Arbowijzer 23 - ontkistingsolie

advertisement
FNV BOUW
BESTAAT UIT
FNV BOUW & INFRA, FNV AFBOUW
EN
ONDERHOUD, FNV MEUBEL & HOUT
EN
FNV WOONDIENSTEN
ARBOWIJZER 23
Werken met
ontkistingsmiddelen
Beton is de ruggegraat van de
meeste woning-, utiliteits- en GWWbouwwerken. Ontkistingsmiddelen
lijken daarbij onmisbaar. In Nederland wordt jaarlijks ruim 5 miljoen
liter van deze middelen gebruikt.
Vaak zijn het producten die bestaan
uit minerale oliën, met soms een
hoog gehalte aan vluchtige oplosmiddelen. Die zijn slecht voor zowel
mens als milieu. Een boekje open
over de risico’s en de gezondere
alternatieven.
In de olie
Vluchtig bekeken
Overal waar beton wordt gestort, worden maatregelen getroffen om
te voorkomen dat het verse beton, de betonmortel, tijdens het uitharden aan de mal of bekisting blijft kleven. Anders zou bij het verwijderen van de bekisting het betonoppervlak beschadigen. Om dat
te voorkomen wordt in verreweg de meeste gevallen voor het storten ontkistingsmiddel op de bekisting aangebracht. Een goed ontkistingsmiddel draagt bij aan een mooi egaal betonoppervlak, met
weinig vlekken of poriën. Tot in de jaren ’90 waren ontkistingsmiddelen uitsluitend minerale oliën (aardolie). Die producten zijn
meestal slecht afbreekbaar in het milieu en kunnen bovendien
gezondheidsschade veroorzaken. Vaak bevatten ze ook nog schadelijke vluchtige oplosmiddelen. Om deze schadelijke effecten te
voorkomen zijn er alternatieven ontwikkeld. Ze zijn inmiddels volop
getest en worden in de praktijk gebruikt. Een overzicht.
Herziene 2e uitgave,
augustus 2009
>
In de olie ................................................. 1
>
Minerale oliën ....................................... 2
>
Laat je niet kisten .............................. 3
>
Alternatieven .......................................... 5
>
Wat zegt de wet?.............................. 10
>
Tips & trucs voor
gezond ontkisten .............................. 11
>
Meer weten? ....................................... 14
>
Nuttige adressen .............................. 15
Arbowijzer 23 | Werken met ontkistingsmiddelen | In de olie | 10107-1
10107
Inhoudsopgave
Minerale oliën
Er zijn diverse soorten ontkistingsmiddelen op de markt. Voor welk
middel wordt gekozen, hangt ondermeer af van de eisen die worden gesteld aan het uiterlijk van het beton. Ook het materiaal van
de bekisting (staal, betonplex of hout) en het productieproces (verwarmde of onverwarmde bekisting) bepaalt de keus. En verder is
de prijs natuurlijk een factor in de keuze. Vroeger waren minerale
oliën het enig beschikbare ontkistingsmiddel. De samenstelling
van die producten, en daarmee de gezondheidsrisico’s, varieert
sterk (zie kader). Grofweg bestaan ze uit een aardolieproduct waaraan stoffen zijn toegevoegd, zoals vaak oplosmiddelen. Al zijn er
alternatieven op de markt, nog altijd worden de minerale olieproducten het meest gebruikt.
Chemische samenstelling minerale ontkistingsolie – vroeger en nu
In het verleden werden allerhande soorten weinig-gezuiverde olie gebruikt als ontkistingsolie, zoals kerosine, gasolie en
soms zelfs afgewerkte olie die goedkoop te krijgen was. Ook werden vaak snel-verdampende en sterk ruikende
oplosmiddelen toegevoegd: aromaat-houdende terpentine.
