deel 1: inleiding tot het recht en grondwettelijk recht

advertisement
DEEL 1: INLEIDING TOT HET RECHT EN
GRONDWETTELIJK RECHT
Begripsomschrijving van het recht
Recht is een geheel van regels, opgesteld, minstens bekrachtigd door de samenleving, met als
doelstelling de ordening van de maatschappij en afdwingbaarheid.
Recht is een geheel van regels
3 soorten regels:
- Regels van openbare orde
- Regels van dwingend recht
- Regels van aanvullend recht
Regels van openbare orde
Deze regels raken de essentiële belangen van de staat en overstijgen de private belangen. Hiervan
mag je nooit afwijken. De partijen zijn gebonden aan deze regels.
Bv. Wetten van politie en veiligheid
Bv. Naam: je naam moet worden behouden, tenzij je bepaalde procedures doorloopt
Geslacht: je geslacht op je geboorteakte wordt niet gewijzigd, tenzij je bepaalde procedures
doorloopt
Regels van dwingend recht
Deze regels zijn gemaakt/uitgevaardigd ter bescherming van een bepaalde groep personen die de
wetgever binnen een bepaalde relatie heeft willen beschermen. Alleen de beschermde persoon kan
afstand doen van de geboden rechtsbescherming.
Bv. Een handelshuurovereenkomst moet minstens 9 jaar duren. De eigenaar kan de huurder er er
niet vroeger uitzetten, behalve bij uitzonderingen. De huurder kan wel afstand doen van het
contract.
Regels van aanvullend/suppletief recht
Het gaat hier om regels of normen waar de partijen vrij van kunnen afwijken. Ze zijn van toepassing
als de partijen niets anders zijn overeengekomen.
Bv. Een huurprijs van een kot/appartement wordt gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen.
Dus de huurprijs kan elk jaar toenemen. Als in het huurcontract niet vermeld staat dat de
huurprijs niet geïndexeerd kan worden tijdens de huurperiode, loopt de huurder het risico dat
zijn huurprijs elk jaar toeneemt.
1
Opgesteld, minstens bekrachtigd door de samenleving
Wetten worden opgesteld door de daarvoor bevoegde instellingen. Niet iedereen kan immers
zomaar wetten opstellen.
De wetten moeten ook worden bekrachtigd door de samenleving. Dit gebeurt door stemming.
Met als doelstelling de ordening van de maatschappij
Het gedrag van de mensen mag niet willekeurig zijn, want anders moet er rechtvaardigheid zijn.
Bv. Als er geen verkeersregels zouden zijn, zou er chaos heersen op de weg en zouden er constant
ongevallen gebeuren
Afdwingbaarheid
Een rechtsregel wordt gekenmerkt door afdwingbaarheid, d.w.z. bij niet naleving mag geweld
worden gebruikt om de regel toch te doen naleven. Het gaat hier om o.a. straffen bij een misdrijf,
dwingen te betalen, dwingen of verbieden iets (niet) te doen.
Voor wetten die bepaalde gedragingen opleveren is er steeds een strafbepaling voorzien.
Bv. Als je een bouwconstructie wilt bouwen, heb je een bouwvergunning nodig. Als je dit niet doet,
behoren boete en afbraak tot de strafbepalingen die ingeschreven zijn in bouwrecht.
Bv. Planten van bomen: Als je hoge bomen wilt planten, moeten deze op een bepaalde afstand van de
scheiding van je grond liggen.
Bv. Als je schulden hebt, gebeuren de volgende stappen: aangetekende brief van schuldeiser,
aangetekende brief van deurwaarder, dagvaarding door burgerlijke rechtbank, rechter geeft je
een boete of verplicht je te betalen, deurwaarder legt beslag op je loon of bezit
2
Indelingen van het recht
Onderscheid tussen:
- Nationaal recht
- Internationaal/grensoverschrijdend recht
Nationaal recht
= Alle rechtsregels die uitgevaardigd worden door bevoegde politieke instellingen, die van toepassing
zijn binnen het Belgisch grondgebied.
Onderscheid tussen:
- Privaat recht
- Publiek recht
Onderscheid tussen:
- Nationale regels
- Provinciale regels
- Regionale regels
Privaat recht
Het privaat recht regelt in de eerste plaats de verhouding tussen burgers onderling door hun
subjectieve rechten te bepalen.
