NOTA voor burgemeester en wethouders Onderwerp: Aangepaste conceptnota sociale perspectieven stedendriehoek Notanr.: Sector: Datum: Portefeuillehouder: 2005.13843 WCO/MB 11-07-2005 Fleskes Agenda B&W akkoordstukken 19-07-2005 Besluit: 1. In te stemmen met de aangepaste conceptnota Sociale Perspectieven Stedendriehoek 2. Het raadspresidium de aangepaste conceptnota aan te bieden met het verzoek deze ter vaststelling voor te leggen aan de raad OPENBAARMAKING: Dit besluit openbaar te maken COMMUNICATIE: … ADVIESRADEN: … FINANCIËLE ASPECTEN: Nee TOELICHTING/OVERWEGINGEN: Inleiding De Nota Sociale Perspectieven Stedendriehoek is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Stuurgroep Sociale pijler Stedendriehoek. De Stuurgroep bestaat uit de portefeuillehouders sociaal van de gemeenten in de Stedendriehoek. De nota heeft inmiddels een uitgebreid voortraject doorlopen. De eerste versie is in oktober 2004 ter besluitvorming aan de colleges voorgelegd. De behandeling heeft op een aantal punten geleid tot wijzigingsvoorstellen. Deze tweede versie is in januari 2005 door de colleges als concept vastgesteld ten behoeve van de inspraak. De inspraakprocedure liep van 14 februari t/m 31 maart 2005. In dit kader vond op 15 maart in het IJsselpaviljoen te Zutphen een inspraakbijeenkomst plaats. Tevens is de nota aan de gemeenteraden aangeboden om hen in de gelegenheid te stellen een reactie op de conceptnota te geven. Alle inspraakreacties zijn verwerkt in een inspraakverslag en op basis daarvan kwam de derde versie van de nota tot stand. Begin mei 2005 is deze derde versie door de colleges in de Stedendriehoek ter besluitvorming voorgelegd aan de raden. Om de besluitvorming in de afzonderlijke raden goed voor te bereiden vond op 16 juni 2005 een gemeenschappelijke raadscommissie plaats. Tijdens deze vergadering zijn 11 amendementen ingediend. De Stuurgroep Sociale Pijler heeft de amendementen op 23 juni besproken. Op basis daarvan is de nota op een aantal punten nogmaals aangepast. Bijgaand treft u de nieuwe, vierde versie van de nota aan. In de komende maanden is een evaluatie gepland van het besluitvormingsproces en met name de gezamenlijke commissievergadering. Beoogd resultaat Het opstellen van een sociaal programma voor de Stedendriehoek, waarvoor in alle gemeenten een breed draagvlak bestaat. Kader Procesconvenant Stedendriehoek 2003. Argumenten 1.1 Er is een apart programmapunt toegevoegd over het bevorderen van de leefbaarheid in kleine kernen Er is bij de kleinere gemeenten (Brummen, Voorst en Lochem) zorg voor de leefbaarheid van de kleine kernen. Men wil voldoende woningbouwmogelijkheden, behoud van voorzieningen (zo nodig in een multifunctionele accommodatie) en men wil een goede bereikbaarheid van de voorzieningen in de andere kernen/steden. De nota besteedt uitgebreid aandacht aan deze problematiek, die zowel speelt in grote als kleine gemeenten. Ook al is de Stuurgroep Sociale Pijler van mening dat de inhoud van de nota hiermee niet wijzigt, heeft ze op 23 juni besloten om de colleges voor te stellen wel tegemoet te komen aan het verzoek om een afzonderlijk programmapunt op te nemen over de leefbaarheid in kleine kernen. Het programmapunt 2 ‘gemeenten bevorderen de leefbaarheid in kleine kernen’ is toegevoegd. 1.2 Er is breed draagvlak voor de doelstellingen en thema’s van de nota. De doelstellingen van de Sociale Perspectievennota worden door alle betrokken organisaties en partijen gedragen. Kernbegrippen zijn: bevorderen van de leefbaarheid, aantrekkelijke voorzieningen en participatie van kwetsbare groepen. De thema’s Wonen & voorzieningen, vermaatschappelijking van de zorg, en onderwijs-arbeidsmarkt worden algemeen gezien als belangrijke thema’s voor regionale samenwerking. De Stuurgroep stelt op basis van de ingediende amendementen nog enkele tekstuele aanpassingen voor. De inhoud van de nota wijzigt daarmee niet, maar wordt op enkele punten nog wat verduidelijkt en aangescherpt. 1.3 Er is een gezamenlijk belang om in de Stedendriehoek samen te werken Sociaal beleid blijft in de eerste plaats lokaal beleid: dicht bij de burgers en in interactie met de mensen waar het om gaat. Regionale samenwerking kan echter meerwaarde opleveren, bijvoorbeeld door het gezamenlijk ontwikkelen van kennis en instrumenten. Hierdoor kunnen gemeenten hun sociale programma efficiënter en doelmatiger uitvoeren. Denk daarbij aan het gezamenlijk optrekken bij de voorbereiding op de Wet maatschappelijke ondersteuning. Soms ook gaat het om regionale problemen, die de grenzen van gemeenten overstijgen en dus om een gemeenschappelijke aanpak vragen, zoals de problematiek van het voortijdig schoolverlaten en de knelpunten op de regionale arbeidsmarkt. Het is dan de kunst om over de eigen gemeentegrenzen heen te kijken en te zoeken naar vormen van samenwerking. Draagvlak 1.1 Er is geen apart programmapunt omtrent het betrekken van de klant bij de planvorming. Zowel tijdens de inspraakbijeenkomst op 15 maart, als in de commissievergadering van 16 juni was dit een algemeen naar voren gebrachte wens. De Stuurgroep stemt inhoudelijk van harte in met deze doelstelling. Zij is echter van mening dat voor alle programmapunten geldt, dat de belanghebbenden zelf betrokken moeten worden bij de planvorming en -uitvoering. Daarom stelt zij voor hier geen apart (immers ‘leeg’ ) programmapunt van te maken, maar dit als centraal aandachtspunt te hanteren bij de uitwerking van alle programmapunten. In voortgangsrapportages zal worden gerapporteerd hoe belanghebbenden bij de uitvoering van de diverse programmapunten zijn betrokken. 1.2 De programmapunten in de nota zijn nog niet concreet genoeg geformuleerd Verschillende raadsleden brachten op 16 juni als kritiekpunt naar voren, dat de doelstellingen niet SMART genoeg geformuleerd zijn. Het vastleggen van concrete taakstellingen of streefpercentages acht de Stuurgroep in dit stadium echter niet verstandig. Het gaat om het formuleren van een algemeen beleidskader, dat voor langere tijd ‘mee’ kan. De concretisering zal plaatsvinden bij het vaststellen van het uitvoeringsprogramma. Financiële consequenties -Aanpak/uitvoering Als de colleges de voorliggende versie van de nota goedkeuren, dan zal deze ter vaststelling worden doorgestuurd naar de afzonderlijke gemeenteraden. Vervolgens kan gestart worden met de uitwerking van de Sociale perspectievennota naar concrete plannen en projecten. 2