Startende ondernemers met een ziekte of handicap krijgen

advertisement
DD-NR 1001-053
Regelingen en voorzieningen
CODE 2.4.1.70
vervallen:
- het (vrijwel) gelijknamige bericht, datumnr 0906-583
Startende ondernemers met een ziekte of handicap krijgen
voorzieningen
bronnen
Staatscourant 2009, nr. 589, d.d. 30.12.2009
datum inwerkingtreding
1.1.2010
Startende ondernemers met een ziekte of handicap hebben vanaf 1.1.2010 recht op voorzieningen die zij
nodig hebben om hun bedrijf uit te oefenen. Dit is geregeld in de Wet van 3 december 2009 tot
uitbreiding van de mogelijkheid om voorzieningen te verstrekken bij arbeid als zelfstandige (Stb. 589).
Alle startende zelfstandigen met een ziekte of handicap kunnen de voorzieningen bij het UWV aanvragen.
Het gaat dus niet alleen om zelfstandigen met een uitkering van het UWV, maar ook om zelfstandigen
zonder uitkering, of met een uitkering van de gemeente.
Het gaat om voorzieningen zoals een doventolk, een voorleeshulp of een aanpassing van de werkplek. Er
zijn wel wat voorwaarden. Zo moet de zelfstandige bij de start van zijn bedrijf al een ziekte of handicap
hebben. Personen die bij de start als zelfstandige geen ziekte of handicap hadden, komen dus niet in
aanmerking voor voorzieningen als zij na de start als zelfstandige een structurele functionele beperking
krijgen. Voor hen geldt immers dat het om een verzekerbaar risico gaat dat onder het gebruikelijke
ondernemersrisico valt.
De voorzieningen hoeven niet meteen bij de start al noodzakelijk te zijn. De voorzieningen kunnen voor
de gehele duur van het zelfstandig ondernemerschap worden verstrekt.
Voor jonggehandicapten die recht hebben op arbeidsondersteuning is de mogelijkheid in
artikel 2:23, eerste lid, van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong)
opgenomen. Voor de overige groepen is de mogelijkheid om voorzieningen te verstrekken aan
startende zelfstandigen geregeld in artikel 34a, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen (Wet WIA). In verband daarmee is ook een aantal artikelen in het Reïntegratiebesluit
gewijzigd (zie code 241-21).
Artikelen
Artikel 34a Voorzieningen ter ondersteuning van toeleiding naar arbeid als zelfstandige
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld op grond waarvan het UWV op
aanvraag van de persoon met een naar het oordeel van het UWV structurele functionele beperking, die arbeid als
zelfstandige verricht of gaat verrichten, in het kader van de bevordering van de inschakeling in en ondersteuning bij
de arbeid als zelfstandige, voorzieningen kan verstrekken.
2. Voorzieningen als bedoeld in het eerste lid worden uitsluitend verstrekt in verband met een naar het oordeel van
het UWV structurele functionele beperking die het gevolg is van een ziekte of handicap die:
a. bij de aanvang van de arbeid als zelfstandige aanwezig was, of
b. binnen drie jaar na de aanvang van de arbeid als zelfstandige is ontstaan, indien bij de aanvang van de arbeid als
zelfstandige reeds een ziekte of handicap aanwezig was.
1
CODE 2.4.1.70
Regelingen en voorzieningen
DD-NR 1001-053
3. Voorzieningen als bedoeld in het eerste lid worden niet verstrekt of worden beëindigd indien het inkomen van de
persoon die arbeid als zelfstandige verricht, na een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen aantal
kalenderjaren na de aanvang van de arbeid als zelfstandige, meer bedraagt dan een bij die maatregel vast te stellen
bedrag. Bij of krachtens die maatregel wordt tevens bepaald wat onder inkomen als bedoeld in de eerste zin wordt
verstaan.
4. Dit artikel is niet van toepassing op de persoon die recht op arbeidsondersteuning heeft op grond van de Wet werk
en arbeidsondersteuning jonggehandicapten.
Artikel 133e Overgangsbepaling in verband met artikel 34a
1. Artikel 34a is niet van toepassing op de persoon, wiens arbeid als zelfstandige is aangevangen voor de dag van
inwerkingtreding van de Wet van 3 december 2009 tot uitbreiding van de mogelijkheid om voorzieningen te
verstrekken bij arbeid als zelfstandige (Stb. 589), tenzij deze persoon aanspraak had op een voorziening op grond van
artikel 34, tweede lid, artikel 3:64 van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten, artikel 65e van de
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 67c van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
of artikel 52d van de Ziektewet, zoals die artikelen luidden voor de inwerkingtreding van die wet.
2. Een voorziening die voor de dag van inwerkingtreding van de Wet van 3 december 2009, tot uitbreiding van de
mogelijkheid om voorzieningen te verstrekken bij arbeid als zelfstandige (Stb. 589), is verstrekt of aangevraagd op
grond van artikel 34, tweede lid, artikel 3:64 van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten, artikel
65e van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 67c van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering
zelfstandigen of artikel 52d van de Ziektewet, zoals die artikelen luidden voor de inwerkingtreding van die wet, wordt
aangemerkt als een voorziening die is verstrekt op grond van artikel 34a.
Artikel 2:23 Voorzieningen ter ondersteuning van toeleiding naar arbeid als zelfstandige
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld op grond waarvan het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op aanvraag van de jonggehandicapte, die arbeid als zelfstandige
verricht of gaat verrichten, in het kader van de bevordering van de inschakeling in en ondersteuning bij de arbeid als
zelfstandige, voorzieningen kan verstrekken.
2. Voorzieningen als bedoeld in het eerste lid worden uitsluitend verstrekt in verband met een naar het oordeel van
het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen structurele functionele beperking die het gevolg is van een ziekte of
handicap die:
a. bij de aanvang van de arbeid als zelfstandige aanwezig was, of
b. binnen drie jaar na de aanvang van de arbeid als zelfstandige is ontstaan, indien bij de aanvang van de arbeid als
zelfstandige reeds een ziekte of handicap aanwezig was.
3. Voorzieningen als bedoeld in het eerste lid worden niet verstrekt of worden beëindigd indien het inkomen van de
jonggehandicapte die arbeid als zelfstandige verricht, na een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen aantal
kalenderjaren na de aanvang van de arbeid als zelfstandige, meer bedraagt dan een bij die maatregel vast te stellen
bedrag. Bij of krachtens die maatregel wordt tevens bepaald wat onder inkomen als bedoeld in de eerste zin wordt
verstaan.
Artikel 8:10a Overgangsbepaling in verband met artikel 2:23
Artikel 2:23 is niet van toepassing op de jonggehandicapte, wiens arbeid als zelfstandige is aangevangen voor de dag
van inwerkingtreding van de Wet van 3 december 2009 tot uitbreiding van de mogelijkheid om voorzieningen te
verstrekken bij arbeid als zelfstandige (Stb. 589).
2
Download