Stageverslag, 25 augustus 2012. Natuurgidsencursus Ooststellingwerf-Westerveld . Cursist : Hendrien Nip . Stageplaats: IVN te Norg. Mentoren: Chaim Zimet en Theo Jak. Periode september 2011 t/m2012. Mentor: Anneke van Wagtendonk. Vanaf september 2012 t/m einde cursusjaar 2013. Inhoudsopgave 1.Waarom lid van IVN Norg? 2.Kennismaking met de mentor Chaim Zimet. 3.Een korte schets van de voorgeschiedenis en oprichting IVN Norg. 4.Mijn participatie in activiteiten van IVN NORG (vanaf september 2011 tot heden ). 5.Beschrijving van mijn motivatie voor het kiezen van deelnemen in de plantenwerkgroep. 6.Evaluatie stage plantenwerkgroep. 1.Waarom lid worden van IVN Norg? Samen met mijn gezin zijn we 33 jaar geleden in het dorp Boven-Smilde komen wonen. Vanuit ons huis kijken we uit op het Fochteloërveen. Het Fochteloërveen is een prachtig stukje natuur, met een weids en ongerept hoogveenlandschap ,dat uniek is in ons land en in geheel Noordwest-Europa uiterst zeldzaam is geworden. In het gebied ligt een pingo ruïne het Esmeer, een geldige plek waar ganzen /eenden en in het voedselarme water de vissensoort baars verblijven . Na mijn pensioennering is er eindelijk tijd en ruimte om me te verdiepen in de natuur . Om hier nog meer van te kunnen genieten en mijn kennis te vergroten , ben ik lid geworden van het IVN Norg. 2.Kennismaking met Chaim Zimet. In september 2011 heb ik kennis gemaakt met Chaim in het Natuurhuis in Norg. Ik heb iets over mijn achtergrond verteld en over mijn motivatie om de cursus natuurgids te volgen. Chaim gaf aan samen met zijn partner Theo Jak mij te gaan begeleiden en dat ik altijd een beroep op beiden kan doen voor hulp tijdens mijn leerproces als toekomstige natuurgids. Chaim vertelt iets over zich zelf en over het IVN Norg. We maken geen concrete afspraken. Chaim nodigt me uit voor het bijwonen van vergaderingen zodat ik kan kennismaken met het bestuur en leden die actief zijn binnen de club. 3.Een korte schets van de voorgeschiedenis en oprichting IVN NORG. Ik heb Jan Watermulder, de voorzitter van IVN NORG gevraagd of hij me daar iets over wilde vertellen. Jan gaf me de volgende informatie; voordat de landelijk en plaatselijke afdelingen van het IVN in 1960 werden opgericht waren er in 1950 t/m 1960 ambtenaren, in dienst van overheden en gemeenten, onbezoldigd actief als natuurwachters. In het woord hoor je al wat er verwacht werd van de natuurwachters, de opdracht voor deze groep mensen was dat zij in overleg en samen werkend met andere organisaties ervoor zorgden dat niet alle natuur bebouwd werd en de landontginning zich niet ten koste van de natuur ging uitbreiden ( binnen de toen geldende regels). De natuurwachters hadden ook een opsporende taak, maar mochten niet aanhouden en bekeuren (o.a. stropers ). Tot 1985 waren er natuurwachters werkzaam. In 1960 werd het landelijk IVN opgericht en ook in Norg werd een plaatselijke afdeling opgericht met eigen statuten en regelementen. De bestuursvergaderingen vonden plaats in huis van de bestuursleden, volgens Jan was het heel bijzonder dat in 1973 de vergaderingen openbaar werden, in het gemeenteblad de Boerhoorn stond de agenda vermeld van de afdeling IVN-Norg. In 2008 brak er brand uit in het Natuurhuis van het IVN NORG, veel ging in vlammen op. Nu is het Natuurhuis gevestigd in de Brinkhof een multi -gebruiksruimte van de gemeente, midden in het dorp. Het is een mooie ruimte waarin vergaderd kan worden en ook is er een kleine goed gevulde bibliotheek aanwezig en lesmateriaal. Sommige werkgroepen ( zie de site www.ivn-norg.nl ) bestaan al meer dan 50 jaar, Jan vertelt wat uitgebreider over de werkgroep wintervoedering , die via de scholen brood verzamelt en dat de gemeente Noorderveld een Landrover ter beschikking stelt zodat ook in moeilijk bereikbaar terrein voeding kan worden uitgestrooid. De verstandhouding met de gemeente Noorderveld is open en gericht op overleg, dit geldt ook voor andere organisaties waar het IVN mee samen werkt (o.a. stichting het Drents landschap ). Op mijn vraag waar men als IVN Norg bijzonder trots op is, antwoord Jan onmiddellijk …. op de Vlindertuin! Een bijzondere en unieke tuin midden in het dorp, die wordt onderhouden door vrijwilligers en veel bezoek krijgt, niet alleen van dorpsbewoners maar ook van toeristen en andere buitenlui. Ik vind dat het informatieblad het Norger Natuur Nieuws , wat 4x per jaar verschijnt met rijk gevarieerde verhalen met foto ‘s/tekeningen/gedichten en boekbesprekingen over de natuur, ook iets is om trots op te zijn. Natuurlijk is de informatie van Jan ook te lezen op de site van de afdeling IVN Norg, maar het is zeker zo leuk om het in dit geval door Jan te laten vertellen, de passie en liefde voor zijn IVN geeft me een warm gevoel. 