Bemoediging: Psalm 27 : 4

advertisement
uw woord is waar, uw vonnis is
rechtvaardig.
VESPERS IN DE LIJDENSWEKEN
VAN 2017
Thema: ‘En toen zij de lofzang
gezongen hadden, vertrokken zij
naar de Olijfberg. ‘
(Mattheüs 26:30)
Bemoediging: Psalm 51 :12 (HSV)
Schep mij een rein hart, o God,
en vernieuw in mijn binnenste een
standvastige geest.
Zingen: Psalm 51: 1, 2 en 4 (NB)
1
Ontferm U God, ontferm U, hoor mijn
klacht,
ik roep tot U, vergeef, vergeef mijn
zonden.
Herstel mijn hart, zie, hoe het is
geschonden.
Door eigen schuld verzink ik in de
nacht.
Wees mij nabij naar uw
barmhartigheid,
reinig mij door uw diepe mededogen.
Om al mijn kwaad kwelt zich mijn
hart en schreit,
mijn zonden staan mij dagelijks voor
ogen.
2
Want tegen U, want tegen U alleen
heb ik gezondigd. Red mij van het
kwade.
In diep berouw belijd ik U mijn
daden,
hoor naar de donk're stem van mijn
geween.
Ik heb gedaan wat kwaad was in uw
oog,
ja, ik erken, ik ben uw gunst niet
waardig.
Gij zetelt in gerechtigheid omhoog,
4
Voltrek de reiniging en raak mij aan
met bloed en hysop, dan ben ik
genezen.
Was mij geheel, en uit de nacht
herrezen
zal ik dan sneeuwwit voor uw ogen
staan.
Gun aan mijn oog een lichte
ochtendstond,
doe aan mijn oor uw blijde
boodschap horen,
dan juicht mijn hart, hoezeer door U
gewond.
Doe weg mijn kwaad, wis uit de
laatste sporen.
Gebed om de Heilige Geest
Schriftlezing: Psalm 51: 1-12 (HSV)
Vierde boetpsalm
1 Een psalm van David, voor de
koorleider;
3 Wees mij genadig, o God,
overeenkomstig Uw
goedertierenheid,
delg mijn overtreding uit
overeenkomstig Uw grote
barmhartigheid.
4 Was mij schoon van mijn
ongerechtigheid,
reinig mij van mijn zonde.
5 Want ík ken mijn overtredingen,
mijn zonde staat mij voortdurend
voor ogen.
6 Tegen U, U alleen, heb ik
gezondigd,
ik heb gedaan wat kwaad is in Uw
ogen,
zodat U rechtvaardig bent wanneer U
rechtspreekt
en rein bent wanneer U oordeelt.
7 Zie, ik ben in ongerechtigheid
geboren,
in zonde heeft mijn moeder mij
ontvangen.
8 Zie, U vindt vreugde in waarheid in
het binnenste,
in het verborgene maakt U mij
wijsheid bekend.
9 Ontzondig mij met hysop, dan zal
ik rein zijn,
was mij, dan zal ik witter zijn dan
sneeuw.
10 Doe mij vreugde en blijdschap
horen;
laat de beenderen zich verheugen die
U verbrijzeld hebt.
11 Verberg Uw aangezicht voor mijn
zonden;
delg al mijn ongerechtigheden uit.
12 Schep mij een rein hart, o God,
en vernieuw in mijn binnenste een
standvastige geest.
Zingen: Gezang 38:1,3 en 5
(melodie psalm 17)
1
De Heer spreekt: hoor mijn
hartsgeheim,
o Israël, mijn teer beminde,
omdat gij liefhebt in den blinde
verdorven macht en schonen schijn,
liet Ik u gaan in uw ellende,
ontnam u honing, melk en wijn.
Nu voer Ik u in de woestijn
en daar zal Ik mij tot u wenden.
3
Ik zal u werven tot mijn bruid,
zo zegt de Heer, Ik zal u winnen.
Een lichte bruidstijd zal beginnen
in liefde en gerechtigheid.
Ik zal u waarlijk trouw beminnen.
Geheel mijn hart gaat naar u uit.
Ik leer u wat mijn naam beduidt.
Zo zult gij eindelijk Mijn kennen.
5
En wie Ik was voorbijgegaan,
omdat hij zelf Mij had vergeten,
zal van mijn milde ontferming weten.
Mijn eigen volk noem Ik voortaan
wie niet mijn volk had moeten heten.
Ik spreek u als mijn liefste aan.
Dan zegt gij stil en blij mijn naam:
mijn Bruidegom, mijn God van
vrede.
Schriftlezing: 1 Tim 2 : 5-7
5 Want er is één God. Er is ook
één Middelaar tussen God en
mensen, de mens Christus Jezus.
6 Hij heeft Zich gegeven als een
losprijs voor allen. Dit is het
getuigenis op de door God
bestemde tijd.
7 Daartoe ben ik aangesteld als
prediker en apostel (ik zeg de
waarheid in Christus, ik lieg niet),
als een leraar van de heidenen in
geloof en waarheid.
