Aantekeningen uit het schrift Geschiedenis theater in Nederland Het is begonnen bij de kerk, op markten en op de kermis. Het was vroeger op straat. Dit was omdat het gratis en toegankelijk was. De artiesten trokken rond en vertelden in hun toneel het nieuws. Rederijkerskamers waren mensen die konden lezen en schrijven. Zij wouden theaterspektakels in de vorm van optochten, muziek, dans, toneel en andere festiviteiten. Een klucht is de jaarlijkse kermis annex jaarmarkt. Na 1610 ging het theater naar binnen. Nu moest er worden betaald dus de uitvoeringen werden professioneler. Ook was het minder toegankelijk omdat niet iedereen het kon betalen. In 1638 kwam de eerste schouwburg. Dit was een verhoogd podium met aan de zijkanten gordijnen, dit zorgde voor een kijkdooseffect. Het leek echt door de perspectieve verkleining, het kleurgebruik en de verlichting. Theater Bij theater is het volgende nodig: -speelplek -spelers -publiek Spelvormen: -toneelvorm -mime -dans -zang -muziek Soorten theater: -toneel -opera -operette -musical -cabaret -bewegingstheater Het zwaartepunt van theater ligt bij: de makers achter de schermen, artistiek leiders, regisseurs, choreografen, vormgevers en de decor ontwerpers. Kenmerkende dingen van locatietheater: -openlucht -verhaal is terplekke bedacht -er wordt minder in gesproken Theater kan 2 functies hebben. Het kan verhalend of symbolisch zijn. Theater genres: Toneel tragedie (drama) komedie tragediekomedie Cabaret tekstcabaret fysiek cabaret muzikaal cabaret Architectuur Planologen denken over grote gebieden. Civiele techniek: het ontwerpen van bruggen, viaducten enz. Architecten ontwerpen gebouwen. Waaraan moet een gebouw voldoen: -uiterlijk/vormgeving -bruikbaarheid/functie -voldoet aan de eisen van veiligheid (goede constructie) -het past in de omgeving Architectonische middelen zijn middelen die een architect tot zijn beschikking heeft om een gebouw te onderscheiden van andere. Door de vorm, grootte en het materiaal van buiten. Geometrische vormen zijn meetbaar. Organische vormen zijn vormen die terug zijn te vinden in de natuur. De weg van het ontwerp naar de gebruiker: -het idee van de opdrachtgever -inschrijving architect -bestemmingsplan -welstandscommissie -aannemer/uitvoerder -oplevering