Tegenwoordig zijn de technische eisen hoger en houdt men meer rekening met de gezondheid. De basisolie is meestal een
sterk gezuiverde (‘hoog geraffineerde’) minerale olie, zonder aromatische verbindingen. Ook het oplosmiddel is meestal
aromaatvrij, maar wel nog steeds snel verdampend. het gehalte oplosmiddel kan sterk variëren: in sommige producten
nul, soms 10-20%, soms 50% en soms wel tot 80%. Tenslotte voegt men meestal nog enkele stoffen toe die de werking
van het middel moeten verbeteren (zie onder).
De verschillende typen moderne ontkistingsmiddelen uit minerale olie:
Basisolie:
- Minerale olie.
- Minerale olie plus vluchtig oplosmiddel.
- Minerale olie gemengd met plantaardige olie.
- Emulsie van minerale olie in water (concentraten of kant en klaar).
- Ontkistingspasta of –was op basis van minerale olie (weinig gebruikt).
Toevoegingen:
- Vetzuren, b.v. oliezuur (tot 2%): bevorderen de lossing.
- Emulgatoren (< 1%): bevorderen het ‘bevochtigen’ van de gehele bekisting.
- Antiroestmiddel (< 1%): alleen – soms – in middelen voor stalen bekistingen.
Wel of geen vluchtig oplosmiddel?
Als je wilt weten of een ontkistingsmiddel een vluchtig oplosmiddel bevat, kun je kijken in het Veiligheidsinformatieblad
(VIB) of de technische documentatie bij het product. Een product bevat een oplosmiddel als:
- Het Vlampunt lager dan ± 120°C is (VIB rubriek 9).
- Het Kookpunt lager dan 250°C is (VIB rubriek 9).
Arbowijzer 23 | Werken met ontkistingsmiddelen | In de olie | 10107-2
Laat je niet kisten
De meest gebruikte manier om ontkistingsmiddel aan te brengen
is door verneveling. Door het product te verspuiten wordt het zo
gelijkmatig mogelijk verdeeld. Een belangrijk nadeel van deze
methode is dat de nevel ingeademd kan worden en dat het ongecontroleerd in bodem en water terecht kan komen. Andere methoden zoals aanbrengen met kwast of roller worden zelden toegepast. Blootstelling aan ontkistingsolie kan op drie manieren: oliedeeltjes komen op de huid, de olienevel wordt ingeademd of de
nevel komt in het speeksel en wordt doorgeslikt. Via deze blootstellingswegen kan ontkistingsolie het lichaam binnendringen en
schade aanrichten.
Huid
Het meest voorkomende effect van olie op de huid is olieacné
(‘puistjes’). De acné ontstaat meestal op plaatsen die het meest
met de olie in aanraking komen, zoals handen, buitenzijde van
onderarmen en dijen. Door wrijving van met olie besmeurde kleren
over de huid wordt het huid-oliecontact nog versterkt.
Andere veel voorkomende huidproblemen door blootstelling aan
olie zijn: eczeem als gevolg van het inwerken van irriterende stoffen (het zogenaamde irritatief contacteczeem) en hyperpigmentatie. Hoewel de meeste middelen vet aanvoelen, wordt de huid bij
regelmatig contact toch schraal. Olie lost namelijk het huidvet op.
De huid raakt geïrriteerd en wondjes zullen minder goed genezen.
Op den duur kunnen zelfs ontstekingen ontstaan: eczeem. De huid
is dan rood, jeukt, er kunnen blaasjes ontstaan, en op den duur
zelfs pijnlijke kloven. Vaak en grondig wassen met agressieve zeep
of oplosmiddelen kan de huidproblemen verergeren. Eczeem kan
erg hardnekkig zijn.
Werken met ontkistingsmiddelen gaat meestal samen met blootstelling aan cement. Nat cement werkt irriterend op de huid: ruwheid en kloven zijn het gevolg. Voor cement kun je bovendien overgevoelig worden. De kans op huidaandoeningen door ontkistingsmiddelen wordt groter wanneer je zo’n vorm van cementeczeem
hebt – en andersom! De huid is dan namelijk beschadigd waardoor
allerlei chemische stoffen makkelijker door de huid heendringen.
