Speech Bart De Wever Voka 6 januari 2016, alleen het gesproken woord geldt Mijnheer de president, Heren vice-eersteministers, Mijnheer de minister-president, Mevrouw de viceminister-president, Mevrouw de gouverneur, Mijnheer de voorzitter, Geachte hoogwaardigheidsbekleders, Beste ondernemers, Vandaag is het 6 januari. Driekoningen. Een dag waarop we één van de talloze gelijkenissen tussen de Lage Landen en Frankrijk ervaren. Want vandaag wordt er in menig gezin een Koningentaart gegeten. Misschien bent u wel Koning of Koningin voor een dag. Ik ben hoe dan ook verheugd dat ik u opnieuw in Antwerpen welkom mag heten. Ik wens uw naasten en uzelf meteen alle geluk toe dit jaar. Vorig jaar mocht ik spreken voor premier Charles Michel het woord nam. Vandaag doe ik hetzelfde voor Nicolas Sarkozy, voormalig Frans staatshoofd. Hij is huidig voorzitter van Les Républicains, de grootste Franse partij in de regionale verkiezingen van vorige maand. Voka legt de lat duidelijk hoog en sluit naadloos aan bij de politieke en economische realiteit. Vorig jaar gaven premier Michel en ikzelf een toelichting bij het nieuwe, noodzakelijke beleid in ons land. Daarbij blikten we vooruit naar economische groei en het veiligstellen van onze welvaart. De vooruitblik naar 2016 is ongemeen Europees gekleurd. Meneer Sarkozy zal het dan ook onvermijdelijk hebben over de grote uitdagingen waarvoor Europa staat. Het voorbije jaar begon en eindigde in Parijs. De terreur sloeg toe op de redactie van Charlie Hebdo, in een joodse supermarkt, en beëindigde het jaar in de Bataclan. De aanslagen daartussen zitten soms vers, en soms al verder in het geheugen: Kopenhagen, Lyon, Sousse, het ontplofte Russische vliegtuig boven de Sinaï ... Maar ik denk ook aan de vreselijke aanslagen van Boko Haram in Nigeria en de slachtoffers van de barbarij in het Midden-Oosten zelf. Ook in ons land heeft de nasleep van de aanslagen in Parijs de actualiteit sterk bepaald. Eerst door de politieactie in Verviers. Nadien door de pijnlijke realiteit van het gewelddadig jihadisme in Molenbeek. Deze gebeurtenissen hebben een ongeziene druk gelegd op de werking van tienduizenden politieagenten, militairen, douaniers, en het personeel van inlichtingendiensten in Europa. Ik heb in mijn eigen stad gezien hoeveel professionalisme en harde inzet zij aan de dag hebben gelegd. En hoe belangrijk in deze crisissituatie de inzet van militairen is voor bewakingsopdrachten naar Frans voorbeeld. Dat liet de politie toe haar dienstverlening te blijven garanderen. De aanslagen hebben ons ook gewezen op het belang van een doorgedreven internationale samenwerking op vlak van informatie-uitwisseling. Intensievere coördinatie tussen politie- en inlichtingendiensten is onontbeerlijk. 1 Speech Bart De Wever Voka 6 januari 2016, alleen het gesproken woord geldt Het moslimextremisme is voor Europa de grootste uitdaging na het nazisme en stalinisme: het dwingt ons na te denken over de noodzakelijke veiligheidscultuur die wij opnieuw moeten ontwikkelen. 25 jaar geleden werd de Sovjet-Unie begraven. Daarmee verdween in de geesten van Westerse beleidsvoerders ook de grootste bedreiging voor onze vrijheid en veiligheid. Maar nu is de bedreiging niet meer louter extern, ze is ook intern. De bedreiging bestaat uit ‘homegrown’ terroristen. Terroristen die moedwillig de waarden verwerpen waarmee ze zijn opgegroeid en de samenleving afwijzen die hen kansen heeft geboden. Onze Europese cultuur heeft diepe wortels. De software daarvan werd gemaakt door de Grieken. De hardware komt van de Romeinen. Het christendom en het humanisme hebben deze wortels doen groeien. En daardoor ontstond de Verlichting. De rode draad doorheen de Europese cultuur valt terug te brengen tot een eenvoudige kernwaarde: de vrijheid om te leven naar onze eigen inzichten. Dat heeft een ongeziene vrijheid voortgebracht: gendervrijheid, holebivrijheid, vrijheid van religieuze en politieke overtuiging, scheiding tussen kerk en staat, rule of law, vrije meningsuiting, democratie. Die superieure waarden zijn voor ons vanzelfsprekend. Maar in een