Kweekbeleid Op dag 10, 15 en 20 worden controlekweken afgenomen van neus, keel en perineum. Indien de controlekweken positief zijn moet de werknemer opnieuw de werkzaamheden stoppen.Verder beleid wordt afgesproken in overleg met de bedrijfsarts en artsmicrobioloog; eventueel met de deskundige infectiepreventie, hoofd afdeling en manager. Het kweekbeleid bij behandelde MRSA-positieve medewerkers is als volgt. • Gedurende de eerste drie maanden na de laatste (negatieve) controle: maandelijks kweken. • Na zes maanden worden nogmaals kweken afgenomen. • Hierna kan het kweken worden beëindigd. Afspraken voor controle kweken Start behandeling; Datum: Dit is dag 0 Eerste controle, Datum: Op dag 10 na start Tweede controle Datum: Op dag 15 na start Derde controle Datum: Op dag 20 na start Vervolg 2 weken Data: wekelijks: Vervolg 3 maanden Data: maandelijks: Vervolg na 6 maanden Data: Data: De benodigde sets voor de controle kweken worden door de afdeling infectiepreventie verstrekt. Uitgave patiëntencommunicatie Infectiepreventie Maatregelen thuisomgeving Voor mensen die bij u thuis wonen zijn geen maatregelen nodig, tenzij deze personen zelf onder behandeling in een ziekenhuis zijn of komen. In dat geval is het zinvol dat deze personen bij een volgend bezoek aan polikliniek of ziekenhuis melden dat zij contact hebben gehad met een MRSA-positieve medewerker. Indien huisgenoten werkzaam zijn in de gezondheidszorg dienen zij dit MRSA contact te melden bij hun eigen instelling. Tot slot Wanneer u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, kunt u contact opnemen: met de afdeling infectiepreventie, telefoonnummer (0341) 463840 of de bedrijfsarts, telefoonnummer (0341) 463739. Ziekenhuis St Jansdal Wethouder Jansenlaan 90 - Postbus 138 - 3840 AC Harderwijk Telefoon 0341 46 39 11 - Internet www.stjansdal.nl Harderwijk, januari 2017 CAZ HYG 05.01.17 MRSA positief: medewerker Medewerker en MRSA positief? Deze folder bevat informatie voor de medewerker, bij wie MRSA is aangetroffen. Wat is MRSA? De MRSA is een variant van de bacterie Staphylococcus aureus. De Staphylococcus aureus is een bacterie die normaal voorkomt in de neus, keel, op de huid en in de darmen van gezonde personen. Soms kan deze bacterie een infectie veroorzaken. Zo’n infectie kan onschuldig zijn, denk aan een steenpuist, puistjes, kleine wondjes of huidbeschadigingen. Een infectie kan ook ernstiger zijn, bijvoorbeeld als er sprake is van bloedvergiftiging of longontsteking. Meticilline (en het daarvan afgeleide flucloxacilline) is een antibioticum, ofwel geneesmiddel, dat in de meeste gevallen gebruikt wordt voor een effectieve behandeling bij infecties die veroorzaakt worden door de Staphylococcus aureus. Sommige Staphylococcus aureus bacteriën zijn ongevoelig ofwel resistent’ geworden voor meticilline en kunnen door dit antibioticum niet langer gedood worden. Deze resistente bacterie wordt ‘Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus’ genoemd of MRSA. Tegelijkertijd zijn ze dan ook vaak resistent tegen diverse andere antiobiotica. MRSA wordt ook wel een ziekenhuisbacterie genoemd, omdat de bacterie vooral problemen geeft in het ziekenhuis. De kans op besmetting is groter dan thuis, omdat veel mensen met een verminderde weerstand zich dicht bij elkaar bevinden. MRSA kan in ziekenhuizen bijvoorbeeld infecties aan operatiewonden veroorzaken, die soms ernstig kunnen verlopen. Verder beleid wordt bepaald door de bedrijfsarts in overleg met de arts-microbioloog en zonodig de deskundige infectiepreventie, het afdelingshoofd en de manager. Dit is onder meer afhankelijk van de afdeling waar de medewerker werkzaam is. Het belangrijkste verschil tussen de gewone Staphylococcus aureus en de MRSA ligt in de behandeling. Infecties veroorzaakt door Staphylococcus aureus kunnen met de gebruikelijke antibiotica behandeld worden. MRSA is echter ongevoelig (resistent) voor een aantal veelgebruikte antibiotica. Daarom zijn er speciale antibiotica nodig om infecties met MRSA te behandelen. Op de dag dat bekend wordt dat de medewerker positief is (= dag één), worden nogmaals kweken afgenomen van neus, keel en perineum. Na het afnemen van deze kweken wordt direct gestart met de dragerschapbehandeling: Doordat de behandelingsmogelijkheden hiervoor beperkt zijn doet het ziekenhuis er alles aan om te voorkomen dat de MRSA zich in het ziekenhuis verspreid. Alle maatregelen die genomen worden zijn erop gericht de MRSA snel op te sporen en verspreiding te voorkomen. Maatregelen bedrijfsarts De maatregelen die worden benoemd zijn van toepassing op medewerkers die geen huidafwijkingen hebben.Voor medewerkers met een huidaandoening gelden afwijkende maatregelen die niet in deze folder worden benoemd. Medewerkers bij wie MRSA is vastgesteld mogen vanaf de start van de behandeling in ieder geval twee dagen niet werken. Deze behandeling wordt afgesproken door de bedrijfsarts. • eenmaal daags (huid en haren) wassen met Hibiscrub gedurende vijf dagen • driemaal daags mupirocine neuszalf in beide neusgaten smeren gedurende vijf dagen • eventueel drie maal daags mupirocine huidzalf rond perineum (bij positieve perineumkweek) • eventueel antibiotica. Let op: Neuszalf en huidzalf zijn verschillend. Huidzalf irriteert het neusslijmvlies. Het voorschrijven van deze middelen wordt gedaan door de bedrijfsarts en de middelen zijn te verkrijgen bij de ziekenhuisapotheek. Dagelijks moet de medewerker zijn/haar kleding, handdoeken en beddengoed verschonen!