Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21849 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Yopo Herrera, Mladen Daslav Title: Concertación de partidos por la democracia : coalición política, partidos y sistema electoral en Chile, 1987-2010 Issue Date: 2013-10-02 Samenvatting Het Chileense democratiseringsproces wordt beschouwd als één van de meest succesvolle in zijn soort. In dit proces werden op effectieve wijze door het militaire regime opgeworpen obstakels en radicalisering van de kant van de oppositie vermeden. Het referendum van 1988 waarin een meerderheid van de bevolking voor een wisseling van de macht koos, maakte het mogelijk om op een vreedzame en institutionele manier een einde te maken aan het militaire regime. Het land is daarnaast in staat gebleken om de politieke instabiliteit waarmee overgangsprocessen vaak gepaard gaan, in de hand te houden en om de democratie te garanderen met behulp van een op compromissen gebaseerde beleidsvoering. Sinds het herstel van de democratie in 1990 heeft Chili zich ontwikkeld tot een welvarend land dankzij een aanhoudende economische groei en een toenemend sociaal welzijn. De centrum-links coalitie van de Concertación die regeerde van 1990 tot 2010 wordt hiermee beschouwd als de meest succesvolle politieke formule die het land heeft gekend sinds zijn onafhankelijkheid. Niettemin, de overwinning in 2010 van de rechtse presidentskandidaat Sebastián Piñera heeft gemaakt dat binnen de Concertación men kritisch naar zichzelf ging kijken om een verklaring te vinden voor dit abrupte einde van haar lange machtsperiode. Zo kwamen er van prominenten binnen de Concertación en andere linkse sectoren al gauw verwijten over een democratisch tekort dat een gevolg zou zijn van het “democratisch liberalisme” dat in 1990 zijn intrede deed in het land. Daarnaast is onder maatschappelijke bewegingen een groeiende ontevredenheid met het ‘concertacionistische gedachtegoed’ te bespeuren, hetgeen ertoe heeft geleid dat sommige politieke leiders het einde van de Concertación hebben aangekondigd met als argument dat de coalitie haar historische cyclus zou hebben voltooid. Hoewel deze critici verwijzen naar daadwerkelijke maatschappelijke veranderingen, kan de opkomst van nieuwe actoren met tegengestelde opvattingen en het afnemende vertrouwen van de burgerij in de politieke partijen niet alleen worden toegeschreven aan het einde van een cyclus. Er hebben zich inderdaad belangrijke veranderingen voorgedaan in de politieke arena, maar deze veranderingen moeten worden beschouwd als een uiting van de toenemende consolidatie van de democratie. De zekerheid van de democratie heeft tot gevolg dat de onderdanige burger-consument plaats maakt voor een burger die politieke en sociaal-economische hervormingen eist. 362 In deze dissertatie wordt de stelling uitgewerkt dat de totstandkoming en de ontwikkeling van de Concertación vanaf halverwege de jaren ‘80 van de vorige eeuw van vitaal belang zijn geweest voor de uitvoering en verdieping van het democratiseringsproces en de algemene ontwikkeling van het land. Met andere woorden, er wordt beargumenteerd dat de oprichting van de Concertación van fundamenteel belang is geweest voor de overgang van een autoritair regime naar een democratisch verkozen regering die zich in de loop der jaren heeft weten te ontwikkelen tot een democratisch en institutioneel solide regeringsstelsel. Met behulp van politicologische concepten wordt het ontstaansproces van deze coalitie van partijen beschreven en aangetoond hoe zij de bestuurbaarheid en ontwikkeling van het land heeft bevorderd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een groot aantal studies naar de Chileense politieke ontwikkelingen van de laatste decennia. Het voornaamste onderzoeksdoel is om vast te stellen of de Concertación als een succesvolle politiek-historische coalitie kan worden beschouwd vanuit het perspectief van de vergelijkende politiek en de coalitietheorie. Hierbij wordt met name aandacht besteed aan het aantal jaren dat de Concertación aan de macht is geweest en de doeltreffendheid en efficiëntie van haar regeringsbeleid. Meerdere factoren worden onderzocht, waaronder de recente politieke geschiedenis, de invloed