Franciscus als reisgezel op weg naar de vrede - Vredeszondag, 18 september 2011 In onze serie reisgezellen deze vredeszondag geen moderne, eigentijdse reisgezel, maar een onvervalste, middeleeuwse heilige: Franciscus van Assisi. Wel een van de populairste heiligen. Maar toch! Zijn populariteit blijkt wel uit zulke uiteenlopende zaken als het feit dat op zijn sterfdag, 4 oktober, Werelddierendag gehouden wordt en dat zijn naam verbonden is met de wereldgebedsdag voor de vrede en de dialoog, die ook dit jaar weer in Assisi door de paus georganiseerd wordt met vertegenwoordigers van alle wereldgodsdiensten. Veel, heel veel wordt er ook over hem geschreven: iets waar ik me overigens ook aan bezondig! Het is dan interessant om eens te kijken naar de omslagen van deze boeken. Op de omslag van twee recente publicaties staat een Franciscus die tot de vogels preekt en een andere die met twee stokken probeert, als met een viool, muziek te maken. Is dat nu onze reisgezel? Ik zie mezelf niet - en ook niemand van jullie - in het open veld of aan de bosrand tot de vogeltjes preken of op het Munsterplein met twee stokken proberen viool te spelen. Maar zal iemand opwerpen: ik zie mezelf ook niet, zoals Franciscus suggereert, zonder bezit en zonder geld door de wereld trekken en wanneer iemand me op de ene wang slaat hem de andere aanbieden! Maar wat wilde Franciscus eigenlijk toen hij deze raad, gebaseerd op het evangelie van Lucas, aan zijn broeders gaf bij hun tocht door de wereld en hen verder opdroeg bij ieder huis dat ze binnengingen eerst te zeggen: Vrede aan dit huis? Met het gevolg dat een van de broeders na zijn reis bij Franciscus terugkwam en hem om een andere groet vroeg, want toen hij de mensen vrede wenste, gooiden ze hem de deur uit! Was Franciscus dan zo onrealistisch en had hij zo weinig inzicht in wat er zich in zijn wereld afspeelde? Wie was Franciscus eigenlijk en wat wilde hij? Franciscus was de zoon van een rijke lakenkoopman, Pietro Bernardone, een prominent lid van de opkomende burgerij die de adel uit Assisi zou verdrijven. Franciscus werd door zijn vader in de watten gelegd. Niets was hem teveel om zijn zoon te pushen. 0Toen de burgers van Assisi de oorlog verklaarden aan Perugia, de stad waarheen de adel van Assisi gevlucht was, zag hij daarin een kans voor zijn zoon een flinke stap hogerop te komen in zijn carrière. Hij kocht hem een vechterspaard en een passende wapenuitrusting - echt geen kleine uitgaven, want ook toen al werd er flink verdiend aan de verkoop van wapens! De oorlog met Perugia liep echter uit op een fiasco en Franciscus werd krijgsgevangen gemaakt. Hij werd geboeid en aan de muur vastgeklonken in een donkere, vochtige onderaardse kerker opgesloten.. Na een jaar kocht zijn vader hem vrij. Niet langer de levenslustige en feestvierende jonge man, maar een fysiek en mentaal wrak. De oorlog met al zijn wreedheden en de mensonterende gevangenschap hadden hun tol geëist. Het duurde maanden voordat hij uit zijn zware depressie de weg naar boven vond. Tijd om eens goed na te denken over wat er allemaal gebeurd was en zich af te vragen hoe het nu verder moest. Italië in die tijd was een land van oorlogen: de paus vocht met de keizer, de opkomende steden vochten onder elkaar; Pisa met Genua, Padua met Venetië, Assisi met Perugia. En waarom eigenlijk? Het draaide allemaal om macht en bezit. Ze wilden allemaal groter, rijker en machtiger worden. In Assisi werden de verdedigingsmuren versterkt. Dat kostte kapitalen, om maar te zwijgen van het groot aantal slachtoffers, en niet alleen op het slagveld. Franciscus werd hier scherp mee geconfronteerd toen hij op een dag, op voor hem onverklaarbare wijze, onder de melaatsen belandde. Daar zag hij hoe de geldverslindende wapenwedloop leidde tot een mensonwaardige behandeling van de melaatsen die buiten de stad, zeg maar, levend begraven werden. Toen stond Franciscus’ besluit vast. Hij brak met het verderfelijke systeem dat wapens boven mensen stelde, en besloot van nu af aan zonder bezit door de wereld te gaan, als een duidelijk protest tegen de onrechtvaardige en onmenselijke toestanden waartoe het bezits- en machtsstreven leidde. Hij wilde vrede stichten in een door oorlog en geweld geteisterde samenleving. Illustratief in deze is een kort onderhoud dat Franciscus had met de bisschop die zelf in een juridische strijd met de kanunniken verwikkeld was over