4.Mijn participatie in activiteiten van IVN Norg (vanaf september 2011 t/m heden) Ik heb twee maal een Bestuursvergadering bijgewoond en enkele algemene leden vergaderingen en de jaarvergadering van de plantenwerkgroep. Ik heb genoten van het bijwonen van een lezing over het Drents Friese Wold. Tijdens de fietscarrousel georganiseerd voor kinderen van vijf lagere scholen uit de regio heb ik geassisteerd bij het thema uilen en het uitpluizen van uilenballen. De fietscarrousel was een examen educatief project van Fenna Blauw en Maaike Erenstein die de natuurgidsen cursus in Assen hier mee afsloten. Met Fenna Blauw heb ik in juni 2012 een half dagdeel met kinderen en de leerkracht van de basis school in Veenhuizen een activiteit georganiseerd. In een brede sloot in het Fochteloërveen, werden water en landdiertjes gevangen. De doelstelling was: kinderen zelf de natuur laten ontdekken en met veel plezier de gevangen diertjes te benoemen met of zonder hulp van aanwezig zoekkaarten. Fenna vertelde in een korte inleiding iets over de omgeving en de te vangen dieren, ook stelde ze vragen aan de kinderen zoals: weten jullie namen van dieren die hier ook wonen en als echte dorpskinderen wisten ze veel te benoemen. In ons programma waren ook twee spelletjes ingebouwd, het even kunnen rennen zorgde voor ontspanning en daarna was er weer volop concentratie in de groep voor de volgende opdracht. De leerkracht was verantwoordelijk voor het groepsproces en dat gaf ons de ruimte om de kinderen bij te staan met het vangen, maar ook inhoudelijk in te gaan op vragen van de kinderen. Na afloop hebben we op de school de excursie samen met de leerkracht geëvalueerd. Het was een succes vonden de deelnemers en voor herhaling vatbaar. Wij vonden dat er sprake was van een goede samenwerking tussen ons beiden, maar ook met de leerkracht. Fenna had me van te voren gevraagd of ik de inleiding wilde verzorgen, maar dit durfde ik (nog)niet. In oktober en november gaat er een project lopen , met als naam “ga met IVN Norg de natuur in” voor kinderen uit groep 5 t/m 7 op woensdagmiddag. Met begeleiding van de natuurgidsen Fenna Blauw en Maaike Erenstein ga ik mee doen als aspirant natuurgids. 5.Beschrijving van mijn motivatie voor het kiezen van deelnemen in de plantenwerkgroep. Al vrij vlug ben ik lid geworden van de plantenwerkgroep, er zijn voor mij drie belangrijke reden om mijn stage in te vullen door deel te nemen in de plantenwerkgroep, in de eerste plaats om mijn beperkte kennis van planten aan te vullen en op de tweede plaats de meeste leden zijn geschoolde natuurgidsen dus valt er voor mij veel te leren. Op de derde plaats kreeg ik een hartelijk welkom en voelde me snel thuis in de groep. De groepsleden beschikken over veel deskundigheid en vullen met humor en veel geduld mijn planten kennis aan en dat niet alleen, al mijn vragen over het gidsenwerk worden beantwoord en vaak verpakt in een anekdotisch verhaal. Er zijn ongeveer tien wandelingen gepland voor het jaar 2012. De doelstelling van de werkgroep staat op de site als volgt beschreven: het leren herkennen en benoemen van de namen van de plantenfamilies. Theo Jak heeft in de jaarvergadering een voorstel gedaan om de doelstelling een bredere invulling te geven en de taak van de dag gids iets uit te breiden, er is uiteindelijk besloten dat ieder lid op zijn of haar eigen manier invulling mag geven aan de inhoud van de wandelingen. Dat betekent dat ik voor een deel uit de tekst van Theo citeer, met zo nu en dan een eigen invulling. De dag gids. Ik ga de taken en werkwijze verhalend opschrijven. De dag gids (hierna dg )loopt de route voor, dit om de lengte en duur vast te stellen en verdwalen te voorkomen. Ook is het belangrijk dat de paden voor iedere deelnemer begaanbaar is. De dg kan van te voren relevante informatie ag.de wandeling door geven via een mail, dat kan zijn : hoe en op welke manier er het beste op die plaats naar de planten kan worden gekeken(bloeiende planten, zeldzaamheden, een specifiek groeigebied =biotoop, een themawandeling , plantengemeenschap). Een ieder kan zich nu van te voren oriënteren. Een opdracht zou kunnen zijn : langs een greppel bij het Anloërdiepje