PowerPoint-presentatie - Imkervereniging West

advertisement
Themabijeenkomst Insecten
4 november 2015
13.00- 15.30 uur
RWZI Tiel
Aanwezigen
Imkervereniging West-Betuwe:
• Jan-Piet Frens, Maarten Grethe, Piet Huitema, Jelle Beenen, Ria
Beltman, Marjan Kamphuis
Imkervereniging Eck & Wiel:
• Jan Jorre, Karin Peters, IE&W
Waterschap Rivierenland:
• Afdelingshoofd A-BEO (André van Aken)
• Teamleiders A-BEO (Dert van Ree, Remko Drost, Wilco van Haren,
Jan van Driel, Martin Romein, Albert van Mourik, Laurens Pompe,
Sante Dorigo, Jan Kerkhoff)
• Dijkbeheerders (Ad de Bruin, Tom Veenhoff, Willy van Zon, Wim
Cornelisse)
• Specialist dijken (Jaap Bronsveld)
• Specialisten watersysteem (Maloe Dekker, Loes Penning de Vries)
Samenvatting van bevindingen (1)
Hoe insectvriendelijk is het huidige beheer en onderhoud van WSRL?
Gesteld wordt dat Waterschap Rivierenland méér doet voor de natuur en de
insecten, dan men eigenlijk dacht. De volgende maatregelen werden genoemd:
• Variatie in onderhoudstijdstip
–
–
•
Variatie in biotopen
–
–
•
•
•
Het maaien van de dijken vóór juni
Het maaien van de watergangen ná 15 juli
Gefaseerd onderhoud wegbermen, natuurvriendelijke oevers én standaard oevers
Differentiatie onderhoudsintensiteit op terreinen (intensief bij bezoekerslocaties,
extensief elders)
De investering in natuur vriendelijke oevers
Diverse stimulerende regelingen zoals akkerrandensubsidie, verpachten van
dijkpercelen en de stimuleringsregeling natuurvriendelijke oevers
Het minimale gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen
Samenvatting van bevindingen (2)
Kom met suggesties hoe het beheer en onderhoud te verbeteren ter
bevordering van de insectenstand?
Men is van mening dat er op de dijken de minste winst te halen is en dat
maatregelen vooral gezocht moeten worden in het onderhoud van de
watergangen en terreinen. Een samenvatting van de genoemde maatregelen:
- Verdere variatie in onderhoudstijdstippen door meer te kijken naar de
natuurkalender.
- Uitbreiden fasering onderhoud: denk ook aan knotten van wilgen
- Zoeken naar plekken waar extensief onderhoud mogelijk is: overhoeken,
retentievijvers, niet bezoekers locaties RWZI, lokaal op oevers laten liggen van
maaisel en houtresten
- Inzaaien van oevers en terreinen is genoemd maar leverde veel discussie op.
Men voelde meer voor het uitleggen van soortenrijke mengsels elders.
- Samenwerking met imkers in een klankbordgroep, het laten plaatsen van
bijenkasten op RWZI-terreinen, verpachten van dijkpercelen en onderhoud
gezamenlijk oppakken.
Conclusie en vooruitblik (1)
Tot de kerntaken van het Waterschap behoren het waarborgen van de
veiligheid van de dijken en voldoende en schoon water in het watersysteem.
Ruimte voor de natuur is er, mits deze kerntaken erdoor niet in gevaar komen.
Tijdens deze themabijeenkomst is er gediscussieerd over de
insectvriendelijkheid van het huidige beheer en onderhoud. Met
inachtneming van de harde randvoorwaarden die aan het onderhoud gesteld
zijn, is men van mening dat vrijwel het maximale wordt bijgedragen om
insecten een leefruimte te bieden en te laten profiteren van kruidige soorten
op dijken in oevers.
In eerdere sheets is een aantal maatregelen opgesomd welke deze conclusie
onderbouwt. Men vraagt zich wel af of het ‘natuurbeleid’ van WSRL zichtbaar
genoeg is. WSRL zou zich meer kunnen profileren met de natuurvriendelijke
maatregelen dat het uitvoert.
Neemt niet weg dat er wel degelijk verbeterpunten besproken zijn. Men
verwacht dat er weinig winst te behalen is op de dijken. Kansrijke maatregelen
worden vooral gezien voor de RWZI terreinen en oevers in het watersysteem.