van het democratiseringsproces en de kans om meerdere achtereenvolgende verkiezingsoverwinningen te behalen. De onderzoekshypothese is dat de Concertación op basis van de duur (legitimiteit) en de resultaten (doeltreffendheid en efficiëntie) van haar regeerperiode als een succesvolle coalitie kan worden beschouwd. Het is een alliantie die heeft bewezen mee te kunnen gaan met de tijd door zichzelf te vernieuwen en aan te passen aan de politieke eisen van het moment zonder haar basisprincipes uit het oog te verliezen. Dit ondanks de institutionele belemmeringen – erfgoed van het militaire regime – en andere obstakels van belangengroeperingen (‘veto-spelers’) waar de coalitie tijdens het democratiseringsproces mee te maken kreeg. In het onderzoek wordt het succes van de Concertación als een afhankelijke variabele gebruikt die samenhangt met twee vormen van padafhankelijkheid (path dependence), namelijk kritisch breukvlak en reactieve sequentie. Factoren die het politieke proces beïnvloeden worden als onafhankelijke variabelen aangemerkt. In dit geval gaat het om zes onafhankelijke variabelen: de politieke coalitie, het partijenstelsel, het kiessysteem, de regeringsvorm, het regelgevend kader en de sociale gelijkheid. 363 Hoofdstuk 1 behandelt het theoretische debat rondom de zes onafhankelijke variabelen. Daarnaast wordt aandacht geschonken aan de theorie van padafhankelijkheid (path dependence theory) en hoe deze verband houdt met de afhankelijke variabele, oftewel, het succes van de politieke coalitie. Hierbij worden het Chileense politieke stelsel en het democratiseringsproces aangemerkt als bepalende factoren (de zogenaamde process tracing methode). Uit de literatuur komt naar voren dat, in tegenstelling tot andere perioden van politiek conflict, het leerproces dat de betrokken politieke partijen doormaakten na de staatsgreep van 1973 – in die zin dat zij het belang van democratie en het creëren van een breed draagvlak opnieuw erkenden – de vorming van een verbond voor het herstel van de democratie mogelijk maakte. Dit leerproces vond plaats in de context van een opkomend meerpartijenstelsel waarin partijen van verschillende klassen en ideologieën verbonden sloten. Uiteindelijk mondden deze omstandigheden uit in het democratiseringsproces en de consolidatie van een gematigd meerpartijenstelsel. Zo kan worden geconcludeerd dat de mate van bestuurbaarheid van een land niet afhangt van het aantal politieke partijen maar van de ‘ideologische afstand’ die bestaat tussen deze partijen. Eén van de problemen die zich kunnen voordoen in een jonge presidentiële democratie, is het kiessysteem en de effecten hiervan op de representativiteit. In Chili is het binominale kiesstelsel van kracht dat nog is ingevoerd door het militaire regime. Het onderzoek toont aan dat, ondanks dat het binominale stelsel belangrijke democratische tekortkomingen kent, dit stelsel tijdens het transitieproces de totstandkoming van stabiele politieke coalities ondersteunde. Ook blijkt uit de literatuur dat presidentiële democratieën niet noodzakelijkerwijs vaker tot politieke fiascoʼs leiden of minder stabiel zijn dan parlementaire stelsels. Dit laatste wordt verklaard door het kiesstelsel dat stabiele meerderheden (coalities) bevordert en door de toenemende ‘controle en wedercontrole’ van de politieke macht als gevolg van de scheiding der machten. Andere factoren die een rol spelen zijn de autonomie van overheidsinstellingen, een groeiende acceptatie van ideologische gematigdheid en een beleidsvoering gebaseerd op compromissen. Deze elementen vormen de basis voor het ‘gematigd presidentialisme’ of ‘neo-presidentialisme’, een nieuwe vorm van regeren waarbij bestuurbaarheid centraal staat. Een derde bevinding van het literatuuronderzoek is het bestaan van een driehoeksverhouding tussen de traditionele en nieuwe economische elites, de rechtse politieke partijen en de media. Het samenspel van deze drie invloedrijke politieke 364 actoren heeft in belangrijke mate het democratiseringsproces en het daaropvolgende politieke proces bepaald, hoewel niet altijd op positieve wijze. Niettemin is de invloed van deze ‘veto-spelers’ een andere factor geweest die de samenwerking binnen de Concertación en met andere