Handelingen 4:32-35

advertisement
Ps 29:1,2
Wet
Ps 29:5
Gebed
Handelingen 4:1-31
G.118
Handelingen 4:32-35
Preek
Ps 99:1,2,3,4
Dank en voorbede G.131
Collecte
Ps 22:13,14
1Lucas geeft in het begin van het boek Handelingen een paar keer een
sfeerplaatje van de gemeente te zien. In Handelingen 2:42-47 wordt dat
gedaan. Maar ook hier is het een korte samenvatting, een situatietekening van
de gemeente te Jeruzalem. Enkele algemene opmerkingen over het
samenleven van de gemeente vormen een afsluiting en tevens inleiding op wat
er verder nog verteld gaat worden. De vroeg-christelijke kerk in Jeruzalem is
voor veel christenen vandaag nog het voorbeeld van christelijk samenleven.
Het was allemaal zo spontaan en men stond voor elkaar klaar. Het evangelie
werd krachtig doorverteld. En velen sloten zich bij de gemeente van Jezus
Christus aan. Het aantal gelovigen nam zienderogen toe. Men at bij elkaar aan
huis en deelde alles met elkaar.2 Alleen niet het bed. Maar verder hadden ze
alles gemeenschappelijk. Een hecht samenlevingsverband was ontstaan. Men
genoot van het onderwijs van de apostelen. En elke dag kwamen ze bij elkaar in
de zuilengang van Salomo in de tempel. Daar loofden ze God en de gemeente
stond goed bekend bij de inwoners van Jeruzalem. Men had liefde voor elkaar
en voor alle mensen. Het werd duidelijk dat de wet van God door de christenen
werd nageleefd. Zij onderscheiden zich duidelijk van de andere mensen door
hun geloof in Jezus Christus. Daarnaast is er grote mededeelzaamheid. Men
verkoopt eigen bezit om in de nood van andere gemeenteleden te voorzien.
Niemand hoeft in armoede te leven, want ze worden rijk van al het nodige
voorzien. Daaraan zie je de doorwerking van Gods genade in de gemeente. Het
evangelie blijkt een grote kracht te bezitten, waardoor mensen echt om elkaar
en om anderen gaan geven. Woorden en daden gaan hier gelijk op. De Geest
van Jezus Christus die op de Pinksterdag is uitgestort werkt krachtig in de
harten van de gelovigen. 3Ze zijn van harte bereid hun bezit af te staan en met
elkaar te bidden en te werken aan eensgezindheid. Geloof is geen dood ding,
maar een levend gebeuren. Veel mensen willen er graag bijhoren, omdat ze
gaan geloven in Jezus Christus, die is opgestaan uit de dood. De kring van de
gelovigen breidt zich gaandeweg uit. We kijken met enige jaloezie naar wat er
in Jeruzalem gebeurt. En we denken en zeggen misschien ook wel, was het
maar zo goed onder ons.
De Geest doet wonderen in het leven van mensen. Maar dat is vandaag nog
steeds zo. Het evangelie wordt vertelt aan mensen in Papoea. Ze nemen de
boodschap in geloof aan en worden gedoopt. 4-8 De kerk heeft het evangelie
doorgegeven en vandaag gaat die boodschap over heel de wereld. Zelfs in
afgelegen streken komen mensen tot bekering. Mensen die een totaal andere
taal spreken worden bereikt, doordat vertalers zich erop toeleggen om die taal
te leren kennen en op schrift te stellen. Het bijbelvertaalwerk van Wiccliff
Bijbelvertalers moet daarom onze steun hebben financieel maar ook door
gebed. Want God doet wonderen wereldwijd. Wat er in Jeruzalem gebeurde
zien we ook op andere plaatsen gebeuren. Dat mensen in woorden en daden
het evangelie gaan vormgeven in hun leven van elke dag.
Wij kunnen daar vandaag veel van leren. Want die eendracht is er onder ons
niet zo. We zijn niet zo verbonden aan elkaar. En het geloof wordt eerder
beleefd als iets voor onszelf. Geloven doen we in onze binnenkamer. Daar
spreken we niet over. Dat laten we nauwelijks merken in onze manier van
doen. We lopen er in ieder geval niet mee te koop dat we christen zijn. Nu
moet je daar ook wel voorzichtig mee zijn, want het kan zomaar verkeerd
worden opgevat. Alsof jij als christen nu zoveel beter mens bent in vergelijking
met anderen. Helaas – kan ik je verzekeren – christenen zijn niet beter dan
andere mensen. Toch kan er wel iets zichtbaar worden van het werk van God in
hen. In Jeruzalem was dat ook het geval. Ze zochten elkaar op in kleine kring in
het huis van de gelovigen. Ze stelden gastvrij hun huizen beschikbaar.8 Ze
stonden voor elkaar open, gastvrij als ze waren. Er was een grote mate van
saamhorigheid en eensgezindheid. Wat waren ze blij en enthousiast, dat ze
Jezus Christus hadden leren kennen. En ze gaven zich aan de nieuwe
gemeenschap in Christus bloed. Ze kwamen samen rond de apostelen die het
evangelie doorgaven. En zelf lieten de gemeenteleden het weten dat ze Jezus
Christus hadden aanvaard als hun Verlosser. Dat kon je zo merken aan hun
manier van doen en aan hun spreken. Ze waren vervuld van de Geest en
stelden hun bezittingen graag beschikbaar om de nood van de armen te
verlichten.
