Aandachtspunt 1

advertisement
1
Ondernemerschap en
doelgroepenbeleid
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
1 februari 2010
Prof. Dr. Jan Degadt
HUBrussel
Studiecentrum voor Ondernemerschap
1
Uitgangspunten
2
• Belang van het ondernemerschap
• Alle beschikbare talenten ‘mobiliseren’
• Vergelijk: rol van zonen en dochters in
familiebedrijven
• De discussie over het ‘doelgroepenbeleid’
is complementair met het gelijkekansenbeleid maar valt er niet mee samen
2
Uitgangspunten
• Focus in deze bijdrage: stimuleren van
ondernemerschap
• Onderzoeksvraag: zijn er specifieke barrières
die bepaalde doelgroepen ontmoedigen?
• “Women are just men with less money” (Paul
Samuelson)
• Beleidsvraag: kunnen deze barrières worden
weggewerkt binnen het kader van een beleid dat
het ondernemerschap bevordert
• Beleidsvraag: het gaat dus NIET om het
bekomen van uitzonderingen voor bepaalde
3
groepen
3
Uitgangspunten
•
•
•
•
Doelgroepen:
- Mannen – vrouwen
- Leeftijdscategorieën
- Allochtonen,
politieke
vluchtelingen, …
• (…)
4
• Aandachtspunt:
• Ook binnen de
doelgroepen zijn er
grote verschillen
• “Variation within
subgroups in the
population is usually
bigger than the
variation between
subgroups” (The
Economist)
4
Uitgangspunten
5
• Twee casussen:
• - Vrouwelijk ondernemerschap
• - Immigratie en diversiteit
5
1. Vrouwelijk ondernemerschap
• Statistische indicatoren:
• - GEM. De TEA-index voor de vrouwelijke
beroepsbevolking is lager dan voor de
mannelijke beroepsbevolking
• - RSVZ. Ongeveer een op drie
zelfstandigen is vrouw (grote
verscheidenheid onder sectoren)
• - Ondernemersgraad vrouwen < mannen
• (België < EU)
6
6
1. Vrouwelijk ondernemerschap
• Statistische indicatoren (vervolg)
• USA. De groei van het aantal vrouwelijke
starters is dubbel zo groot als de groei van
het aantal mannelijke starters
• USA. Vrouwelijke ondernemers creëren
een werkgelegenheid die dubbel zo groot
is als de gezamenlijke top 500
• (The Economist)
7
7
1. Vrouwelijk ondernemerschap
• Aandachtspunt 1
• Combinatie werk-gezin
• Het invullen van de combinatie werk-gezin
vormt nog altijd een barrière voor
vrouwelijk ondernemerschap
• Dit probleem geldt ook voor
loontrekkenden
8
8
1. Vrouwelijk ondernemerschap
• Aandachtspunt 1 (vervolg)
• Combinatie werk-gezin
• “If the empowerment of women was one of
the great changes of the past 50 years,
dealing with its social consequences will
be one of the great challenges of the next
50” (The Economist)
9
9
1. Vrouwelijk ondernemerschap
10
• Aandachtspunt 2
• Kinderopvang
• Startende ondernemers zijn vaak in de
leeftijdsgroep 25-35
• Op deze leeftijd hebben vrouwen vaak jonge
kinderen
• Flexibele kinderopvang is essentieel, ook buiten
de kantooruren
• België scoort niet slecht in Europa, Scandinavië
doet het beter
10
1. Vrouwelijk ondernemerschap
• Aandachtspunt 3
• Netwerken
• Het opbouwen en gebruiken van
netwerken is een belangrijke succesfactor
voor ondernemerschap (inputmarkten,
outputmarkten, financiering, …)
• Netwerken is tijdsintensief. Professionele
en interprofessionele organisaties kunnen
belangrijke diensten bewijzen
11
11
1. Vrouwelijk ondernemerschap
12
• Aandachtspunt 4
• Motivering
• Mannelijke en vrouwelijke ondernemers
presteren op zakelijk vlak even goed
• Opportuniteitsgedreven ondernemerschap
in verhouding tot ondernemerschap uit
noodzaak is groter voor mannen dan voor
vrouwen
12
1. Vrouwelijk ondernemerschap
13
• Aandachtspunt 4 (vervolg)
• Motivering
• Meisjes ondervertegenwoordigd in
toekomstgerichte studierichtingen
• Sectorkeuze: vrouwen ondervertegenwoordigd
in wetenschappelijke en technologische
beroepen
• Nood aan positieve rolmodellen en sociale
status
13
2. Immigratie en diversiteit
14
• Statistische indicatoren:
• Immigratie heeft niet alleen een grote
maar ook een blijvende invloed op de
samenstelling van de bevolking en de
leeftijdsgroepen
• Geldt ook voor de nabije toekomst (FPB)
• Immigranten hebben hoge
