The Healthy Organization. A Revolutionary Approach to Over de auteur: Brian Dive is directeur van DMA International. People and Management Daarnaast is hij consultant en auteur op het gebied van organi- Brian Dive satieontwerp en -effectiviteit en verbetering van het human Kogan Page. London, New York, 2002 resource management met als oogmerk het gezond maken ISBN 0749436298 van organisaties. Ook is hij lid van de Raad van Bestuur bij Unilever. Trefwoorden HUMAN RESOURCE MANAGEMENT ORGANISATIEONTWERP ACCOUNTABILITY BESLUITVORMINGSPROCESSEN De gezonde organisatie Ondanks een overvloed aan onderzoek en kennis over organisaties, afkomstig van managementgoeroes, sociologen en gedragswetenschappers, blijken de meeste organisaties ongezond te zijn. Slecht organisatieontwerp, falende beleidsstrategieën, ongepaste organisatiecultuur en gedemotiveerde medewerkers zijn hiervoor de redenen. Brian Dive laat zien dat onjuiste toewijzing van verantwoordelijkheden de bron van deze ellende is. Het ontbreekt aan transparante besluitvormingsprocessen. Hij stelt een oplossing voor waarvoor de organisatie een helder antwoord moet vinden op vier kernvragen. De goede antwoorden openen een nieuwe weg naar concurrentievoordeel en scheppen een gezond klimaat voor innovatie en empowerment van medewerkers. E Management Select • oktober/november 2002 sing van dit vraagstuk heeft in de praktijk meer met giswerk te maken dan met wetenschappelijk organisatieontwerp. Waarom zijn organisaties ongezond? Er is een aantal redenen te noemen waarom organisaties ongezond zijn. Veel heeft te maken met falende beleidsstrategieën, met slecht organisatieontwerp, te veel managementlagen of een cultuur die niet is afgestemd op de strategie. Maar er kan ook gekeken worden vanuit een gedragsperspectief. Er zijn veel wetenschappelijke theorieën beschikbaar over wat mensen motiveert in hun werk. Maar een praktische uitwerking, waarin aangegeven staat hoe je mensen daadwerkelijk motiveert, ontbreekt. De vis en de stroming Er bestaat een visie die ervan uitgaat dat de huidige organisaties straffeloos kunnen streven naar een afslanking van 20 procent van hun personeelsbestand. Die 20 procent betreft de minst functionerende medewerkers. Hierdoor krijgen de andere 80 procent de kans de organisatie weer vitaal en gezond te maken. Als hon85 BOEKEN en gezonde organisatie is een goed uitgelijnd geheel van structuren, processen, beloningen en human-resourcepraktijken tegen het licht van de organisatiestrategie. Anders gezegd: een stevig skelet in een gezond lichaam. De auteur heeft uitgebreid onderzoek gedaan in zeventig landen naar ‘de gezonde organisatie’. Opvallend is dat iedere organisatie wel een gezond aspect in zich draagt, maar als geheel toch ongezond functioneert. Brian Dive is ervan overtuigd dat een combinatie van gezonde elementen mogelijk is, en dat ‘de gezonde organisatie’ dus niet op een fictie berust. De belangrijkste oorzaken van ongezonde organisaties zijn hiërarchie en bureaucratie. Toffler riep in 1970 al over ‘het leven na de hiërarchie’. We verlangen naar platte organisaties, maar toch slagen we er niet in deze op een goede wijze vorm te geven omdat de platte organisatie een tegenstrijdig begrip is. Iedere organisatie is afhankelijk van managementlagen die de verantwoordelijkheid nemen voor de activiteiten die plaatsvinden. Het probleem voor managers is een juist ontwerp hiervoor vinden. Hoeveel verantwoordelijkheid kun je maximaal bij één organisatielaag leggen zonder dat dit tot overbelasting of onbeheersbaarheid leidt? De oplos- DE GEZONDE ORGANISATIE derd vissen langzaam stroomopwaarts zwemmen, zal een uitval van 20 procent echter niet betekenen dat de rest daardoor sneller kan zwemmen. Het