linkse actoren heeft versterkt. Bovendien dient het als een waarschuwing voor de burgerij dat de pas herstelde democratie nog fragiel is en makkelijk kan worden verstoord. Hoofdstuk 2 behandelt de constitutionele hervormingen in de 20ste eeuw, waarbij met name aandacht wordt besteed aan de veranderingen in het politieke stelsel en de maatschappij die deze hervormingen teweegbrengen. Vanuit dit perspectief kan worden geconstateerd dat de staatsgreep van 1973 en de instelling van een militaire dictatuur een keerpunt in de Chileense geschiedenis vormden. De vroege opkomst van de arbeidersklasse en hiermee van de arbeiderspartijen maakte niet alleen een einde aan het eeuwenoude liberaal-conservatieve duopolie maar verdiepte ook de belangrijkste politieke tegenstellingen in het politieke stelsel, namelijk die tussen werkgevers en werknemers, elite en burgerij en Kerk en Staat. De nieuwe politieke partijen en de conflicten die zij genereerden, leidden echter niet tot een definitieve breuk met de status quo aangezien de invloed die zij uitoefenden niet voldoende was om een structurele verandering in de machtsverhoudingen te bewerkstelligen. Aan de andere kant kan worden vastgesteld dat tussen politieke elites, ondanks kleine ideologische verschillen, altijd een zekere verbondenheid en bereidheid tot dialoog heeft bestaan zoals kan worden waargenomen bij de liberalen en conservatieven van begin vorige eeuw of bij de politieke elites van de Concertación en de rechtse partijen ten tijde van het democratiseringsproces. Met de aanname van de Grondwet in 1925 (het voornaamste regelgevend kader van de 20ste eeuw) werd een presidentieel systeem ingevoerd dat met enkele aanpassingen nog altijd van kracht is. Hiermee ontstond ook de politieke gewoonte om allianties aan te gaan met partijen met een afwijkend gedachtegoed om zodoende aan de macht te komen of om weerstand te bieden aan een andere, dominante ideologie. Zo kwam een nieuwe stijl van politiek voeren tot stand, gebaseerd op compromissen en coalitievorming in tijden van verkiezingen. Dit was ook de strategie van de Concertación in de aanloop naar het referendum van 1988. Sinds het presidentieel en meerpartijenstelsel van kracht is, maakte de democratie in Chili een belangrijke ontwikkeling door (toenemende participatie van vrouwen en van de lagere en middenklasse) maar werden ook haar beperkingen duidelijk toen ten tijde 365 van de Koude Oorlog ideologische tegenstellingen een hoogtepunt bereikten. Met de ‘revolutie in vrijheid’ van President Frei Montalva (1964) en het ‘Chileense socialisme’ van President Allende (1970) raakte het partijenstelsel steeds verder gepolariseerd en verdween het gematigde midden. De Christen-Democraten schoven van het centrum op naar rechts terwijl de Radicalen – tot dat moment centrum-links – een steeds linksere positie aannamen. Deze polarisatie leidde onder Allende (1970-1973) tot een politiek machtsspel tussen de regering en de geradicaliseerde oppositie. Dit machtspel culmineerde uiteindelijk in de staatsgreep van 1973. De militaire regering die de macht greep, stelde zich tot doel om het land radicaal te hervormen (‘nieuw professionalisme’). Chili is één van de weinige landen waar het autoritairneoliberale model met succes is toegepast. Dit heeft echter wel gevolgen gehad voor de democratische hervormingen tijdens het transitieproces. Het neoliberale model dat werd ingevoerd door de militaire junta ontwikkelde zich tot een regelgevend en institutioneel kader voor de maatschappelijke en politieke verhoudingen. Een belangrijke gebeurtenis die tot de verzwakking van het militaire regime leidde, is de economische crisis van 1982. Deze crisis creëerde een machtsvacuüm binnen het regime en maakte zo in 1983 de oprichting van de Democratische Alliantie mogelijk, een breed verbond tussen de opppositiekrachten dat als belangrijkste doel had om een vreedzame overgang naar democratie te bewerkstelligen. Deze alliantie vormde de basis voor de latere Concertación van Partijen voor de Democratie. Eind jaren ‘80 kreeg Chili te maken met een verslechterende conjunctuur die zich niet alleen uitte in een precaire sociaal-economische situatie maar ook in een groeiende onvrede en daling van het vertrouwen