Subjectieve rechten hebben betrekking op een handeling m.b.t. het subject (persoon) zelf of tot een
bepaalde zaak.
Bv. Vrije arbeidskeuze, recht om te huwen, vrij over eigendom beschikken
Onderscheid tussen:
- Burgerlijk recht
Dit omvat de meest elementaire verhoudingen tussen burgers.
Het regelt de statuut van de persoon.
Bv. huwelijk, verhouding tussen ouders en kinderen (financiële bijdrage tot kinderen
niet meer studeren), echtscheiding, erfenissen, eigendom, …
- Handelsrecht
Dit regelt het statuut van de handelaren en de commerciële activiteiten.
Onderscheid tussen:
o Objectieve daden van koophandel
Bv. Uitgifte van wisselbrief
o Subjectieve daden van koophandel
Bv. Aankoop van een camionette voor leveringen
- Sociaal recht
o Arbeidsrecht
 Individueel
Dit regelt de verhouding tussen werknemer en werkgever.
Bv. Regels van ontslagrecht
 Collectief
Dit wordt tot stand gebracht door werknemer- of werkgever3
-
organisaties.
Bv. CAO
o Sociaal zekerheidsrecht
Dit regelt de verplichte sociale verzekering voor werknemers en
zelfstandigen.
Bv. ziekte, pensioen, arbeidsongeval, werkloosheid, …
Gerechtelijk privaat recht
Dit recht regelt de indeling en de bevoegdheid van de rechtbanken, en het verloop van een
proces.
Publiek recht
Het publiek recht omvat regels m.b.t. de bevoegdheid en de samenstelling van de overheidsorganen
en de regels m.b.t. de verhoudingen tussen burger en overheid.
Onderscheid tussen:
- Grondwettelijk recht
Dit regelt alles wat in de grondwet geregeld wordt.
Grondwet = De basiswet van ons land, opgemaakt bij de oprichting van de staat België.
Hierin staat het volgende:
 De inrichting van de staat
 De verschillende politieke en gerechtelijke instellingen
 De bevoegdheden
 De bepalingen of regels die fundamentele rechten/vrijheden aan de mens
toekennen
Bv. recht op onderwijs, vrijheid van godsdienst, gelijkheidswet
(man/vrouw), briefgeheim, onschendbaarheid van de woning
- Administratief recht
Dit regelt de inrichting en de werking van de administratie.
Bv. ruimtelijke ordening, onteigening
- Fiscaal recht
Dit bepaalt hoe overheidsinkomsten worden gevormd en geïnd.
Bv. personenbelasting, BTW, registratierechten, verschillende soorten belastingen
- Strafrecht
Dit bepaalt welke handelingen strafbaar zijn en welke straffen daarop van toepassing zijn.
Er wordt in ons land pas gestraft als die handeling als strafbaar opgesteld wordt!
- Strafprocesrecht = strafvorderingsrecht
Dit regelt de inrichting en de bevoegdheid van de strafrechtscolleges/rechtbanken.
Bv. Politie- en correctionele rechtbank
Grensoverschrijdend/internationaal recht
= Alle rechtsregels die uitgevaardigd worden door internationale politieke instellingen (bv. Verenigde
Naties, Europees Parlement), en alle verdragen afgesloten tussen België en één of meer andere
staten/landen.
Bv. Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM)
4
Internationaal privaatrecht
Doel: Uitmaken welke nationale wetgeving van toepassing is op een rechtsverhouding waarin
elementen voorkomen uit verschillende landen.
Bv. Erfenis: overleden grootmoeder had een huis in Spanje → Moet de erfenis dan geregeld worden
via het Belgisch recht of Spaans recht?
Bv. Een Marokkaanse man en vrouw zijn in Marokko getrouwd. Maar nu willen ze scheiden in België.
Internationaal publiek recht of volkenrecht en internationaal
strafrecht
Dit regelt de betrekkingen/verhoudingen tussen staten onderling, en de inrichting en de werking van
internationale instellingen (bv. VN).
5
Bronnen van het recht
Gewoonterecht
= Het geheel van rechtsregels, ontstaan uit een langdurig, constant en uniform gebruik door de
gemeenschap of door een bepaalde bevolkingsgroep, gevolg met recht overtuiging.
