sector ontspanning, cultuur en sport

advertisement
VDAB
SECTORRAPPORT
SECTOR ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
SECTORRAPPORT
ONTSPANNING, CULTUUR
EN SPORT
VOORJAAR 2012
SECTORRAPPORT
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
Inhoudstafel
3- 4
5- 6
7- 8
9 - 10
11 - 12
13 - 14
15 - 16
17 - 18
19 - 20
21 - 22
23 - 26
27 - 28
29 - 30
31 - 32
VDAB Sectorrapporten: Inleiding
Binnenlandse werkgelegenheid: Situering van de sector
Loontrekkende werkgelegenheid: Subsector en regio
Loontrekkende werkgelegenheid: Geslacht
Loontrekkende werkgelegenheid: Leeftijd
Loontrekkende werkgelegenheid: Arbeidsregime
Jobs: Statuut
Jobs: Jobcreatie en jobdestructie
Jobs: Loontrekkende jobs
Bedrijven: Vestigingsgrootte
Vacatures: Ontvangen door VDAB
Knelpuntberoepen: Knelpuntvacatures
Remediëring: Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming (IBO)
Bijlage: NACE-codes
Foto’s: Pascal Vyncke, SeniorenNet.be
-2-
VDAB Sectorrapporten
Inleiding
Invalshoek
Deze sectorrapporten vertrekken van de vraagzijde van de arbeidsmarkt. We brengen de tewerkstelling in Vlaanderen per sector in kaart en bekijken de kenmerken.
De sectorindeling is gebaseerd op de NACE-classificatie van 2008 die ondernemingen indeelt volgens economische
activiteiten. Op die manier wijken we dus af van de indeling in paritaire comités die op werknemersniveau zijn gedefinieerd. Eén onderneming kan werknemers uit diverse paritaire comités tewerkstellen, terwijl de werknemers uit
éénzelfde paritair comité in diverse economische activiteiten aan de slag kunnen zijn. Beide indelingen zijn zo verschillend dat ook de cijfers niet vergelijkbaar zijn.
Voor een sectorrapportering op basis van paritair comité verwijzen we naar de rapporten van het Departement
Werk en Sociale Economie http://www4dar.vlaanderen.be/sites/svr/Pages/2012-02-06-WSE.aspx
In onze sectorindeling worden aanverwante activiteiten gegroepeerd. Op het eind van elk sectorrapport staan de
opgenomen activiteiten opgelijst.
Databronnen
In dit rapport wordt gebruik gemaakt van cijfers die beschikbaar worden gesteld in de Vlaamse Arbeidsrekening
van het Steunpunt Werk en Sociale Economie in samenwerking met het Departement WSE. Het gaat dus om verwerkte cijfers van diverse sociale zekerheidsinstellingen (vb. RSZ, RSZPPO, RSVZ…). Daarnaast publiceren we ook
cijfers van de VDAB zelf.
Er is de voorkeur gegeven aan administratieve data eerder dan cijfers die gebaseerd zijn op enquêtes zoals de Enquête naar de Arbeidskrachten.
Structuur van het sectorrapport
Figuur 1 toont hoe het rapport is opgebouwd. De tewerkstelling kan uitgedrukt worden in het aantal personen dat
in Vlaanderen tewerkgesteld wordt nl. de binnenlandse werkgelegenheid, of het aantal arbeidsplaatsen dat er in
Vlaanderen is nl. de jobs.
Deze jobs zijn de ingevulde arbeidsplaatsen in de Vlaamse vestigingen. W e spreken hier bewust over vestigingen en
niet over bedrijven of ondernemingen. Een onderneming met vestigingen in Vlaanderen kan haar hoofdzetel hebben in Brussel.
De openstaande arbeidsplaatsen worden uitgedrukt in vacatures. Eén van de r emediëringsinstrumenten die VDAB
hanteert om werkzoekenden aan het werk te krijgen is de Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming (IBO).
-3-
Sectorrapport
Figuur 1 Structuur van het secto rrapport
TEWERKSTELLING IN VLAANDEREN
Personen of VTE
Arbeidsplaatsen
BINNENLANDSE
WERKGELEGENHEID
JOBS
Ingevulde arbeidsplaatsen
VESTIGINGEN
Openstaande arbeidsplaatsen
IBO
VACATURES
Remediëringsinstrument
Regionale verdeling
In het rapport zijn de cijfers ook beschikbaar gesteld op regionaal niveau. Resoc staat voor Regionaal Sociaaleconomisch Overlegcomité. Dit comité groepeer t de sociale partners van de regionale SERR (Sociaal-Economische Raad
van de Regio) samen met vertegenwoordigers van de lokale besturen (gemeenten en provincie). Voor Resoc Limburg is er gekozen om verder uit te splitsen naar streektafels omdat de regio anders te ruim is. Deze streektafels zijn
er trouwens ook gekomen om de betrokkenheid van de lokale besturen te verhogen. Ze kunnen er werken aan
streekgebonden knelpunten inzake sociale economie die door de provinciale RESOC-werking ondersteund worden.