in het militaire regime. De oppositiepartijen hadden zich op dat moment al hergegroepeerd en een gemeenschappelijke, pragmatische strategie geformuleerd om de militaire dictatuur ten val te brengen. Zo won de overtuiging dat democratie de enige oplossing was, aan kracht. In hoofdstuk 3 wordt het politieke leerproces van de oppositiepartijen onder de loep genomen, evenals enkele doorslaggevende besluiten die de partijen hebben genomen op ideologisch en politiek vlak. Was het militaire regime niet bereid geweest om een politieke opening te creëren, dan was in Chili mogelijkerwijs voor een gewelddadige oplossing gekozen, bijvoorbeeld een burgeroorlog (zoals in veel Midden-Amerikaanse landen het geval is geweest). De Chileense oppositie was zich echter bewust dat zolang er geen sprake was van 366 verdeeldheid onder de strijdkrachten en zolang een overweldigende maatschappelijke druk tot verandering uitbleef, geen wisseling van de macht zou plaatsvinden. Dit maakte dat de Concertación er uiteindelijk voor koos om zich te onderwerpen aan de Grondwet van 1980, ingevoerd door Pinochet, hoewel zij deze aanvankelijk niet erkende. Het leerproces dat de oppositieleiders doormaakten ten tijde van (en als een direct gevolg van) de dictatuur, uitte zich met name in de hernieuwde waardering voor democratie en het bewustzijn dat deze makkelijk verstoord kon worden. Dit zorgde ervoor dat de politieke elites kozen voor de weg van de dialoog en dat zij onderhandelden met het regime in plaats van een gewapend conflict aan te gaan. Het maakte ook dat hun achterban ervoor koos om radicale politieke eisen af te zwakken en/of uit te stellen in de periode na het referendum. Op deze manier werd in een periode van politieke en institutionele kwetsbaarheid de druk op het systeem teruggebracht. Overigens zou die kwetsbaarheid in de loop van het democratiseringsproces afnemen. Het democratische leerproces leidde bij de linkse en centrumpartijen ertoe dat zij hun politieke overtuigingen op een realistischer en pragmatischer manier uitdroegen, hetgeen niet alleencompromissen tussen regering en oppositie ten tijde van het democratiseringsproces mogelijk maakte maar ook de voorwaarden creëerde voor een gematigd meerpartijenstelsel. Het herstel van de democratie in Chili vond plaats in een moeilijke politieke context gekenmerkt door machtige belangengroeperingen (rechtse partijen, economische elites, strijdkrachten) en een institutioneel kader dat nog stamde uit de dictatoriale periode. Onder deze omstandigheden zag de nieuwe democratische regering zich gedwongen een pragmatische houding aan te nemen ten opzichte van wat politiek mogelijk was op dat moment. Dit pragmatisme droeg bij aan de capaciteit van de coalitiepartijen om ongekende en soms gedurfde besluitvormingsmechanismen te ontwikkelen die het mogelijk maakten om gevoelige onderwerpen, zoals de schending van de mensenrechten, op succesvolle wijze te behandelen. Een andere factor die bijdroeg aan het voortbestaan van de coalitie, was het binominale kiesstelsel dat partijen dwong samen te werken en een gezamenlijke kandidaat te steunen om kans te kunnen maken in de verkiezingen. Daarnaast werden partijen gestimuleerd om gezamenlijke kieslijsten te presenteren voor de parlementaire en gemeenteraadsverkiezingen om zo meer zetels te bemachtigen. Het Chileense kiesstelsel is een binominaal stelsel sui generis in die zin dat het noch proportioneel noch een meerderheidsstelsel is en dat het een oververtegenwoordiging van de tweede 367 politieke macht in de hand werkt (dit ten nadele van de politieke partij met de grootste achterban en de rest van de partijen). De combinatie van deze twee factoren, het binominale kiesstelsel en een breed draagvlak om coalities te vormen, genereerde een nieuw politiek model dat afweek van het traditionele Chileense partijenstelsel. De wijze waarop presidentskandidaten worden gekozen en de onderlinge machtsverdeling zijn belangrijke indicatoren voor de levensvatbaarheid en het voortbestaan van een coalitie. In dit onderzoek worden drie fundamentele kenmerken van de Concertación geïdentificeerd die de continuïteit van deze coalitie verklaren. In de eerste plaats, het gebruik van een democratisch en transparent