una coalición politica pluralista, programatica y de progresión

advertisement
Cover Page
The handle http://hdl.handle.net/1887/21849 holds various files of this Leiden University
dissertation.
Author: Yopo Herrera, Mladen Daslav
Title: Concertación de partidos por la democracia : coalición política, partidos y sistema
electoral en Chile, 1987-2010
Issue Date: 2013-10-02
Samenvatting
Het Chileense democratiseringsproces wordt beschouwd als één van de meest
succesvolle in zijn soort. In dit proces werden op effectieve wijze door het militaire
regime opgeworpen obstakels en radicalisering van de kant van de oppositie vermeden.
Het referendum van 1988 waarin een meerderheid van de bevolking voor een wisseling
van de macht koos, maakte het mogelijk om op een vreedzame en institutionele manier
een einde te maken aan het militaire regime. Het land is daarnaast in staat gebleken om
de politieke instabiliteit waarmee overgangsprocessen vaak gepaard gaan, in de hand te
houden en om de democratie te garanderen met behulp van een op compromissen
gebaseerde beleidsvoering.
Sinds het herstel van de democratie in 1990 heeft Chili zich ontwikkeld tot een
welvarend land dankzij een aanhoudende economische groei en een toenemend sociaal
welzijn. De centrum-links coalitie van de Concertación die regeerde van 1990 tot 2010
wordt hiermee beschouwd als de meest succesvolle politieke formule die het land heeft
gekend sinds zijn onafhankelijkheid.
Niettemin, de overwinning in 2010 van de rechtse presidentskandidaat Sebastián
Piñera heeft gemaakt dat binnen de Concertación men kritisch naar zichzelf ging kijken
om een verklaring te vinden voor dit abrupte einde van haar lange machtsperiode. Zo
kwamen er van prominenten binnen de Concertación en andere linkse sectoren al gauw
verwijten over een democratisch tekort dat een gevolg zou zijn van het “democratisch
liberalisme” dat in 1990 zijn intrede deed in het land. Daarnaast is onder
maatschappelijke
bewegingen
een
groeiende
ontevredenheid
met
het
‘concertacionistische gedachtegoed’ te bespeuren, hetgeen ertoe heeft geleid dat
sommige politieke leiders het einde van de Concertación hebben aangekondigd met als
argument dat de coalitie haar historische cyclus zou hebben voltooid.
Hoewel deze critici verwijzen naar daadwerkelijke maatschappelijke veranderingen,
kan de opkomst van nieuwe actoren met tegengestelde opvattingen en het afnemende
vertrouwen van de burgerij in de politieke partijen niet alleen worden toegeschreven aan
het einde van een cyclus. Er hebben zich inderdaad belangrijke veranderingen
voorgedaan in de politieke arena, maar deze veranderingen moeten worden beschouwd
als een uiting van de toenemende consolidatie van de democratie. De zekerheid van de
democratie heeft tot gevolg dat de onderdanige burger-consument plaats maakt voor een
burger die politieke en sociaal-economische hervormingen eist.
362
In deze dissertatie wordt de stelling uitgewerkt dat de totstandkoming en de
ontwikkeling van de Concertación vanaf halverwege de jaren ‘80 van de vorige eeuw
van vitaal belang zijn geweest voor de uitvoering en verdieping van het
democratiseringsproces en de algemene ontwikkeling van het land. Met andere
woorden, er wordt beargumenteerd dat de oprichting van de Concertación van
fundamenteel belang is geweest voor de overgang van een autoritair regime naar een
democratisch verkozen regering die zich in de loop der jaren heeft weten te ontwikkelen
tot een democratisch en institutioneel solide regeringsstelsel. Met behulp van
politicologische concepten wordt het ontstaansproces van deze coalitie van partijen
beschreven en aangetoond hoe zij de bestuurbaarheid en ontwikkeling van het land heeft
bevorderd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een groot aantal studies naar de
Chileense politieke ontwikkelingen van de laatste decennia.
Het voornaamste onderzoeksdoel is om vast te stellen of de Concertación als een
succesvolle politiek-historische coalitie kan worden beschouwd vanuit het perspectief
van de vergelijkende politiek en de coalitietheorie. Hierbij wordt met name aandacht
besteed aan het aantal jaren dat de Concertación aan de macht is geweest en de
doeltreffendheid en efficiëntie van haar regeringsbeleid. Meerdere factoren worden
onderzocht, waaronder de recente politieke geschiedenis, de invloed van het
democratiseringsproces
en
de
kans
om
meerdere
achtereenvolgende
verkiezingsoverwinningen te behalen.
