Tips voor het omgaan met dementie

advertisement
Tips voor het omgaan met dementie
Bron: GGZ Drenthe, 2008
Het omgaan met een persoon met dementie kan moeilijk en verwarrend zijn en wordt in de loop der
tijd steeds zwaarder. Dementie treft niet alleen degene die de ziekte heeft maar ook zijn naaste
omgeving, de mantelzorger(s). Dementie betekent voor de omgeving vaak een zware belasting. Het
kan bij mantelzorgers tot allerlei problemen leiden: oververmoeidheid, overspannenheid,
depressiviteit, isolement, eenzaamheid en relatieproblemen.
Hieronder worden tips gegeven voor het omgaan met dementie.
1. Stel respect en serieus nemen centraal
Uw naaste met dementie is een volwassen persoon met zijn eigen geschiedenis en
eigenaardigheden, die steeds meer aangewezen is op uw hulp. Dit vraagt om een respectvolle
benadering.
2. Actief blijven en mogelijkheden benutten
Wees bezig met wat uw naaste nog kan en niet met zijn onmogelijkheden. Het is belangrijk dat
iemand met dementie zolang mogelijk actief blijft. Dat is vooral goed voor het gevoel van
eigenwaarde. Het gevoel nuttig te zijn, doet goed. Probeer de dementerende daarom zoveel
mogelijk zelf te laten doen, vermijd het uit handen nemen omdat het niet meer helemaal lukt. Doe
samen wat u samen kunt doen. Als u het geheugen helpt door steeds aanwijzingen te geven kan de
dementerende persoon vaak nog veel.
3. Orde, regelmaat en rust
Mensen met dementie hebben behoefte aan orde, regelmaat en rust. Probeer hier zoveel mogelijk
aan te voldoen.
4. Geheugensteuntjes
Probeer bij niet te ver gevorderde dementie hulpmiddelen ter ondersteuning van het geheugen aan
te reiken. Maak in het begin van een dementie gebruik van een agenda; niet alleen om afspraken in
te noteren, maar ook als dagboek. Zo kunt u later opzoeken wanneer wat was. Leg de agenda op
een vaste plaats. Maak gebruik van een weekcassette bij medicatiegebruik.
5. Geen nieuwe dingen leren
Probeer uw naaste zelf geen nieuwe dingen meer aan te leren. Dit is verspilde energie. Eenvoudige
handelingen kunnen via een speciale methode soms wel aangeleerd worden door een ergotherapeut.
Activiteiten die iemand tot voor kort nog kon uitvoeren (afstandsbediening van de tv, telefoon, eten
met mes en vork) kunnen niet meer worden aangeleerd omdat hiervoor het geheugen tekort schiet.
Probeer hoe dan ook iemands karakter niet meer te veranderen. Ga liever met hem mee, speel erop
in.
6. Vat hevige gevoelsuitingen niet persoonlijk op
Deze gevoelsuitingen zijn vaak niet persoonlijk bedoeld maar uitingen van onmacht. Uw naaste
ervaart dat hij de grip op het leven verliest. Bij deze ervaringen passen gevoelens die horen bij een
normaal rouwproces: agressie, verdriet, lusteloosheid, enzovoorts.
7. Communiceer op passende wijze
Het in gesprek gaan met iemand die dementeert is niet gemakkelijk. Probeer iemand zo veel
mogelijk gerust te stellen, overleg wat u gaat doen, en probeer welles/nietes discussies te
vermijden.
8. Zorg dat uw naaste in goede lichamelijke conditie is.
Lichamelijke ziekten leiden bij iemand met een dementie vaak tot extra verwardheid. Dit noemen
we een delier. Als degene met een dementie plotseling erg in de war wordt schakel de huisarts dan
in. Vaak is er sprake van een blaasontsteking of andere lichamelijke ziekte. Let ook op bij sufheid/
slaperigheid; ook dan kan er sprake zijn van een lichamelijke oorzaak. Zorg voor goede voeding.