Vlaam s rapport
Naast de rapportering op sectorniveau is er ook een Vlaams rapport waarin de cijfers voor de gehele economie zijn
opgenomen en de sectoren worden gebenchmarkt. Er is bewust gekozen om de Vlaamse cijfers niet telkens op te
nemen in de sectorrapporten.
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
-4-
BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID
Situering van de sector
Wat betekent deze indicator?
De binnenlandse werkgelegenheid heeft betrekking op de arbeid die wordt ingezet in de Vlaamse vestigingen. De binnenlandse
werkgelegenheid kan bijgevolg worden omschreven als het totale aantal personen (vanaf 15 jaar) dat een hoofdjob heeft in
Vlaanderen. Ook studenten, PW A’ers behoren hiertoe.
Ter verduidelijking, de werkende bevolking is de som van de binnenlandse werkgelegenheid en het saldo grensarbeid.
Figuur 2 Werkgelegenheid in Vlaanderen : Indeling naar hoofdsecto r en aandeel sector (2009)
2%
Primaire sector
57.251
Ontsp.,
28%
cultuur
en sport
1%
581.583
Secundaire sector
23%
1.160.306
Tertiaire sector
758.067
Quartaire sector
46%
Figuur 3 Werkgelegenheid in de sector: Indeling naar statuut (2009)
2%
Loontrekkend
25.789
7.539
Zelfstandig
Helper
-5-
22%
679
76%
Sectorrapport
Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst
jaargemiddeld e 2009
Met ruim 34.000 werknemers behoort de sector ontspanning, cultuur en sport tot de kleinere sectoren van de Vlaamse economie op vlak van werkgelegenheid. In drie gevallen op vier gaat het om loontrekkende werkgelegenheid.
Ondanks de crisis kende de werkgelegenheid in de sector in 2009 nog een groei met 2,6% tegenover 2008.
Figuur 4 Werkgelegenheid in Vlaanderen : Indeling naar sector en evolutie
(jaargemiddelde 2009 t.o.v. 2008)
Groot- en kleinhandel
434.116
+0,1%
211.644
+2,6%
Zakelijke dienstverlening
210.033
+2,4%
M aatschappelijke dienstverlening
205.498
Onderwijs
Bouw
Transport, logistiek en post
154.027
Openbare besturen
149.428
M etaal
148.241
Gezondheidszorg
-9,7%
-0,7%
65.132
Primaire sector
57.251
Financiële diensten
55.275
Informatica, media en telecom
50.970
Diensten aan personen
47.535
-3,3%
-0,0%
-1,5%
+0,1%
+2,6%
34.007
28.784
+2,6%
-12,5%
26.940
Grafische nijverheid, papier en karton
22.738
Hout- en meubelindustrie
20.313
Vervaardiging van bouwmaterialen
19.661
Overige industrie
+2,1%
+0,0%
95.449
Chemie, rubber en kunststof
Overige dienstverlening
-0,8%
-6,6%
69.201
Dranken, voeding en tabak
Energie, water en afvalverwerking
-1,6%
140.342
Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling
Textiel, kleding en schoeisel
-0,4%
112.900
Horeca en toerisme
Ontspanning, cultuur en sport
+5,3%
173.960
+6,2%
-3,6%
-4,9%
-0,7%
17.147
6.613
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
+1,1%
-5,3%
-6-
LOONTREKKENDE WERKGELEGENHEID
Subsector en regio
Wat betekent deze indicator?
De loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid betreft alle personen vanaf 15 jaar en ouder met een job die in loonverband
wordt uitgevoerd.
Figuur 5 Loontrekkende werkgeleg enheid in Vlaanderen: Indeling naar leeftijd en geslach t:
10 belangrijkste subsectoren binnen de secto r (2009)
Sport
56%
10.097
44%
Bibliotheken, archieven, musea en overige culturele
activiteiten
62%
Creatieve activ iteiten, kunst en amusement
54%
5.960
Ontspanning en recreatie
Loterijen en kanss pelen
38%
7.040
46%
57%
2.045
43%
63%
647
37%
< 25 jaar
25 - 49 jaar
>= 50 jaar
Mannen
Vrouwen
De belangrijkste activiteit in de sector ontspanning, cultuur en sport is sport. Zowel jongeren als ouderen zijn relatief sterk
vertegenwoordigd. Mannen hebben een kleine meerderheid.
Antwerpen is veruit de belangrijkste regio van tewerkstelling in deze sector.
