Dominante mannetjes

advertisement
Dominante mannetjes
Vraag 1
Ik vind het logisch dat er bij paarvormende dieren (mensen, koolmezen, merels, vossen)
ongeveer evenveel mannelijke als vrouwelijke exemplaren worden geboren. Ik vind dit niet
logisch voor dieren die in een kudde leven, waarbij alleen het dominante mannetje de
vrouwtjes mag bevruchten (paarden, olifanten, kippen). Toch worden daar ook evenveel
mannetjes als vrouwtjes geboren, terwijl met veel minder mannetjes volstaan kan worden.
Ik zou wel willen weten wat de evolutionaire verklaring hiervoor is.
B. Dietz-de Groot, Leeuwarden
Vraag 2
Bij mensen worden nagenoeg evenveel meisjes als jongens geboren. Hoe is dat bij dieren die in
roedels, kuddes ed. leven? Past de verhouding zich aan de samenstelling van de roedel aan?
Zo nee waarom niet?
F. Brouwer, Exloërveen
Het antwoord
Het lijkt inderdaad logisch: als slechts een beperkt deel van de mannetjes tot voortplanting
komt (de leiders van de kudden) zou het functioneel zijn dat er meer vrouwtjes dan mannetjes
zijn. Toch is dat niet zo. Anders dan bij bijen en sommige andere insectensoorten worden bij
zoogdieren ongeveer evenveel mannetjes als vrouwtjes geboren. Om dat te verklaren kun je
twee vragen stellen:
1. Hebben zoogdieren (of kuddedieren in het bijzonder) mogelijkheden om het geslacht van
hun nakomelingen bij de conceptie of tijdens de zwangerschap te manipuleren?
2. Is de 50/50 sekseverhouding functioneel?
1. Het geslacht van nakomelingen wordt bepaald door het geslachtschromosoom van de vader
(XY). In de zaadcellen zijn de chromosomenparen gesplitst; er zijn evenveel X-zaadcellen
(wordt een meisje) als Y-zaadcellen (wordt een jongetje). Afgezien van subtiele verschillen
(moment van bevruchting, verschil in gewicht van de typen zaadcellen etc.) is de kans
op bevruchting door een X-zaadcel ongeveer even groot als die door een Y-zaadcel en ook de
kans dat de meisjesfoetus zich goed ontwikkelt is ongeveer even groot als de kans van de
jongetjesfoetus. Er valt dus weinig te sturen. Zoogdieren hebben geen mogelijkheid om de
sekse vooraf te manipuleren.
Toch zie je bij mensen dat er na een periode van oorlog (als er veel mannen zijn gesneuveld)
relatief meer jongens worden geboren. Over de oorzaak van dit 'herstelmechanisme' is veel
gespeculeerd, maar een afdoende verklaring is er niet.
2. Is de sekseverhouding functioneel? Dat is een beetje 'logisch redeneren' want we hebben
geen vergelijkingsmateriaal van bijvoorbeeld een langdurige overdaad aan vrouwtjes bij wilde
kuddedieren. Mannetjes strijden om de heerschappij over de kudde en het recht om de
vrouwtjes te bezwangeren. Dat betekent dat het 'fitste' (sterkste, grootste, snelste) mannetje
dominant wordt en zijn genen doorgeeft. Die competitie is voortdurend of tenminste jaarlijks,
dus er zijn telkens nieuwe, jonge mannetjes nodig voor die selectie. De kans is groot dat de
grootste bok van vorig jaar nu het onderspit delft of al met hartklachten is
verdreven/gesneuveld, na de uitputting en stress door uitvoerig paren, vechten en de kudde
bewaken. In feite is de rol van dominante kuddeleider helemaal niet zo benijdenswaardig als ze
voor sommige mensenmannetjes lijkt.
Overigens: weinig paarvormende diersoorten zijn 100% monogaam, evenmin als kuddeleiders
altijd voor 100% de vaders zijn van hun regeerperiode. Er blijft voor biologen veel te
bestuderen over.
Met vriendelijke groet,
Drs. C.M. Ree
Bèta wetenschapswinkel
Rijksuniversiteit Groningen
Download