In deze definitie zit een materieel bestanddeel (feitelijk gebruik) en een psychologisch element
(rechtsovertuiging).
Aan het materieel bestanddeel zijn voorwaarden bevestigd:
- De regel dient voor een algemeen geldend gebruik, d.w.z. dat de meerderheid van de mensen de
regel moet navolgen.
- De regel moet duurzaam zijn.
- De regel moet onafgebroken zijn.
- De regel moet gelijksoortig/bestendig zijn, d.w.z. dat men geen tegenstrijdige handelingen mag
uitvoeren.
Het psychologische element staat voor het weten en aanvoelen dat men bepaalde normen moet
naleven. De mens moet geloof hebben in het dwingend karakter van de regel.
Bv. algemene vs. plaatselijke gewoonten
Onderscheid tussen:
- Algemene en plaatselijke gewoonten
- Geschreven en ongeschreven gewoonten
Bv. Aannemers hebben bepaalde regels. Maar alle aannemers volgen dus de regels al zo lang,
dat die regels een gewoonterecht is geworden.
Wetten
3 soorten machten:
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Rechtvoerende macht
(maken van de wetten)
(uitvoeren van de wetten)
(zien dat de wetten worden nageleefd en eventueel ingrijpen)
Begrip wet
Wet in materiële zin
= Een verzamelnaam van alle rechtsregels van eender welke aard, uitgevaardigd door een orgaan dat
de bevoegdheid heeft om rechten en verplichtingen van de burgers te bepalen en desnoods te
begrenzen.
Bv. wet, decreet, politiereglement, provinciale/gemeentelijke regel
Het essentiële hier is de abstracte en algemene aard. D.w.z. dat een wet in materiële zin nooit wordt
gemaakt voor slechts één bepaalde persoon.
6
Wet in formele zin
= Een beslissing van de federale wetgevende macht, tot stand gekomen volgens de daartoe vereiste
procedure, ook wanneer ze geen algemeen bindende norm inhoudt.
Deze regels worden gemaakt door de koning, de Kamer van de Volksvertegenwoordigers en de
Senaat.
I.t.t. de wet in materiële zin, kan de wet in formele zin wel worden opgesteld voor één bepaald
individu.
Bv. Naturalisatie: een persoon wordt een genaturaliseerd Belg
Een wet in formele zin moet worden ondertekend en bekrachtigd door de koning, en wordt
gepubliceerd in het Belgisch staatsblad.
Formele verschijningsvormen van de wet
Wetgeving door Belgische instellingen
België is geëvolueerd van een unitaire staat naar een federale staat. D.w.z. dat de bevoegdheden
werden opgedeeld in de volgende:
- Wetgevende macht
o Federale wetgevende macht
o Gemeenschapsraden
o Gewestraden
- Uitvoerende macht
o Federale regeringen
o Gemeenschapsregeringen
o Gewestelijke regeringen
o Raden en uitvoerende organen van provincies en gemeenten
Deze organen stellen de wetten op in de materiële zin van het woord.
Grondwetgevende macht
Grondwet = Een fundamentele wet die de inrichting en de structuren van onze samenleving als
inhoud heeft en de fundamentele rechten en vrijheden van zijn bewoners.
De eerste grondwet is opgericht in 1831.
Bv. Schending van de privacy kan zomaar niet, enkel onder bepaalde voorwaarden en procedures
Wetgevende machten
Federale wetgevende macht
Tot de federale wetgevende macht behoren:
- De Koning
- De Kamer van Volksvertegenwoordigers (groene zetels)
- De Senaat (rode zetels)
7
Hoe komt een wet tot stand? (wet in de formele zin van het woord)
1. Wie heeft een idee voor een wet?
- Initiatief bij de koning
= wetsontwerp
- Initiatief bij de kamer van volksvertegenwoordigers
= wetsvoorstel
- Initiatief bij de senaat
= wetsvoorstel
2. Voor er sprake kan zijn van een ontwerp van de koning, moet de koning het voorontwerp
voorleggen aan de afdeling ‘wetgeving’ van de Raad van Staten. Deze afdeling geeft advies rond
het maken van wetten. (De andere afdeling is die van ‘administratie’.)
Bij een wetsvoorstel gaat men advies vragen aan de Raad van Staten als tenminste ⅓ van de
leden (50 personen) van de Kamer dat wilt.
