier je tekst in.
b Welke vakbonden komen op voor de belangen van werknemers in de welzijnssector?
Vul hier je tekst in.
9
10
Wat is de NVMW?
Vul hier je tekst in.
VNO/NCW en MKB-Nederland zijn grote werkgeversorganisaties. Zij overkoepelen weer verschillende brancheorganisaties.
a Hoe heet de brancheorganisatie voor de jeugdzorg?
Gemotiveerd werken en deskundigheid
7
Vul hier je tekst in.
b Hoe heet de brancheorganisatie voor de kinderopvang?
Vul hier je tekst in.
c
2
Opdracht
Hoe heet de belangenorganisatie van ondernemers in de jeugdgezondheidszorg?
Vul hier je tekst in.
Inzicht-/integratieve opdrachten
Gemotiveerd werken
(Opdracht bij het hoofdartikel ‘Gemotiveerd werken’ en de subartikelen ‘Participatie’ en
‘Personeelsgesprekken’)
Motivatie voor het werken in de jeugdzorg of de kinderopvang komt van binnenuit. Als je zonder enthousiasme naar je werk
gaat, gaat dat ten koste van de cliënten. Jouw leidinggevende kan ervoor zorgen dat je ook gemotiveerd blijft. Daarvoor
gebruikt hij personeelsbeleid. Bij deze opdracht ga je in tweetallen onderzoeken hoe dit beleid eruitziet bij een PW-organisatie
naar keuze.
1 Welke drie onderdelen kent het personeelsbeleid?
Vul hier je tekst in.
2 Ieder onderdeel van het personeelsbeleid kan ook gebruikt worden om de motivatie van medewerkers te vergroten. Leg dit per
onderdeel uit met een praktijkvoorbeeld.
Vul hier je tekst in.
3 Welke instrumenten gebruikt de organisatie om medewerkers te stimuleren en te motiveren?
Vul hier je tekst in.
4 Welke personeelsgesprekken kent de organisatie? Hoe vaak worden die gehouden?
Vul hier je tekst in.
5 Kent de leidinggevende de theorieën van Maslow en Herzberg? Zo ja, hoe gebruikt de leidinggevende die theorieën om
medewerkers te motiveren?
Vul hier je tekst in.
6 Welke vormen van personeelsoverleg kent de organisatie?
Vul hier je tekst in.
7 Hoe zorgt dit overleg voor meer motivatie bij de medewerkers?
Vul hier je tekst in.
Opdracht
Deskundigheid
(Opdracht bij het hoofdartikel ‘Deskundigheid’ en de subartikelen ‘Kennis delen’ en ‘Vergroten van
kennis en inzicht’)
Gemotiveerd werken en deskundigheid
8
Onze samenleving verandert snel. De kennis, inzichten en vaardigheden waar je nu dagelijks mee bezig bent, zullen in de
toekomst verouderd raken. Het is daarom belangrijk dat je ‘bijblijft’.
Samenwerken
1 Vorm groepen van drie studenten.
2 In deze opdracht vragen we jullie om conclusies te trekken. Deze conclusies beschrijf je in blokken van twintig regels. Aan het
einde van de opdracht lever je die als ‘deskundigheidsrapportage’ in bij de docent.
Ontwikkelingen in de jeugdzorg en kinderopvang
1 In het artikel ‘Deskundigheid’ wordt een aantal veranderingen genoemd. Maak daarvan een overzicht.
2 Vraag bij een PW-organisatie of dit overzicht actueel is.
3 Vraag ook wat deze organisatie doet om ervoor te zorgen dat medewerkers op de hoogte zijn van deze ontwikkelingen en wat
ze doen om ervoor te zorgen dat medewerkers ‘bijblijven’.
4 Beschrijf in twintig regels met welke ontwikkelingen de jeugdzorg en kinderopvang op dit moment te maken heeft.
5 Beschrijf in twintig regels wat dat betekent voor het ‘bijblijven’. Welke vormen van deskundigheidsbevordering kom je in de
organisatie tegen?