bezittingen en geld. De bisschop vond het maar niets dat Franciscus zonder bezit wilde leven. Veel te moeilijk! Franciscus antwoordde dat hij, als hij bezit had, ook soldaten en wapens nodig had om dat te verdedigen. De gevolgen dáárvan wilde hij niet voor zijn rekening nemen. Hij zette zich liever in voor een vredevolle samenleving. Geen wonder dat hij zich herkende in de evangelielezing die hij in een kerk hoorde over Jezus die zijn leerlingen zonder bezit de wereld instuurde e mensen in hun huizen vrede te wensen, en enthousiast uitriep: Dat is het, dat is precies wat ik wil! Franciscus nam zijn besluit om bezitloos en ongewapend als vredestichter door de wereld te gaan niet plotseling in een emotionele opwelling, als een onrealistische romanticus, zoals nogal eens beweerd wordt. Integendeel, hij had er goed over na gedacht en zijn ogen goed de kost gegeven. Ik vraag me dan ook wel eens af: wie was hier nu de realist: Franciscus met zijn kritische kijk op de werkelijkheid, of de bisschop die vasthield aan de bestaande orde die, als je het realistisch bekijkt, eigenlijk een wanorde was vol geweld en oorlog. En met de kruistochten om zich heen - 3 grote en verschillende kleine tijdens zijn korte leven - is het niet verwonderlijk dat Franciscus zich ook afvroeg of de mensen- en geldverslindende kruistochten wel pasten bij de vredesmissie zoals hij die voor zichzelf uitgestippeld had. Het waren immers niet anders dan wrede en langdurige oorlogen omwille van het bezit van het Heilig Land, al stelde de kerkelijke kruistochtpropaganda ze ook nog zo mooi voor. Na twee eerdere pogingen, lukte het Franciscus in 1219 tijdens de vijfde kruistocht het kamp van de kruisvaarders in Egypte te bereiken en vervolgens, ondanks de bezwaren van de kerkelijke autoriteiten, naar de sultan te gaan om hem in zijn huis vrede te wensen. Hij werd zeer welwillend door de sultan ontvangen. Deze had zelf al meerdere vredesvoorstellen gedaan, maar die waren door de kerkelijke leiding, gesteund door de vertegenwoordigers van de Italiaanse handelssteden, afgewezen. Franciscus’ vredesmissie was dus niet succesvol, maar dankzij zijn bezoek en zijn dialoog met de sultan, keerde hij naar Italië terug met een heel andere kijk op moslims en de islam. Voor het eerst had hij die nu niet van horen zeggen, maar uit eigen ervaring leren kennen. En dat was een verrassende openbaring voor hem! Onze tijd kent veel overeenkomsten met de tijd van Franciscus. Hoe kan hij nu onze reisgezel zijn? Het belangrijkste - en misschien ook wel het meest onverwachte -, is zijn realistische kijk op de bezits- en machtsverhoudingen in zijn tijd. Zo was hij in staat door het rookgordijn van de ‘heilige-oorlogspropaganda’ van pausen heen te zien en te ontdekken dat het ging om ordinaire handelsoorlogen. Deze ontdekking van de mechanismen die er bij de kruistochten in het spel waren - en zoals die ook nu nog in het spel zijn: sla de krant maar open -, wekte zijn diepe afkeer en bevestigde hem in zijn keuze om als vredestichter door de wereld te gaan. Bij zijn vredesmissie maakte Franciscus al gauw kennis met de weerbarstige realiteit. Hoe goed ook bedoeld, succes was niet verzekerd. Ook werd hij door de goegemeente voor gek versleten. Toch zette Franciscus door tot aan het einde van zijn leven toen hij nog gevraagd werd te bemiddelen in een machtsconflict tussen bisschop en burgemeester. Doorzetten en niet opgeven, dat is naast inzicht, een van de dingen waartoe Franciscus ons als reisgezel kan motiveren. En daarbij niet afwachten tot een ander het initiatief neemt, maar dat zelf doen: zelf naar de sultan gaan, ook al weet je niet of dat wel goed afloopt! Werken aan vrede is een werk van lange adem. Incidenteel zullen we hier en daar successen boeken die ons aanmoedigen om door te gaan en nee te zeggen tegen de wapenwedloop van steeds slimmere en steeds duurdere wapens die zoals dat heet steeds meer efficiënt zijn, en daartegenover ja te blijven zeggen tegen wat op welke manier dan ook bijdraagt aan een cultuur van vrede. Juist als Franciscus, laten wij ons daarbij inspireren door het visioen van vrede: dat er aan de horizon een nieuwe aarde daagt waar zwaarden omgesmeed worden tot ploegen en we de oorlog afgeleerd hebben, waar we geen ministerie van oorlog meer hebben maar een ministerie van vrede, en zonder vrees kunnen uitzien naar de nieuwe morgen. Zingen we daarvan. Jan Hoeberichts