Inademing
Inademen van de nevel van ontkistingsmiddelen kan in ernstige
gevallen leiden tot een ‘chemische longontsteking’. Mogelijkerwijs
draagt blootstelling aan olienevel bij aan het ontstaan van bronchitis, ontsteking van de neusbijholte en neusverkoudheid.
Arbowijzer 23 | Werken met ontkistingsmiddelen | In de olie | 10107-3
De toevoegstoffen kunnen schadelijker zijn dan de olie. Van
oplosmiddelen is bekend dat ze Organisch Psycho Syndroom (OPS)
kunnen veroorzaken. Het is een vorm van hersenaantasting die
afhankelijk van het stadium varieert van concentratiestoornissen
en vergeetachtigheid tot een vorm van dementie. De lichte klachten verdwijnen zodra je weer frisse lucht inademt, maar als de
blootstelling jarenlang aanhoudt kunnen de klachten ernstiger en
blijvend worden.
Omdat men in de bouw meestal (veel) minder dan een uur per dag
met ontkistingsmiddel werkt, is de kans op de bovenbeschreven
klachten niet zo groot.
Inslikken
Inslikken van ontkistingsmiddel kan gebeuren als met vuile handen
wordt gegeten of gerookt. Als je echt een ‘slok’ ontkistingsmiddel
neemt kan dat erg gevaarlijk zijn. Je kunt je daarbij verslikken, en
daardoor veel olienevel in je longen krijgen. Dit gevaar geldt voor
ontkistingsmiddelen die de zgn. ‘risico-zin’ R-65 op het etiket hebben.
Milieuschade
Olie kan de bodem en het grond- en oppervlaktewater verontreinigen. De oplosmiddelen in de ontkistingsmiddelen zijn eveneens
slecht voor het milieu: ze zorgen voor zgn. ‘zomersmog’.
Arbowijzer 23 | Werken met ontkistingsmiddelen | In de olie | 10107-4
Alternatieven
Om milieu- en gezondheidsproblemen tegen te gaan, zijn er minder
schadelijke ontkistingsmiddelen ontwikkeld. Enerzijds zijn dat beter
afbreekbare aardolie-producten, of producten met een lagere
vluchtigheid, waardoor er minder oplosmiddelen verdampen. Een
alternatief dat echter nog meer perspectief biedt, zijn middelen op
basis van plantaardige olie. Er is al veel positieve ervaring mee
opgedaan.
Plantaardige oliën
Sinds medio jaren ’90 is veel ervaring opgedaan met ontkistingsmiddelen op basis van plantaardige olie. Deze ‘plantaardige’ ontkistingsmiddelen hebben langzaamaan hun weg naar de bouwplaats gevonden. Ze zijn milieuvriendelijker dan de traditionele
aardolieproducten. Omdat ze afbreekbaar zijn in water en bodem,
omdat er geen of heel weinig oplosmiddelen uit verdampen en
omdat de grondstof ‘hernieuwbaar’ is. Daarnaast zijn de plantaardige middelen gezonder voor de gebruiker. Bovendien blijkt dat
plantaardige ontkistingsmiddelen minstens even goed presteren
als de ‘gewone’ olie. Wel moeten ze zorgvuldiger worden aangebracht voor een goed resultaat. Ze zijn dan ook nog zeker geen
gemeengoed in de bouw.
Soorten ‘plantaardige’ ontkistingsmiddelen
’Deze producten worden geproduceerd uit plantaardige oliën zoals
koolzaadolie, sojaolie of zonnebloemolie. Meestal worden deze
plantaardige oliën bewerkt om zo de technische eigenschappen te
verbeteren. In dat geval worden ze ‘esters’ genoemd. Er zijn twee
soorten op de markt:
Watergedragen emulsies.
Dat zijn melkachtige producten. De plantaardige olie of ester is in
zeer kleine druppeltjes verdeeld in water – inderdaad net als melk.