-7-
Sectorrapport
Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst
jaargemiddeld e 2009
Antwerpen
Loterijen en kansspelen
Ontspanning en recreatie
Creatieve activiteiten, kunst en amus ement
Sport
Bibliotheken, archieven, musea en overige culturele
activiteiten
Figuur 6 Loontrekkende werkgeleg enheid in Vlaanderen: Indeling naar Resoc:
10 belangrijkste subsectoren binnen de secto r (2009)
1.814
1.671
1.805
412
Mechelen
521
550
298
50
5
Turnhout
778
498
242
271
15
Prov. Antwerpen
84
3.113
2.720
2.345
733
104
Halle-Vilvoorde
739
291
310
92
35
Leuven
612
515
309
55
16
1.351
806
619
147
51
606
630
353
95
204
Prov. Vlaams-Brabant
Brugge
Westhoek
382
289
163
344
0
Zuid-Wes t-Vlaanderen
452
137
210
49
1
217
Oostende
276
142
119
88
Midden-West-Vlaanderen
314
126
127
23
6
2.029
1.325
971
599
428
Zuid-Oost-Vlaanderen
462
228
104
60
13
Dender-Waas
631
372
231
45
1
Gent en rand
783
661
914
226
43
Prov. West-Vlaanderen
Meetjesland-Leiestreek
299
129
41
20
2
2.174
1.390
1.290
352
59
Midden-Limburg
480
316
175
117
4
West-Limburg
253
131
147
6
0
Zuid-Limburg
267
149
208
29
0
Noord-Limburg
262
108
111
34
1
Maasland
167
96
93
29
0
Prov. Limburg
1.429
800
735
215
5
Vlaanderen
10.097
7.040
5.960
2.045
647
Prov. Oost-Vlaanderen
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
-8-
LOONTREKKENDE WERKGELEGENHEID
Geslacht
Wat betekent deze indicator?
De loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid betreft alle personen vanaf 15 jaar en ouder met een job die in loonverband
wordt uitgevoerd. Hier wordt de loontrekkende werkgelegenheid onderverdeeld naar geslacht.
Figuur 7 Loontrekkende werkgeleg enheid in de secto r: Indeling naar gesla cht (2009)
13.032
Mannen
49,5%
50,5%
12.757
Vrouw en
Figuur 8 Loontrekkende werkgeleg enheid in de secto r: Indeling naar gesla cht en Reso c (2009)
Mannen
Antwerpen
2.858
Mechelen
741
683
Turnhout
846
958
4.515
4.499
Halle-Vilvoorde
704
762
Leuven
813
694
Prov. Vlaams-Brabant
1.518
1.455
Brugge
1.026
862
Prov. Antwerpen
Westhoek
616
561
Zuid-West-Vlaanderen
403
446
Oostende
472
369
Midden-W est-Vlaanderen
279
318
Prov. West-Vlaanderen
2.796
2.557
Zuid-Oost-Vlaanderen
470
396
Dender-Waas
577
704
Gent en rand
1.353
1.273
Meetjesland-Leiestreek
Prov. Oost-Vlaanderen
232
2.633
259
2.632
Midden-Limburg
584
508
West-Limburg
237
301
Zuid-Limburg
345
308
Noord-Limburg
220
295
Maasland
185
201
1.571
1.614
13.032
12.757
Prov. Limburg
Vlaanderen
-9-
Vrouwen
2.929
Sectorrapport
Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst
jaargemiddeld e 2009
Figuur 9 Evolutie loontrekkende werkg elegenheid in de sector: Indeling naar geslach t en jaar
2008
12.651
2009
13.032
Mannen
12.553
12.757
Vrouwen
Figuur 10 Aandeel mannen in de loontrekkende werkg elegenheid in de sector: Indeling naar Reso c (2009)
Globaal zijn mannen en vrouwen over Vlaanderen ongeveer gelijk vertegenwoordigd in de sector ontspanning, cultuur en
sport. In de ene regio hebben mannen het overwicht, in de andere regio zijn vrouwen in de meerderheid.
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
- 10 -
LOONTREKKENDE WERKGELEGENHEID
Leeftijd
Wat betekent deze indicator?
De loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid betreft alle personen vanaf 15 jaar en ouder met een job die in loonverband
wordt uitgevoerd. Hier wordt de loontrekkende werkgelegenheid onderverdeeld naar leeftijd.