groot deel van de wereld zijn ze dat vandaag nog niet. De recente gebeurtenissen in Keulen maken dat op een bijzonder pijnlijke wijze buitengewoon duidelijk. Dames en heren, Exact 75 jaar geleden, op 6 januari 1941, hield president Roosevelt zijn Four Freedoms speech op het moment dat Japanse generaals begonnen met de voorbereidingen van de aanval op Pearl Harbor. De laatste van de vier pijlers die volgens hem mee de basis vormde van de Universele Verklaring van de Mensenrechten was de "vrijwaring van angst". Burgers kunnen maar vrij en veilig zijn als ze niet vrezen voor agressie en oorlog. Enkele jaren eerder, op 4 maart 1933, zei Roosevelt: "[T]he only thing we have to fear is... fear itself — nameless, unreasoning, unjustified terror." Een dag later vonden in Duitsland de laatste meerpartijenverkiezingen plaats. Angst is een duister deken dat wij nooit over ons mogen leggen. De terreurdaden zoals we die in de Bataclan hebben gezien, zijn lukraak gericht tegen burgers en op geen enkele manier te rationaliseren. Ze bedreigen geen vrede tussen landen, maar het vertrouwen tussen mensen. De aanslagen hebben angst als doel op zich. Angst die onze waarden wil aantasten. Dat mogen we nooit toestaan. 2 Speech Bart De Wever Voka 6 januari 2016, alleen het gesproken woord geldt [FRANS] Dames en heren, Vorig jaar stond ik hier voor u om het te hebben over de grootste economische uitdaging waar ons land voor stond sinds de Tweede Wereldoorlog. Vandaag sta ik hier om het te hebben over de grootste uitdaging voor de Europese Unie. 2015 was voor Europa het jaar van de terreur die ook in 2016 de agenda van vele lidstaten zal beïnvloeden. Maar 2015 was zeker ook het jaar van de grootste migratieen vluchtelingencrisis die Europa heeft gekend sinds de volksverhuizingen vlak na de Tweede Wereldoorlog. Op het ogenblik dat velen richting Europa wilden komen, dat Turkije hen doorgang bood én dat een extreemlinkse regering in Griekenland de deur van Schengen opende, nodigde Angela Merkel iedereen uit om naar West-Europa te komen. Ondertussen is de toon van "Wir schaffen das" gelukkig al veranderd. De instroom zou volgens de Duitse bondskanselier drastisch verminderd moeten worden. Voor die intonatiewijziging waren eerst 1 miljoen vluchtelingen naar Duitsland nodig. Nog eens 190.000 vonden hun weg naar Zweden, een land dat iets minder inwoners heeft dan België. Ons land kon de instroom beperken dankzij het volharden in een maximum voor nieuwe asielaanvragen, een afradingsbeleid voor Irakezen en maatregelen tegen zogezegd minderjarige Afghanen. De federale regering heeft hiermee voorlopig de druk op ons land zoals in Duitsland of Zweden vermeden. Maar dat maakt de uitdaging er niet minder om. De voordeur staat nog steeds open en Merkel kon de instroom enkel stelpen door een deal aan te gaan met Turkije in ruil voor zware toegevingen. De vluchtelingencrisis heropent een migratiedebat dat in West-Europa nooit deftig gevoerd en dus ook nooit echt gesloten is geweest. Wie is vluchteling, wie migrant? Hoe moet ons Europese migratiebeleid eruit zien? Ik verwijs voor een goed begrip naar het beleid dat meneer Sarkozy de voorbij maanden aanhaalde in het migratiedebat. Hij sprak daarbij van drie categorieën nieuwkomers. Een eerste categorie bestaat uit politieke vluchtelingen, die niet meer kunnen terugkeren door het regime in hun herkomstland. Einstein verbleef bijvoorbeeld enkele maanden in De Haan nadat het naziregime in Duitsland aan de macht kwam. En Marx werd in Brussel een veilig toevluchtsoord geboden om de vrijheid van zijn pen te kunnen uitoefenen. Ons land is dus al sinds zijn ontstaan een toevluchtsoord voor deze groep. Een tweede groep zijn de oorlogsvluchtelingen. Moeten wij hen helpen? Ik antwoord op die vraag zeer duidelijk: ja. We moeten goede en veilige opvang in de eigen regio mee ondersteunen. En ja, we moeten desgevallend ook zelf instaan voor tijdelijke opvang zolang de vrede in hun thuisland niet is teruggekeerd. 