opgave 5. conjunctuur - Passievooronderwijs.nl

advertisement
Opgave 5
Conjunctuur
De economische ontwikkeling van een land kan gepaard gaan met zowel conjuncturele als
structurele onevenwichtigheden.
1. Wat is de oorzaak van conjuncturele beweging?
De economische ontwikkeling in ons land in de jaren tachtig kan gekenmerkt worden als een
periode van economisch herstel. Begin jaren negentig traden in ons land verschijnselen op die
op een recessie duiden.
2. Leg uit waarom een recessie kan leiden tot een vermindering van de
kapitaalgoederenvoorraad.
De gevolgen van een recessie heeft gevolgen voor lonen en prijzen in een land kunnen in een
open economie, ook zonder overheidsingrijpen, leiden tot een conjunctureel herstel.
3. geef hiervoor een verklaring.
Als gevolg van internationale economische integratie is de kans groter dat een recessie zich
gelijktijdig in het binnenland en in het buitenland voordoet.
4. Geef hiervoor een verklaring.
Tijdens een recessie is er veelal sprake van een ruimere arbeidsmarkt. In een situatie van
overbesteding daarentegen kan er spanning op de arbeidsmarkt treden.
5. Leg uit waarom in een situatie van overbesteding de spanning op de arbeidsmarkt, via
de aanbodzijde van deze arbeidsmarkt, kan verminderen.
Het doel van een door de overheid te voeren anticyclisch begrotingspolitiek is het afzwakken
van de conjunctuurbeweging. Wijzigingen van belastingtarieven en overheidsbestedingen om
de conjunctuurbeweging te dempen, zullen in een situatie van onderbesteding op minder
weerstand stuiten bij de burgers dan in een situatie van overbesteding.
6. Geef hiervoor een verklaring
Als gevolg van de Europese integratie kan Nederland sommige instrumenten van
conjunctuurpolitiek vrijwel niet gebruiken.
7. Leg uit waarom het, vanwege ons lidmaatschap van de EU, vrijwel niet meer mogelijk
is de discontopolitiek als instrument van conjunctuurpolitiek te gebruiken.
Antwoorden
1. De conjunctuurbeweging is het gevolg van een verandering in de hoogte van de
bestedingen = effectieve vraag.
2. Een recessie = laag conjunctuur heeft als kenmerk, dat de vraag kleiner is dan
productiecapaciteit. In de bedrijven is sprake van onderbezetting van machines.
Bedrijven zullen weinig vervangingsinvesteringen doen. Hierdoor zal de
kapitaalgoederenvoorraad afnemen.
3. In een recessie hebben we te maken met – toenemende – werkloosheid en stagnerende
afzet. Hierdoor zullen de lonen en prijzen onder druk staan. Relatief lagere prijzen
kunnen de concurrentiepositie verbeteren. Een betere concurrentiepositie kan leiden
tot een meer export en/of minder import en deze extra effectieve vraag kan leiden tot
conjunctureel herstel.
4. een recessie geeft aan de bestedingen – relatief – laag zijn. Dit betekent dat de vraag
buitenlandse producten laag is. Het buitenland zal dus weinig exporteren en zal
zodoende, als deze economie door de economische integratie afhankelijk zijn van zijn
export, ook in een recessie komen.
5. In een overbestedingsituatie, de effectieve vraag is dan groter dan productiecapaciteit,
is er veel vraag naar arbeidskrachten. Het aanbod van arbeidskrachten blijft achter bij
de vraag. Er is sprake van een krappe of gespannen arbeidsmarkt. Het aanbod kan
groter worden als nu mensen die zich niet eerder aanboden omdat zij zich kansloos
achtten, ook op de arbeidsmarkt komen.
6. Een anticyclisch begrotingspolitiek houdt in: belasting verhogen en/of
overheidsbestedingen afremmen ten tijde van hoogconjunctuur. Het omgekeerde
tijdens laagconjunctuur. Het is duidelijk dat het verhogen van belastingen en/of
verlagen van overheidsbestedingen op meer weerstand stuit dan het omgekeerde.
7. Vanwege het lidmaatschap van de EU zijn we verplicht de koers van de Euro stabiel te
houden. Een renteverhoging om de bestedingen te remmen zal tot gevolg hebben dat
buitenlandse belegger meer bij willen beleggen. Hierdoor de zal vraag naar Euro’s en
daarmee de koers stijgen. Met name voor onze open economie is dit niet wenselijk.
Download