Figuur 11 Loontrekkende werkg elegenheid in de secto r: Indeling naar leeftijdscategorie (2009)
11,4%
< 25 jaar
2.939
15.484
25 - 49 jaar
28,6%
7.366
>= 50 jaar
60,0%
Figuur 12 Loontrekkende werkg elegenheid in de secto r: Indeling naar leeftijdscategorie en Reso c (2009)
< 25 jaar
25 - 49 jaar
>= 50 jaar
Antwerpen
574
3.625
1.587
Mechelen
199
846
379
Turnhout
244
1.051
509
1.017
5.522
2.475
Halle-Vilvoorde
209
853
405
Leuven
162
973
373
Prov. Vlaams-Brabant
370
1.825
777
Brugge
214
1.100
574
Westhoek
141
700
336
Zuid-West-Vlaanderen
127
487
235
Oostende
120
525
197
90
373
133
Prov. West-Vlaanderen
691
3.185
1.476
Zuid-Oost-Vlaanderen
124
513
230
Dender-Waas
171
699
411
Gent en rand
203
1.654
769
Meetjesland-Leiestreek
Prov. Oost-Vlaanderen
76
573
279
3.145
137
1.547
Midden-Limburg
359
Prov. Antwerpen
Midden-West-Vlaanderen
125
609
West-Limburg
38
312
187
Zuid-Limburg
45
390
218
Noord-Limburg
45
297
173
Maasland
35
198
153
287
1.806
1.091
2.939
15.484
7.366
Prov. Limburg
Vlaanderen
- 11 -
Bijna 3 werknemers op 10 in de sector is
50 jaar of ouder.
Dender-Waas en de hele provincie Limburg kennen een ouder e leeftijdsstructuur
dan de andere provincies.
Ook in Gent en rand is het aandeel jongeren laag.
Sectorrapport
Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst
jaargemiddeld e 2009
Figuur 13 Evolutie to tale loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar leeftijdscategorie en jaa r
2008
3.069
15.440
6.695
< 25 jaar
25 - 49 jaar
2009
2.939
15.484
7.366
>= 50 jaar
Figuur 14 Aandeel <25 jarigen in de loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar Reso c (2009)
Figuur 15 Aandeel >=50 jarig en in de loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar Resoc (2009)
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
- 12 -
LOONTREKKENDE WERKGELEGENHEID
Arbeidsregime
Wat betekent deze indicator?
Op basis van het arbeidsregime van de loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid kan het aantal voltijdse equivalenten
(VTE) afgeleid worden. Dit geeft het arbeidsvolume aan binnen de sector, waardoor deze indicator beter geschikt is als vergelijkingsbasis tussen verschillende sectoren.
Figuur 16 Loontrekkende werkg elegenheid in de secto r: Indeling naar arbeidsregime (2009)
Voltijds
15.199
40,5%
59,5%
Deeltijds
10.326
Figuur 17 Loontrekkende werkg elegenheid in de secto r: Personen en VTE (2009)
25.789
25.204
17.853
17.243
Personen
VTE
2008
2009
Figuur 18 Loontrekkende werkg elegenheid in de secto r: Indeling naar arbeidsregime, geslach t en leeftijd (2009)
Vrouwen
Mannen
9.000
9.000
8.000
8.000
7.000
7.000
6.000
6.000
5.000
5.000
4.000
4.000
3.000
3.000
2.000
2.000
1.000
1.000
0
0
<25 jaar
25-49 jaar
>=50 jaar
<25 jaar
Voltijds
- 13 -
25-49 jaar
>=50 jaar
Deeltijds
Sectorrapport
Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst
jaargemiddeld e 2009
Figuur 19 Loontrekkende werkg elegenheid in de secto r: Indeling naar arbeidsregime en Reso c (2009)
Voltijds
Antwerpen
Deeltijds
3.789
1.964
Mechelen
868
554
Turnhout
972
806
5.629
3.324
Halle-Vilvoorde
805
652
Leuven
891
614
Prov. Vlaams-Brabant
1.696
1.266
Brugge
1.262
604
Prov. Antwerpen
Westhoek
771
398
Zuid-West-Vlaanderen
453
369
Oostende
566
271
Midden-W est-Vlaanderen
324
272
Prov. West-Vlaanderen
3.375
1.915
Zuid-Oost-Vlaanderen
521
339
Dender-Waas
535
741
Gent en rand
1.584
973
Meetjesland-Leiestreek
Prov. Oost-Vlaanderen
211
2.851
273
2.325
Midden-Limburg
580
486
West-Limburg
245
291
Zuid-Limburg
429
216
Noord-Limburg
200
313
Maasland
194
191
1.647
1.497
15.199
10.326
Prov. Limburg
Totaal
Bijna 6 op de 10 werknemers is voltijds aan
de slag. Dit hangt ook samen met het belangrijke aandeel vrouwen in de sector:
vrouwen kiezen vaker voor deeltijds werk.
Uitzendarbeid is niet in deze grafiek opgenomen omdat ze in de sociale zekerheidscijfers bij de uitzendsector gevoegd wordt.
Er zijn aanzienlijke verschillen tussen de
regio’s. In Meetjesland-Leiestreek, DenderWaas, West- en Noord-Limburg zijn minder
dan de helft van de werknemers voltijds
aan de slag.