Na het aanbrengen verdampt het water. Een zeer dunne, egale
laag ontkistingsmiddel blijft op de bekisting.
Pure of bewerkte plantaardige olie.
Deze producten zijn niet mengbaar met water. Ze zien er uit als de
oude traditionele ontkistingsolie maar hebben niet dezelfde sterke
geur.
Beide typen bevatten geen of zeer weinig vluchtige oplosmiddelen:
alleen de ‘wintervaste’ versie van de watergedragen emulsies
bevatten een kleine hoeveelheid alcohol (± 4%). De producten veili-
Arbowijzer 23 | Werken met ontkistingsmiddelen | In de olie | 10107-5
ger voor de gezondheid en het milieu. Ze bevatten namelijk geen
minerale olieproducten zoals aardolie, koolwaterstoffen of paraffines. Ze hebben een vlampunt hoger dan 160°C, of helemaal geen
vlampunt. Dat betekent dat ze veel minder brandbaar zijn dan de
meeste minerale oliën, of zelfs onbrandbaar. Ze zijn goed afbreekbaar in het milieu volgens de zogenaamde ‘OECD-afbreekbaarheidstests’. Net als de producten op basis van minerale olie, kunnen plantaardige ontkistingsmiddelen kleine hoeveelheden toevoegingen bevatten, zoals vetzuren (2%), emulgatoren (<1%) en antiroestmiddelen (< 1%).
Arbowijzer 23 | Werken met ontkistingsmiddelen | In de olie | 10107-6
Let op je lijf
Aardolieproduct
Plantaardig olieproduct
-
-
Meestal brandbaar
Irriterend voor de huid
Vaak een sterke geur
Werkkleding, schoenen en beton worden
aangetast
- Vaak slecht afbreekbaar waardoor
bodemverontreiniging op de bouwplaats ontstaat
- Kan een schadelijk, vluchtig oplosmiddel
bevatten
- Ontstaan van gevaarlijk afval, dus hoge
verwerkingskosten
Niet brandbaar
Emulsies nauwelijks irriterend voor de huid
Pure plantaardige olie minder irriterend
Milde geur
Werkkleding, schoenen en beton worden niet
aangetast
- Goed afbreekbaar in het milieu
- Bevat geen vluchtig oplosmiddel
(alleen de wintervaste emulsie 4% alcohol)
- In het algemeen ontstaat geen gevaarlijk afval
Hoe werken met plantaardige ontkistingsmiddelen?
Opstarten
Zorg ervoor dat je met schone bekistingen, zonder cementsluier,
start. Omdat ’plantaardige middelen de cementsluier niet oplossen, zoals sommige andere oliën wel doen, kan een vuile bekisting
tot problemen leiden.
Spuitapparatuur
Gebruik roestvrij stalen spuitapparatuur in plaats van de normale
verzinkte. Dit voorkomt dat de spuitmond verstopt raakt door de
inwerking van plantaardige olie. Vraag de leverancier welke spuitmond (nozzle) je het best kunt gebruiken.
Aanbrengen watergedragen (melkachtige) producten.
Er moet zorgvuldiger gespoten worden dan bij traditionele oliën. Elk
deel van de bekisting moet worden geraakt:
- Houdt afstand tot de bekisting.
- Houdt de druk op tenminste 4 bar.
- Kijk naar de bekisting tijdens het oliën en probeer in ‘patroontjes’
te spuiten.
Aanbrengen van niet-watergedragen producten
Het verschil met traditionele oliën is hier kleiner dan bij watergedragen producten. Echter, ook hier is zorgvuldig inspuiten te adviseren om overdosering te voorkomen. Het is namelijk erg belangrijk om ze zo spaarzaam mogelijk aan te brengen
- Houdt afstand tot de bekisting.
- Vraag de leverancier welke druk je moet aanhouden.
- Kijk naar de bekisting tijdens het oliën.
Hoe de plantaardige producten succesvol introduceren?
