Tijdvak 8: De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 Eeuw van de industrialisatie Begin van de moderne tijd, contemporaine geschiedenis 1 1 Inleiding Kenmerkende aspecten 31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving. 32. Discussies over de ‘sociale kwestie’. 33. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie. 34. De opkomst van emancipatiebewegingen. 35. Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. 2 36. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme. Begrippen Confessionalisme Democratisering Emancipatiebewegingen Feminisme Imperialisme Industriële revolutie Industriële samenleving Liberalisme Moderne imperialisme Nationalisme Politieke stroming Sociale kwestie socialisme Exameneis: Je kunt een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, een ontwikkeling, een verschijnsel of een handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken. Tijdvak 8: De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 2 Inleiding Inleiding Wat is politiek? Wat is maatschappelijk? Het tijdvak Door stoommachine kwam er een industriële revolutie, opkomst burgerij, urbanisatie, moderne economie De wereld in de 19e eeuw 3 Nieuwe machtsverhoudingen. Met name vanaf 1870 modern imperialisme, Europa overheerst de wereld. In Zuid-Amerika dekolonisatie Bloei VS Tijdvak 8: De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 3 Inleiding Inleiding Europa Sterke bevolkingsgroei door industriële revolutie Na 1815 heersten de 5 grote mogendheden over Europa. Sterke groei Rusland Osmaanse rijk zwak 1861 Italië 1871 Duits Keizerrijk 4 Nederland 1815 met België Koninkrijk der Nederlanden 1831 afscheiding België Economie niet sterk Vanaf ca. 1865 toename welvaart 1848 grondwet Thorbecke Tijdvak 8: De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 4 Paragraaf 8.1 De industriële revolutie Kenmerkend aspect: de industriële revolutie is basis voor industriële samenleving Industriële revolutie grootste verandering sinds ontstaan landbouw. Overgang van landbouwstedelijke samenleving naar industriële samenleving. Industriële revolutie, met name revolutionaire gevolgen. Zaken jagen elkaar aan In GB: stoommachine, machine-industrie, vraag naar ijzer en steenkool, fabrieken, arbeiders, machtigste land, wereldeconomie Ook agrarische rev. - Wisselbouw - invoeren mais en aardappel - machinale bewerking - zaad en mest verbetering - ontbossing 5 Ook transport rev. - maken van kanalen (sneller transport en tol) - stoomlocomotief/boot Veel grondstoffen kwamen uit kolonies Tijdvak 8: De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 5 Paragraaf 8.2 Politiek-maatschappelijke stromingen Kenmerkend aspect: de opkomst van pol-ma. stromingen; nat, lib, soc, conf, fem Groei burgerij en arbeidersklasse Krijgen niet meer macht Na Napoleon een concert van staten. Rond Frankrijk werden bufferstaten gebouwd. Terugkeer naar de oude orde. Politieke stromingen; lib, soc. en nat. in het verzet 6 Tijdvak 8: De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 6 Paragraaf 8.2 Politiek-maatschappelijke stromingen Kenmerkend aspect: de opkomst van pol-ma. stromingen; nat, lib, soc, conf, fem Liberalisme Gematigde burgerij wilde een grondwet. Individu voorop. Vrijhandel en particulier bezit zouden basis zijn voor een gezond economisch systeem. Nationalisme Eerst gingen liberalisme en nationalisme nog samen. Halverwege de 19e eeuw kwam er pas een idee van nationalisme in Europa. Dat had natuurlijk te maken met de opkomst van de burgerij/democratische revoluties. 7 In Duitsland een “sonderweg” Duitse staten willen 1 worden, Oostenrijk-Hongarije valt uiteen. Bismarck ging nationalisme inzetten voor het staatsbelang, begon oorlogen om het land te verenigen. Romantiek in Duitsland, tegen “Franse” Verlichting. Ideeën van volksaard etc. Tijdvak 8: De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 7 Paragraaf 8.2 Politiek-maatschappelijke stromingen Kenmerkend aspect: de opkomst van pol-ma. stromingen; nat, lib, soc, conf, fem Socialisme Beweging van de arbeidersklasse, gelijkheid was belangrijkst. Streven naar omverwerping van het kapitalisme Via de politiek of via revolutie. Indien via politiek, dan is de staat dus ook belangrijk. 