De onderzoekshypothese is dat de Concertación op basis van de duur (legitimiteit)
en de resultaten (doeltreffendheid en efficiëntie) van haar regeerperiode als een
succesvolle coalitie kan worden beschouwd. Het is een alliantie die heeft bewezen mee
te kunnen gaan met de tijd door zichzelf te vernieuwen en aan te passen aan de politieke
eisen van het moment zonder haar basisprincipes uit het oog te verliezen. Dit ondanks
de institutionele belemmeringen – erfgoed van het militaire regime – en andere
obstakels van belangengroeperingen (‘veto-spelers’) waar de coalitie tijdens het
democratiseringsproces mee te maken kreeg. In het onderzoek wordt het succes van de
Concertación als een afhankelijke variabele gebruikt die samenhangt met twee vormen
van padafhankelijkheid (path dependence), namelijk kritisch breukvlak en reactieve
sequentie. Factoren die het politieke proces beïnvloeden worden als onafhankelijke
variabelen aangemerkt. In dit geval gaat het om zes onafhankelijke variabelen: de
politieke coalitie, het partijenstelsel, het kiessysteem, de regeringsvorm, het regelgevend
kader en de sociale gelijkheid.
363
Hoofdstuk 1 behandelt het theoretische debat rondom de zes onafhankelijke
variabelen.
Daarnaast
wordt
aandacht
geschonken
aan
de
theorie
van
padafhankelijkheid (path dependence theory) en hoe deze verband houdt met de
afhankelijke variabele, oftewel, het succes van de politieke coalitie. Hierbij worden het
Chileense politieke stelsel en het democratiseringsproces aangemerkt als bepalende
factoren (de zogenaamde process tracing methode). Uit de literatuur komt naar voren
dat, in tegenstelling tot andere perioden van politiek conflict, het leerproces dat de
betrokken politieke partijen doormaakten na de staatsgreep van 1973 – in die zin dat zij
het belang van democratie en het creëren van een breed draagvlak opnieuw erkenden –
de vorming van een verbond voor het herstel van de democratie mogelijk maakte. Dit
leerproces vond plaats in de context van een opkomend meerpartijenstelsel waarin
partijen van verschillende klassen en ideologieën verbonden sloten. Uiteindelijk
mondden deze omstandigheden uit in het democratiseringsproces en de consolidatie van
een gematigd meerpartijenstelsel. Zo kan worden geconcludeerd dat de mate van
bestuurbaarheid van een land niet afhangt van het aantal politieke partijen maar van de
‘ideologische afstand’ die bestaat tussen deze partijen.
Eén van de problemen die zich kunnen voordoen in een jonge presidentiële
democratie, is het kiessysteem en de effecten hiervan op de representativiteit. In Chili is
het binominale kiesstelsel van kracht dat nog is ingevoerd door het militaire regime. Het
onderzoek toont aan dat, ondanks dat het binominale stelsel belangrijke democratische
tekortkomingen kent, dit stelsel tijdens het transitieproces de totstandkoming van
stabiele politieke coalities ondersteunde. Ook blijkt uit de literatuur dat presidentiële
democratieën niet noodzakelijkerwijs vaker tot politieke fiascoʼs leiden of minder
stabiel zijn dan parlementaire stelsels. Dit laatste wordt verklaard door het kiesstelsel
dat stabiele meerderheden (coalities) bevordert en door de toenemende ‘controle en
wedercontrole’ van de politieke macht als gevolg van de scheiding der machten. Andere
factoren die een rol spelen zijn de autonomie van overheidsinstellingen, een groeiende
acceptatie van ideologische gematigdheid en een beleidsvoering gebaseerd op
compromissen. Deze elementen vormen de basis voor het ‘gematigd presidentialisme’
of ‘neo-presidentialisme’, een nieuwe vorm van regeren waarbij bestuurbaarheid
centraal staat.
Een derde bevinding van het literatuuronderzoek is het bestaan van een
driehoeksverhouding tussen de traditionele en nieuwe economische elites, de rechtse
politieke partijen en de media. Het samenspel van deze drie invloedrijke politieke
364
actoren heeft in belangrijke mate het democratiseringsproces en het daaropvolgende
politieke proces bepaald, hoewel niet altijd op positieve wijze. Niettemin is de invloed
van deze ‘veto-spelers’ een andere factor geweest die de samenwerking binnen de
Concertación en met andere linkse actoren heeft versterkt. Bovendien dient het als een
waarschuwing voor de burgerij dat de pas herstelde democratie nog fragiel is en
makkelijk kan worden verstoord.