Zingen: Gezang 437
1
Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht!
God, laat mij voor uw aangezicht,
geheel van U vervuld en rein,
naar lijf en ziel herboren zijn.
2
Schep, God, een nieuwe geest in mij,
een geest van licht, zo klaar als Gij;
dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt
en ga de weg die U behaagt.
3
Wees Gij de zon van mijn bestaan,
dan kan ik veilig verder gaan,
tot ik U zie, o eeuwig Licht,
van aangezicht tot aangezicht.
Schriftlezing: Joh 18: 15-27
Jezus voor het Sanhedrin
De verloochening door Petrus
15 En Simon Petrus volgde Jezus,
evenals een andere discipel. Die
discipel nu was een bekende van
de hogepriester, en hij ging met
Jezus het paleis van de
hogepriester binnen.
16 Petrus echter stond buiten bij
de deur. De andere discipel dan,
die een bekende van de
hogepriester was, ging naar
buiten, sprak met de portierster
en bracht Petrus binnen.
17 Het dienstmeisje dan, de
portierster, zei tegen Petrus: Bent
ook u niet een van de discipelen
van deze Mens? Hij zei: Dat ben
ik niet.
18 En de slaven en de dienaars
hadden een kolenvuur gemaakt,
omdat het koud was, en stonden
zich te warmen. Petrus stond zich
bij hen te warmen.
19 De hogepriester dan
ondervroeg Jezus over Zijn
discipelen en over Zijn onderricht.
20 Jezus antwoordde hem: Ik heb
openlijk gesproken tot de wereld;
Ik heb altijd onderwezen in de
synagoge en in de tempel, waar
de Joden altijd samenkomen, en
Ik heb niets in het verborgen
gesproken.
21 Waarom ondervraagt u Mij?
Ondervraag hen die gehoord
hebben wat Ik tot hen gesproken
heb; zie, dezen weten wat Ik
gezegd heb.
22 En toen Hij dit zei, gaf een van
de dienaars die daarbij stond,
Jezus een slag in het gezicht en
zei: Antwoordt U zo de
hogepriester?
23 Jezus antwoordde hem: Als Ik
verkeerd gesproken heb, bewijs
dan wat er verkeerd is; maar als
het terecht was, waarom slaat u
Mij dan?
24 Annas nu had Hem gebonden
naar Kajafas, de hogepriester,
gezonden.
25 En Simon Petrus stond zich te
warmen. Zij zeiden dan tegen
hem: Bent ook u niet een van Zijn
discipelen? Hij ontkende het en
zei: Dat ben ik niet.
26 Een van de dienaren van de
hogepriester, die familie was van
hem bij wie Petrus het oor
afgeslagen had, zei: Heb ik u niet
met Hem in de hof gezien?
27 Petrus dan ontkende het
opnieuw. En meteen kraaide de
haan.
Stilte
Stil gebed
Klein Gloria.
Ere zij de Vader en de Zoon en de
Heilige Geest
Als in de beginne, nu en immer
en van eeuwigheid tot
eeuwigheid. Amen
Het Onze Vader.
Zingen: Gezang 181:1,2,4 en 6
1
Noem de overtreding mij, die Gij
begaan hebt,
het kwaad, gekruiste Heer, dat Gij
gedaan hebt,
waaraan uw volk U schuldig heeft
bevonden,
noem mij uw zonden.
2
Gij wordt gegeseld en gekroond met
doornen,
geminacht als de minste der
verloor'nen,
en als een booswicht, die zijn straf
moet dragen,
aan 't kruis geslagen.
4
Hoe vreemd, dat voor de schapen
zijner weide
de herder zelf ter slachtbank zich liet
leiden,
de heer zich voor de schulden zijner
knechten
aan 't kruis liet hechten.
6
O liefde, voor dit offer van uw leven,
wat kan ik, dan mijzelf ten offer
geven,
opdat ik nooit, hetzij ik leev' of
sterve,
uw liefde derve!
Gebeden.
Dankgebeden
Voorbeden
Zingen:psalm 22:13 en 16 (OB)
13
Ik loof eerlang U in een grote schaar,
En, wat ik U beloofd' In't heetst
gevaar,
Betaal ik, op het heilig dankaltaar,
Bij die U vrezen,
't Zachtmoedig volk zal rijk verzadigd
wezen,
Ten dis geleid.
Wie God zoekt, zal Hem
prijzen.
Zo leev' Uw hart, door 's hemels
gunstbewijzen,
In eeuwigheid!
16
Zij komen aan, door Godd'lijk licht
geleid,
Om 't nakroost, dat den HEER wordt
toebereid,
Te melden 't heil van Zijn
gerechtigheid
En grote daden.
Zegenbede. (Filippenzen 4:7)
De vrede van God,
die alle verstand te boven gaat,
zal onze harten en gedachten
bewaren
in Christus Jezus, onze Heere.
Amen
Download