Figuur 20 Aandeel voltijds arbeidsregime in de loontrekkende werkg elegenheid in d e secto r: Ind eling naar Reso c (2009)
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
- 14 -
JOBS
Statuut
Wat betekent deze indicator?
Jobs zijn het aantal vervulde arbeidsplaatsen in de in Vlaanderen gevestigde productie-eenheden. Een job kan als loontrekkende, zelfstandige of helper ingevuld worden en hoofd- of bijberoep zijn. Arbeidsplaatsen van werknemers die afwezig zijn wegens ziekte, verlof of tijdelijke werkloosheid worden ook geteld als jobs. Arbeidsplaatsen van werknemers in voltijdse loopbaanonderbreking of tijdskrediet worden niet geteld als jobs.
Figuur 21 Aantal jobs in de secto r: Indeling naar statuut (2010)
1,9%
Loontrekkend
27.061
30,5%
Zelfstandig
12.237
67,5%
Helper
774
Figuur 22 Aandeel loontrekkende jobs in de secto r: Indeling naar Resoc (2010)
- 15 -
Sectorrapport
Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst
jaargemiddeld e 2010
Er zijn in de sector ongeveer 2,2 loontrekkenden tegenover 1 zelfstandige. Dit wijst
er op dat binnen de sector ontspanning,
cultuur en sport heel wat kleine bedrijven actief zijn.
Er zijn wel beperkte regionale verschillen
merkbaar. Aan de kust (Westhoek, Oostende, Brugge), Gent en rand en in Noorden Midden-Limburg ligt het aandeel loontrekkenden hoger dan in de rest van
Vlaanderen.
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
- 16 -
JOBS
Jobcreatie en jobdestructie
Wat betekent deze indicator?
Jobcreatie en -destructie worden gemeten als het verschil tussen het aantal jobs op 30 juni 2010 en 30 juni 2009 van een onderneming. Op vestigingsniveau wordt er meer dynamiek waargenomen dan op het niveau van de onderneming maar hier
wordt geen rekening mee gehouden. Als het aantal arbeidsplaatsen in een onderneming op het eind van de periode groter is
dan in het begin, is er sprake van jobcreatie. Als het aantal jobs op het einde kleiner is dan in het begin, spreken we van jobdestructie.
Figuur 23 Jobcrea tie en -d estructie in de sector:
Indeling naar bedrijfsgrootte (juni 2010 t.o.v. juni 2009)
+928
-882
+421
-480
+165
Figuur 24 Netto aangroei aantal jobs in de sector:
Indeling naar bedrijfsgrootte (juni 2010 t.o.v. juni 2009)
+0,9%
0-9 w n
10-49 w n
-1,1%
+2,9%
50-199 w n
-84
+116
+15,5%
> 199 w n
0
Figuur 25 Aantal bedrijven en aantal jobs in de sector: Indeling naar b edrijfsg rootte (juni 2010 t.o.v. juni 2009)
Jobs
Bedrijven
747
31 2
278
2.760
2.117
0-9 wn
- 17 -
4.874
5.224
10-49 wn
50-199 wn
> 199 wn
Sectorrapport
Bron: RSZ en Dynam-belgium.org
Cijfers juni 2010 t.o.v. juni 2009
Achter de netto-evolutie van jobs gaat een ruimere dynamiek van jobcreatie en -destructie schuil. Vooral in de grootste ondernemingen is het aantal jobs er sterk op vooruitgegaan. In de ondernemingen tussen 10 en 49 werknemers was er sprake
van een daling.
De ondernemingen met minder dan 10 werknemers maken het overgrote deel van de sector uit. Er zijn slechts 2 bedrijven
met 200 werknemers of meer.
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
- 18 -
JOBS
Loontrekkende jobs
Wat betekent deze indicator?
Dit zijn de jobs die in loondienst worden uitgeoefend. W erknemers kunnen een job uitoefenen bij meerdere werkgevers. Arbeidsplaatsen ingevuld door uitzendkrachten worden geteld als jobs van het uitzendkantoor en niet van de onderneming waar
ze effectief werken. Dit betekent dat het aantal jobs wordt onderschat indien veel gebruik gemaakt wordt van uitzendarbeid.
Antwerpen is wat betreft het aantal loontrekkende jobs het belangrijkst.
Het aandeel van de sector in het totaal aantal loontrekkende jobs loopt het hoogst op aan de kust (W esthoek, Oostende,
Brugge), Gent en rand, Antwerpen, Mechelen, Leuven en Zuid-Limburg - Haspengouw.
De evolutie van de sector vertoont regionaal sterke verschillen. Het aantal jobs is het sterkst gestegen in Mechelen, Leuven
en Zuid-Limburg - Haspengouw.
