ZADEN, PLANTEN VAN DE TOEKOMST Richtlijnen voor de begeleider Doelgroep Lager Onderwijs (ook geschikt voor Buitengewoon Lager Onderwijs, type 1 en 8) Duur 2 uur Activiteiten 1. Activiteit 1: Zaden, vruchten, groenten en fruit. Kennismaking zaad/vrucht aan de hand van een verhaal: ‘We zijn aangespoeld op een onbewoond eiland …’ 2. Activiteit 2: Zaden verzamelen buiten. Kinderen verzamelen in de natuur diverse types zaden en vruchten. 3. Activiteit 3: Zaden en vruchten in Mabundu Ontdekking van 5 bekende vruchten/zaden in het Plantenpaleis, met verhaaltjes en (onderzoeks)opdrachten 4. Activiteit 4: Ordening van het gevonden zadenmateriaal - + zaadverspreiding 5. Activiteit 5: Zaden onderzoeken. (facultatief, enkel indien voldoende tijd) 6. Activiteit 6: zelf zaaien (of nodig materiaal mee naar huis om dit in de school te doen) Materiaal Per activiteit worden de nodige materialen opgesomd. Deze materialen worden door een medewerker van SEED op voorhand klaargezet: Een deel van het materiaal komt in een rugzak terecht die de begeleider mee op pad neemt. Deze rugzak moet voor de activiteit in het Van Heurck auditorium afgehaald worden. Een deel van het materiaal staat klaar en blijft in het Van Heurck auditorium, waar het zal gebruikt worden. Extra materiaal, nodig voor het hele atelier: 1. Een schrijfplankje per ll. 2. Schrijfgerief (potlood of balpen). Dit materiaal brengen de leerlingen van de school mee. Zaden, planten voor de toekomst 1 Richtlijnen voor de begeleider Doelstellingen Volgende doelstellingen komen aan bod: 1. De leerlingen kunnen bij een aantal bekende planten (wilde planten en eetbare planten) aangeven wat de zaden zijn. 2. De leerlingen kunnen verwoorden wat de rol van zaden is in de voortplantingscyclus van een plant. 3. De leerlingen kunnen het onderscheid maken tussen zaden en vruchten. 4. De leerlingen kunnen verschillende manieren van zaadverspreiding opsommen. 5. De leerlingen kunnen met voorbeelden aantonen dat er een relatie bestaat tussen het uitzicht van zaden/vruchten en hun wijze van verspreiding. 6. De leerlingen kunnen verwoorden dat er een relatie bestaat tussen zaden en een aantal veel gebruikte producten (te weten: katoen, rijst, koffie, chocola en kokos). RELATIE MET DE EINDTERMEN Basisonderwijs – Wereldoriëntatie De leerlingen kunnen 1.1 waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren; 1.2 onder begeleiding, minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese. 1.3 in een beperkte verzameling van organismen en gangbare materialen gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden; 1.5 kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast zijn aan hun omgeving; 1.14 kunnen van courante materialen uit hun omgeving enkele eigenschappen aantonen; 1.26 tonen respect en zorg voor de natuur vanuit het besef dat de mens voor zijn levensbehoeften afhankelijk is van het natuurlijk leefmilieu Zaden, planten voor de toekomst 2 Richtlijnen voor de begeleider ACTIVITEIT 1 KENNISMAKING ZADEN EN VRUCHTEN Waar ? Bij voorkeur buiten, onder een boom. Bij slecht weer: in het klaslokaal in Van Heurck of bij de Tuinwinkel. Duur 10 min. Doelstellingen 1. De leerlingen kunnen verwoorden wat de rol van zaden is in de voortplantingscyclus van een plant. 2. De leerlingen kunnen het onderscheid maken tussen zaden en vruchten. 3. Voor de leeftijdsgroep 10+: de leerlingen kunnen verwoorden dat planten zich ook via andere plantendelen kunnen voortplanten. Materiaal: Te vinden in de rugzak. Voor de hele klasgroep: plastic zakje met: o o o Enkele verschillende vruchten, zoals paprika, erwtjes in de peul, gedroogde bonen, appel, maïskolf, noten … Voor de ouderen ook een aardappel Eén of enkele mesjes Verloop van de activiteit: Enkele leerlingen krijgen één van de vruchten in de handen. Gesprek/verhaal 1 2 Stel je voor dat je bent aangespoeld op een onbewoond eiland. Je hebt één en ander kunnen redden van op je schip. Wat zou je hiermee doen? Ga je alles meteen opeten? Wat kan er nog? Introductie van de begrippen vrucht en zaad. Uitleggen dat de meeste soorten fruit en sommige soorten groenten vruchten zijn, die zaden bevatten. De leerlingen krijgen kort de tijd om hun object te onderzoeken. Wat zijn de vruchten? Wat zijn de zaden? Hoeveel planten zouden er hieruit kunnen groeien? Voor de ouderen: hoe komt het dat er uit een aardappel wél een nieuwe plant kan groeien, terwijl het toch geen zaad is? Zaden, planten voor de toekomst 3 Richtlijnen voor de begeleider ACTIVITEIT 2 ZADEN VERZAMELEN BUITEN Waar ? Zie suggestie op plannetje. Duur 30 min. Doelstellingen 1. De leerlingen kunnen zaden en vruchten van een aantal inheemse planten herkennen. 