Karthuizer anjer Dianthus carthusianorum Karthuizer anjer, Dianthus carthusianorum, is een overblijvende plant die overwintert met knoppen direct op de bodem en beschermd door de strooisellaag. Deze levensvorm, een aanpassing aan het milieu, heet hemicryptofyt. De bloemen zijn tweeslachtig en rood van kleur. Tweeslachtig wil zeggen dat een bloem zowel mannelijke als vrouwelijke organen voor de sexuele voortplanting heeft. Op de Rode Lijst wordt de Karthuizer anjer aangemerkt als zeer zeldzaam en bedreigd. 3 Het verspreidingsgebied van de Karthuizer anjer is Europa, met de nadruk op Midden-Europa. Daar vind je de plant vooral op berghellingen. In Nederland is deze anjer wel inheems maar, aan de rand van z’n verspreidingsgebied. Dat maakt op zich al kwetsbaar. Van nature vestigt de anjer zich hier op droge, schrale, onbemeste kalkgraslanden, standplaatsen die steeds zeldzamer geworden zijn. Door mensenhand geholpen zie je hem nu ook regelmatig in verschraalde en ingezaaide wegbermen. In West-Europa zijn kalkgraslanden in de loop van vele eeuwen door ingrijpen van de mens ontstaan. Aanvankelijk was Europa grotendeels bedekt met bossen maar vanaf de Middeleeuwen moest er hoe langer hoe meer oppervlakte vrijgemaakt worden om de groeiende bevolking te voeden. Bossen werden gekapt om plaats te maken voor akkers en weidegrond. Die weides werden 4 niet bemest en de bodem werd daardoor steeds schraler, met een rijke 5 kruidenvegetatie als gevolg. De naam Dianthus is een samentrekking van de Griekse woorden dios en anthos. Het eerste is de voorloper van het woord deus, god; het tweede betekent bloem. Tezamen dus godenbloem. Over de oorsprong van het woord Karthuizer is er geen eenstemmigheid. Sommigen zeggen dat hij is vernoemd naar de botanisten Frederik en Johan Karthauser. Anderen beweren dat de naam is ontleend aan een landstreek in Zuid-Oost Frankrijk, het Massif de la Chartreuse. Daar, in de Franse Alpen ten noorden van Grenoble, vestigde zich in 1084 een kloosterorde, de Orde der Karthuizers. In 1605 kochten deze monniken een oud recept voor een elixer waarin 130 extracten van planten uit hun omgeving waren verwerkt. Ook stookten zij Chartreuse, een likeur met een zeer complexe smaak. Het is zeer wel mogelijk, dat de Karthuizer anjer, die vanaf 1500 ook in hun kloostertuinen gekweekt werd, één van de ingrediënten is. De Karthuizer anjer bevat saponinen. Dit is een klasse van secundaire plantenstoffen, ook wel secundaire metabolieten genoemd. Geschud met water geven ze een zeepachtig schuim. Ze hebben een reinigende werking zoals zeep, maar minder krachtig. Ze zijn bitter en in planten spelen ze waarschijnlijk een rol bij de afweer tegen vraat, bacteriën en schimmels. De studie naar secundaire 7 6 plantenstoffen heeft een grote vlucht genomen. Ze zijn belangrijk voor voeding en geneeskunde. Dianthus carthusianorum, Karthuizer anjer 8 9 kwam tot 2010 in dit gebied voor komt na 2010 in dit gebied voor was er voor 2010 en ook erna voor detailinformatie zie verspreidingsatlas.nl 1 2 10 1. Verspreiding in Nederland. verspreidingsatlas.nl 2. Verspreiding over de wereld. wilde-planten.nl 3. O.W. Thomé, Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, 1885. 4. Deutschlands Flora in Abbildungen, J. en J.G. Sturm, 1796. caliban.mpipz.mpg.de 5. M.B.Valentini, Viridarium reformatorum, 1719. plantillustrations.org 6. Hochstaff, Oostenrijk. www.botanische-spaziergaenge.at 11 7. Karthuizer anjer en Graslelie, Beilstein, Duitsland. Foto: Santasantaxxx, Wikimedia. 8. Klooster Grande Chartreuse, Isère, Rhône-Alpes, Frankrijk. Foto: Floriel, Wikimedia. 9. Chartreuse is een veelgebruikte moderne signaalkleur tussen geel en groen. De kleurnaam is ontleend aan het kleurenspectrum van Chartreuse-likeur. Foto: pennypie. wordpress.com. 10.Een zusje van de Karthuizer anjer is de Dianthus longycalix. Foto: Bert van der Meijden. 11.Kalkgrasland, Bemelerberg, Limburg. Foto: Romaine, Wikimedia. TU Delft