8 Tijdvak 8: De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 8 Paragraaf 8.3 Democratisering Kenmerkend aspect: voortschrijdende democratisering 1815 overal in Europa vorsten als machthebbers 1915 (behalve Frankrijk) nog steeds zo. Maar monarchen met concessies. Invloed van volksvertegenwoordiging gegroeid en kiesrecht uitgebreid. In Nederland 1815 met België Koninkrijk der Nederlanden 1831 afscheiding België 9 1848 grondwet Thorbecke 1e kamer benoemd door gekozen provinciebesturen, 2e kamer rechtsreeks door “burgers” gekozen, Koning onschendbaar Ministers verantwoordelijk Regering slechts mogelijk met kamermeerderheid Tijdvak 8: De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 9 Paragraaf 8.3 Democratisering Kenmerkend aspect: voortschrijdende democratisering Alleen kiesrecht voor rijke mannen (het verlichte deel der natie). Die stemmen natuurlijk….. Liberalen dachten dat er steeds meer rijke mannen zouden komen en dat daarmee meer democratie zou komen. Vanaf 1870 beginnen linkse liberalen en socialisten om uitbreiding kiesrecht te vragen. Jaren 1890: linkse liberalen willen uitbreiding kiesrecht om socialisten 10 de wind uit de zeilen te nemen. Hervormingen zijn nodig om de sociale problemen op te lossen Conservatieve liberalen willen alleen belastingbetalers laten stemmen Tijdvak 8: De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 1 0 Paragraaf 8.3 Democratisering Kenmerkend aspect: voortschrijdende democratisering Liberalisme valt dan uiteen in 3 partijen Een gedeelte wil algemeen kiesrecht In 1917 pacificatie: uitruil schoolstrijd-algemeen mannen kiesrecht, 1922 algemeen kiesrecht 11 Tijdvak 8: De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 1 1 Paragraaf 8.4 De emancipatiebewegingen Kenmerkend aspect: opkomst van de emancipatiebewegingen Door de groei van de massa en de kiesrechtuitbreidingen kwamen er steeds meer emancipatiebewegingen. In de meeste landen was het socialisme de grootste em. bew., maar in NL was dat het confessionalisme. Confessionalisme Pas in de 2e helft vd 19e eeuw opkomst confessionalisme. Wilden een christelijke samenleving. In NL vooral katholieken en calvinisten. 12 e Katholieken bijzondere rol in NL sinds de 16 eeuw…. Tijdvak 8: De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 1 2 Paragraaf 8.4 De emancipatiebewegingen Kenmerkend aspect: opkomst van de emancipatiebewegingen Schoolstrijd In NL sinds 1848 had iedereen het recht een school te stichten, alleen staatsscholen werden betaald door de regering, bijzondere scholen kregen geen geld. Tot 1878 simpel onderwijs. Daarna hogere eisen. Moeilijker voor de bijzondere scholen om zonder subsidie dit onderwijs te leveren. ARP opgericht (eerste pol. partij). Ter emancipatie dus van de protestantse/gereformeerde zuil 13 Daarna van 1917 tot WO 2 meerderheid in het parlement. Werkte verzuiling in de hand. Tijdvak 8: De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 1 3 Paragraaf 8.5 De sociale kwestie Kenmerkend aspect: discussies over de sociale kwestie Industrialisatie leidde tot de sociale kwestie: debat over de slechte werk- en leefomstandigheden van de arbeiders en hun integratie in de samenleving. Daarnaast ook tot problemen bij geschoolde arbeiders. Veel mensen wilden verbod op kinderarbeid. Probleem was dat het geld vaak nodig was, niet werken was geen reële optie. Bovendien. Waar bemoeide de staat zich mee. 1874 kinderwet van Van Houten. Verbod op kinderarbeid voor kinderen <12 in de industrie. 14 Daarna steeds meer wetten om (kinder)arbeid te reguleren Tijdvak 8: De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 1 4 Paragraaf 8.Het moderne imperialisme Kenmerkend aspect: de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie Wat is kolonisatie? Wat is imperialsime? Modern imperialisme: exploitatie vd hele kolonie met als doel, macht, aanzien en winst. Voor Nederland met name Nederlands-Indie. 15 Tijdvak 8: De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 1 5