2. De leerlingen kunnen gericht zaden en vruchten waarnemen. 3. De leerlingen kunnen verschillen en gelijkenissen tussen de verschillende zaden en vruchten omschrijven. 4. De leerlingen weten dat er in elke vrucht 1, meerdere of zeer veel zaden kunnen zitten. Materiaal Per groepje van 3 à 4 kinderen, te vinden in de rugzak: 1 plastic zakjes 1 plastic potjes (sauspotjes frituur). Verloop activiteit De kinderen worden verdeeld in groepjes van ongeveer 3 à 4 leerlingen. Elk groepje krijgt enkele plastic zakjes en potjes. Wandel met de kinderen langs een parcours waar veel zaden te vinden zijn (zie suggesties op de kaart). Moedig hen aan om zelf zaden of vruchten te ontdekken. De bedoeling is dat ze min. 8 zaden of vruchten verzamelen die er sterk verschillend uitzien. Let erop dat elke groep bessen, noten, gevleugelde zaden, dopvruchten, peulvruchten, graanvruchten … vindt en dat er ook tussen de groepen onderling een zo groot mogelijke variatie verzameld wordt. Als de kinderen zelf geen vruchten of zaden zien, laat hen dan stilstaan bij planten waar duidelijk zichtbaar zaden of vruchten aanhangen. Wijs hierbij telkens op de relatie vrucht – zaden. Laat hen voor enkele vruchten tellen of schatten hoeveel zaden er in zitten hoeveel planten er mogelijk uit zouden kunnen groeien. Ga eventueel ook al in op verschillende vormen van zaadverspreiding. Zaden, planten voor de toekomst 4 Richtlijnen voor de begeleider ACTIVITEIT 3 ZADEN EN VRUCHTEN IN MABUNDU Waar ? Plantenpaleis, Kas Mabundu Duur: 30 min. Doelstellingen De kinderen ontdekken hier enkele bijzondere – vooral economische – zaden en vruchten. Het is de bedoeling dat ze 1. De link leggen met de ‘producten’ die aan deze zaden/vruchten verbonden zijn. 2. Inzien dat de mens verantwoordelijk is voor het ‘reizen’ van een aantal economisch belangrijke zaden en vruchten. 3. Enkele manieren van zaadverspreiding bekijken. Materiaal Volgende objecten, te vinden in de rugzak: 1. T-shirt 2. Zakje rijst 3. Bounty of kokosnoot 4. Stuk chocola 5. Zakje met koffiepoeder 6. 1 boekje ‘Zaden in het Plantenpaleis’ per leerling Op voorhand werden door een SEED-medewerker 5 vlaggetjes neergezet, bij de katoenplant, de rijstplant, de kokospalm, de cacaoboom en de koffiestruik. Verloop van de activiteit: Leid de activiteit in nog voor je Mabundu binnengaat! Geef aan elk groepje kinderen één van de 5 objecten (T-shirt, zakje rijst …). Vertel hen dat elk object iets te maken heeft met ‘zaden’. Laat de kinderen het object bekijken, er aan ruiken ... Laat hen nadenken over de volgende vraag: ‘Wat is de relatie van hun object met zaden/vruchten?’ Vertel de dat ze samen vlaggetjes gaan zoeken en dat elk vlaggetje bij een plant staat die iets te maken heeft met één van de voorwerpen. Vervolgens gaat de groep in Mabundu binnen en ontdekken de kinderen het eerste vlaggetje (bij de katoenplant). Wie denkt dat zijn object hoort bij de plant die de gids aantoont? Welke hypothese hebben ze omtrent de relatie van hun object met de zaden/vruchten van deze plant? Bij elke plant wordt een opdracht uit het boekje uitgevoerd. Indien er voldoende tijd is, kan er ook een verhaaltje verteld worden uit het boekje. Sommige opdrachten of activiteiten kunnen een aanleiding zijn om in de klas verder mee aan de slag te gaan (bv. het recept voor chocolademelk op z’n Azteeks). Zaden, planten voor de toekomst 5 Richtlijnen voor de begeleider ACTIVITEIT 4 ORDENEN VERZAMELD MATERIAAL + ZAADVERSPREIDING Waar ? Korte introductie onder een boom waaronder vele vruchten op de grond liggen, nabij ingang Van Heurck auditorium. Rest van de activiteit: Van Heurck auditorium (klaslokaal) Duur 30 min. Doelstellingen 1. De leerlingen maken kennis met de verschillende verspreidingsmechanismen van zaden en vruchten. 