MENS EN MAATSCHAPPIJ (reptielen).

advertisement
MENS EN MAATSCHAPPIJ
Domein: Staatsinrichting
Kerndoel 6:
De leerlingen leren de hoofdzaken van de Antilliaanse staatsinrichting en de rol
van de burgers daarin en kunnen belangrijkste omgangsnormen toepassen.
Tussendoel:
De leerling kent de gedragsregels voor verschillende
situaties (leerlingen t.o.v. elkaar) (reptielen binnen de groep).
Leerdoel: Binnen de projectgroep zijn er verschillende rollen, die alle rechten,
plichten en verantwoordelijkheden hebben.
Weet dat er regels en wetten zijn.
Leerdoel:
Regels van de projectgroep.
ICT: Wordprocessing, gebruik maken van bulletpointing en highlighting
Bloom Taxonomie: Niveau 1
De leerkracht kan dit doel bereiken door een onderwijsleergesprek te houden
met de hele klas.
Regels en wetten bij mensen
De leerkracht kan vertellen dat in elke gemeenschap wetten en regels zijn.
Leerkracht legt verschil uit tussen regels en wetten. Deze wetten moeten
gerespecteerd en nageleefd worden. Indien iemand zich niet aan deze
wetten en regels houdt, kan dit nadelige gevolgen hebben voor die persoon.
Voorbeelden:
a. indien een chauffeur door rood licht rijdt, kan dit als gevolg
hebben dat die chauffeur een bekeuring krijgt
b. indien een burger zijn belasting niet betaalt, kan dit als gevolg
hebben dat hij zijn bezittingen moet afgeven aan de overheid.
c. Indien iemand iets steelt van een ander, kan dit als gevolg hebben
dat die persoon in de gevangenis komt te zitten
d. Indien iemand een medemens vermoordt, kan dit als gevolg
hebben dat die persoon voor de rest van zijn leven in de
gevangenis blijft.
Deze wetten en regels worden door de mensen zelf gemaakt. Indien iemand
een grote overtreding doet, spreekt vaak een rechter een vonnis uit. Dit doet
de rechter aan de hand van andere wetten.
Ook binnen je groep in de klas zijn er regels en afspraken. Zo moet iedereen
in de groep zijn bijdrage leveren voor het succes van het eindresultaat.
Indien één van de groepsleden zich niet aan de regels en afspraken houdt,
kan de meneer of juffrouw of de leider van de groep optreden. Denk na over
wat er allemaal met dit groepslid gedaan kan worden.
Ademhaling
Zowel mensen als reptielen hebben longen. Hierdoor kunnen ze ademhalen
Regels bij dieren
Ook bij dieren gelden er vaak regels. De meeste reptielen zijn heel
territoriaal, d.w.z. dat vooral de mannetjes het niet leuk vinden als andere
mannetjes in hun buurt komen. Ze vechten dan met de andere mannetjes om
die van hun “territorium” weg te jagen.
Keuze van een partner bij mensen
Vroeger vochten mensen ook voor de gunst van een vrouw. In de Romeinse
tijd waren de vrouwen dol op de gladiatoren die als overwinnaar na een
zware strijd kwamen. Veel vrouwen houden van stoere mannen. Ze denken
dan dat ze flinke kinderen ter wereld zullen brengen.
Keuze van de partner bij reptielen
De vrouwtjesreptielen kiezen meestal ook voor de sterkste man. Dit, om er
zeker van te zijn dat hun jongen ook sterk worden. Hierdoor is de kans groot
dat die jongen op kunnen groeien tot volwassen reptielen. Zwakke mannetjes
produceren zwakke jongen die gemakkelijker ziek kunnen worden en dood
kunnen gaan. Om vrouwtjes aan te trekken moet het mannetje “pronken”.
Op deze manier trekt hij de aandacht van de vrouwtjes. Er kan een discussie
in de klas ontstaan over het “pronken”. Misschien vinden leerlingen dat bij
de mens de vrouw “pronkt” en niet de man.
Geboorte bij mensen en reptielen
Terwijl bij de mens de baby hulpeloos is bij de geboorte, zijn de meeste
reptielen vanaf de geboorte op zichzelf aangewezen. Ze moeten voor
zichzelf zorgen. Nadat de meeste reptielen hun eitjes gelegd hebben,
bemoeien ze zich er verder niet meer mee. Bij de kaaiman en de krokodil
zorgt de moeder ervoor dat de babies in het water komen. De baby
krokodillen maken een geluid zodra ze geboren zijn. Zodra de moeder de
schreeuw van de baby hoort, neemt ze de babies heel voorzichtig in haar bek
en draagt ze naar het water.
Met deze gegevens zouden de leerlingen een tabel kunnen maken met
verschillen en overeenkomsten tussen de mensen en de dieren. Ook zouden
de leerlingen een Venndiagram kunnen maken met verschillen en
overeenkomsten. De venndiagram zou er ongeveer zo kunnen uitzien.
REPTIELEN
Zorgen niet voor de jongen
Geen wetten
Slepen zich voort
regels
pronken
Vechten met andere
longen
mannetjes
babies zelfstandig
Instinct
MENSEN
Zorgen voor de jongen
wetten
Lopen
Vechten meestal niet
met andere mannen
babies hulpeloos geboren
Verstand
Een opsomming kan gemaakt worden in “WORD” met behulp van “bullets
and numbering”. De leerkracht moet alleen uitleggen hoe de leerling aan
deze opmaak komt. De woorden die zowel bij de reptielen als bij de mensen
voorkomen komen duidelijker naar voren door “highlighting”. Zo’n
opsomming zou er als volgt uit kunnen zien:
Reptielen
 zorgen niet voor de jongen
 mannetjes pronken
 jongen zijn zelfstandig vanaf de geboorte
 hebben een instinct
 er zijn regels binnen de groep
 zijn territoriaal
 slepen zich voort
 mannetjes vechten onderling
Mensen
1. zorgen heel lang voor de jongen
2. vrouwen pronken
3. jongen zijn onzelfstandig bij de geboorte
4. hebben verstand
5. er zijn regels binnen de groep
6. er zijn wetten binnen de groep
7. zijn niet territoriaal
8. lopen
9. mannen kunnen in harmonie leven
Download