Een gezonde darmflora is niet alleen van belang voor onze spijsvertering, maar ook voor ons afweer­ systeem. Dankzij deze vrij recente wetenschappelijke ontdekking is er tegenwoordig veel aandacht voor goed functionerende darmen, zo meldde dr. Hans Stoop in het vorige nummer. In dit vervolg richt hij zich op de praktische toepassing van de verworven inzichten en geeft hij adviezen hoe we zelf onze darmflora gunstig kunnen beïnvloeden. Aanraders: Biogarde, kefir, karnemelk en synbiotica. Biogarde, kefir en karnemelk goed voor gezonde darmflora Tijdens natuurlijke geboorte worden melkzuurbacteriën de lichaamsopeningen ingeperst (deel 2) Tekst: Dr. Hans Stoop B egin dit jaar wijdde het Nederlands Instituut voor Biologie (NIBI) haar jaarlijkse onderwijsconferentie aan het thema ‘Bescherm jezelf’. Daarbij werden de schijnwerpers gericht op de darmbacteriën. Dat zegt iets over de veranderingen die gaande zijn. Het vakgebied dat de bacteriegemeenschappen in de menselijke darm bestudeert, is aan een stevige opmars bezig. Wetenschappelijk gezien staat het nu vast dat er een relatie is tussen de specifieke samenstelling van de darmflora en talrijke aandoeningen zoals suikerziekten, overgewicht, autisme en depressiviteit. Poeptransplantaties Dat het manipuleren en bijsturen van de darmflora een krachtig middel kan zijn, blijkt uit de zogenaamde poeptransplantaties, netter gezegd feces- of microbiologische transplantaties. Die worden op beperkte schaal wereldwijd in academische centra toegepast als laatste redmiddel bij diarreepatiënten. Binnenkort starten de studies waarbij onderzoekers de wetenschappelijke bewijsvoering hopen te verkrijgen. Hierbij worden microbiologische transplantaties vergeleken met de traditionele antibioticatherapie. Dankzij langdurig onderzoek waaraan ook Wageningse microbiologen deelnamen, zijn er nu aanwijzingen dat be- 8 paalde darmbacteriën een specifieke rol spelen in de darmstofwisseling, in de productie van verschillende vitaminen, bij de bescherming van het darmslijmvlies en bij immuunreacties. Een Nederlandse onderzoeksgroep doet onderzoek bij obesitas- en suikerpatiënten waarbij microbiologische transplantaties en manipulaties worden uitgevoerd om de ziekten te bestrijden. Maar ook voor gezonde mensen bieden Gezond evenwicht darmbacteriën van levensbelang de transplantaties mogelijkheden. Zo kunnen reizigers in het EHBO-pakket ‘een ingedikt monster van de eigen feces’ meenemen dat ingezet kan worden bij heftige diarree. Het darmsysteem wordt dan als het ware gereset. Een andere uitkomst van het onderzoek is dat de samenstelling van de microbiota (darmflora) mogelijk bepaalt hoe efficiënt voedsel wordt afgebroken en in welke mate vetreserves worden opgeslagen. De schuld van de vetzuchtepidemie wordt vaak bij de patiënt zelf gelegd, maar dat zou dan dus niet helemaal terecht zijn. Mensen die zeggen dat ze al dik worden als ze alleen maar naar eten kijken, hebben misschien niet helemaal ongelijk. Uiteraard moeten we ons wel afvragen wat oorzaak en wat gevolg is. Natuurgeneeskunde In de natuurgeneeskunde wordt het belang van een gezonde darmflora al sinds jaar en dag onderkend. Vandaar dat zure melkproducten en rauw plantaardig voedsel tot de voedingsrichtlijnen van deze geneeswijze behoren. Ook worden met regelmaat fysiologische bacteriën voorgeschreven, dat wil zeggen bacteriën die van nature in de darmen voorkomen. Verder streeft de natuurgeneeskunde ernaar dat het milieu in de darmen zo goed functioneert dat fysiologische bacteriën zich er