- 19 -
Sectorrapport
Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst
jaargemiddeld e 2010
Figuur 26 Aantal loontrekkende jobs in d e secto r: Ind eling naar Reso c (2010)
Figuur 27 Aandeel van de secto r in het totaal aantal loontrekkende jobs: Indeling naar Resoc (2010)
Figuur 28 Evolutie van het aantal loontrekkende jobs in de sector: Indeling naar Resoc (jaargemiddelde 2010 t.o.v. 2009)
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
- 20 -
BEDRIJVEN
Vestigingsgrootte
Wat betekent deze indicator?
Een onderneming kan op één enkele plaats gevestigd zijn of meerdere vestigingen met personeel hebben. De ondernemingsgrootte wordt hier berekend op vestigingsniveau. Dit betekent dat grote bedrijven met meerdere vestigingen worden opgesplitst. Voor alle duidelijkheid spreken we dan ook over vestigingsgrootte. Dit betekent dat alle arbeidsplaatsen in Vlaanderen
meegenomen worden, ook als de hoofdzetel van een onderneming buiten Vlaanderen gelegen is.
Figuur 29 Aantal vestigingen in de secto r: Indeling naar vestigingsgrootte (2010)
0-9 wn
10-49 wn
50-199 wn
> 199 wn
1,8%
2.757
0,1%
19,2%
672
64
2
78,9%
Figuur 30 Aantal vestigingen in de secto r: Indeling naar vestigingsgrootte en Reso c (2010)
0-9 wn
50-199 wn
> 199 wn
456
134
15
2
Mechelen
140
36
5
0
Turnhout
185
39
5
0
Prov. Antwerpen
781
208
25
2
Halle-Vilvoorde
247
53
2
0
Leuven
206
46
7
0
Prov. Vlaams-Brabant
452
99
9
0
Brugge
159
30
6
0
Westhoek
135
29
2
0
Zuid-West-Vlaanderen
120
34
0
0
Oostende
96
19
3
0
Midden-West-Vlaanderen
102
18
0
0
Prov. West-Vlaanderen
612
131
11
0
95
33
1
0
Dender-Waas
132
38
3
0
Gent en rand
214
51
9
0
98
22
0
0
Prov. Oost-Vlaanderen
538
143
12
0
Midden-Limburg
118
28
5
0
Zuid-Oost-Vlaanderen
Meetjesland-Leiestreek
- 21 -
10-49 wn
Antwerpen
West-Limburg
62
17
0
0
Zuid-Limburg
70
21
2
0
Noord-Limburg
68
15
1
0
Maasland
56
12
0
0
Prov. Limburg
374
92
7
0
Vlaanderen
2.757
672
64
2
Sectorrapport
Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst
jaargemiddeld e 2010
Figuur 31 Aandeel vestigingen met minder dan 50 werknemers: Indeling naar Resoc (2010)
Figuur 32 Aandeel vestigingen met meer dan 199 werknemers: Indeling naar Reso c (2010)
Bijna 4 vestigingen op 5 tellen minder dan 10 werknemers. Dit aandeel ligt nog hoger in Midden- en Zuid-West-Vlaanderen,
Meetjesland-Leiestreek, Zuid-Oost-Vlaanderen, Halle-Vilvoorde, West-Limburg en Maasland. De 2 grote vestigingen zijn gelegen in Antwerpen en Gent en rand.
* Noot bij Figuur 30: doo r het afronden van de cijfers op het niveau van de regio, is de so m van de regio’s gro ter dan het totaal.
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
- 22 -
VACATURES
Ontvangen door VDAB
Wat betekent deze indicator?
Vacatures zijn openstaande arbeidsplaatsen waarvoor de werkgever op zoek is naar een kandidaat-werknemer. Werkgevers
kunnen deze vacatures melden aan de VDAB. In de cijfers wordt enkel rekening gehouden met vacatures uit het normaal economisch circuit zonder uitzendopdrachten (NECzU). Ook vacatures in het kader van tewerkstellingsmaatregelen worden buiten
beschouwing gelaten. Tot slot zijn ook de vacatures in de sector uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling uit de cijfers gehaald.
De regionale verdeling is gebaseerd op de hoofdzetel van de onderneming. Over de plaats van tewerkstelling is er onvoldoende
informatie beschikbaar. Vacatures ‘buiten Vlaanderen’ kunnen dus afkomstig zijn van ondernemingen met hoofdzetel in Brussel
maar met vestigingen in Vlaanderen. Omgekeerd kunnen de ontvangen vacatures uit een regio eigenlijk tewerkstelling in een
vestiging buiten deze regio betekenen.