Conclusie en vooruitblik (2)
Mogelijke verbeteringen van het onderhoud t.a.v. insectvriendelijkheid:
• Versoepelen van de uitvoeringstijdstippen van onderhoud door beter aan
te sluiten op de natuurkalender (groeizame dagen als
sturingsmechanisme)
• Uitleggen van soortenrijke maaisels op andere locaties, het lokaal laten
liggen van hout en maaisel en het lokaal laten verschralen van oevers
• Samenwerking WSRL en imkerverenigingen:
• het toestaan van plaatsing en verzorging van bijenkasten op RWZIterreinen
• insectvriendelijker onderhoud op terreinen
• gezamenlijk onderhoud dijkpercelen (pachtconstructie)
Deze verbeteringsmogelijkheden worden verder onderzocht. In de volgende
sheet is hiervoor een plan opgenomen.
Plan van aanpak
Maatregel
Actie
Actiehouder
Planning (termijn
Uitvoeringstijdstippen
passend maken op
natuurkalender
Profielwerkstuk
leerlingen Lingecollege
& Meenemen in
project
‘Onderhoudsplan’
Remko, Maloe en Loes
Voorjaar 2016
Uitwisselen soortenrijke
maaisels/ inzaaien
soortenrijke mengsels
Profielwerkstuk
leerlingen Lingecollege
& Meenemen in
project
‘Onderhoudsplan’
Remko, Maloe en Loes
Voorjaar 2016
Samenwerking WSRL en
imkers (op dijken en
terreinen)
Samenwerkingsmogelij
kheden benoemen
MT en dijkbeheerders
Voorjaar 2016
Uitbreiding fasering
onderhoud
Meenemen in project
‘onderhoudsplan’
Maloe en Loes
Voorjaar 2016
Locaties extensief
onderhoud benoemen
Meenemen in project
‘onderhoudsplan’
Maloe en Loes
Voorjaar 2016
Bijlagen
1.
Uitwerking opdracht 1. Antwoorden op vraag ‘Hoe insectvriendelijk is het
huidige beheer en onderhoud van WSRL?
2.
Uitwerking opdracht 2. Antwoorden op vraag ‘Kom met suggesties hoe
het beheer en onderhoud te verbeteren ter bevordering van de
insectenstand?’
Bijlage 1 (1)
•
Groep 1
–
–
In eerste instantie was de indruk ‘weinig’ (financiën en veiligheid zijn leidend)
Al pratende blijkt het niet zo slecht te gaan:
•
•
•
•
•
•
Dijken maaien begin juni
Watergangen maaien na 15 juli
Investeringen in NVO ten behoeve van berging en ecologie
Onderscheid terreinen intensief (RWZI) en extensief gebruik (buitengebied)
Veel beleid t.b.v. stimulans: FF-wet, liberale pacht, aanleg natuurvriendelijke oevers [NVO’s]
Groep 2
–
–
–
–
–
–
–
–
Watergangen in voorjaar alleen natte profiel, oever bloemrijk
Gefaseerd onderhoud op basis van FF-wet (fysiek en in tijd)
Akkerranden beheer (subsidie vanuit WSRL)
Minimale toepassing chemische bestrijdingsmiddelen
Terreinbeheer zuiveringen nu niet insectvriendelijk
Wegbermbeheer i.s.m. ‘blauwzaam’ . In najaar 2015 wordt intentieverklaring ondertekend: wegbermen
duurzaam beheren en onderhouden
Nvo’s  gefaseerd onderhoud o.b.v. uitgangspunt ecologie ipv waterkwantiteit
Imkervereniging:
•
•
•
–
kijk op B&O ‘genuanceerd’ : vroeg maaien op de dijken verlies van soorten MAAR er komen weer andere soorten voor
terug
‘troosteloze blik’ op de zuiveringsterreinen
positieve veranderingen in de polders t.a.v. ecologie (bv. NVO)
Dijken zijn al erg soortenrijk, weinig winst te behalen
Bijlage 1 (2)
•
Groep 3:
– Minimale chemische bestrijding
– Watergangen: gefaseerd maaien (na 15 juli), schouwpaden, natte profiel, NVO
– Dijken: maaien en afvoeren (3X), fasering in tijd/ beheerders, steenglooiing
– Wegen: fasering, stukken die niet gemaaid worden
– Terreinen: later maaien van ‘niet bezoek locaties’
•
Groep 4:
– Variatie in biotopen
– Variatie in onderhoudstijdstippen
– Gefaseerd onderhoud
– Geen bestrijdingsmiddelen
Bijlage 2 (1)
•
Groep 1
– Wilgen gefaseerd knotten