Omdat degene met dementie soms niet goed aangeeft dat hij ergens last van heeft, moet de partner
goed bedacht zijn op lichamelijke klachten. Verandering van gedrag (onrust/ slaperigheid) kan een
teken zijn dat er lichamelijk iets mis is.
9. Let op veiligheid
Wanneer iemand begint te dementeren, kunnen gevaarlijke situaties in en om het huis ontstaan.
Verwijder dingen die gevaarlijk kunnen zijn. Het evenwichtsgevoel en de reactiesnelheid
verminderen bij het ouder worden en dus ook bij de oudere met dementie. Neem
voorzorgsmaatregelen om vallen te voorkomen.
10. Wees flexibel
Als een activiteit niet lukt, probeer het op een andere manier of op een later tijdstip nog eens.
11. Probleemgedrag
Soms kan degene met een dementie zijn gevoelens van frustratie/ onmacht en angst niet goed onder
woorden brengen. Daardoor ontstaat soms probleemgedrag; agressie. Ook ander gedrag kan leiden
tot problemen; bv. het omkeren van het dag en nacht ritme (overdag slapen/ 's nachts wakker). Dit
gedrag is moeilijk te veranderen. Zoek daarom bij probleemgedrag altijd hulp. Omgangsadviezen
en medicatie kunnen helpen. Soms is een (tijdelijke) opname nodig.
12. Voorkom dat u of uw naaste met dementie in een isolement raakt
Soms heeft iemand met een dementie de neiging zich terug te trekken. Dat is een natuurlijke reactie
als u zich onzeker voelt. Het is ook niet prettig om te veel drukte om u heen te hebben, als u
demeneert. Aan de andere kant heeft ieder mens sociale contacten nodig.
Ook als partner komt u soms in een isolement. Door de zorg voor uw naaste met dementie. Maar
soms ook door uw gevoelens; het verdriet. Wees u bewust van gevoelens van schaamte of angst;
ook dat zijn natuurlijke reacties. Het helpt soms om daarover te praten met anderen; via lotgenoten
contact/ het Alzheimercafé bij u in de buurt. Wees open over de ziekte tegen familieleden/ buren/
vrienden of kennissen. In het begin is het moeilijk, maar in de loop van de tijd zult u er baat bij
hebben. Dan kunt u uw verhaal kwijt. En mensen kijken niet raar op als er eens iets vergeten wordt
of als er wat misgaat.
Vraag hulp aan uw psycholoog bij de Geheugenpoli GGZ Assen als u er zelf niet uit komt. Ook
zijn familiegesprekken mogelijk, waarin iedereen in de familie uitleg krijgt wat er precies met de
dementerende aan de hand is. En hoe je daar het beste mee om kan gaan.
Ook is het mogelijk om dagbehandeling aan te vragen voor iemand met dementie. Zo kan hij/zij op
eigen niveau communiceren met anderen, activiteiten doen en nog een eigen sociaal leven hebben.
De partner kan op dezelfde tijd ook eigen contacten onderhouden; met een vriendin winkelen, even
naar de biljartclub etc.
13.
Let op uzelf
Naarmate de dementie voortschrijdt, wordt uw naaste steeds afhankelijker van u. U krijgt steeds
meer taken. Dat is lichamelijk vermoeiend, maar ook psychisch belastend. Om het vol te houden
moet u goed voor uzelf zorgen. Besteed alle taken uit die u uit kunt besteden; vraag bijvoorbeeld
thuiszorg aan voor de huishouding. Besteed ook tijd aan eigen hobby's en eigen vrienden. Dat is
niet alleen in uw belang, maar ook in het belang van uw naaste. Vraag uw naaste met dementie of
hij/zij bijvoorbeeld naar dagbehandeling wil. Vaak vindt degene met een dementie het fijn om ook
iets terug te kunnen doen voor u. Maak tijd vrij voor uzelf.
Download