CAPA Choice and Partnership Approach Situering CAPA is een organisatiemodel dat ontwikkeld is door 2 Londense kinderpsychiaters (Ann York & Steve Kingsbury) voor de ambulante kinderpsychiatrische hulpverlening. Het vertrekt van een “collaboratieve” hulpverleningsfilosofie die de gezinnen het eigenaarschap geeft voor hun eigen verandering, en de hulpverlening als “samenwerking” herkadert. Om de gezinnen te helpen de overeengekomen doelen te bereiken, wordt de organisatie zo opgebouwd dat de doorstroming gemaximaliseerd wordt. Hulpverlening wordt opgebouwd rond de participatieve kernbegrippen “choice” en “partnerschip”. In “Choice” verwoordt CAPA de visie dat de jongere en het gezin geen passieve hulpvragers zijn, maar actieve beslissers die zelf het roer in handen houden. “Partnerschap” staat voor een hulpverleningsvisie waarin men afstapt van eenrichtingsverkeer en onderlinge samenwerking centraal staat. Op de website http://www.capa.co.uk/ staan alle componenten van CAPA beschreven. Er wordt internationaal geëxperimenteerd met dit model. CAPA is in Vlaanderen geïntroduceerd door UZ Gent, afdeling Kinderpsychiatrie, en intussen wordt ermee gewerkt (soms in afgeslankte versie) in een aantal Vlaamse CGG, waaronder KJ-team Gent van het RCGG. De belangrijkste component van CAPA is de collaboratieve filosofie. Een specifieke organisatie ondersteunt deze. Filosofie Het herkaderen van therapie naar samenwerking houdt in dat de cliënten volwaardig betrokken zijn in het uitstippelen van en eigenaar worden van hun hulpverleningstraject. Men wil afstappen van een eenzijdige inschatting gevolgd door een eenzijdig behandelingsadvies. Hulpverlening start immers te vaak vanuit een passieve, afwachtende houding bij de cliënt en een zorgende houding bij de hulpverlener, waarbij de cliënt passief wacht wat de hulpverlener hem aanreikt. Deze empowerende aanpak start al vanaf de aanmelding, waardoor geprobeerd wordt om de (kortere) wachttijd naar werktijd om te vormen, en het eerste gesprek is een scharnierpunt in deze aanpak. Dat eerste hulpverleningscontact (“choice appointment”) is een open gesprek, een verkennende ontmoeting tussen hulpvrager en hulpverlener. In een sfeer van wederzijdse samenwerking werkt de eerste hulpverlener samen met de jongere en het gezin aan een beeld: wat loopt er mis en wat er zou kunnen helpen? Deze eerste hulpverlener verkent op een open manier wat er aan de hand is. Wat vertelt het gezin? Waar wil het gezin naartoe? Wat zijn de zorgen? Hij reikt bruikbare informatie aan en schetst voor de hulpvrager een overzicht van het hulpaanbod. De hulpverlener geeft ook z’n eigen mening en is eerlijk over wat hij van de situatie denkt : zowel krachten als risico’s in het cliëntsysteem worden benoemd. De communicatiehouding in dit eerste gesprek is nieuwsgierig, open en betrokken. CAPA streeft naar een rustig, open en gelijkwaardig eerste contact rond de vragen “Hoe kijken wij samen naar wat er gebeurt, wat kan helpen en waar werken we naartoe, welk zijn mogelijke alternatieven?” In die zin verschilt het choice-gesprek sterk van een klassiek intakegesprek, een probleemanamnese of een triage. De hulpverlener krijgt de rol van een “facilitator met expertise”. Samenvatting CAPA Dirk Aelbrecht RCGG Deinze-Eeklo-Gent pag. 1 In het “choice point” expliciteren hulpverlener en hulpvrager samen de keuzes en de doelstelling(en). In het eerste contact bekijkt de hulpverlener ook steeds met het gezin hoe zij zelf aan hun situatie kunnen werken en of ze zelf thuis al iets kunnen doen. Om een minder afhankelijke relatie te creëren tussen cliënten en hulpverlener, wordt ook de tijdelijkheid van de hulpverleningsrelatie sterk bewaakt. Van bij de instroom (als de cliënten dit kiezen uit de alternatieven), wordt gedacht aan de uitstroom (“letting go”). Dat gebeurt door van bij aanmelding en choice-gesprek te onderhandelen over werkbare en haalbare doelstellingen, met cliënt(systeem) maar ook met de verwijzer. Vragen zoals “wat zou moeten veranderd zijn om ons niet meer nodig te hebben?” geven de eindigheid van het traject aan. Maar ze geven ook input voor tussentijdse evaluaties met