Vaktijdschriften
1 Zoek op school naar vakbladen die zich richten op pedagogisch werk.
2 Noteer de titels.
3 Beschrijf in twintig regels welke informatie je uit vaktijdschriften kunt halen om ‘bij te blijven’.
1
2
3
4
1
2
3
4
5
3
Casus
Boeken
Het eerste deel doe je individueel.
Je krijgt te maken met (de ouder van) een cliënt met een psychose. Je zou wel wat meer willen weten over psychoses in het
algemeen, maar vooral over hoe de persoon dit zelf ervaart.
Ga op zoek naar een boek (of meerdere boeken) die hiervoor geschikt zouden zijn.
Beschrijf in twintig regels welk boek je als eerste zou lezen en hoe je tot die conclusie bent gekomen.
Laat jouw tekst lezen aan je groepsgenoten.
Welke feedback kreeg je?
Internet
Het eerste deel doe je individueel.
Je hebt een cliënt met een verstandelijke beperking. De cliënt is dol op dieren. Je bent van plan een uitstapje te organiseren
naar een zorgboerderij.
Ga op internet op zoek naar zorgboerderijen in jouw regio.
Beschrijf in twintig regels welke site de meeste informatie geeft en welke informatie je zou gebruiken voor de cliënt.
Beschrijf in twintig regels welke sites je wel hebt bekeken, maar nauwelijks hebt gebruikt. Geef aan waarom die volgens jou
niet voldoen.
Laat jouw tekst lezen aan je groepsgenoten.
Welke feedback kreeg je?
Complexe opdracht
Teamleider
Gemotiveerd werken en deskundigheid
Mariëlle werkt al vijftien jaar bij ‘Kids only’, een grote kinderopvangorganisatie met kinderopvang, buitenschoolse opvang,
gastouderopvang en peuterspeelzalen. Ze is meteen na haar mbo-opleiding binnengekomen bij de babygroep van een
kinderdagverblijf en nooit meer weggegaan. Haar collega’s beschouwen haar als de grote vraagbaak. ‘Als je iets niet weet,
vraag je het Mariëlle.’
Heel lang gaf haar dat een goed gevoel, maar de laatste tijd begint er iets te knagen. In al die tijd is ze bijvoorbeeld nooit
benaderd voor een managementfunctie. Daar komen altijd mensen van buitenaf voor. Er worden wel
functioneringsgesprekken gehouden, maar die stellen niet echt iets voor. ‘Halfuurtje praten, klein verslagje maken en we
kunnen er weer een jaar tegenaan.’
Mariëlle is haar motivatie aan het verliezen. De organisatie heeft ook een afdeling ‘training en cursussen’. Dat lijkt haar
geweldig: medewerkers trainen, een cursus geven aan ouders van cliënten, voorlichting geven. Maar ja, daar heeft ze niet
helemaal de opleiding voor.
‘Managers komen van buitenaf’, staat er in de casus.
Jij bent die nieuwe manager!
Je gaat ervoor zorgen dat Mariëlle behouden blijft voor de organisatie en gemotiveerd aan het werk kan.
1 Vorm een groep van vier studenten.
2 ‘Kids only’ bestaat niet echt, maar dit soort organisaties natuurlijk wel. Beschrijf met elkaar hoe zo’n organisatie eruitziet. Zorg
dat de volgende onderdelen duidelijk zijn:
• missie;
• organisatiestructuur;
• doelgroepen;
• aanbod.
3 Bereid de rol van Mariëlle voor.
4 Bereid de rol van de nieuwe manager voor.
5 Speel in een rollenspel het functioneringsgesprek tussen de teamleider en Mariëlle.
6 De twee groepsleden die niet spelen maken aantekeningen. Wat ging er goed? Wat kan beter?
7 Bespreek als viertal het rollenspel na.
8 Verdeel de rollen opnieuw en speel het rollenspel nog een keer.
9 Formuleer een conclusie. Hoe is Mariëlle opnieuw te motiveren?
9
Download