Figuur 33 Aantal ontvangen vacatures in Vlaanderen: Aandeel van de sector (2010)
1,3%
Ontspanning,
cultuur en
sport
2.476
189.144
Andere
98,7%
Figuur 34 Vacatu regraad (openstaande vacatures t.o.v. loon trekkende jobs): Evolutie
2,5%
1,3%
2008
- 23 -
2009
1,5%
2010
Sectorrapport
Bron: VDAB Studiedienst
jaartotaal 2010
Figuur 35 Aantal ontvangen vacatures van de sector: 10 belangrijkste beroepsg roepen (2010)
697
Andere in de diensten
441
Andere bureaubedienden
304
Hotel- en keukenpersoneel
296
Verkoper
103
Secretaresse, dactylografe
Andere hogere bedienden
81
Huisbew aarder, schoonmaker
79
Kunstenaar en mediapersoneel
55
Landbouw er, visser
53
Opvoeder
50
1,3% van alle ontvangen vacatures komt uit de sector ontspanning, cultuur en sport, wat iets hoger is dan het aandeel van de
sector in de binnenlandse werkgelegenheid.
Bij de vacaturegraad zetten we het jaargemiddelde van de openstaande vacatures af tegenover de som van het aantal loontrekkende jobs en de openstaande vacatures (volgens de definitie van het Steunpunt W erk en Sociale Economie). Deze indicator geeft dus het aandeel van de arbeidsplaatsen in de sector aan dat niet ingevuld is. De vacaturegraad lag in het crisisjaar
2009 op 1,3%, wat een stuk lager dan de 2,5% van 2008. De vacaturegraad steeg opnieuw tot 1,5% in 2010.
Veruit de meeste vacatures betreffen de beroepsgroepen ‘ander e in de diensten’ en ‘andere bur eaubedienden’.
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
- 24 -
VACATURES
Ontvangen door VDAB
Figuur 36 Aantal ontvangen vacatures van de sector: Indeling naar Resoc (2010)
Aantal vacatures
Antwerpen
621
Mechelen
111
Turnhout
184
Prov. Antwerpen
916
Halle-Vilvoorde
Leuven
Prov. Vlaams-Brabant
82
158
Brugge
173
Westhoek
193
Zuid-West-Vlaanderen
188
Oostende
78
Midden-West-Vlaanderen
52
Prov. West-Vlaanderen
684
Zuid-Oost-Vlaanderen
39
Dender-Waas
29
Gent en rand
168
Meetjesland-Leiestreek
34
Prov. Oost-Vlaanderen
270
Midden-Limburg
51
Zuid-Limburg
32
Noord-Limburg
15
Het r elatieve belang van de sector in het totaal aantal
vacatures is het grootst in de W esthoek. Ook in Oostende, Brugge, Zuid-West-Vlaanderen, Antwerpen,
Turnhout en West-Limburg zorgt de sector voor relatief veel vacatures.
11
Prov. Limburg
178
Buiten Vlaanderen
270
Eindtotaal
Antwerpen is op het vlak van ontvangen vacatures de
koploper. West-Vlaanderen komt op de tweede
plaats.
69
West-Limburg
Maasland
- 25 -
76
2.476
Sectorrapport
Bron: VDAB Studiedienst
jaartotaal 2010
Figuur 37 Aandeel ontvangen vacatures van de sector t.o .v. to taal aantal vacatu res: Indeling naar Resoc (2010)
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
- 26 -
KNELPUNTBEROEPEN
Knelpuntvacatures
Wat betekent deze indicator?
Niet elke vacature voor een knelpuntberoep geraakt moeilijk ingevuld. Bij de vacatures voor knelpuntberoepen waar het meer
dan 90 dagen (of 3 maand) duurde voor ze ingevuld raakten, spreken we van knelpuntvacatures.
Ook hier is voor de regionale verdeling rekening gehouden met de regionale knelpunten die kunnen afwijken van de Vlaamse
lijst van knelpuntberoepen.
Figuur 38 Aandeel knelpuntvacatures
in de sector (2010)
Figuur 39 Aandeel knelpuntvacatures
in alle sectoren (2010)
12,4%
22,5%
87,6%
77,5%
Geen knelpuntvacatures
Knelpuntvacatures
Amper één achtste van de ontvangen vacatures in de sector ontspanning, cultuur en sport zijn knelpuntvacatures, wat beduidend lager is dan het gemiddelde over alle sectoren.
De meeste knelpuntvacatures zijn te vinden bij de beroepen kelner, schoonmaker en vertegenwoordiger. Het aandeel van de
knelpuntvacatures in het totaal aantal vacatures in de sector is het hoogst in het Maasland.
