Richting geven

advertisement
Datum
Status
voorjaar 2011
Besproken
Workshop 14 jan. 2009
DR 26 jan. 2009
DR 19 nov. 2010
Revisie
te bespreken
DR 10 juni 2011
EOC 21 juni 2011
Boswachter
Niet uit functiefamilies
Voorbereiden en uitvoeren van terreinbeheer en communicatie hierrond teneinde de
opdrachten in de regio mee te realiseren.
Resultaatgebieden
1. PLANNING en VOORBEREIDING
De eigen werkzaamheden inhoudelijk voorbereiden, plannen, praktisch organiseren en
kennis nemen van specifiek uit te voeren opdrachten (intern of extern) teneinde de
regiowerking efficiënt te laten verlopen.
Voorbeelden van activiteiten
 Raadplegen van de instructies van de regiobeheerder
 Kennis nemen van uit te voeren opdrachten en op basis hiervan een eigen werkplan
opstellen en terugkoppelen
 Input leveren aan de regiobeheerder voor de opmaak van een realistische planning op
korte termijn en voor een kostenefficiënte jaarplanning en beheervoorstellen
 Vragen van partners in de planning verwerken
 Voorbereidende vergaderingen bijwonen
 Ramingen maken van de benodigde middelen
 Consulteren van de beheerplannen en de praktische uitvoering ervan voorbereiden
 Technische gegevens leveren voor het opmaken van de bestekken
2. UITVOERING EN OPVOLGING
Werken uitvoeren en begeleiden teneinde bij te dragen tot een efficiënte en tijdige
afhandeling van de dagelijkse opdrachten van de regio.
Voorbeelden van activiteiten
 Coördineren van terreinwerk
 Bosbehandeling zoals hameringen uitvoeren, bestandsmetingen…
 Uitvoeren van activiteiten ter plaatse zoals meten, controleren, schatten, fotograferen…
 Fauna -en florabeheer met inbegrip van monitoring
 Opmaken van prijsaanvragen
 Opmaken van eenvoudige technische plannen en ontwerpen
 Maatregelen voorstellen/nemen om de veiligheid op het terrein te waarborgen
 Instaan voor onderhoud van eigen materiaal
 Een oplossing zoeken voor defecten en problemen met machines (groot deel werk
groenarbeiders)
 Een ploeg arbeiders aansturen
 Onderhandelen en opvolgen van gebruiksovereenkomsten
 Begrazingsbeheer
 Controleren van uitgevoerde werken
3. TOEZICHT EN CONTROLE
Op het terrein controleren van de naleving van wetgeving, regelgeving, voorschriften of
normen teneinde inbreuken te voorkomen, vast te stellen en eventueel correctieve acties te
ondernemen of te laten ondernemen.
Voorbeelden van activiteiten
 Volgens de richtlijn “Dienstregeling ANB” beurtrol toezicht uitoefenen tijdens de
afgesproken perioden bv weekends, kerstvakantie, …
 Inspringen bij grote of uitzonderlijke evenementen
 de taken van afwezige collega’s overnemen om de continuïteit van het toezicht te
garanderen
 Inspringen op onregelmatige diensttijden bv tgv calamiteiten, brandgevaar, …
 toezicht uitoefenen op het eigen terrein zodat de gebruikers de regels respecteren
 vaststellen van inbreuken in openbare domeinen.
 Houtexploitatie opvolgen
 Controleren machtigingen toegankelijkheid
4. RAPPORTERING
Bijhouden van een eigen administratie en verslag uitbrengen over de werkzaamheden en het
terrein teneinde de regiobeheerder in staat te stellen het resultaat te beoordelen en
professionele adviezen te geven
Voorbeelden van activiteiten
 Problemen en voorvallen signaleren en bespreken met de leidinggevende
 Registreren van uitgevoerde werkzaamheden: agenda, planning en outputindicatoren
 Gegevens verzamelen voor de rapportering, bv in het kader van een een beheerplan, in
kader van instandhoudingsdoelstellingen, …
5. TECHNISCH ADVIES
Leveren van advies en input aan interne en externe betrokkenen over het terrein of
vakgebied teneinde anderen toe te laten de technische aspecten goed te interpreteren.
Voorbeelden van activiteiten
 Verstrekken van informatie over reglementeringen en technieken
 Adviseren van studies en ontwerpen uitgevoerd door externe studiebureaus (bijvoorbeeld
beheerplannen)
 Gevraagde adviezen (nav vergunningen, machtigingen, … ) correct en tijdig bezorgen
aan de regiobeheerder
 vanuit praktische kennis van het terrein een concrete bijdrage leveren bij de opmaak van
beheerplannen en terreinvisies
6. GASTHEERSCHAP
Informatie uitwisselen en contacten onderhouden teneinde ervoor te zorgen dat burgers zich
welkom voelen en betrokken zijn.