Hoofdstuk 2 behandelt de constitutionele hervormingen in de 20ste eeuw, waarbij
met name aandacht wordt besteed aan de veranderingen in het politieke stelsel en de
maatschappij die deze hervormingen teweegbrengen. Vanuit dit perspectief kan worden
geconstateerd dat de staatsgreep van 1973 en de instelling van een militaire dictatuur
een keerpunt in de Chileense geschiedenis vormden.
De vroege opkomst van de arbeidersklasse en hiermee van de arbeiderspartijen
maakte niet alleen een einde aan het eeuwenoude liberaal-conservatieve duopolie maar
verdiepte ook de belangrijkste politieke tegenstellingen in het politieke stelsel, namelijk
die tussen werkgevers en werknemers, elite en burgerij en Kerk en Staat. De nieuwe
politieke partijen en de conflicten die zij genereerden, leidden echter niet tot een
definitieve breuk met de status quo aangezien de invloed die zij uitoefenden niet
voldoende was om een structurele verandering in de machtsverhoudingen te
bewerkstelligen. Aan de andere kant kan worden vastgesteld dat tussen politieke elites,
ondanks kleine ideologische verschillen, altijd een zekere verbondenheid en bereidheid
tot dialoog heeft bestaan zoals kan worden waargenomen bij de liberalen en
conservatieven van begin vorige eeuw of bij de politieke elites van de Concertación en
de rechtse partijen ten tijde van het democratiseringsproces.
Met de aanname van de Grondwet in 1925 (het voornaamste regelgevend kader van
de 20ste eeuw) werd een presidentieel systeem ingevoerd dat met enkele aanpassingen
nog altijd van kracht is. Hiermee ontstond ook de politieke gewoonte om allianties aan
te gaan met partijen met een afwijkend gedachtegoed om zodoende aan de macht te
komen of om weerstand te bieden aan een andere, dominante ideologie. Zo kwam een
nieuwe stijl van politiek voeren tot stand, gebaseerd op compromissen en
coalitievorming in tijden van verkiezingen. Dit was ook de strategie van de
Concertación in de aanloop naar het referendum van 1988.
Sinds het presidentieel en meerpartijenstelsel van kracht is, maakte de democratie in
Chili een belangrijke ontwikkeling door (toenemende participatie van vrouwen en van
de lagere en middenklasse) maar werden ook haar beperkingen duidelijk toen ten tijde
365
van de Koude Oorlog ideologische tegenstellingen een hoogtepunt bereikten. Met de
‘revolutie in vrijheid’ van President Frei Montalva (1964) en het ‘Chileense socialisme’
van President Allende (1970) raakte het partijenstelsel steeds verder gepolariseerd en
verdween het gematigde midden. De Christen-Democraten schoven van het centrum op
naar rechts terwijl de Radicalen – tot dat moment centrum-links – een steeds linksere
positie aannamen. Deze polarisatie leidde onder Allende (1970-1973) tot een politiek
machtsspel tussen de regering en de geradicaliseerde oppositie.
Dit machtspel culmineerde uiteindelijk in de staatsgreep van 1973. De militaire
regering die de macht greep, stelde zich tot doel om het land radicaal te hervormen
(‘nieuw professionalisme’). Chili is één van de weinige landen waar het autoritairneoliberale model met succes is toegepast. Dit heeft echter wel gevolgen gehad voor de
democratische hervormingen tijdens het transitieproces.
Het neoliberale model dat werd ingevoerd door de militaire junta ontwikkelde zich
tot een regelgevend en institutioneel kader voor de maatschappelijke en politieke
verhoudingen. Een belangrijke gebeurtenis die tot de verzwakking van het militaire
regime leidde, is de economische crisis van 1982. Deze crisis creëerde een
machtsvacuüm binnen het regime en maakte zo in 1983 de oprichting van de
Democratische Alliantie mogelijk, een breed verbond tussen de opppositiekrachten dat
als belangrijkste doel had om een vreedzame overgang naar democratie te
bewerkstelligen. Deze alliantie vormde de basis voor de latere Concertación van
Partijen voor de Democratie.