probleem zit hem in de stroming, niet in de capaciteiten en acties van de vissen. Het probleem is dat men zich onvoldoende rekenschap geeft van de omgeving waarin de organisatie zich bevindt. De focus is gericht op Accountability als aangrijpingspunt Accountability staat voor verantwoordelijkheid of toerekenbaarheid. Organisaties zijn ongezond omdat het ontbreekt aan transparante besluitvormingsverantwoordelijkheid. Auteur Dive analyseert de besluitvormingsverantwoordelijkheid aan de hand van DMA (Decision Making Accountability). DMA is de genetische De belangrijkste oorzaken van ongezonde organisaties zijn hiërarchie en bureaucratie het individu, geïsoleerd van zijn of haar werksituatie. Het is zelfs voor de meest getalenteerde medewerker onmogelijk om zijn volle potentieel te benutten in een omgeving die gedomineerd wordt door een loodzware managementstructuur waarin ieder initiatief gesmoord wordt door regels en procedures. Met andere woorden: het organisatieontwerp bepaalt de prestaties van groepen en individuen. In het boek van Dive staat het organisatieontwerp centraal met als doel de prestaties van zowel de groep als het individu te verbeteren. Of, om in de analogie met de vissen te blijven, te leren hoe medewerkers met de stroom mee kunnen zwemmen in plaats van tegen de stroom in. code voor gezonde organisaties. De werking van de methode wordt geschetst in figuur 1. Het DMA-model is in de praktijk getoetst en gebleken is dat in alle organisaties er slechts één managementlaag nodig is na ieder niveau van werkzaamheden. In een organisatie bijvoorbeeld met een frontoffice dat aangeduid wordt als niveau 1 en de directie op niveau 5 zijn maximaal 4 niveaus van accountability nodig. Zie het voorbeeld in tabel 1. Het gaat er dus om te kijken naar de kwaliteit van het besluitvormingsproces. Er zijn twee typen besluiten die binnen organisaties genomen moeten worden: strategische en operationele. Dit verschil heeft te maken met het niveau waarop ze genomen moeten worden. De kwali- BOEKEN Niveau van werk(zaamheden) Aard van de beslissingen 1 2 strategisch 3 4 operationeel 5 6 Figuur 1. DMA-model Niveau van werk Voor DMA-analyse Na DMA-analyse 5 President President IV 4 Vice president Vice president III General Sales Manager Regionale managers II Districtsmanagers I 3 Regionale managers 2 Locatie managers Districtsmanagers 1 Sales managers (-50%) Sales managers Tabel 1. Het principe van werkniveaus minus 1 86 Management Select • oktober/november 2002 DE GEZONDE ORGANISATIE Herkent u de symptomen van een ongezonde organisatie? • • • • • • • • • • • • Ontbreken van een heldere visie door het management Onduidelijke prioriteiten Onmogelijkheid om snel beslissingen te nemen Meer van hetzelfde werk (dupliceren van werk) Gemis aan echt delegeren Te veel mensen, overbemensing Trage reactie naar klanten Kwaliteit van het werk slecht Te veel vergaderingen De goede medewerkers vertrekken weer snel Lange arbeidsdagen Excessieve besluitvormingsbureaucratie Ongezonde symptomen teit wordt bepaald door de mate waarin de beslissing bijdraagt aan het werk of de uitvoering daarvan door anderen en de organisatie als geheel. DMA beoordeelt deze besluiten op basis van impact voor vier organisatieaspecten: • organisatieontwerp; • beloningssystemen; • ontwikkeling van individuele medewerkers; • organisatieontwikkeling. Voor een goed begrip van DMA als analysetechniek worden hieronder enkele grondslagen gepresenteerd. Teams en accountability Het is een misverstand dat teams accountability kunnen delen. Teamwork is een gezamenlijke werkoperatie, meestal onder aanvoering van een teamleider die als persoon verantwoordelijk voor en toerekenbaar is voor de resultaten van dat team. In het dagelijkse