- 27 -
Sectorrapport
Bron: VDAB Studiedienst
jaartotaal 2010
Figuur 40 Aantal knelpuntvacatures in de secto r: 10 belangrijkste clusters van knelpuntberoepen (2010)
24
Kelner
19
Schoonmaker
17
Vertegenw oordiger
13
Keukenpersoneel
Kok
12
Redder
12
10
Filiaalhouder en - assistent
6
Technicus
Vrachtw agenbestuurder
Kinesitherapeut
4
3
Figuur 41 Aandeel van de knelpuntvacatures in het totaal aantal vaca tures van de secto r: Indeling naar Resoc (2010)
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
- 28 -
REMEDIËRING
Individuele Beroepsopleiding in de
Onderneming (IBO)
Wat betekent deze indicator?
De individuele beroepsopleiding in de onderneming is een opleiding waarbij een cursist op de werkplek wordt getraind en begeleid. Het bedrijf betaalt geen loon en RSZ, enkel een productiviteitspremie. Na deze opleiding is het bedrijf verplicht om de
cursist aan te werven met een contract voor onbepaalde duur.
Figuur 42 Aantal gestarte IBO’s in Vlaanderen: aandeel van de secto r (2010)
0,6%
Ontspanning,
cultuur en
sport
65
11.736
Andere
99,4%
Figuur 43 Aantal gestarte IBO’s in de secto r: Indeling naar ken merk (2010)
Geslacht
35
Leeftijd
35
Scholingsniveau
23
Knelpuntberoep
22
30
28
23
2
19
43
61
Origine
Werkloosheidsduur
M
49
13
<25 j.
V
25-49 j.
>=50 j.
Laag
Midden
Knelpunt
Geen knelpunt
4
EU
3
<1 j.
Hoog
Niet-EU
1-2 j.
2-5 j.
>5 j.
De sector ontspanning, cultuur en sport is goed voor slechts 0,6% van alle Individuele Beroepsopleidingen in de Onderneming (IBO). Tegenover het belang van de sector in de totale werkgelegenheid (1%) staan dus relatief weinig IBO’s.
Er worden zowel mannen als vrouwen via IBO tewerkgesteld. Qua leeftijd zijn de IBO’s relatief gelijk verdeeld behalve voor
de 50-plussers. Alle scholingsniveaus worden gevraagd. Allochtonen en langdurig werkzoekenden vinden moeilijk de weg
naar een IBO. Bij één derde van de IBO’s gaat het om knelpuntberoepen.
- 29 -
Sectorrapport
Bron: VDAB Studiedienst
jaartotaal 2010
Figuur 44 Aantal gestarte IBO’s in de secto r: Indeling naar Resoc (2010)
Figuur 45 Aandeel van de gestarte IBO’s t.o.v. aantal loontrekkende jobs in de sector: Indeling naar Resoc (2010)
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
- 30 -
BIJLAGE
Nace-codes
Deze sector omvat:
NACE OMSCHRIJVING
90011
Beoefening van uitvoerende kunsten door zelfstandig werkende artiesten
90012
Beoefening van uitvoerende kunsten door artistieke ensembles
90021
Promotie en organisatie van uitvoerende kunstevenementen
90022
Ontwerp en bouw van podia
90023
Gespecialiseerde beeld-, verlichtings- en geluidstechnieken
90029
Overige ondersteunende activiteiten voor de uitvoerende kunsten
90031
Scheppende kunsten, m.u.v. ondersteunende diensten
90032
Ondersteunende activiteiten voor scheppende kunsten
90041
Exploitatie van schouwburgen, concertzalen en dergelijke
90042
Exploitatie van culturele centra en multifunctionele zalen ten behoeve van
culturele activiteiten
91011
Bibliotheken,mediatheken en ludotheken
91012
Openbare archieven
91020
Musea
91030
Exploitatie van monumenten en dergelijke toeristenattracties
91041
Botanische tuinen en dierentuinen
91042
Beheer en instandhouding van natuurgebieden
92000
Loterijen en kansspelen
93110
Exploitatie van sportaccommodaties
93121
Activiteiten van voetbalclubs
93122
Activiteiten van tennisclubs
93123
Activiteiten van overige balsportclubs
93124
Activiteiten van wielerclubs
93125
Activiteiten van vechtsportclubs
93126
Activiteiten van watersportclubs
93127
Activiteiten van paardensportclubs
93128
Activiteiten van atletiekclubs
93129
Activiteiten van overige sportclubs
93130
Fitnesscentra
93191
Activiteiten van sportbonden en -federaties
93192
Zelfstandig werkende sportbeoefenaars
93199
Overige sportactiviteiten, n.e.g.
93211
Exploitatie van kermisattracties
93212
Exploitatie van pret- en themaparken
93291
Exploitatie van snooker- en biljartenzalen
93292
Exploitatie van recreatiedomeinen
93299
Overige recreatie- en ontspanningsactiviteiten, n.e.g.
- 31 -
Sectorrapport
ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT
- 32 -
Download