Eind jaren ‘80 kreeg Chili te maken met een verslechterende conjunctuur die zich
niet alleen uitte in een precaire sociaal-economische situatie maar ook in een groeiende
onvrede en daling van het vertrouwen in het militaire regime. De oppositiepartijen
hadden zich op dat moment al hergegroepeerd en een gemeenschappelijke,
pragmatische strategie geformuleerd om de militaire dictatuur ten val te brengen. Zo
won de overtuiging dat democratie de enige oplossing was, aan kracht.
In hoofdstuk 3 wordt het politieke leerproces van de oppositiepartijen onder de loep
genomen, evenals enkele doorslaggevende besluiten die de partijen hebben genomen op
ideologisch en politiek vlak.
Was het militaire regime niet bereid geweest om een politieke opening te creëren, dan
was in Chili mogelijkerwijs voor een gewelddadige oplossing gekozen, bijvoorbeeld een
burgeroorlog (zoals in veel Midden-Amerikaanse landen het geval is geweest). De
Chileense oppositie was zich echter bewust dat zolang er geen sprake was van
366
verdeeldheid onder de strijdkrachten en zolang een overweldigende maatschappelijke
druk tot verandering uitbleef, geen wisseling van de macht zou plaatsvinden. Dit maakte
dat de Concertación er uiteindelijk voor koos om zich te onderwerpen aan de Grondwet
van 1980, ingevoerd door Pinochet, hoewel zij deze aanvankelijk niet erkende.
Het leerproces dat de oppositieleiders doormaakten ten tijde van (en als een direct
gevolg van) de dictatuur, uitte zich met name in de hernieuwde waardering voor
democratie en het bewustzijn dat deze makkelijk verstoord kon worden. Dit zorgde
ervoor dat de politieke elites kozen voor de weg van de dialoog en dat zij onderhandelden
met het regime in plaats van een gewapend conflict aan te gaan. Het maakte ook dat hun
achterban ervoor koos om radicale politieke eisen af te zwakken en/of uit te stellen in de
periode na het referendum. Op deze manier werd in een periode van politieke en
institutionele kwetsbaarheid de druk op het systeem teruggebracht. Overigens zou die
kwetsbaarheid in de loop van het democratiseringsproces afnemen. Het democratische
leerproces leidde bij de linkse en centrumpartijen ertoe dat zij hun politieke
overtuigingen op een realistischer en pragmatischer manier uitdroegen, hetgeen niet
alleencompromissen
tussen
regering
en
oppositie
ten
tijde
van
het
democratiseringsproces mogelijk maakte maar ook de voorwaarden creëerde voor een
gematigd meerpartijenstelsel.
Het herstel van de democratie in Chili vond plaats in een moeilijke politieke context
gekenmerkt door machtige belangengroeperingen (rechtse partijen, economische elites,
strijdkrachten) en een institutioneel kader dat nog stamde uit de dictatoriale periode.
Onder deze omstandigheden zag de nieuwe democratische regering zich gedwongen een
pragmatische houding aan te nemen ten opzichte van wat politiek mogelijk was op dat
moment. Dit pragmatisme droeg bij aan de capaciteit van de coalitiepartijen om
ongekende en soms gedurfde besluitvormingsmechanismen te ontwikkelen die het
mogelijk maakten om gevoelige onderwerpen, zoals de schending van de mensenrechten,
op succesvolle wijze te behandelen.
Een andere factor die bijdroeg aan het voortbestaan van de coalitie, was het
binominale kiesstelsel dat partijen dwong samen te werken en een gezamenlijke
kandidaat te steunen om kans te kunnen maken in de verkiezingen. Daarnaast werden
partijen gestimuleerd om gezamenlijke kieslijsten te presenteren voor de parlementaire
en gemeenteraadsverkiezingen om zo meer zetels te bemachtigen. Het Chileense
kiesstelsel is een binominaal stelsel sui generis in die zin dat het noch proportioneel noch
een meerderheidsstelsel is en dat het een oververtegenwoordiging van de tweede
367
politieke macht in de hand werkt (dit ten nadele van de politieke partij met de grootste
achterban en de rest van de partijen). De combinatie van deze twee factoren, het
binominale kiesstelsel en een breed draagvlak om coalities te vormen, genereerde een
nieuw politiek model dat afweek van het traditionele Chileense partijenstelsel.