In onze materialistische maatschappij mogen ook wij genieten van
gemeenschapszin. Waar we delen van onze rijkdom om anderen te helpen.
Toch denk ik dat wij zomaar de stijl van deze maatschappij gaan vertonen en
dus niet meer ons bezit willen delen met anderen. Het is voor ons een valkuil
om alles maar voor onszelf te gebruiken en de vinger op de knip te houden.
Want we willen dit nog en dat realiseren. Onze plannen passen zich al gauw
aan bij ons inkomensniveau. En vaak blijft er dan niet veel meer over om van te
geven. Wij geven van onze overvloed. Terwijl wij onvoldoende beseffen, dat we
alles van God hebben ontvangen. Hij is de Gever van al het Goede. Daarom
komt God allereerst de dank toe voor wat we hebben gekregen. Dat leert ons
ook het feest van de eerstelingen. Op dat feest moest de eerste opbrengst van
het land worden afgestaan aan God. Nog voordat je zelf van de oogst kon
genieten gaf je alvast een deel aan God. Het eerste komt de HEER toe, zo was
de gedachte. Zo laat je zien hoe dankbaar je bent voor alles wat God geeft.
Zouden wij ook moeten doen. Het eerste loon wat je ontvangt, sta je af aan de
dienst aan God.9 De eerste keer aow geef je aan de HEER. Het eerste wat je
binnenkrijgt aan loon van die nieuwe baan, geef je aan God. We zijn in alles
afhankelijk van de HEER. Maar sommigen geven maar zo weinig, dat je echt
denkt, heb je maar zo weinig over voor de dienst aan God? Je moest je
schamen. Velen hebben een goed inkomen en kunnen in een riant huis wonen.
Anderen hebben een dure auto onder de kont en weer anderen laten de
flappen aardig wapperen als ze op vakantie gaan. Over het algemeen genomen
zijn we gezegende mensen, die veel van God hebben ontvangen. Dat wil niet
zeggen dat er anderen zijn die het niet breed hebben en de eindjes aan elkaar
moeten knopen om rond te komen. Die zijn er ook. Maar in Jeruzalem was het
zo dat er goed voor elkaar werd gezorgd, doordat stukken land verkocht
werden en met de opbrengst kwamen ze dan naar de apostelen toe. Die
zorgden er voor dat de behoeftigen in de gemeente werden geholpen. Prachtig
om te zien hoe het diaconale werk in Jeruzalem, de stad van de vrede, gedaan
werd. Mooi om te zien dat diakenen van al het nodige worden voorzien om
mensen in nood te helpen. Samen mogen we leven van genade. God heeft ons
alles gegeven. Laten we dan ook van onze rijkdom geven voor de dienst aan
God en aan de medemensen. Denk aan de naasten dichtbij en veraf. 10
Maar als hier staat dat ‘geen van hen zijn bezittingen beschouwde als zijn
persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk.’, betekent dat
dan dat er helemaal geen persoonlijk eigendom was. Een zekere
communistische heilsstaat, waarin geen persoonlijk eigendom meer wordt
toegestaan.? Zeker was er persoonlijk eigendom, anders konden ze ook niet
een deel ervan verkopen en de opbrengst bij de voeten van de apostelen
neerleggen. Maar ze waren zich ervan bewust dat God het is, die hen dat
allemaal gegeven had. God is de absolute eigenaar van alles. Hij heeft hemel en
aarde gemaakt met alles wat erop is. Van Hem is de aarde en haar volheid. Of
zoals ps 24:1 zingt: De aarde is met al wat leeft het wettig eigendom des Heren.
Ja, alles en iedereen is van God. Als dat tot je hersens doordringt, dan doe je
niet meer alsof jij de bezitter bent, maar dan geef je gul en laat je anderen
delen van de rijkdom, waar jij ook van mag genieten. Dat is een totaal andere
instelling, als de mensen in deze maatschappij, die allemaal druk zijn met geld
verdienen en uitgeven voor hunzelf. Ze zijn gericht op zelfverrijking en nog
mooier en luxer en beter leven. Anderen mogen daar nauwelijks in delen.
Gelukkig zijn er ook uitzonderingen. Mensen die best veel voor anderen
overhebben en zich inzetten voor de naaste in nood. Als je tot geloof in Jezus
Christus gekomen bent, leef je niet langer voor jezelf, maar geef je gul om
armen bij te staan. Wat heeft dat een vreugde gegeven bij de gevers, maar ook
bij de ontvangers. Samen kunnen ze God danken voor zijn goedheid en liefde.