Of het introduceren van de ontkistingsmiddelen uit plantaardige
olie succesvol verloopt, hangt af van vele factoren. En dat zijn
Arbowijzer 23 | Werken met ontkistingsmiddelen | In de olie | 10107-7
zeker niet alleen technische factoren. Immers een routine van twintig jaar gooi je niet zomaar overboord, iedereen moet wennen aan
de nieuwe manier van werken.
In de eerste plaats moet iedereen, het management voorop, gemotiveerd zijn om met de nieuwe olie te werken. Het overschakelen
vereist vooral in het begin vaak extra aandacht voor het werk.
Uitvoerders en projectleiders moeten er bovendien rekening mee
houden dat het in het begin tijd kost om te wennen aan het nieuwe product.
In de tweede plaats moeten medewerkers vaak hun jarenlange
werkroutine overboord gooien. Dit geldt met name voor de stalen
bekistingen (tunnelbekistingen). Bij de veel gebruikte multiplex
bekistingen is meestal niet veel extra aandacht nodig. De leiding
moet ervoor zorgen dat de leverancier duidelijke instructies geeft,
en niet alleen een vat olie aflevert.
Klassering ontkistingsmiddelen
Meestal worden de gezondheidseffecten niet of maar heel summier op het product vermeld. Er moet er expliciet naar
worden gevraagd bij de leverancier. Hierdoor is het voor de inkoper niet makkelijk een goede vergelijking te maken tussen
de verschillende middelen. Om de vergelijking en de uiteindelijke keuze te vergemakkelijken is een klasseringssysteem
ontwikkeld. Dit hulpmiddel geeft aan welke ontkistingsmiddelen wel en welke minder of geen nadelige gevolgen hebben
voor gezondheid, milieu en transportveiligheid. Het systeem is ontwikkeld door de Stichting Betonlosmiddel Fabrikanten
(BLF), het ministerie van VROM, Arbouw en IVAM in Amsterdam.
4 klassen
In totaal zijn er vier klassen. De middelen die op de punten gezondheid, milieu en transportveiligheid het beste voldoen,
zitten in klasse 1.
Nr Eigenschap
1 Op basis van herwinbare grondstoffen
Geen risico’s voor verwerker
2
3
Niet of gedeeltelijk op basis van
herwinbare grondstoffen
Geen risico’s voor verwerker
Beperkte risico’s voor verwerker
4
Overig
Criteria
(exclusief water) minimaal 85% herwinbare grondstof
geen minerale olie
geen kenmerking met R – zinnen nodig.
geen vluchtige oplosmiddelen (VOS)
vlampunt > 100’C
geen kenmerking met R – zinnen nodig, behalve R65 toegestaan
vlampunt > 65’C
geen kenmerking met R – zinnen nodig, behalve R65 toegestaan
Geen criteria
Welke middelen zitten in welke klasse?
PISA, het Productgroep Informatie Systeem van Arbouw, geeft een overzicht van merken ontkistingsmiddelen, hun
leverancier en de klasse waarin ze zitten (zie ‘Leestips’, pagina 14). Veel leveranciers geven ook zelf informatie over de
klasse die hun producten hebben.
Europees Ecolabel
Sinds kort bestaat er ook een Europees Ecolabel (‘milieukeur’) voor smeermiddelen, waaronder ontkistingsmiddelen
Middelen met het Ecolabel zijn niet alleen milieuvriendelijker, maar ook minder schadelijk voor de gezondheid. Voor zover
bekend is er in Nederland echter nog geen ontkistingsmiddel met Ecolabel op de markt.
Arbowijzer 23 | Werken met ontkistingsmiddelen | In de olie | 10107-8
Geen limonade
Alle positieve verhalen ten spijt: ook plantaardige middelen zijn
geen limonade. Ook ontkistingsmiddelen op basis van plantaardige
olie kunnen huidirritaties veroorzaken. Verder zitten er in emulsies
altijd emulgeermiddelen: stoffen die olie en water goed laten mengen. Omdat de huid van nature ook vet is, zullen deze stoffen die
makkelijk ‘week’ maken. Ook voor het werken met middelen uit
plantaardige olie geldt daarom dat huidcontact en inademing
zoveel mogelijk moet worden vermeden.
