Veelvraat/Järv Grootte In Scandinavië weegt een veelvraat-mannetje 12-18 kilogram. De vrouwtjes zijn iets kleiner en wegen 8-13 kilogram. De grootste mannetjes bereiken een schouderhoogte van 35-45 centimeter en een lengte, gemeten van de punt van de neus tot het begin van de staart, van 8085 centimeter. De staart is 25-35 centimeter lang. Voeding De veelvraat eet zowel vers als verrot vlees met hetzelfde enthousiasme. Hij jaagt zelf, maar eet ook restanten van de prooi van andere dieren of dieren die tengevolge van een ziekte of ongeluk om het leven gekomen zijn. Als de veelvraat zijn maal niet helemaal op kan, dan verstopt hij de rest om later op te eten. In Zweden bestaat het voedsel van de veelvraat 's winters voornamelijk uit rendier. Elanden die door grotere dieren zijn gedood vormen een belangrijke aanvulling op zijn menu. In de zomer bestaat het menu voornamelijk uit kleinere prooidieren zoals haas, vogels, vogeleieren en kleine knaagdieren. Voortplanting De paring vindt plaast in de late lente en de zomer van ongeveer juni tot en met juli. Het dan bevruchtte eitje begint zich pas in januari echt te ontwikkelen. In de late winter zoekt het drachtige vrouwtje een plek om haar nest te maken. De jongen worden eind februari, begin maart geboren. Een worp bestaat meestal uit 2-3 jongen. De jongen blijven tot augustus, september bij hun moeder. Onderzoek heeft uitgewezen dat veelvraten zich voortplanten vanaf een leeftijd van 2-3 jaar en om de 2-3 jaar een nest jongen werpen. Territorium en activiteit De mannetjes hebben een territorium van ongeveer 250-450 km². De vrouwtjes ongeveer 100 km². De veelvraat accepteert indringers van het andere geslacht in zijn / haar territorium. Vrouwtjes met jongen accepteren ook vrouwtjes zonder jongen in hun territorium gedurende de zomer. De veelvraat is zowel overdag als 's nachts aktief. Verspreidingsgebied in Scandinavië In Zweden leven naar schatting 480 veelvraten in voornamelijk de noordelijke län Norrbotten, Västerbotten, Jämtland en Dalarna. Er zijn recent ook veelvraten gesignaleerd in Hälsingland en Åbgermanland. De laatste tijd groeien de aantallen in Zweden weer langzaam. Bron : www.zweden.com