2. De leerlingen kunnen zaden/vruchten ordenen volgens zelf gekozen criteria. 3. De leerlingen kunnen aan de hand van het uitzicht van een zaad/vrucht informatie afleiden over de vermoedelijke manier van verspreiden. Materiaal Het volgende materiaal staat klaar in het Van Heurck klaslokaal: 5 herbariumdozen met onderverdelingen (1 per groep van 4 lln) Min. 5 stuks zoekkaart ‘Gids voor verspreiding van zaden en vruchten’ Per groep van 4 1 blad ‘Etiketten met symbolen zaadverspreiding’ Verloop van de activiteit: Inleiding zaadverspreiding Onder een boom waaronder veel zaden/vruchten liggen wordt het probleem van de zaadverspreiding ingeleid: Wat zou er gebeuren als al deze zaden hier ter plaatse blijven liggen? Zouden de planten kunnen groeien? Daarna gaan we naar binnen (Van Heurck auditorium). Zaden en vruchten sorteren volgens eigen inzicht De kinderen werken in groepjes van 3 à 4. Elk groepje krijgt een herbariumdoos ter beschikking. Ze sorteren de zaden en vruchten die ze gevonden hebben volgens eigen inzicht. Module zaadverspreiding tentoonstelling Leergesprek bij deze module: Wat zie je? Wat valt je op? Wat zou het betekenen? Gids geeft aanvullende informatie bij wat de kinderen zelf vertellen. De nadruk wordt hierbij gelegd op de relatie tussen het uiterlijk van zaden/vruchten en de manier van verspreiden (bv. vogels gekleurde en sappige bessen, wind helikoptertjes en parachuutjes, lifters de ‘kleeftest’). TIP: om te vermijden dat er teveel kinderen tegelijk rond de module staan, kan je ze per groepje bij je roepen terwijl de anderen met hun sorteeropdracht verder werken. Zaden, planten voor de toekomst 6 Richtlijnen voor de begeleider Zadententoonstelling maken De kinderen keren terug naar hun ‘zadenverzameling’ met de volgende opdracht: Kijk eens hoe je de zaden zelf spontaan hebt gesorteerd. Denk je dat jouw ordening overeenkomt met de verschillende vormen van verspreiding? Waar zou je veranderingen aanbrengen? De kinderen maken nu hun ‘definitieve’ tentoonstelling. Ze kiezen zelf uit de beschikbare materialen. Ze kunnen gebruik maken van etiketten waarop de verschillende vormen van zaadverspreiding zijn voorgesteld. Die kunnen ze eventueel inkleuren. In de ‘Gids voor verspreiding van zaden en vruchten’ kunnen de kinderen nog aanvullende informatie vinden. ACTIVITEIT 5 ZADEN ONDERZOEKEN Waar ? Van Heurck auditorium (klaslokaal) Duur 15 min. Doelstellingen 1. De leerlingen kunnen zaden/vruchten in detail waarnemen en tekenen. 2. De leerlingen kunnen het verband leggen tussen het aantal zaadjes in een vrucht en het aantal planten dat eruit kan groeien. 3. De leerlingen kunnen een onderzoeksvraag over zaden formuleren en een onderzoek bedenken. Materiaal Het volgende materiaal staat klaar in het klaslokaal: Per groep van 4 min. 1 loupe (indien mogelijk: binoculair) Potloden, meetlat 1 Mesje per groep van 4 Voor elke leerling: 1 ‘Invulblad zadenonderzoek’ Verloop van de activiteit: Laat elk kind een zaadje of vrucht kiezen uit de collectie die ze zelf verzamelden. Laat hen het ‘Invulblad zadenonderzoek’ invullen. Zaden, planten voor de toekomst 7 Richtlijnen voor de begeleider ACTIVITEIT 6: ZELF ZAAIEN In de praktijk zal het er meestal op neerkomen dat het materiaal om te zaaien meegegeven wordt naar de klas, dit wegens tijdsgebrek. Welk materiaal de klas meekrijgt, is afhankelijk van het seizoen: In de herfst en de winter (periode waarin activiteit meestal gekozen wordt – krijgt elke klasgroep een bokaaltje met kiemzaden mee. In het bokaaltje zitten de nodige instructies om kiemplantjes te laten groeien. In de lente en zomer krijgen de kinderen zaden van pompoen, Oost-Indische kers of dergelijke mee. Indien er voldoende tijd over is, kunnen de kinderen deze zaadjes al zaaien in potjes die hiervoor klaarstaan in het Van Heurck klaslokaal. Zaden, planten voor de toekomst 8 Richtlijnen voor de begeleider