Zelflossende bekisting
Het gezondst en meest milieuvriendelijk is helemaal geen gebruik
van ontkistingsmiddelen. Dat kan soms. Er zijn namelijk verschillende bekistingsmaterialen in de handel waarbij geen ontkistingsmiddelen nodig zijn. Voorbeelden van dergelijke ‘zelflossende’
bekistingsmaterialen zijn:
kartonnen bekistingen voor kolommen;
bekistingsmatten voor een extra verdicht betonoppervlak;
bekistingsplaten van gerecyclede drankverpakkingen;
kunststof platen of panelen.
Al deze materialen hebben bepaalde voordelen. Bij kartonnen
kolombekistingen kunnen het gebruiksgemak en de kosten een
voordeel zijn. Bekistingsmatten geven een zeer dicht en sterk
betonoppervlak waardoor de gebouwbeheerder soms kan besparen
op onderhoudskosten. Meer info staat in de uitgave van InfoMil
‘Zelflossende bekistingsmaterialen, marktverkenning en milieuaspecten.’ (zie ‘Leestips’, pagina 14).
Arbowijzer 23 | Werken met ontkistingsmiddelen | In de olie | 10107-9
Wat zegt de wet?
Elke werknemer moet gezond en veilig kunnen werken. De werkgever is verplicht om daar de mogelijkheden voor te scheppen. Dat
staat in een aantal wetten en regels.
De werkgever is verplicht om alle arbeidsrisico's te inventariseren
en te evalueren (RI&E). De werkgever moet volledig op de hoogte
zijn van alle mogelijke risico's die het gebruik van gevaarlijke stoffen met zich meebrengt. Bij het werken met gevaarlijke stoffen
moet de aard, de duur en de frequentie van de blootstelling
bekend zijn.
De werkgever is verplicht om een register bij te houden van alle
stoffen waarmee gewerkt wordt. De gegevens voor het register
komen van het etiket, het informatieblad of PISA (Productgroep
Informatie Systeem Arbouw). In PISA is het minst schadelijke ontkistingsmiddel te selecteren. Momenteel zijn dat middelen op
waterbasis (olie-in-water-emulsies).
De werkgever is verplicht om werknemers voorlichting en onderricht te geven over de gevaren van het werk en de materialen waarmee wordt gewerkt.
De werkgever moet doeltreffende maatregelen nemen om te voorkomen dat werknemers gezondheidsschade oplopen door het werken met gevaarlijke stoffen.
Arbowijzer 23 | Werken met ontkistingsmiddelen | In de olie | 10107-10
Tips & trucs voor gezond ontkisten
Minder of geen blootstelling aan ongezonde ontkistingsmiddelen.
Hoe bereik je dat? Tips & trucs voor verbeteringen op een rij.
Oplossingen die de bron van het probleem aanpakken, hebben
altijd de voorkeur. De Arbowet schrijft dat trouwens ook voor. Als
bronoplossingen niet kunnen, zijn vaak andere verbeteringen voor
handen.
1. Bronoplossing
Bij gebruik van zelflossende bekistingssystemen hoeven helemaal
geen ontkistingsmiddelen gebruikt te worden.
Als er toch ontkistingsmiddelen gebruikt worden hebben plantaardige oliën op waterbasis (emulsies: ‘melkachtige producten’) de
voorkeur vanwege zowel gezondheids- als milieuredenen.
Als emulsies om technische redenen niet kunnen, probeer dan een
product op basis van pure plantaardige olie of esters.
Als ook dat niet lukt, en wil men een minerale olie, kies dan een
product met een zo hoog mogelijk vlampunt, in ieder geval > 100°C.