zelftewerkstellingsgraad, mogelijke
stimulans voor ondernemerschap
14
2. Immigratie en diversiteit
15
• Aanbodzijde: nieuwe immigranten brengen
nieuwe kennis en bredere perceptie van
kennisgerelateerde opportuniteiten
• Kan leiden tot meer kennisgedreven
ondernemerschap en innovatie
• Vraagzijde: immigranten creëren vraag naar
specifieke goederen en diensten; nieuwe cultuur
en praktijken bij het zaken doen
15
2. Immigratie en diversiteit
16
• Problemen:
• - Ondernemingen vaak te klein en
ondergekapitaliseerd; immigranten
oververtegenwoordigd in sectoren met lage
toetredingsdrempel en laag groeipotentieel
• - Ondernemerschap uit noodzaak
oververtegenwoordigd; ondernemerschap
gedreven door opportuniteit
ondervertegenwoordigd
• - Immigranten oververtegenwoordigd in microondernemingen (zonder werknemers)
16
2. Immigratie en diversiteit
17
• Aandachtspunt 1
• Kinderen en kleinkinderen van ongeschoolde
arbeidskrachten
• Veel immigranten zijn ingeweken als
ongeschoolde arbeidskrachten; hun kinderen en
kleinkinderen kampen met achterstand in het
onderwijs, zijn oververtegenwoordigd in het
beroepsonderwijs, ondervertegenwoordigd in
het algemeen vormend onderwijs en geschoolde
beroepen
17
2. Immigratie en diversiteit
18
•
•
•
•
Aandachtspunt 2
Politieke vluchtelingen
Zijn vaak hooggeschoold
Probleem is het laten erkennen en
valoriseren van hun diploma’s en
competenties
• Geldt niet alleen voor kandidaatondernemers maar ook voor andere
beroepen
18
2. Immigratie en diversiteit
19
• Aandachtspunt 3
• Economische vluchtelingen en
asielzoekers
• Problematiek van illegaliteit, semiillegaliteit en trage procedures bemoeilijkt
normale participatie aan de arbeidsmarkt,
ook als zelfstandige
• Gevaar voor zwartwerk
19
3. Beleidsaanbevelingen
20
• 3.1. Aftoetsen van beleid
• Geen pleidooi voor discriminatie, dus ook
niet voor positieve discriminatie
• Wel blijvende monitoring of bepaalde
drempels niet zwaarder doorwegen voor
bepaalde doelgroepen
• Nieuwe wet- en regelgevingen
systematisch aftoetsen op implicaties voor
vrouwelijk en allochtoon ondernemerschap
20
3. Beleidsaanbevelingen
21
• 3.1. Aftoetsen van beleid
• Transversaal karakter. Veel regelgeving
heeft neveneffecten voor andere
beleidsdomeinen en beleidsniveaus dan
oorspronkelijk bedoeld
• Belangrijke rol voor sociale partners en
middenveld: begeleiden en implementeren
van maatregelen en creëren van
draagvlak
21
3. Beleidsaanbevelingen
22
• 3.1. Aftoetsen van beleid
• Voorbeelden van barrières en drempels voor
vluchtelingen en niet-EU ingezetenen
• - Nationaliteitsvereiste voor het opstarten van
een eigen zaak
• - Equivalentie van arbeidskaart C voor
gesalarieerde arbeid en het starten van een
eigen zaak
• - Erkenning van EVC’s voor erkenning van
competenties; praktijktests
22
3. Beleidsaanbevelingen
23
• 3.1. Aftoetsen van beleid
• Voorbeelden van drempels en barrières voor vrouwelijk
ondernemerschap
• - Het sociaal statuut is gevoelig verbeterd maar de
voordelen moeten nog beter gepromoot worden
• - Acties ter bevordering van ondernemerschap moeten
nog meer rekening houden met vrouwen en andere
doelgroepen (timing, netwerken, …)
• - Problematiek van openingstijden (openingsuren en
vakanties) voor kinderopvang en scholen
23
3. Beleidsaanbevelingen
24
• 3.2. Bewustmaking
• (Geldt niet alleen voor ondernemerschap,
ook voor andere loopbanen)
• Promotie van rolmodellen
• Eliminatie van vooroordelen
• Beginnen bij het lager onderwijs
24
3. Beleidsaanbevelingen
25
• 3.3. Begeleiding
• Opleidingscentra. Problematiek
meenemen in de organisatie en de
programmatie van opleidingen
• Mentoren (ook ‘ervaringsdeskundigen’)
25
3. Beleidsaanbevelingen
26
•
•
•
•
3.4. Coördinatie
Er bestaan heel wat goede initiatieven
Zowel overheden als private organisaties
Vaak fragmentarisch en te weinig
gecoördineerd
• Nood aan coördinerende instantie (in
respect voor ieders bevoegdheden),
uitwisseling van informatie
26
Download