groeien: Moerasspirea, Watermunt, Beekpunge, Moerasklaver, Grote egelskop en Wilde Bertram. De planten horen bij elkaar, we kunnen proberen deze vocht liefhebbers op te sporen. Ook kan het een goed idee zijn, maar 1 plant van de tocht aan te wijzen, dan kan iedereen zich vooraf voorbereiden op: een naam verklaring, een bijzonderheid, de belevingswaarde, de standplaats en de voorachteruitgang van de plant. Het voordeel is dat je zo per jaar minstens tien planten echt leert kennen. Informatie over de geschiedenis van het te bezoeken gebied wordt ook op prijs gesteld. De dg kiest voor een bepaalde wandeling en heeft daar zijn reden voor en vertelt wat die zijn. De plekken die voor plantenliefhebbers interessant zijn kan de gids aanwijzen. De dg kan bepalen welke manier van planten kijken het meest op zijn plaats is , bijv. kijken naar bloeiende planten /biotoop bezoek /zeldzaamheden /een thema wandeling /een plantengemeenschap. Van iedere wandeling wordt een verslag gemaakt en met foto’s op de mail gezet. Tot nu toe heb ik aan zeven wandelingen deelgenomen en dat zijn: mossen op de begraafplaats van Roden, de Hortus te Haren, de Warme bossen bij Schoonloo, het Lieverse Diepje, het Fochteloërveen en Kampsheide in Assen. 1 wandeling heb ik gemist vanwege vakantie, zaterdag 15 september ging de paddenstoelentocht vanwege de weinig aanwezige paddenstoelen niet door en in plaats daar van zijn we naar het Hijkerveld geweest. Een prachtig gebied met in bloei staande Dop- en Struikheide, met daarbij grote vlakken prachtig groene Kraaiheide. 6-Evaluatie plantenwerkgroep. De Fochteloërveen wandeling. Samen met Adrie Brug heb ik de wandeling voorbereid. Een korte wandeling van twee uur, met pauze aan het Esmeer. Als bijzonderheid zagen we een prachtige lange beukenlaan die uitmondt bij het Esmeer. Twee plantensoorten de Zonnedauw en de Veenbes waren in grote aantallen aanwezig. De route was voor iedereen toegankelijk. Vooraf heb ik via de mail iedereen informatie gegeven over het ontstaan van het gebied. Het leek me niet relevant om informatie te geven over de planten, de leden zijn op een paar na allemaal deskundigen op het gebied van plantenkunde. Ik vond het erg spannend om de gids te zijn. Als eerste heb ik iets verteld over de beukenlaan, het ontstaan en een stukje volksverhaal wat in ons dorp de ronde doet. Daarna de route gelopen en bij het Esmeer opnieuw informatie gegeven, die ik kort geleden kreeg van Henk Mulder, hij is medewerker van Staatsbosbeheer. Henk vertelde dat er nog maar 1 visser een vergunning heeft om in het meer te vissen. In het voedselarme water leven Baarsen, deze vissen zijn carnivoren, een Libelle en andere waterdiertjes eten de vissen graag, maar ook elkaar opeten vinden ze niet barbaars. Wat heb ik geleerd? Het was leuk geweest als ik had kunnen benoemen hoe sommige planten aan de namen kwamen, bijvoorbeeld de plant Zonnedauw. Op internet heb ik het opgezocht en vergeet het dus nooit weer. De Zonnedauw soorten hebben een wortelrozet en lang gesteelde bladeren, waarvan de rand en bovenkant bezet zijn door uitgroeisels. Deze uitgroeisels scheiden een kleverig vocht af wat lijkt op ”water dauwdruppels” die niet onder invloed van de zon verdampt en dus zodoende de naam Zonnedauw kreeg. Ook hield ik de groep niet bij elkaar, op zich een hele klus die ik tot dan geen enkele dg zag bereiken, tot de laatste wandeling afgelopen zaterdag (15 september ). Ik had iets meer kunnen vertellen over het ontstaan van de Pingo ruïne het Esmeer en iets minder over de historische geschiedenis van het gebied. Toch ben ik tevreden en blij met mijn eerste” eigen gidsen wandeling”. Tot nu toe geniet en leer ik veel en ben blij dat ik lid ben van IVN Norg. Omdat er sprake was van miscommunicatie tussen Theo, Chaim en mij hebben we in overleg besloten dat ik met Anneke van Wagtendonk als mentor het tweede cursus jaar vervolg . Ik heb Theo en Chaim bedankt voor de tijd en aandacht die zij me gaven en ik blijf het spijtig vinden dat de wisseling van mentor werd veroorzaakt door de miscommunicatie tussen ons drieën. Nog in de planning zijn: een training van het project ”woordvoerders van de natuur” 21 september in het natuurgebied Aekingerzand. Begeleid door Maroesja Veken. Het is de bedoeling dat we in de maanden september en oktober voor 5 basisscholen excursies verzorgen. Met vriendelijke groeten Hendrien Nip . Ps. Ik heb Anneke gevraagd mijn verslag te lezen voordat ik het naar de cursus opstuur .