2. Beperkte blootstelling
Zorg voor de juiste spuitdruk. De nevel zal dan niet te fijn worden
waardoor de kans op blootstelling (inademing, inslikken en huid)
kleiner is. Elk type ontkistingsmiddel heeft zijn eigen optimale
spuitdruk. Informeer bij de leverancier.
Richt de spuitnevel altijd van de wind af en zorg dat de wind ook
kan komen op de plaats waar gespoten wordt.
Grote obstakels kunnen voor onverwachte luchtwervelingen zorgen.
Vertrouw daarom niet op natuurlijke ventilatie als er dergelijke
obstakels in de buurt zijn.
Richt de nevel bij vlakstraalsproeiers in een schuine hoek ten
opzichte van het oppervlak van de bekisting. De terugslag zal dan
minder zijn. Bij volkegelsproeiers is een rechte hoek beter.
Informeer voor de juiste sproeier bij de leverancier.
De spuitlans moet meer dan een armlengte lang zijn.
Zorg bij het vullen van de cilinder dat er geen ontkistingsmiddel
gemorst wordt. Sommige leveranciers leveren hulpmiddelen
(hevels, lekbakken) om morsen te voorkomen.
Probeer te voorkomen dat twee dicht op elkaar staande bekistingen
moeten worden geolied. In zo’n omsloten ruimte kunnen dampen
moeilijk weg. Probeer het werk zo te organiseren dat de losse
bekistingsdelen eerst worden geolied en daarna pas in elkaar
worden gezet en gesteld.
Wees in omsloten ruimten extra kritisch met de keuze van het
ontkistingsmiddel. Bijvoorbeeld: nauwe ruimten tussen twee
Arbowijzer 23 | Werken met ontkistingsmiddelen | In de olie | 10107-11
bekistingen, bouwputten voor gebouwen met meerdere verdiepingen
beneden het maaiveld.
Als de scharnieren aan de binnenkant van een tunnelbekisting
gesmeerd moeten worden, spuit ze dan niet in met ontkistingsmiddel, maar gebruik een apart, klein flesje niet-vluchtige smeerolie.
Werk niet met ontkistingsmiddel als je wondjes aan handen of
onderarmen hebt.
Draag geen vervuilde poetsdoeken in zakken van werkkleding.
Laat geen gereedschap en poetsdoeken slingeren waaraan
onkistingsmiddel zit.
Laat geen open vaten en emmers met ontkistingsmiddel op de
bouwplaats achter. Spreek een retoursysteem voor vaten af met
de leverancier.
Zorg dat op de spuiten goed zichtbaar is aangegeven wat er in zit
en waarvoor het gebruikt moet worden. Dat is vooral van belang
als er op één project meerdere typen ontkistingsmiddel worden
gebruikt.
3. Persoonlijke bescherming
Draag handschoenen tijdens het vullen van de spuitapparatuur en
tijdens het vernevelen. Ook als je met plantaardige middelen
werkt.
Als je in een omsloten ruimte een ontkistingsmiddel uit klasse 2,
3 of 4 gebruikt draag dan een koolstofmasker.
Draag een gelaatsscherm als er kans is dat nevel of spatten op
het gezicht komen.
De handschoenen moeten gemaakt zijn van nitrilrubber, neopreen
of een combinatie van meerdere kunststoffen. Natuurrubber (latex)
en leer kunnen overgevoeligheid veroorzaken en zijn niet geschikt.
De handschoenen moeten een goede pasvorm en een lange
schacht hebben.
Gebruik bij voorkeur handschoenen met een katoenen binnenvoering. Overmatig zweet wordt daardoor opgenomen.
Gebruik handschoenen alleen als ze van binnen schoon zijn. Trek
ze alleen aan over schone handen, anders wordt het middel erger
dan de kwaal.
Gebruik handschoenen niet langer dan de doorslagtijd die de leverancier aangeeft. Dat zal meestal niet langer zijn dan vier uur. Ook
als handschoenen vervuild zijn met olie, maar niet gedragen worden,
moeten ze na vier uur ‘liggen’ niet meer gedragen worden. De olie
trekt namelijk in de handschoen en gaat doorslaan.