De wijze waarop presidentskandidaten worden gekozen en de onderlinge
machtsverdeling zijn belangrijke indicatoren voor de levensvatbaarheid en het
voortbestaan van een coalitie. In dit onderzoek worden drie fundamentele kenmerken
van de Concertación geïdentificeerd die de continuïteit van deze coalitie verklaren. In
de eerste plaats, het gebruik van een democratisch en transparent systeem voor het
kiezen van presidentskandidaten (interne verkiezingen met een toenemend open
karakter). Dit systeem werd dermate belangrijk geacht voor de legitimiteit van een
presidentskandidaat dat het officieel in het kiesstelsel werd opgenomen en, hoewel niet
verplicht, steeds minder partijen onder open, interne verkiezingen uitkomen. In de
tweede plaats, het garanderen van een evenwicht in de regering tussen de religieuze en
seculaire tak van de Concertación zodat beide sectoren zich vertegenwoordigd bleven
voelen door de coalitie. Eenzelfde evenwicht werd nagestreefd bij de parlementaire en
gemeenteraadsverkiezingen, hoewel hier de verdeling van de macht ingewikkelder is.
Geprobeerd werd om aan de eisen van de meerderheid te voldoen zonder de belangen
van de minderheidsgroeperingen binnen de alliantie uit het oog te verliezen. Ten slotte
werden
ideologische
tegenstellingen
afgezwakt
ten
gunste
van
een
breed
regeerprogramma dat met inbreng van alle partijen werd samengesteld en dat als een
compas diende voor de zittende regering. Op deze manier werd voorkomen dat de
coalitie zich opsplitste in twee kampen die een verschillende vorm van beleidsvoering
nastreefden (veiligheids-geörienteerd beleid versus een beleid gericht op economische
groei). Hoewel de presidenten van de Concertación nooit het regeerprogramma tot op de
letter hebben uitgevoerd – omdat verkiezingsbeloftes zelden bindend zijn en regeren
uiteindelijk een spel van geven en nemen is – hebben zij de gezamenlijke afspraken van
de coalitiepartijen altijd als richtlijn aangehouden.
Dit proces van selectie-onderhandeling-planning zorgde voor een evenwichtige
verdeling van de kosten en baten van regeren en maakte dat partijen zich meer
verbonden voelden met de regering en dus minder snel uit de coalitie stapten. Ook werd
versplintering binnen het verbond van partijen voorkomen.
Het proces waarmee de presidentskandidaten voor de Concertación worden gekozen,
is met de jaren steeds democratischer en progressiever geworden zoals blijkt uit de
368
kandidaten en hun programma’s. Dit toont het dynamische karakter van de coalitie en
haar vermogen om mee te groeien met de culturele veranderingen en democratische
ontwikkeling van het land. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de keuze voor Michelle
Bachelet als kandidaat voor de Concertación bij de presidentiële verkiezingen van 2005.
Een andere verklaring voor het succes van de Concertación schuilt in de lange tijd dat
de coalitie aan de macht is geweest en de relatief goede resultaten die zijn behaald in die
periode. De eerste democratische regering onder leiding van Patricio Aylwin (19901994) stelde zich als belangrijkste taak om de fundamenten te herstellen van een
maatschappij die naar vrede en stabiliteit verlangde en een bestuurlijke orde met respect
voor de rechten van haar burgers. Het was de eerste etappe in een langdurig
transitieproces met talrijke obstakels. Eén van de belangrijkste verworvenheden van de
regering Aylwin voor het ‘nationaal herstel’ van Chili was het succesvol herinvoeren van
de democratische instituties. Daarnaast werd onder Aylwin het belastingstelsel hervormd
en werden belangrijke stappen gezet in het identificeren van politieke gevangen die zijn
vermoord of verdwenen tijdens de dictatuur.
De tweede regering van de Concertación, onder leiding van Eduardo Frei Ruiz Tagle
(1994-2000), volgde dezelfde weg van democratische consolidatie en economische
modernisering. Chili bereikte in deze jaren een hoog welvaartsniveau. Deze periode
kenmerkte zich door verregaande hervormingen in de publieke sector, infrastructuur,
onderwijs en het rechtssysteem en ook door de toenemende (economische) openstelling
van Chili naar de rest van de wereld. De periode van welvaart kwam tot een abrupt einde
met de Aziatische crisis van 1998-1999. Dit had echter geen gevolgen voor het politieke
stelsel.
Hoofdstuk 4 behandelt de spanningen die ontstaan als gevolg van een reeks van
tegenstellingen (conservatief-progressief, Kerk-Staat, maar ook de scheiding tussen arm
en rijk en het spanningsveld tussen economische groei en milieubescherming) en een
nieuwe verzwakking van het politieke centrum. Het politieke discours veranderde;
economische en sociale gelijkheid werd een steeds belangrijker thema. De Concertación
was als coalitie in staat om deze veranderingen in het politieke discours goed op te
vangen al creëerde het ook enkele interne spanningen zoals later zou blijken.