kunnen handhaven. Bij een juiste voeding en een goede verhouding tussen de bacteriën onderling heeft elke soort bacterie het milieu waarin ze het best gedijt. Door wijziging van de verhouding van de basisvoedingsstoffen (eiwitten, vetten en koolhydraten) wordt ook de verhouding tussen de bacteriën onderling beïnvloed. Daardoor kan bijvoorbeeld de vorming van melkzuur verminderen met als gevolg dat de zuurgraad van het darmmilieu verandert. Onze darmflora is een hechte gemeenschap en verstoring van het 9 Antibiotica ruimen behalve ziekmakende organismen ook veel nuttige bacteriën in de microbiota op, waardoor ongevoelige bacteriën zich kunnen vermenigvuldigen en beschadigingen aanrichten aan het darmslijmvlies. Behandeling met melkzuurbacteriën helpt na een antibioticakuur om overmatige groei van nadelige bacteriën te remmen, de toestand van het darmslijmvlies weer te normaliseren en verschijnselen als diarree te verminderen. Probiotica kunnen veranderingen teweegbrengen in de microflora die gunstig zijn voor onze gezondheid. Ze zegevieren over ziekmakende microorganismen in het menselijke maagdarmkanaal. Deze micro-organismen produceren stofwisselingsproducten die zowel biologisch gunstig zijn als gunstig voor het immuunsysteem (postbiotica). Onderzoeken hebben aangetoond dat ze effectief zijn bij acute infectieuze diarree, antibiotica gerelateerde diarree, atopische ziekten als atopisch eczeem, astma, maagontsteking veroorzaakt door H. pylori, colitis ulcerosa, ziekte van Crohn, spastisch colon, constipatie en kolieken bij pas­geborenen. De meest gebruikte bacteriestammen bij probiotica behoren tot lactobacillus en bifidobacterium. Ook melkzuurbacteriën kunnen als probiotica worden toegepast, net als gisten en gistbijproducten. Te denken valt aan de gist saccharomycesboulardii. De inname van probiotica kan via medicijnen of supplementen, maar ze kunnen ook gemengd worden. Verder kunnen ze van nature aanwezig zijn in zogenaamd functioneel voedsel. Prebiotica zijn onverteerbare voedsel­ ingrediënten met een gunstig effect doordat ze selectief de groei en activiteit van een of meer autochtone probiotische bacteriën stimuleren. Voorbeelden van prebiotica: fructo-oligosacharide (FOSs),Inulin, galacto-oligosacharide (GOSs). Synbiotica zijn producten die zowel probiotica als prebiotica bevatten. 10 evenwicht heeft verstrekkende gevolgen voor het verloop van het verteringsproces van de voeding. Tijdens geboorte Al tijdens de geboorte wordt de basis voor een gezond evenwicht gelegd. Zodra de vliezen zijn gebroken, kunnen de in de schede van de moeder voorkomende bacteriën het kind bereiken. Doordat anus en vagina heel dicht naast elkaar liggen, raakt het kind al tijdens de geboorte bijna onvermijdelijk besmet met moeders fecale flora. Zowel melkzuurbacteriën als ook andere darm­ bacteriën worden tijdens het geboorteproces de lichaamsopeningen ingeperst. Na enkele uren kan men dan al de bacteriën op alle slijmvliezen in het lichaam aantreffen. De darmflora van de baby wordt verder opgebouwd uit bacteriën afkomstig van de huid van de moederborst, van de handen die de baby vasthouden en van alles waarmee de baby in aanraking komt. Baby’s die te vroeg geboren worden, door middel van een keizersnede ter wereld komen of worden blootgesteld aan antibiotica hebben een vertraging in de huisvesting van de probiotische bacteriën. Wat er verder gebeurt hangt af van de voeding: in borstvoeding zit een fors aantal levende melkzuurbacteriën en een stof die de groei van de bifidobacteriën (melkzuurbacteriën) bevordert. Het betreft de oligosachariden (koolhydraten opgebouwd uit 3-9 enkelvoudige suikers). Zo ontstaat er bij het aan de borst gevoede kind een bifidusflora, waardoor alle niet-lichaamseigen kiemen worden verdrongen. Deze bifidogene factor komt van nature niet voor in koemelk of in kindervoeding, zodat de bifidusflora Gewone yoghurt verstoort gezonde evenwicht (melkzuurbacteriën) zich bij gebruik van deze soorten voeding minder goed ontwikkelt. De bifidusflora verhindert dat ziekteverwekkers zich in de darmen vestigen. Melkzuurbacteriën produceren behalve melkzuur ook nog eens meer dan een twintigtal andere stoffen die microben of virussen bestrijden. Daarbij heeft moedermelk ook een direct remmend ef- fect op de groei van ziekteverwekkende bacteriën en virussen. Na de periode van de borstvoeding wordt de flora uitgebreid met bacteriën die zonder zuurstof kunnen leven. Onze bacteriën worden op peil gehouden door de producten die we binnen krijgen als onverhitte zure melkproducten en rauw plantaardig voedsel. Ze moeten dan wel voldoen aan bepaalde voorwaarden: de zure melkproducten moeten gefermenteerd zijn met fysiologische melkzuurbacteriën, zoals het geval is bij biogarde, kefir en karnemelk. De gewone yoghurt voldoet hieraan niet, ook niet de biologisch(-dynamische) yoghurt. Kwark is een verhaal apart. Het is een prima (gefermenteerd) melkproduct maar de hierin aanwezige bacteriën overleven niet of nauwelijks in de maag. Het voegt dus wat de microbiota van de darmen betreft weinig toe. Hetzelfde geldt voor de cottagecheese ofwel hütenkase, die in het bekende Budwigpapje wordt verwerkt. Wat het rauwe plantaardige voedsel betreft: dit is een goede verschaffer van fysiologische bacteriën, vooral als ze biologisch zijn gekweekt en dus niet zijn behandeld met insecten verdelgende middelen. Suiker Verband met kanker Tussen de processen in onze darmen en het ontstaan van kanker is een directe relatie. Bij de afbraak van eiwitten komen de stoffen ammonia, fenolen en cresolen vrij die zelf niet kankerverwekkend zijn, maar wél de werking van de echte kankerverwekkers versterken. Anders gezegd: hoe meer eiwitten in het dieet, hoe meer foute eiwitafbraakproducten. Wie weinig of geen vlees eet en veel plantaardige vezels, heeft minder eiwitafbraak en dankzij de overmaat aan plantaardige vezels, een zuurder darmmilieu. Dat zorgt ervoor dat minder kankerverwekkende stoffen zoals nitrosamine worden gemaakt. Nitrosamine wordt door darmbacteriën gemaakt uit nitriet, dat op haar beurt weer gemaakt is door bacteriën uit het nitraat dat we binnenkrijgen via onze voeding. Vandaar dat het verstandig is citroen aan spinazie toe te voegen omdat deze groente veel nitraat bevat en citroen de vorming van nitriet belemmert. In relatie tot kanker is het ook goed om te weten dat bij de vertering van plantaardige koolhydraten in onze darmen de flavonoïden quercetine en resveratrol worden gevormd. Dit zijn sterke antioxidanten die het ontstaan van kanker tegengaan. Naast de aandacht voor voortdurende aanvulling met fysiologische bacteriën dient er voor te worden gewaakt dat de darmflora beschadigd raakt als gevolg van het eten van bepaalde voedings­ middelen. Zo kunnen kunstmatige conserveringsmiddelen de productie van vitamines van de darmflora negatief beïnvloeden. Suiker (sacharose, dus zowel biet- als rietsuiker) wordt niet afgebroken door alle bacteriën en met name niet door de colibacteriën. Ook veroorzaakt suiker krampen in de darm, waardoor de normale