Voorbeelden van activiteiten
 Bezoekers ontvangen (gastheerschap)
 peilen naar de meningen van bezoekers en partners
 communicatie naar aanleiding van specifieke werken/gebeurtenissen
 input leveren voor educatieve dragers en infrastructuur
 overleg en samenwerking met partners
7. SPECIFIEKE KENNIS M.B.T. TERREIN EN VAKGEBIED
Actief bijhouden en uitwisselen van kennis en ervaring m.b.t. het vakgebied teneinde een
doordacht terreinbeheer te voeren en de kwaliteit van de dienstverlening op te optimaliseren.
Voorbeelden van activiteiten
 Goede kennis van bos, natuur en openbaar groen bijhouden
 Diepgaande terreinkennis verwerven en onderhouden
 Lezen van vakliteratuur en deelnemen aan gespecialiseerde opleidingen
 Kennen en opvolgen van de technische ontwikkelingen binnen het vakgebied
 Bijhouden van documentatie en ervaring en uitwisselen ervan met collega’s
 Specialisatie ontwikkelen naargelang het werkgebied vereist: kuddebeheer, kwekerij,
collecties …
8. LEIDINGGEVEN (OPTIONEEL)
Aansturen van een groep van mensen en coördineren van hun taken teneinde de geplande
werken op een kwalitatieve manier uit te voeren rekening houdend met de opgelegde timing
en veiligheidsnormen.
Voorbeelden van activiteiten
 Aansturen van eigen arbeiders, hen opvolgen en motiveren
 Planning maken van de uit te voeren werken
 Planningsgesprekken en evaluatiegesprekken voeren
 Waken over de toepassing van de veiligheidsvoorschriften
Selectievoorwaarden
 Vereist opleidingsniveau en diploma worden definitief beslist bij uitschrijven van de
vacature
 [Getuigschrift bosbouwbekwaamheid: beslissing te nemen na hervorming opleiding]
 Rijbewijs B
Vaktechnische competenties




Kennis en toepassing van specifieke regelgeving en wetgeving,
Kennis van ecologische processen en technieken,
Basiskennis van de structuur van ANB en de Vlaamse overheid
Basiskennis informatica
Gedragscompetenties
Voortdurend verbeteren =
Voortdurend verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de entiteit, door
de bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen
I. Toont zich leer- en aanpassingsbereid met betrekking tot de eigen functie en situatie
-
Is gemotiveerd om nieuwe “leerstof” te verwerken
Is bereid om nieuwe methodes aan te leren
Past nieuwe afspraken over de uitvoering van de eigen taak meteen toe in de praktijk
Vraagt om uitleg en toelichting als iets niet duidelijk is
Geeft aan waar zich problemen in de taak voordoen en denkt mee na over oplossingen
Klantgerichtheid =
Met het oog op het dienen van het algemeen belang, de legitieme behoeften van
verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er adequaat op reageren.
II. Onderneemt acties om voor de klant de meest geschikte oplossing te bieden bij vragen en
problemen die minder voor de hand liggen
-
Past binnen de bestaande procedures en planning de dienstverlening of het product aan
om de klant verder te helpen
Geeft de klant waar hij recht op heeft op de best mogelijke wijze
Levert, rekening houdend met bestaande procedures, sneller of meer dan afgesproken is
aan de klant
Gaat expliciet na of de klant tevreden is met de aangeboden oplossing en dienstverlening
Probeert zelf een antwoord te geven op een vraag of klacht. Verwijst zo nodig door of
zoekt hulp
Biedt een zo optimaal mogelijke oplossing voor de klant
Samenwerken =
Met het oog op het algemeen belang een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op
het niveau van een team, entiteit of de organisatie, ook als dat niet meteen van persoonlijk
belang is.
II. Helpt anderen en pleegt overleg.
-
Steunt de voorstellen van anderen en bouwt daarop voort om tot een gezamenlijk
resultaat te komen
Stemt de eigen inbreng/prioriteiten/aanpak af op de behoeften van de groep
Houdt rekening met de gevoeligheden en met de verscheidenheid van mensen
Biedt hulp aan bij problemen, ook al valt de taak niet onder de eigen opdracht
Vraagt spontaan en proactief de mening van anderen
Betrouwbaarheid “consequent en correct handelen” =
Handelen vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling,
correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen
(diversiteit, milieuzorg…). Afspraken nakomen en zijn/haar verantwoordelijkheid opnemen.
