Nieuwsbrief september 2016

advertisement
NIEUWSBRIEF SEPTEMBER
Spijsverteringskanaal Paard
Mond en gebit
Hiermee wordt het voedsel gekauwd en tot kleine stukken gemalen. Kauwen stimuleert de
speekselproductie. Speeksel zorgt ervoor dat het voedsel een gladde brij wordt. Enzymen in het
speeksel beginnen al met de vertering van het voedsel en het speeksel is nodig om maagzuur in de
maag te neutraliseren.
Op 1 kg ruwvoer kauwt een paard ongeveer 40 minuten. In deze periode wordt maar liefst 3 tot 3,5
liter speeksel geproduceerd. Bij krachtvoer hoeft een paard slechts 10 minuten te kauwen om één kg
te kunnen opeten. Het paard maakt dan ook maar 1 liter speeksel aan om het voer te kunnen
doorslikken. Door ruwvoer wordt er dus veel meer maagzuur
geneutraliseerd dan bij krachtvoer. Ook wordt ruwvoer met veel
meer vocht gemengd en doorgeslikt dan krachtvoer. De tong
brengt het voedsel achterin de mond, waar het de slokdarm
ingaat.
Slokdarm
Door peristaltische bewegingen beweegt de slokdarm het
voedsel naar de maag. Bij peristaltiek trekken de spieren boven
(ofwel achter) de voedselbrij zich samen; tegelijkertijd
ontspannen zich de spieren ter hoogte van en net onder
(oftewel voor) de brok/slok waardoor het voedsel dus vooruit
wordt gestuwd.
Tussen de slokdarm-maag bevindt zich een krachtige sluitspier
waardoor paarden niet kunnen braken.
Maag
De maag van een paard is relatief klein. Daarom is het onder andere belangrijk dat een paard
meerdere voedselbeurten krijgt. De maag bestaat uit 2 delen: Het slokdarmgedeelte, dat klierloos
slijmvlies bevat en het bodemgedeelte, dat klierrijk slijmvlies bevat.
Het klierrijke deel produceert continue maagsap. Dit maagsap bevat
water, maagzuur en enzymen die het voedsel afbreken. Ook bevat
dit deel een beschermlaag die ervoor zorgt dat het slijmvlies zelf niet
aangetast wordt door het maagzuur. Omdat er continue maagzuur
wordt geproduceerd, is het belangrijk dat een paard veel speeksel
aanmaakt om het maagzuur te neutraliseren in het klierloze deel
van de maag. Gebeurt dit niet, dan kunnen er maagzweren ontstaan
op de overgang van het klierrijke en klierloze deel van de maag
(margo plicatus) en in het klierloze deel. Het is daarom belangrijk dat
het paard genoeg ruwvoer krijgt omdat er dan veel speeksel geproduceerd wordt. De maag maakt
knedende bewegingen en de voedselbrij gaat via een maagportier (pylorus) naar de dunne darm.
Dunne darm
Deze bestaat uit 3 delen: twaalvingerige darm (duodenum), nuchtere darm (jejunum), kronkeldarm
(ileum). Totaal is de dunne darm ongeveer 25 meter lang (groen in het plaatje). De voedselbrij wordt
ook door peristaltische bewegingen voortgestuwd. Via enzymen wordt het voedsel hier verder
verteerd en hier worden ook voedingstoffen door de wand van de darm in de bloedbaan
opgenomen.
Blinde darm
Hierna komt de voedselbrij terecht in de blinde darm, ook wel ceacum
genoemd. Het heeft de vorm van een komma (blauw in plaatje) en de inhoud
is wel 30 liter. Hij is ongeveer 1 meter lang en zit aan de rechterzijde van de
buik. Door middel van darmbacteriën (darmflora) wordt het voedsel verder
verteerd. Dit wordt fermentatie genoemd. Het voedsel verblijft hier wel 1520 uur. Hier worden ook weer voedingstoffen door de wand van de darm in
de bloedbaan opgenomen.
Dikke darm
De rest van de voedselbrij komt terecht in het eerste deel van de dikke darm,
ook wel colon genoemd. Deze is ongeveer 7-9 meter lang en ligt als een dubbel hoefijzer in de buik
van een paard. Hier gaat de fermentatie verder. In de dikke darm leven enorm veel bacteriën die de
vezels en overige voedingsbestanddelen verteren. De darmflora kan zich aanpassen aan het type
voedsel alleen duurt dit 14 dagen. Daarom moet er rustig gewisseld worden qua voer anders bestaat
er een grote kans op gaskoliek (denk aan het begin van het weideseizoen). Voedingsstoffen worden
opgenomen door de wand van de dikke darm in de bloedbaan. In het tweede deel van de dikke darm
wordt naast voedingstoffen ook water opgenomen. Aan de linkerzijde van de buik ligt een stukje
dikke darm dat in een scherpe nauwe bocht omhoog loopt, hier komen vaak verstoppingen voor.
Aan de rechterzijde ligt er een stukje dikke darm dat verwijd is waar vaak zand ophoopt.
Endeldarm en anus
Wat dan nog overblijft komt in de endeldarm (rectum) terecht. Hier wordt de voedselmassa, waar
een groot deel van het water dus inmiddels is aan onttrokken, tot 'mestballen' gevormd op weg naar
de anus. Mest wordt hier opgeslagen en er is uitscheiding van slijm wat de uitdrijving door de anus
makkelijker maakt. Bij teveel oprekking van de darmwand wordt de mest uitgedreven. Een paard
mest gemiddeld 9 keer per dag (10-20kg!).
NB. Weet u dat de laboratorium test voor PPID (voorheen Cushing genoemd) gratis is in september
en oktober?
Download