systeem voor het kiezen van presidentskandidaten (interne verkiezingen met een toenemend open karakter). Dit systeem werd dermate belangrijk geacht voor de legitimiteit van een presidentskandidaat dat het officieel in het kiesstelsel werd opgenomen en, hoewel niet verplicht, steeds minder partijen onder open, interne verkiezingen uitkomen. In de tweede plaats, het garanderen van een evenwicht in de regering tussen de religieuze en seculaire tak van de Concertación zodat beide sectoren zich vertegenwoordigd bleven voelen door de coalitie. Eenzelfde evenwicht werd nagestreefd bij de parlementaire en gemeenteraadsverkiezingen, hoewel hier de verdeling van de macht ingewikkelder is. Geprobeerd werd om aan de eisen van de meerderheid te voldoen zonder de belangen van de minderheidsgroeperingen binnen de alliantie uit het oog te verliezen. Ten slotte werden ideologische tegenstellingen afgezwakt ten gunste van een breed regeerprogramma dat met inbreng van alle partijen werd samengesteld en dat als een compas diende voor de zittende regering. Op deze manier werd voorkomen dat de coalitie zich opsplitste in twee kampen die een verschillende vorm van beleidsvoering nastreefden (veiligheids-geörienteerd beleid versus een beleid gericht op economische groei). Hoewel de presidenten van de Concertación nooit het regeerprogramma tot op de letter hebben uitgevoerd – omdat verkiezingsbeloftes zelden bindend zijn en regeren uiteindelijk een spel van geven en nemen is – hebben zij de gezamenlijke afspraken van de coalitiepartijen altijd als richtlijn aangehouden. Dit proces van selectie-onderhandeling-planning zorgde voor een evenwichtige verdeling van de kosten en baten van regeren en maakte dat partijen zich meer verbonden voelden met de regering en dus minder snel uit de coalitie stapten. Ook werd versplintering binnen het verbond van partijen voorkomen. Het proces waarmee de presidentskandidaten voor de Concertación worden gekozen, is met de jaren steeds democratischer en progressiever geworden zoals blijkt uit de 368 kandidaten en hun programma’s. Dit toont het dynamische karakter van de coalitie en haar vermogen om mee te groeien met de culturele veranderingen en democratische ontwikkeling van het land. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de keuze voor Michelle Bachelet als kandidaat voor de Concertación bij de presidentiële verkiezingen van 2005. Een andere verklaring voor het succes van de Concertación schuilt in de lange tijd dat de coalitie aan de macht is geweest en de relatief goede resultaten die zijn behaald in die periode. De eerste democratische regering onder leiding van Patricio Aylwin (19901994) stelde zich als belangrijkste taak om de fundamenten te herstellen van een maatschappij die naar vrede en stabiliteit verlangde en een bestuurlijke orde met respect voor de rechten van haar burgers. Het was de eerste etappe in een langdurig transitieproces met talrijke obstakels. Eén van de belangrijkste verworvenheden van de regering Aylwin voor het ‘nationaal herstel’ van Chili was het succesvol herinvoeren van de democratische instituties. Daarnaast werd onder Aylwin het belastingstelsel hervormd en werden belangrijke stappen gezet in het identificeren van politieke gevangen die zijn vermoord of verdwenen tijdens de dictatuur. De tweede regering van de Concertación, onder leiding van Eduardo Frei Ruiz Tagle (1994-2000), volgde dezelfde weg van democratische consolidatie en economische modernisering. Chili bereikte in deze jaren een hoog welvaartsniveau. Deze periode kenmerkte zich door verregaande hervormingen in de publieke sector, infrastructuur, onderwijs en het rechtssysteem en ook door de toenemende (economische) openstelling van Chili naar de rest van de wereld. De periode van welvaart kwam tot een abrupt einde met de Aziatische crisis van 1998-1999. Dit had echter geen gevolgen voor het politieke stelsel. Hoofdstuk 4 behandelt de spanningen die ontstaan als gevolg van een reeks van tegenstellingen (conservatief-progressief, Kerk-Staat, maar ook de scheiding tussen arm en rijk en het spanningsveld tussen economische groei en milieubescherming) en een nieuwe verzwakking van het politieke centrum. Het politieke discours veranderde; economische en