3. Het voorontwerp/voorstel wordt wel of niet goedgekeurd.
4. De tekst wordt besproken in de commissie. (verschillende commissies: justitie, financiën,
verkeer, …)
5. In een openbare vergadering, moet het Parlement en de Senaat stemmen.
6. De koning moet de tekst bekrachtigen.
7. De koning moet de wet ondertekenen en de wet afkondigen (= bekendmaking bevelen).
8. De wet wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
De nieuwe wetten zijn bindend na een bepaalde termijn van 10 dagen.
Gemeenschaps- en gewestraden
Federaal België heeft wetgevende bevoegdheid gegeven van gelijk hiërarchisch niveau aan zijn
regionale wetgevers.
Er zijn meerdere staatshervormingen geweest sinds 1970.
België bestaat uit 2 deelstaten: gemeenschappen en gewesten.
Federale regels gelden voor alle Belgen. Regels van een deelstaat gelden enkel voor de leden van die
deelstaat.
Gemeenschappen: instellingen en samenstelling
Gemeenschap = Een bevolkingsgroep die eenzelfde taal spreekt.
-
Vlaamse gemeenschap = inwoners van het Nederlandse taalgebied + Brusselse Vlamingen
Vlaams parlement en Vlaamse regering
Franse gemeenschap = inwoners van het Franse taalgebied + Brusselse Fransen
Franse gemeenschapsraad en Frans gemeenschapsregering
Duitstalige gemeenschap = inwoners van het Duitse taalgebied
Duitse gemeenschapsraad en Duitse gemeenschapsregering
De gemeenschappen moeten decreten uitvoeren.
Gewesten: instellingen en samenstelling
Gewest = Een afgebakend grondgebied.
-
Vlaams gewest = grondgebied van het Nederlandse taalgebied
Vlaams parlement en Vlaamse regering
Waals gewest = grondgebied van het Franse en Duitse taalgebied
Waalse gewestraad en Waalse gewestregering
8
-
Brussels Hoofdstedelijk gewest = grondgebied van de 19 gemeenten van het tweetalig gebied
Brussel hoofdstad
Brusselse Hoofdstedelijke Raad en Brusselse Hoofdstedelijke regering
Bij het Vlaamse en Waalse gewest worden decreten ontwikkeld. Bij het Brussels Hoofdstedelijk
gewest heet dit ordonnantie.
Vlaams gewest &
Vlaamse
gemeenschap
Vlaams
Parlement
Vlaamse regering
Brussels
Hoofdstedelijk
gewest
Raad van het
Brussels
Hoofdstedelijk
Gewest
Brusselse
Hoofdstedelijke
Gewestregering
Waals gewest
Franse
gemeenschap
Duitstalige
gemeenschap
Waalse
Gewestraad
Franse
gemeenschapsraad
Raad van de
Duitstalige
Gemeenschap
Waalse
Gewestregering
Franse
Gemeenschapsregering
Duitstalige
Gemeenschapsregering
De Brusselse gemeenschapscommissie
Brussel is geen aparte gemeenschap, maar wel een apart gewest.
Er zijn 3 extra instellingen met rechtspersoonlijkheid voor de uitoefening van de bevoegdheden van
gemeenschapsmateries:
-
-
-
Vlaamse gemeenschapscommissie
= Een instelling die bevoegd is voor de aangelegenheden van de Vlaamse gemeenschap van
Brussel hoofdstad.
Bv. aangelegenheden van onderwijs, culturele aangelegenheden
Franse gemeenschapscommissie
= Een instelling die bevoegd is voor de aangelegenheden van de Franse gemeenschap van
Brussel hoofdstad.
Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie
= Een instelling die bevoegd is voor gemeenschapsaangelegenheden van de beide
gemeenschappen van Brussel hoofdstad.
Wetgevende bevoegdheden van de gemeenschaps- en gewestraden
De wetgevende bevoegdheid wordt uitgeoefend in de vorm van decreten.
Decreet = De wetgevende norm van gemeenschaps- en gewestraden behalve wat betreft Brussel.
Brussel maakt geen decreten, wel ordonnanties.
De gemeenschappen en gewesten doen zaken (bv. onderwijs voor de gemeenschap), omdat dat in de
grondwet staat ingeschreven.