– Dijken: grasmat is leidend  tijdstip uitvoering kan variëren (afhankelijk van ondergrond/
geologische locatie)
• Beleid: beheer van dijk gedeeltelijk door imkervereniging/ natuurvereniging
• Beter omschrijven uitvoeringstijdstip, niet alleen data maar meer temperatuur, strenge
winter geweest etc./ groeizame dagen als sturingsmechanisme
• Klankbord- veld- groep imkers: doorgeven signalen en verbeterpunten aan WSRL
– Watergangen gefaseerd maaien
– Terrein
• Bijenkasten op eigendom WSRL
– RWZI (wel behoefte bij imkers)
– Terreinen  natuur (wel behoefte)
• Bijen als bewaking (mogelijk)
• Hoofdkantoor?? (dak ja, honing in kantine)
• Stoppen onderhoudsarme inrichting (heesters, bosplantsoen)
– Watergang
• Aandacht metselbij  schrale oevers, geen maaisel op talud, niet te netjes (hoopjes
rommel)
Bijlage 2 (2)
• Groep 2
– Maaisel en houtachtige materialen meer laten liggen en ook langer laten
liggen zodat er een habitat wordt gecreëerd voor insecten en reptielen
(imkers: ‘de biodiversiteit neemt in zijn geheel toe’) moet wel snel en
realiseerbaar blijven. Omdenken bij aannemers is aandachtspunt.
– Draagvlak creëren bij ingelanden, medewerkers en aannemers (waarom doe je
dit en hoe ga je dit doen?). Imkers: ‘Voorlichting met succesverhalen. WSRL:
goede voorbereiding kost tijd.
– Zuiveringsterreinen insectvriendelijker inrichten/ beheer/ onderhoud. Is
laaghangend fruit. Imkers zien RWZI’s als mooie locaties voor plaatsing kasten.
– Insectvriendelijk lint behouden/ creëren  biotoop  nvo’s, dijken, akkers.
Imkers: ‘bij heeft actieradius van 3 km dus linten hoeven niet veel langer’
– Retentievijvers ideaal voor extensief beheer en onderhoud. Kruidenmengsels
inzaaien en later in seizoen maaien. Imkers: ‘ideaal om afwisselende vegetatie
te creëren’.
Bijlage 2 (3)
•
Groep 3
– Kijken naar natuurkalender ipv harde datum
– Is 3 jaar een goede fasering (nvo)?
– Terreinen extensiever beheren of inplanten
– Inzaaien mengsels (inheems)
•
Groep 4
– RWZI beplanten met vuilboom, rekening houden met insecten door juiste beplanting (app.
Drachtplanten)
– Overhoeken die ‘ruig’ onderhouden worden
– Soortenrijk en bloemenrijk maaisel elders uitleggen
Bijlage 3 Verslag door
imkervereniging West Betuwe
Gastheer: Waterschap Rivieren Land ( WSRL) Aanvang: inloop van 12.30- 13.00 uur . Programma van 13.00-15.30 uur
Aanwezig: Rayonbeheerders: 6 v/d 8
Dijkbeheerders: 4 v/d 6
teamleider bedrijfsbureau Remco Drost
senior medewerker bedrijfsbureau Loes Penning de Vries
medewerker afd. Ecologie Maloe Dekker
imkers: Jan Jore/ Karin Peters Imkervereniging Eck & Wiel (IE&W)
Piet Huitema/ Jelle Beenen/
Ria Beltman/ Jan Piet Frens/ Maarten Grethe / Marjan Kamphuis Imkervereniging West Betuwe (IWB)
Programma: 1. Inleiding : André van Aken, afdelingshoofd Beheer en Onderhoud.
2. Introductie Bijen en insecten: Jan Piet Frens, Imker/ docent
3. Uitleg over werksessie: Loes Penning de Vries.
aansluitend pauze
4. Discussie: 4 groepen, bij iedere groep 2 imkers. Duur 1 uur.
Onderwerp: hoe insect-vriendelijk is ons Beheer en Onderhoud.
5. Plenaire terugkoppeling
6. Afsluiting door André van Aken
Bijlage 3 (2)
Tijdens de inleiding werd verwezen naar het gespreksverslag (zie site IWB onder Biodiversiteit) van de eerste bijeenkomst met
Roelof Bleeker, 2 ecologen, Henk Zomerdijk en ondergetekende. Daarin zijn een aantal thema' s genoemd, t.w.:
akkerrandenbeheer, aanleg ecologische oevers, inventarisatie bloemrijke zone's en natuurvriendelijk beheer.