3 Speech Bart De Wever Voka 6 januari 2016, alleen het gesproken woord geldt Een derde groep zijn de economische migranten. Economische migratie is positief wanneer ze gecontroleerd is en wanneer een goede inburgering wordt voorzien. Op beide vlakken schoot ons land sterk tekort tot enkele jaren geleden. Ondertussen is de snel-Belgwet afgeschaft en is het links stigma rond inburgering weggevallen. Dat komt niets te vroeg, want 1 op de 5 inwoners van dit land is geen Belg van geboorte. Ons migratiebeleid moet dus gemeenschapsvormend zijn. Onze identiteit, het DNA van de Verlichting, en ons burgerschap moeten inclusief zijn. Dat onderlijnt ook de Britse regering en was een speerpunt voor de vorige Franse regering. Het burgerschap is te lang gratuit gebleven. Daardoor is er vaak een feitelijke apartheid ontstaan waarvan onze samenleving de zure vruchten plukt. Zoals in vele gevallen speelt ook hier de economie een cruciale rol. Een groot pijnpunt is de arbeidsparticipatie van nieuwkomers. België bengelt op dat vlak onderaan in internationale statistieken. Net als in Frankrijk ligt de arbeidsparticipatie van nieuwkomers ruim 10% onder het nationale gemiddelde. Belangrijk daarbij zijn de achtergrond en motivatie van migratie. In een land als Canada is er een groot aandeel actieve migranten: gekozen en geïmmigreerd op basis van specifieke profielen. In Europa is er echter een zeer grote groep van passieve migranten, die komen in het kader van gezinshereniging, regularisatie of asiel. Ook het vrijblijvende uitkeringsmodel zoals we dat in sommige Europese landen kennen, draagt daartoe bij. Om van migratie nu nog een succesverhaal te maken, moeten we dus volop inzetten op activering. Daar werken de huidige federale en Vlaamse regeringen hard aan. We krijgen door de vluchtelingencrisis echter opnieuw te maken met een instroom aan nieuwkomers. Volgens sommigen is dat verhaal zonder meer positief. Bij hun optimisme wil ik toch graag een kanttekening maken. Groei die er komt door toegenomen overheidsuitgaven en consumptie, geeft misschien een positieve schijn. Maar die schijn wordt zo doorprikt. Slechts 1 op de 10 Syrische vluchtelingen beschikt over de competenties om meteen in het arbeidscircuit ingeschakeld te worden. Slechts een minderheid spreekt rudimentair Engels. De helft heeft niet verder gestudeerd dan het lager middelbaar. [NEDERLANDS] Dames en heren, Bob Marley parafraseerde in een lied de volgende woorden van de Republikeinse president Abraham Lincoln: "You can fool all the people some of the time, and some of the people all the time, but you cannot fool all the people all the time." De mantra die "Wir schaffen das" is geworden, kan op korte termijn misschien inspelen op de emoties van mensen. Maar dat beleidsmakers zich laten leiden door zo'n riedel, is onbegrijpelijk. Daarmee oogsten ze immers uiteindelijk net de afbraak van de tolerantie en een opstoot van extreemrechts. We zien het bij de Zweedse Democraten, bij de partij van 4 Speech Bart De Wever Voka 6 januari 2016, alleen het gesproken woord geldt Wilders in Nederland, en recent nog bij de opstoot van het Front National. De huidige Franse regering heeft geen tegenverhaal en staat vandaag nog steeds met verstomming tegenover de uitdagingen die ze gisteren heeft ontvangen. Het is nochtans het moment om een versnelling hoger te schakelen. In 2016 moet er meer gebeuren. In 2015 is ons land en Europa bezig geweest met het beheren van een crisis. Dat krediet raakt op. De crisis moet niet beheerd maar gestopt worden. Daar zal Europa voor moeten veranderen. Immobilisme en naïviteit van bewindsvoerders moeten plaatsmaken voor het doorbreken van taboes. Ik zie in Europa collegapartijleiders zoals David Cameron en Nicolas Sarkozy oproepen tot een ander migratiebeleid en een ander veiligheidsbeleid. Oproepen tot een ander Europa. Dat debat moeten we nu voeren. Beste vrienden, Het was voor mij een hele eer om hier een inleidend discours te houden voor het voormalige Franse staatshoofd het woord neemt. Ik kijk uit naar zijn blik op “De toekomst van Europa” en wil van de gelegenheid gebruik maken om hem met dit nieuwe jaar alle succes toe te wensen bij zijn ambities. Ik dank u. 5