I Handelt correct en respectvol ten aanzien van zijn omgeving en van de bestaande regels
en afspraken
-
Respecteert formele regels en afspraken
Gaat op respectvolle wijze om met anderen (collega’s, klanten, medewerkers…)
Geeft volledige en juiste informatie door
Respecteert vertrouwelijke en persoonlijke informatie
Doet wat hij zegt, komt beloften en afspraken na
Komt open uit voor eigen fouten, vergissingen en nalatigheden
Netwerken =
Ontwikkelen en bestendigen van relaties, allianties en coalities binnen en buiten de eigen
organisatie of entiteit en die aanwenden om informatie en medewerking te verkrijgen.
I. Maakt actief gebruik van de bestaande contacten voor de eigen opdracht
-
Neemt regelmatig opnieuw contact op met anderen om zijn bestaande netwerk te
onderhouden
Werkt regelmatig samen met collega’s uit andere entiteiten voor specifieke problemen
Beschikt over enkele vaste contactpunten binnen de organisatie op wie hij regelmatig
een beroep doet
Werkt actief mee aan vragen die vanuit andere afdelingen komen (deelt informatie, geeft
advies …)
Neemt zelf contact op om informatie, steun of samenwerking te verkrijgen
Maakt gebruik van contacten die ontstaan zijn bij beurzen, seminaries, vakverenigingen,
opleidingen
Resultaatgerichtheid =
Concrete en gerichte acties om doelstellingen te behalen of te overstijgen.
I. Werkt gericht en actief aan het bereiken van de vastgestelde doelen
-
Formuleert de eigen doelstellingen in termen van concreet gedrag (meetbaar resultaat,
deadline bepalen)
Geeft aan de hand van concrete acties aan hoe de doelen bereikt zullen worden (wie,
wat, wanneer)
Evalueert op regelmatige momenten de stand van zaken ten opzichte van de beoogde
doelstelling
Neemt actie om bij te sturen als de doelstellingen in het gedrang komen
Zoekt spontaan alternatieven als een bepaalde actie niet tot het beoogde resultaat heeft
geleid
Organiseren =
De benodigde acties, tijd en middelen aangeven en die elementen coördineren om de
doelstellingen te bereiken conform de planning
I. Organiseert het eigen werk
-
Werkt onder tijdsdruk alles tijdig en correct af
Kan op een bepaald ogenblik met oog voor de timing zijn werk afronden
Pakt de zaken efficiënt aan
Kan inspelen op wijzigende omstandigheden
Ontwikkelt een aanpak die blijk geeft van doorzicht en overzicht
Richting geven =
Aansturen, ontwikkelen en motiveren van medewerkers of derden zodat ze hun afspraken op
een correcte manier kunnen nakomen
I. Geeft richting op het niveau van taken en de uitvoering daarvan
-
Geeft richtlijnen, aanwijzingen, suggesties, instructies aan individuele medewerkers of
aan het team over uit te voeren taken
Verschaft de middelen (informatie, budget, materiaal, mensen …) die de medewerkers
nodig hebben om goede resultaten te halen
Drukt in meetbare resultaten uit wat hij van de medewerker of van het team verwacht
Geeft open en duidelijke positieve of negatieve feedback met het oog op de te bereiken
doelstellingen en afspraken
Treedt corrigerend op met het oog op de te bereiken doelstellingen en gemaakte
afspraken
Zorgt voor een goede afstemming tussen de verschillende taken die door het team
worden opgenomen
Geeft duidelijk aan wat de prioriteiten zijn voor de medewerker of het team
Zorgt ervoor dat alle medewerkers met respect worden behandeld en geeft hierin zelf het
goede voorbeeld
Organisatie betrokkenheid =
Zich verbonden tonen met de organisatie, taak en beroep; de belangen ervan verdedigen bij
anderen.
I. Handelt overeenkomstig de waarden en doelstellingen van de organisatie
-
Staat achter beslissingen die voor de entiteit nuttig zijn, zelfs als die minder populair of
controversieel zijn of persoonlijk ongunstig uitvallen
Voert richtlijnen uit, ook al komen die niet overeen met de eigen belangen
Toont belangstelling voor de organisatie of entiteit (bv. informeert zich regelmatig)
Reageert correct en loyaal als buitenstaanders, klanten enzovoort kritiek uiten op de
organisatie
Respecteert de binnen de organisatie of entiteit bestaande afspraken en procedures
Download