taalgebruik wordt snel gesproken van groepsverantwoordelijkheid, Management Select • oktober/november 2002 Accountability en verantwoordelijkheid Accountability en verantwoordelijkheid zijn synoniemen. Om de een of andere reden gebruiken mensen de termen echter voor afzonderlijke dingen. Vooral bij accountability is sprake van een negatieve associatie met planning en controle, terwijl dat juist het pad is naar bureaucratie en verdere afbreuk doet aan het werkelijke doel: het bijbrengen van verantwoordelijkheidsbesef in gedrag. Accountability en gezondheid Mensen willen bezig zijn met uitdagingen en zinvol werk. Daarvoor zijn ze bereid de verantwoordelijkheid te nemen. Daarin willen ze verder groeien door te leren van ervaringen wat uiteindelijk de basis vormt voor de psychologische drieluik van zelfactualisatie, herkenning van hun inspanningen door anderen en het gevoel ‘iets bereikt te hebben’. Dit is alleen mogelijk door mensen verantwoordelijkheid te geven. Gebeurt dat niet, dan blijft ook de ontwikkeling van (potentieel) leiderschap in de organisatie uit. BOEKEN Accountability is gedrag Een besluit wordt gezien als een reactie op een behoefte of een eis om daarmee een proces te bevorderen of een probleem op te lossen. Accountability treedt op wanneer iemand rekenschap kan geven of de verantwoordelijkheid neemt naar een meerdere toe voor het (uitgevoerde) werk, de bronnen die daarvoor nodig zijn en de resultaten van die acties. Dat impliceert verder dat werk gedrag is dat beloond of gesanctioneerd kan worden. terwijl bij problemen vooral de teamleider wordt aangesproken. Blauwdruk van DMA Het kernprincipe van DMA is dat medewerkers beslissingen moeten nemen die niet op een lager echelon en ook niet op een hoger echelon in de organisatie genomen kunnen worden. Met 87 DE GEZONDE ORGANISATIE BOEKEN andere woorden: ze moeten hun eigen waarde toevoegen aan het besluitvormingsproces. Ondergeschikten kunnen die beslissingen niet nemen – niet omdat ze de bevoegdheid niet hebben, maar omdat zij niet beschikken over de unieke kennis die daarvoor nodig is. Dit kernprincipe vormt de blauwdruk voor leiderschap en de ontwikkeling van medewerkers. Wat zit achter deze blauwdruk van DMA? 1. Al het werk, management en uitvoerend, valt binnen een hiërarchie van ‘lagen’. Op iedere, successievelijke laag is sprake van verbreding van het werk en het doel dat bereikt moet worden, alsmede de beslissingen die daarvoor nodig zijn. De complexiteit neemt toe doordat de afhankelijkheid van de omgeving groter wordt en het verantwoordelijkheidsgebied ruimer wordt. Op hogere niveaus is er ook steeds minder tijd om beslissingen op al hun merites te overwegen. 2. Een tweede principe is dat medewerkers altijd te maken hebben met taken die niet direct bij de kern van hun functie horen. Een manager is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor strategische beslissingen, maar tegelijkertijd is hij belast met beslissingen die toebehoren aan een lager niveau. 3. Het derde principe houdt verband met het feit dat iedere laag hooguit één managementniveau nodig heeft. Dat laat zich als volgt toelich- staan door onduidelijke rolverhoudingen. DMA is dus gebaseerd op een conceptuele logica over het managen van mensen en middelen dat: • het type en niveau van werk identificeert dat werkelijk noodzakelijk is; • het aantal lagen onderscheidt dat nodig is om waarde toe te voegen aan de organisatie- en besluitvormingsprocessen; • inzicht biedt in de ontwikkeling en groei van individuen; • kan helpen bij het ontwikkelen van beoordelingssystemen. Hoe een gezonde organisatie te ontwikkelen? Het DMA-model is te gebruiken in vrijwel elke organisatie en staat los van grootte of complexiteit. Het model