de cliënt (zijn we nog op koers, geraken we zo in de richting van onze doelstelling,…?). Er wordt niet gestreefd naar ‘volledig’ herstel of volledige genezing (als dit al mogelijk zou zijn), maar we werken samen tot cliënten zelf verder kunnen (goed genoeg is ook goed). Dit heeft ook tot gevolg dat hulpverlening meer ‘gefragmenteerd’ zal verlopen, binnen of buiten de dienst. Op momenten dat de cliënt het nodig heeft, kan hij vlot(ter) met een hulpvraag terecht. Zulk parcours past ook meer bij het ‘echte ‘leven van mensen met psychische kwetsbaarheid: overgangen (levensfasen, contextwijzigingen,…) brengen hen af en toe uit evenwicht, en dan kunnen ze op het gepaste moment mee kiezen voor gepaste hulp: doing the right things = on the right goals, with the right people = with the right skills, at the right time = with no waits. Samenvatting CAPA Dirk Aelbrecht RCGG Deinze-Eeklo-Gent pag. 2 In het bewaken van tijdelijkheid en empowerment is het ook belangrijk om de mogelijkheden van het hulpverlenend netwerk te bekijken en te mobiliseren, en nog meer van het eigen sociaal en familiaal netwerk. Tot slot wordt ook de nodige aandacht besteed aan de match tussen cliënt(systeem) en therapeut. Wetende dat de therapeutische werkrelatie (alliantie) een sterk werkzame factor is in therapie, wordt de match expliciet met de cliënten besproken. Organisatie De filosofie van CAPA wordt ondersteund door een uitgebreid organisatieplan, dat mede geïnspireerd is door ‘Lean’-management. Dit houdt in dat de manier van werken in alle organisatieprocessen gericht is op de (meer)waarde voor de cliënt, en dat processen die niets toevoegen aan deze waarde, geëlimineerd worden. CAPA vertrekt van de bedoeling om alle verwijzingen verwerkt te krijgen binnen redelijke termijn. Daartoe wordt een doorgedreven jobplan opgesteld, dat start van het geschat aantal aanmeldingen en therapietrajecten op jaarbasis, die dan verdeeld worden over de medewerkers naargelang van jobtime en andere taken. De choicegesprekken en de ‘intakes’ (core-gesprekken) worden dus bij het begin van het jaar gespreid over de therapeuten en over het jaar. Dit resulteert in een jobplan op teamniveau en op medewerkersniveau. Om dit waar te maken, is een vlotte doorstroming en uitstroom (letting go) essentieel. Naast de filosofie, zijn er ook organisatorische maatregelen die dit stimuleren: directe inplanning van het eerste therapeutisch gesprek (kernzorg) in de agenda van een collega (‘fol booking’), tussentijdse evaluaties (evolutie t.a.v. de aanvankelijk overeengekomen doelstelling), monitoring van de opgestarte trajecten met de doorlooptijden, wachttijden enz. CAPA ‘segmenteert’ ook de wachtrijen, zodat specifiekere trajecten niet de gewone vertragen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen Kernzorg (Core) en Specifieke Zorg (Specific). Kernzorg gaat over het therapeutisch werk dat elke medewerker onder de knie heeft, en is in eerste instantie bedoeld om mensen de basiszorg te bieden die eigen is aan de voorziening. Hierdoor kunnen mensen vaak zelf weer verder. Doordat iedere medewerker dit kan bieden, is er minder kans op “bottle necks”. Specifieke zorg gaat over specifiek aanbod of vaardigheden dat/die sommige medewerkers van het team ter beschikking hebben. Wie specifieke zorg nodig heeft, kan doorstromen naar een specifieke therapeut (sterkere indicatie). Het specifieke aanbod kan verschillen naar gelang van de samenstelling van het team, en bevat (in een welbepaald team) bv. kinderpsychiatrisch onderzoek, EMDR, systeemtherapie, diagnostiek, speltherapie, groepsaanbod. Een voorziening kan haar specifiek aanbod op termijn ook afstemmen op de vraag (o.m. door aanwervingsbeleid). De specifieke zorg is steeds ondersteunend aan de kernzorg, en kan dus niet op zichzelf ingezet worden. Daarnaast probeert CAPA ook het teamoverleg zo efficiënt mogelijk in te zetten door meer overleg te voorzien in subteams i.p.v. in het voltallig team. Werken met CAPA vergt een sterke teamcohesie en –dynamiek, waardoor het belangrijk is om regelmatig teamdagen te organiseren. Samenvatting CAPA Dirk Aelbrecht RCGG Deinze-Eeklo-Gent pag. 3