motiliteit (de bewegingen) van de darm wordt gestoord. De colibacteriën blijken dan in de dunne darm te kunnen komen, met als gevolg een verstoring van het evenwicht tussen de daar thuishorende bacteriën. In het rijtje van ‘foute producten’ hoort ook yoghurt thuis. Het wordt onder andere bereid met behulp van lacto­ bacillusbulgaricus. Een melkproduct mag alleen maar yoghurt genoemd worden als de L. bulgaricus erin voorkomt. Dit is geen fysiologische darmbacterie voor de mens en zijn aanwezigheid heeft een nadelige invloed op de wél fysiologische flora. Anders gezegd: yoghurt verstoort het gezonde evenwicht. Gebruik van yoghurt heeft wel zin gedurende korte tijd na een darminfectie met ziekteverwekkende bacteriën. De lactobacillus bulgaricus helpt dan om de ziektekiemen op te ruimen. Daarna moet er echter weer herstel van de fysiologische microbiota plaatsvinden. Biologische yoghurt is ook vaak te verkrijgen met een aanvulling van (goede) acidophilus en bifidus bacteriën. Gekookte groente levert geen bacteriën en geen enzymen. Die worden bij het koken vernietigd. Plantaardige enzymen zijn behulpzaam bij de spijsvertering, die trager verloopt zonder die enzymen. Vandaar de ervaring dat iemand die dagelijks een flinke portie rauwe groente eet met minder voedsel toe kan dan iemand die alle groente kookt. Wat is de functie van de darmflora? 1 2 De darmflora kan het slijmvlies van de darm verstevigen, waardoor de blootstelling aan bepaalde ziekmakende bacteriën (microben) vermindert en ontstekingsreacties worden voorkomen. 3 Doordat er regelmatig bacteriën, bacterieproducten en andere moleculen door het slijmvlies heen gaan, wordt het immuunsysteem regelmatig geprikkeld en in staat van paraatheid gehouden. 4 H et door de bacteriën gevormde melkzuur heeft verschillende functies: a. Het zorgt voor een zuurgraad waarbij de verteringsenzymen optimaal kunnen werken. b. Vele mineralen kunnen alleen worden opgenomen als zouten van melkzuur. 5 De bacteriën hebben een functie bij de verzorging van het lichaam met vitamines. Zelf produceren ze verschillende vitamines van de B-groep inclusief folium­zuur, vitamine B12, de actieve vorm van vitamine B6, vitamine B5, vitamine B3, biotine en vitamine K. 6 A lle melkzuurbacteriën produceren suiker splitsende enzymen, die niet alleen lactose afbreken maar ook andere suikers zoals glucose, sacharose en maltose. Verdediging De samenstelling van onze microbiota vindt bij de pasgeborene al in het prilste begin plaats en zal later zeker niet veranderen. Wat we wel kunnen veranderen, is de hoeveelheid bacteriën die tot de verschillende bacteriestammen horen. Koolhydraten bevorderen de toename van de gunstige darmbacteriën (zoals bifidobacterium). Simpele suikers bevorderen de toename van ongewenste bacteriën (zoals coliformen). Zowel de nuttige als de schadelijke micro-organismen bereiken onze ingewanden via het voedsel dat we innemen. Een aantal bacteriestammen is zelfs in staat om een tijdje de omstandigheden in de maag te overleven. Een gezond dieet dat zorgt voor gunstige verhoudingen tussen de gewenste en ongewenste darmbacteriën is een eerste verdediging tegen aanvallen van buitenaf in het maagdarmkanaal. I n ons darmmilieu dient een gezond evenwicht te zijn. Dat voorkomt onder andere dat bacteriën zich vestigen in sectoren van het darmkanaal waar ze niet thuishoren en eventueel schade kunnen veroorzaken. Colibacteriën bijvoorbeeld veroorzaken ontstekingen wanneer ze zijn opgestegen tot in de afvoerwegen van galblaas en alvleesklier. 11