De internationale economische crisis was één van de beperkingen waar President
Lagos (2000-2006) mee te maken kreeg. Hij stond voor de moeilijke taak om campagne
te voeren op een moment dat de economie op zijn dieptepunt was en de gematigde
kiezers hun stem voor de Concertación – in eerste instantie – terug trokken. Zijn
369
campagneslogan geeft goed weer welke uitdaging hem te wachten stond: ‘Groeien met
gelijkheid’ (Crecer con igualdad). Desondanks vormde de regering Lagos een
hoogtepunt voor de Concertación en de Chileense democratie in het algemeen. Met deze
regering toonde de Concertación dat zij in staat was het land te besturen in tijden van
economische terugslag. Ook werd onder Lagos een groot aantal van de hervormingen
doorgevoerd die de Concertación in haar regeerprogramma had opgenomen, hetgeen
resulteerde in een nieuw politiek-maatschappelijk model voor Chili. De zogewenste
sociale gelijkheid werd echter niet bereikt.
In dit hoofdstuk wordt ook de periode van de regering Bachelet (2006-2010)
behandeld en de overgang naar een meer horizontaal en participatief regeermodel,
weergegeven in de slogan ‘Regering van de burger’. Onder Bachelet werden
burgerrechten en sociale hervormingen verder uitgebreid. Enkele van deze hervormingen
zijn bijvoorbeeld de invoering van de ‘sociale zekerheid van de wieg tot het graf’, de
pensioenhervorming en de invoering van een gezondheidsstelsel dat ook voor de arme
klassen de toegang tot zorg garandeert. Ook werd haar regering gekenmerkt door een
doeltreffende en toegankelijke stijl van besturen die tegen het einde van de regeerperiode
zo ingeburgerd was dat andere politieke actoren hun toespraken en strategieën hieraan
moesten aanpassen.
Deze ervaring droeg bij aan de progressieve stroming die steeds meer weerklank
vindt in het land, een stroming die sociale gelijkheid en een harmonieuzere vorm van
ontwikkeling nastreeft. Het uiteindelijke doel van deze stroming is de invoering van een
verzorgingsstaat – of ‘garantiemaatschappij’ zoals oud-president Lagos het noemde –
waarin sociale zekerheid bij wet is geregeld en door overheidsinstellingen wordt
gegarandeerd.
Op basis van deze bevindingen kan de hypothese dat de Concertación een
succesvolle coalitie is, worden bevestigd. De Concertación is in staat geweest het land op
effectieve wijze te besturen door middel van een doeltreffende besluitvorming die het
tevens mogelijk maakte voor de coalitie om zich aan te passen aan maatschappelijke
veranderingen zonder haar democratisch-progressieve principes uit het oog te verliezen.
De coalitie is daarnaast ook succesvol gebleken in het terugdringen en/of overwinnen van
onderlinge tegenstellingen en heeft aldus problemen waar coalities in meerpartijenstelsels
vaak tegenaan lopen, het hoofd weten te bieden. De Concertación heeft mechanismes
ingevoerd die het engagement en het vertrouwen van haar achterban vergrootten.
Bovendien is zij in staat gebleken om in een presidentieel regeringsstelsel met een
370
omstreden kiesstelsel (het binominale stelsel) hervormingen door te voeren en
achtereenvolgende verkiezingen te winnen. Ten tijde van het democratiseringsproces
wist de coalitie niet alleen de eisen van haar achterban af te zwakken, maar zette zij ook
strategische onderwerpen op de agenda die bijdroegen aan het idee van een
‘onvermijdelijke bestemming’ voor het land (i.e. democratie). De hervormingen die de
Concertación heeft doorgevoerd, hebben de organisatie en mobilisering van meerdere
sectoren mogelijk gemaakt. Als gevolg hiervan zijn enkele historische actoren van het
toneel verdwenen terwijl nieuwe actoren hun intrede hebben gedaan. Ten slotte heeft de
Concertación de onderlinge cohesie weten te behouden nadat zij in 2010 in de oppositie
werd gedreven. Vanuit deze positie werkt de coalitie aan een nieuw beginselprogramma
gebaseerd op een duurzamer en democratischer ontwikkelingsmodel en concentreert zij
zich op het winnen van de volgende presidentsverkiezingen om dit model ten uitvoer te
brengen.
371
Download