werkt vanuit een bottom-up analyse van alle organisatielagen, van de basis tot en met het (top)management. Op basis van deze analyse kan een herontwerp van de organisatie plaatsvinden waarin de juiste toebedeling van verantwoordelijkheden plaatsvindt. Werklaag 1: response op basiseisen In werklaag 1 zijn de kenmerkende eisen: ‘maak dit product, verkoop dit product, lever dit product, installeer het systeem, repareer het sys- Het kernprincipe van DMA is dat de medewerkers hun eigen waarde kunnen toevoegen aan het besluitvormingsproces ten: management is alleen dan nodig wanneer de manager verantwoordelijk is voor beslissingen die hij alleen kan nemen en die dus per definitie niet door ondergeschikten genomen kunnen worden. De fundamentele reden dat gezagsverhoudingen op hetzelfde niveau niet werken is dat slechts één manager de autoriteit kan hebben om beslissingen te nemen die getuigen van zijn unieke expertise waaraan op dat niveau behoefte is. Het is dus niet wenselijk dat managers beslissingen nemen die lager in de organisatie ook genomen kunnen worden. Een manager en een ondergeschikte die beslissingsbevoegd zijn op hetzelfde werkterrein, leidt tot onvermijdelijke problemen en onvrede die ont88 teem, lever deze service’. De output is voorgeschreven, de medewerker werkt langs de weg van vastomlijnde doelen die volledig gespecificeerd zijn en waarin alleen de omstandigheden wijzigen waarin het werk gebeurt (routine). Voorbeelden zijn: vertegenwoordiger, kantoormedewerker, supervisor, productiemedewerker. Werklaag 2: response op basis van diagnose In deze laag worden resultaten bereikt in specifieke situaties waarbij de output nog maar ten dele op voorhand is gespecificeerd. De medewerker voert werk uit waarvan de precieze doelen en output pas achteraf beoordeeld of gediagnosticeerd worden. Pas wanneer de taak volManagement Select • oktober/november 2002 DE GEZONDE ORGANISATIE bracht is, kan bekeken worden of het werk professioneel en kwalitatief goed is uitgevoerd. Voorbeelden: HRM-manager, helpdesk manager. Werklaag 3: geïntegreerde response Op dit niveau is nauwelijks nog sprake van directe accountability naar specifieke situaties, klanten, gebruikers of leveranciers. Hier is conceptuele verbeeldingskracht noodzakelijk over processen en activiteiten die zich voor een deel in de toekomst afspelen. Voorbeelden: marketing manager, bedrijfsleider. Werklaag 4: response op basis van autoriteit Op werklaag 4 wordt het directe niveau van (management van) producten, systemen, units of service verlaten. Het gaat hier om ondersteunende activiteiten zoals marketing, supply chain, klantenservice, financiën of human resources. Op deze verschillende gebieden is behoefte aan unieke, ondersteunende expertise. Voorbeelden: research en development manager, financieel manager. Werklaag 5: response op basis van inzicht Hier gaat het om de eerste laag van strategisch management met accountability op het niveau van een volledige businessunit, divisie of bedrijf. Werken op dit niveau betekent de scope bezitten, inzicht hebben in een complete entiteit van processen. Werklaag 6: response op basis van netwerken Op de zesde laag verschuift de accountability naar het niveau van integratie van organisatiedomeinen in coherente netwerken of infrastructuren van bedrijven. Werklagen 7 en 8: response naar stakeholders Hier verschuift de accountability naar de meest complexe niveaus die niet meer gebonden zijn aan fysieke locaties, maar een wereldwijd karakter hebben waarvoor leiderschap vereist is. Samenvatting: drs Albert Kampermann, verbonden aan de faculteit Managementwetenschappen van de Open Universiteit Nederland en directeur van eHRM b.v. BOEKEN Management Select • oktober/november 2002 89