sociale gelijkheid werd een steeds belangrijker thema. De Concertación was als coalitie in staat om deze veranderingen in het politieke discours goed op te vangen al creëerde het ook enkele interne spanningen zoals later zou blijken. De internationale economische crisis was één van de beperkingen waar President Lagos (2000-2006) mee te maken kreeg. Hij stond voor de moeilijke taak om campagne te voeren op een moment dat de economie op zijn dieptepunt was en de gematigde kiezers hun stem voor de Concertación – in eerste instantie – terug trokken. Zijn 369 campagneslogan geeft goed weer welke uitdaging hem te wachten stond: ‘Groeien met gelijkheid’ (Crecer con igualdad). Desondanks vormde de regering Lagos een hoogtepunt voor de Concertación en de Chileense democratie in het algemeen. Met deze regering toonde de Concertación dat zij in staat was het land te besturen in tijden van economische terugslag. Ook werd onder Lagos een groot aantal van de hervormingen doorgevoerd die de Concertación in haar regeerprogramma had opgenomen, hetgeen resulteerde in een nieuw politiek-maatschappelijk model voor Chili. De zogewenste sociale gelijkheid werd echter niet bereikt. In dit hoofdstuk wordt ook de periode van de regering Bachelet (2006-2010) behandeld en de overgang naar een meer horizontaal en participatief regeermodel, weergegeven in de slogan ‘Regering van de burger’. Onder Bachelet werden burgerrechten en sociale hervormingen verder uitgebreid. Enkele van deze hervormingen zijn bijvoorbeeld de invoering van de ‘sociale zekerheid van de wieg tot het graf’, de pensioenhervorming en de invoering van een gezondheidsstelsel dat ook voor de arme klassen de toegang tot zorg garandeert. Ook werd haar regering gekenmerkt door een doeltreffende en toegankelijke stijl van besturen die tegen het einde van de regeerperiode zo ingeburgerd was dat andere politieke actoren hun toespraken en strategieën hieraan moesten aanpassen. Deze ervaring droeg bij aan de progressieve stroming die steeds meer weerklank vindt in het land, een stroming die sociale gelijkheid en een harmonieuzere vorm van ontwikkeling nastreeft. Het uiteindelijke doel van deze stroming is de invoering van een verzorgingsstaat – of ‘garantiemaatschappij’ zoals oud-president Lagos het noemde – waarin sociale zekerheid bij wet is geregeld en door overheidsinstellingen wordt gegarandeerd. Op basis van deze bevindingen kan de hypothese dat de Concertación een succesvolle coalitie is, worden bevestigd. De Concertación is in staat geweest het land op effectieve wijze te besturen door middel van een doeltreffende besluitvorming die het tevens mogelijk maakte voor de coalitie om zich aan te passen aan maatschappelijke veranderingen zonder haar democratisch-progressieve principes uit het oog te verliezen. De coalitie is daarnaast ook succesvol gebleken in het terugdringen en/of overwinnen van onderlinge tegenstellingen en heeft aldus problemen waar coalities in meerpartijenstelsels vaak tegenaan lopen, het hoofd weten te bieden. De Concertación heeft mechanismes ingevoerd die het engagement en het vertrouwen van haar achterban vergrootten. Bovendien is zij in staat gebleken om in een presidentieel regeringsstelsel met een 370 omstreden kiesstelsel (het binominale stelsel) hervormingen door te voeren en achtereenvolgende verkiezingen te winnen. Ten tijde van het democratiseringsproces wist de coalitie niet alleen de eisen van haar achterban af te zwakken, maar zette zij ook strategische onderwerpen op de agenda die bijdroegen aan het idee van een ‘onvermijdelijke bestemming’ voor het land (i.e. democratie). De hervormingen die de Concertación heeft doorgevoerd, hebben de organisatie en mobilisering van meerdere sectoren mogelijk gemaakt. Als gevolg hiervan zijn enkele historische actoren van het toneel verdwenen terwijl nieuwe actoren hun intrede hebben gedaan. Ten slotte heeft de Concertación de onderlinge cohesie weten te behouden nadat zij in 2010 in de oppositie werd gedreven. Vanuit deze positie werkt de coalitie aan een nieuw beginselprogramma gebaseerd op een duurzamer en democratischer ontwikkelingsmodel en concentreert zij zich op het winnen van de volgende presidentsverkiezingen om dit model ten uitvoer te brengen. 371