Verschillenanalyse: prijs- en efficiëntieverschillen

advertisement
© NEVI
pag.: 1 van 1
code: LEV-TCO-kre-022-bl versie 1.1
Verschillenanalyse: prijs- en efficiëntieverschillen
Prijs- en efficiëntieverschillen zijn de aandachtspunten die het vaakst voorkomen bij een
verschillenanalyse. Het betreft namelijk de analyse van de veel voorkomende posten loon en
materiaal.
De prijsverschillen betreffen het verschil tussen de geplande standaardprijzen (Ps) en de
feitelijk betaalde prijzen (Pw) per uur of per kilogram. Ofwel: hoe waren de feitelijke prijzen bij
de inkoop van grondstoffen en arbeid? Hier wordt niet gedoeld op ‘total cost’, maar alleen op
de factuurwaarde. Het prijsverschil berekenen we op basis van de werkelijk verbruikte
hoeveelheden voor de desbetreffende productie (Qw). In een vergelijking uitgedrukt:
Prijsverschil = (Ps - Pw) * Qw
In het bovenstaande voorbeeld is het prijsverschil op de arbeid dus gelijk aan:
(€ 125,- - € 120,-) * 866 2/3 uur = € 4.333,33 (positieve bijdrage aan het verkoopresultaat).
Dat is ook logisch, gezien de daling van de loonkosten van € 125,- naar € 120,- per uur.
De efficiëntieverschillen betreffen het verschil tussen de totale standaard hoeveelheden in de
kostprijs (Qs) en de feitelijk gerealiseerde totale hoeveelheid (Qw). Hierbij gaat het dus om de
vraag of de productie al dan niet met lagere aantallen arbeid en materiaal is uitgevoerd dan
volgens de standaard kostprijs zou moeten kunnen. Het efficiëntieverschil berekenen we op
basis van de standaardprijzen (Ps). In een vergelijking uitgedrukt:
Efficiëntieverschil = (Qs - Qw) * Ps
In het bovenstaande voorbeeld is het efficiëntieverschil op de arbeid dus gelijk aan:
(800 uur - 866 2/3 uur) * € 125,- = € 8.333,33 (negatieve bijdrage aan het verkoopresultaat).
Dat wil dus zeggen dat er meer uren zijn gebruikt dan nodig was volgens de standaard
kostprijscalculatie. Dat blijkt ook uit de stijging van de benodigde arbeidstijd van 2 uur naar 2
uur en 10 minuten.
Het prijsverschil en het efficiëntieverschil tezamen geven aan of de kosten van de arbeid in
totaal hoger of lager zijn dan gepland. Wat nog belangrijker is, is dat de analyse aangeeft
waarom de kosten hoger of lager zijn. In het bovenstaande voorbeeld waren de geplande
kosten € 100.000,-. De werkelijke kosten bedroegen € 104.000,-. Deze stijging van € 4.000,- is
dus als volgt te verklaren:
Prijsverschil
€ 4.333,33 (positief)
Efficiëntieverschil
€ 8.333,33 (negatief)
Kosten arbeid
€ 4.000,- (negatief)
Door het inzicht uit de verschillenanalyse kan de inkoper precies aangeven welke kostenstijging wel of niet acceptabel is. In het voorbeeld zou de inkoper in het contract hebben
kunnen afspreken dat de prijs op basis van nacalculatie is gebaseerd op een maximale
arbeidstijd van 2 uur (omdat die 2 uur in het verleden een reële tijd is gebleken). Dan wordt het
nadelige efficiëntieverschil van € 8.333,33 niet doorgerekend aan de inkoper en resteert een
positief prijsverschil van € 4.333,33.
In de theorie van de verschillenanalyse berekenen we deze beide verschillen tezamen.
Overigens hangen deze verschillen ook in de praktijk veel samen. Een voordelig prijsverschil
(dat wil zeggen dat er goedkoper is ingekocht) bij een matige kwaliteit, kan leiden tot een
nadelig efficiëntieverschil (er is meer materiaal nodig bij de productie) en omgekeerd. Een
ander voorbeeld is het inhuren van minder gekwalificeerde arbeid met lagere prijzen, maar met
een langere werktijd om dezelfde productie te kunnen halen.
Download