Bij een goed gebruik van handschoenen hoef je de handen niet vaak
te wassen. Dat kan zelfs nadelig zijn. Door gebruik van agressieve
zepen of oplosmiddelen zal de huid namelijk snel beschadigen.
Was de huid alleen met milde zeep of een huidreiniger. Als de huid
daarmee niet schoon wordt, kun je een ‘waterless handcleaner’
Arbowijzer 23 | Werken met ontkistingsmiddelen | In de olie | 10107-12
zonder schuurmiddel en oplosmiddel gebruiken. Spoel de huid
goed na met water en droog de huid goed af.
De conditie van de huid verbetert door vóór het werk en ná het
wassen in te smeren met een verzorgende crème. Dat is dus geen
‘barrière crème’.
Verwissel verontreinigde werkkleding regelmatig voor schone.
Bewaar persoonlijke beschermingsmiddelen op hygiënische wijze.
Arbowijzer 23 | Werken met ontkistingsmiddelen | In de olie | 10107-13
Meer weten?
Meer weten over het werken met ontkistingsmiddelen? Neem contact op met de helpdesk van FNV Bouw: 0900 368 2689 (lokaal
tarief)
Leestips
PISA. Arbouw heeft een productinformatiesysteem (PISA) opgezet
met een overzicht van vele gevaarlijke producten in de bouw, de
gezondheidsaspecten en de te nemen maatregelen. Daarin ook
gegevens over ontkistingsmiddelen. Arbouw, Amsterdam. Gratis te
downloaden onder: www.arbouw.nl/arbodienstverlener/tools/pisa/
Ontkistingsmiddelen in de bouw. A-blad. Arbouw, Amsterdam, 1999.
Zelflossende bekistingsmaterialen. Marktverkenning en milieuaspecten. InfoMil, Informatiecentrum Milieuvergunningen, Den
Haag, 1999, www.infomil.nl.
Eindrapport EU-project SUMOVERA. Application of vegetable-oil
based concrete mould release agents (VERA’s) at construction
sites and in precast concrete factories. Chemiewinkel UvA,
Amsterdam, 1999 (zie IVAM).
Toepassing van plantaardige ontkistingsmiddelen op bouwplaatsen;
Een praktische handleiding, Chemiewinkel UvA/ kooperationsstelle
Hamburg, 1999 (zie IVAM).
Surftip
Actuele informatie over ontkistingsmiddelen en andere arboonderwerpen vindt u onder het kopje ‘Werk en inkomen’ op de
diverse sectorsites van FNV Bouw. Zie: www.fnvbouw.nl.
Arbowijzer 23 | Werken met ontkistingsmiddelen | In de olie | 10107-14
Nuttige adressen
Arbouw
Postbus 213
3840 AE Harderwijk
T 0341 46 62 22
F 0341 46 62 11
E [email protected]
I www.arbouw.nl
InfoMil
Postbus 93144
2509 AC Den Haag
T 070 373 55 75
F 070 373 56 00
E [email protected]
I www.infomil.nl
Ivam
Postbus 18180
1001 ZB Amsterdam
T 020 525 50 80
F 020 525 58 50
E [email protected]
I www.ivam.uva.nl
Stichting Beton Losmiddel Fabrikanten
Mariaplein 16
5261 XA VUGHT
T 0183 50 21 11
F 0183 50 59 18
E [email protected]
I www.betonvereniging.nl
Colofon
Uitgave FNV Bouw | Herziene 2e uitgave, april 2010 | Oorspronkelijke Tekst: Bus & co,
december 2000; Herziening: J. Terwoert, IVAM UvA BV, augustus 2009 | Opmaak: Studio FNV Bouw | Fotografie
Bert Janssen, Chris Pennarts, Hans van den Bogaard | Woerden, april 2010 | bestelnummer B0922
Arbowijzer 23 | Werken met ontkistingsmiddelen | In de olie | 10107-15
Download