De Dijkgraaf is bekend met de bedreigingen van de bijen door de varoamijt en de bestrijdingsmiddelen uit de akker- en tuinbouw
en de fruitteelt .
Deze thema's werden in de discussie afgezet tegen de vraag van vanmiddag:
Hoe insectvriendelijk is ons beheer en onderhoud?
De aanwezigheid van de 8 vertegenwoordigers uit de imkerij werd zeer op prijs gesteld. De vragen op het gebied van de
bijenhouderij werden daardoor met kennis van zaken beantwoord en zonodig uitgediept.
Ook passeerden er een aantal opmerkingen, zoals gefaseerd maaibeheer bij de maaipraktijk en het bermbeheer. Boeren, telers en
terreinbeheerders hebben vaak een diepgewortelde voorkeur voor strak gemaaide terreinen en niet te veel variatie.
Voor bijen en andere bestuivers is dat zeker niet altijd gunstig. Bijen bezoeken bloemen omdat zij nectar en stuifmeel nodig
hebben. Zij hebben daarom steeds voldoende aanbod van verschillende bloemen nodig. Maaien met aandacht voor bijen,
hommels, solitaire bijen en vlinders betekent daarom dat er steeds delen van de vegetatie ongemaaid blijven tot een volgende
maaibeurt ( gefaseerd maaibeheer ). Dit kan door stroken (langs randen en slootkanten) te laten staan, of door blokken te laten
staan. Bij de volgende maaibeurt blijven dan weer andere stroken of blokken ongemaaid.
De vraag is : welke ruimte biedt de dagelijkse praktijk daarvoor?
Voor een bloemrijk mengsel met voldoende stuifmeel en nectar is op de meeste (voedselrijke) gronden 2x maaien optimaal : in
juni en september.
Bij fruitbedrijven is het behandelen van de ondergroei ook van belang voor bijen en andere bestuivers. Wegbermen: ook
bloemrijke wegbermen zijn voor bijen en andere bestuivers zeer belangrijk. Nederland heeft ca. 80.000 km wegbermen, die zijn
vaak rijk aan allerlei bloeiende kruiden. Een behoorlijk deel daarvan ligt in Rivierenland (575 km).
Bijlage 3 (3)
Een belangrijk onderdeel van een goede en gevarieerde flora is deels afhankelijke van de 4 seizoenen. Een lange, koude winter en
voorjaar hebben invloed op weer en klimaat en de groeizame dagen. Daar zijn tabellen voor beschikbaar. Een belangrijke vraag uit
één van de discussiegroepen was of er mogelijkheden zijn om evt. te schuiven met de maaiperiodes van 6 weken. Belangrijk punt
voor de Imkerij is de mogelijke "ruimte" die daaruit ontstaat voor aanpassingen van het maaischema.
Het is verder gewenst dat de imkerverenigingen uit Rivierenland een systeem opzetten van waarnemers die per regio bekijken of
er afwijkingen / suggesties voor aanpassingen gesignaleerd kunnen worden. Deze kunnen dan met de betreffende Rayon-/
Dijkbeheerders en de afdeling Beheer en Onderhoud besproken worden.
Verder biedt het beheer van de verschillende terreinen zoals zuivering (39), gemalen (171), natuurgebieden en dijken (1070 km),
ruimte voor het plaatsen van bijenkasten in bloemrijke gebieden onder bepaalde voorwaarden.Ook het inzaaien van
bovengenoemde gebieden en de herplantplicht bieden mogelijkheden.
De regels van de flora en fauna wet spelen daarbij wel een belangrijke rol
Na afloop van de middag bleek zowel bij de deelnemers van het Waterschap als van de Imkerij meer begrip en enthousiasme voor
elkaars doelstellingen en alsmede bereidheid om met elkaar in gesprek te blijven en aanpassingen te bespreken waar mogelijk,
tot verbetering van de Biodiversiteit.
Namens het WSRL volgt er nog een samenvatting van de discussiemiddag waarin opgenomen een aantal concrete
handelingen/afspraken die zo mogelijk in het jaarplan 2016 kunnen worden opgenomen.
Wordt vervolgd: maandag 7 december is er een volgend gesprek: verfijnen onderzoeksopdracht leerlingen Lingecollege
Iedereen bedankt voor haar of zijn deelname.
Namens de werkgroep Biodiversiteit
Maarten Grethe
Download