Ja, mededeelzaamheid is daar waar christenen omzien naar elkaar en van hun
rijkdom leren delen met hen die het nodig hebben. Er is dan ook niemand die
aan iets gebrek had.
Dat is ook voor de mensen buiten de gemeente zichtbaar. Die onderlinge zorg
is goed geregeld en daardoor valt de gemeente op bij de andere inwoners van
Jeruzalem. In de gemeente wordt zichtbaar hoe groot de liefde is, waarmee
men gericht is op elkaars welzijn. Die liefde straalt warmte uit naar anderen en
is de beste uitnodiging om binnen te komen.
Er is wel onderzoek gedaan naar kerken die groeien. En wat dan opvalt is dat
vaak de sociale liefdevolle aandacht, die door gemeenteleden gegeven wordt,
de grootste aantrekkingskracht is voor de gemeente van Jezus Christus. De
hartelijkheid en spontane liefdevolle verwelkoming doet vaak nog meer dan
een hele preek. 11Stel dat hier iemand binnen zou komen en niemand zou wat
tegen zo iemand zeggen. Dan gaat hij of zij daarna weer weg met een idee van,
nou zeg, wat een koude bedoening, ik ben niet eens even aangesproken of
hartelijk verwelkomt. Daar gaat ja niets van uit. Moet je niet denken dat
iemand gauw weer terug zal komen. Ook al was de preek prima en de liederen
mooi. Nee, dat hoeft dan niet meer.
We zijn samen gemeente van Jezus Christus en ieder lid is van belang voor een
positieve uitstraling naar buiten. Als je buiten na die tijd gezellig staat te
kletsen, geeft dat een ander gevoel, dan dat iedereen maar rechtstreeks
afstevent op de koffie thuis. Hoe uitnodigend zijn wij? Hoe gastvrij? Hoe gul in
het geven? Hoe eensgezind en hecht? Hoe liefdevol naar elkaar in het geven
van aandacht en het bezoeken van elkaar? Allemaal vragen, die ons een spiegel
voorhouden. Zo is de eerste gemeente in Jeruzalem voor ons ook een spiegel.
Hoe is het met onze liefde voor God en voor elkaar gesteld? Wat werkt het
evangelie in uw leven uit?
God geeft hen daarbij ook het nodige. Want de gunst van God is over de
gemeente lezen we. De gemeente wordt gezegend. God zorgt ervoor dat het
de gemeente goed gaat en ze ook al het nodige ontvangen. Het woord dat
krachtig door de apostelen wordt verkondigd, wordt door God voorzien van
krachtige ondersteuning. Hij deelt zijn zegen aan hen uit, zodat het de
gemeenteleden goed gaat. De apostelen delen de ontvangen gaven weer uit
aan hen die het nodig hebben. We weten niet hoe dat precies allemaal in zijn
werk ging en of er een soort boekhouding werd bijgehouden. Later hebben de
apostelen, dat ook toevertrouwd aan betrouwbare mensen, zodat ze zelf de
handen vrij hielden om het evangelie met kracht te blijven verkondigen. Ze
moesten zich beperken tot hun kerntaak, zoals hier wordt verwoord: De
apostelen bleven met grote kracht getuigen van de opstanding van de Heer
Jezus.
Dat evangelie hebben de apostelen als oog- en oorgetuigen gebracht. Zij waren
erbij geweest. Ze hebben dat evangelie uit Jezus eigen mond gehoord en met
hun eigen ogen gezien wat er met Jezus is gebeurd en wat hij heeft gedaan. Ze
hebben hem gevolgd en zijn nu zelf door Jezus uitgezonden om de boodschap
te brengen. Dat doen ze met grote kracht. Het evangelie is een klemmende en
krachtige oproep om alles van Jezus Christus alleen te gaan verwachten. Dat
evangelie mogen ook wij doorgeven met de volle nadruk, die ligt op
aanvaarden van die boodschap. Niet als een van de vele mogelijkheden om
gered te worden maar de enige mogelijkheid, die God aan deze wereld
gegeven heeft, zijn eigen Zoon.
Die klemmende oproep willen velen vandaag niet horen. Er zijn immers zoveel
geloven en er zal overal wel iets goeds in zitten is dan de reactie. Maar dat is
niet zo. Er is maar een naam onder de hemel gegeven, waardoor je gered kunt
worden. En dat is de naam van Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God,
onze Heer. Kom dan tot geloof en ga dat geloof belijden, ga erover spreken en
doe er ook naar, zoals in de gemeente Jeruzalem gebeurde. 12Neem er gerust
een voorbeeld aan en laat dan andere mensen delen in de rijke genade van
God, die wij ontvangen hebben. Laat het maar gebeuren in de gemeente. Gods
Geest heb je al ontvangen en gaat elke keer met je mee. Vertel het maar aan
alle mensen, dat Jezus leeft.
Download