De belangrijkste bevoegdheden van de gemeenschappen zijn o.a. onderwijs, cultuur,
persoonsgebonden aangelegenheden (bv. gezondheidsbeleid, jeugdbeleid), bijstand aan personen,
OCMW, integratie van immigranten, bibliotheken, …
De gewesten daarentegen zijn o.a. bevoegd voor ruimtelijke ordening, openbare werken (bv.
wegenwerken: de wegen zullen zoveel kosten en zullen nog zolang duren), waterbeleid,
landbouwbeleid, werkgelegenheid, tewerkstelling, …
9
De uitvoerende machten
De grondwet voorziet, naast de wetgevende macht, ook de uitvoerende macht. In België zijn dat de
koning (hoofd van de uitvoerende macht) en zijn ministers.
Ter herinnering: De wetgevende macht bestaat uit de koning, de Kamer van
Volksvertegenwoordigers en de Senaat.
De federale regering
De koning is juridisch en politiek onverantwoordelijk en onschendbaar (= Koninklijke
onschendbaarheid).
Onderscheid tussen:
- Politieke onschendbaarheid: De koning wordt altijd gedekt door ministers bij politieke
handelingen.
- Juridisch: De koning kan nooit gedagvaard of veroordeeld worden. (bv. te snel rijden)
De federale regering bestaat uit ministers en staatsecretarissen. Deze worden benoemd door de
koning en staan onder het gezag van een minister.
Er zijn ten hoogste 15 ministers, de eerste minister inbegrepen. Er is geen maximaal aantal
staatssecretarissen.
Eerste minister = De woordvoerder van de regering en het parlement.
Minister = Een volwaardig lid van de regering die een bepaald departement beheert.
Staatssecretarissen beheren het departement niet zelfstandig, maar onder het gezag van een
minister.
Onderscheid tussen:
- Ministerraad of kabinetsraad
= Het centrum van de politieke besluitvorming; 15 ministers.
De ministers komen 1x per week samen, om politieke dossiers te bespreken en in
consensus te beslissen (= één mening).
Als één minister niet akkoord gaat met de mening, dan kan hij:
 Toch toegeven aan de mening
 Ontslag nemen
- Regeringsraad
= Vergadering van ministers en staatsecretarissen.
De gemeenschaps- en gewestregering
Onderscheid tussen:
- Vlaamse regering
- Franse gemeenschapsregering
- Waalse gewestregering
- Regering van Duitstalige gemeenschap
- Brusselse Hoofdstedelijke regering
Deze regeringen maken de decreten en ordonnanties.
10
De besluitvorming
Onderscheid tussen:
- Koninklijke besluiten worden uitgevaardigd door de Koning (of één of meer ministers) en wordt
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
- Ministeriële besluiten worden uitgevaardigd door de Minister en wordt gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad.
- Besluiten van gemeenschaps- en gewestregeringen zijn collegiaal, tenzij een delegatie van de
bevoegdheden door afzonderlijke delen van de regering.
Onderscheid tussen:
- Uitvoeringsbesluiten = Een maatregel ter uitvoering van de wet, hoe het in de praktijk moet
worden omgezet.
Bv. flitspalen worden gezet zodat men niet te snel zou rijden
- Organieke besluiten = Een maatregel ter inrichting van een openbare dienst. (Bv. OCMW)
- Politiereglementen = Een maatregel ter handhaving van de openbare orde, veiligheid en
gezondheid.
De verschillende bevoegdheden van wetgevende en uitvoerende macht
Onderscheid tussen:
- Toegewezen bevoegdheid
= Bevoegdheden waarover gemeenschappen en gewesten beschikken, die hen uitdrukkelijk
worden toegewezen door de grondwet of wetten in uitvoering van grondwet.
- Residuaire- of restbevoegdheid
= Bevoegdheden die niet uitdrukkelijk zijn toegewezen, en die toekomen aan de federale
overheid en niet aan de gemeenschappen en gewesten.
Bevoegdheden van federale overheid, gemeenschappen en gewesten
De Federale overheid is bevoegd voor zaken die haar door grondwet of wetten in uitvoering van de
grondwet uitdrukkelijk zijn toegekend.
Bv. justitie, leger, pensioen
De gemeenschappen en gewesten zijn bevoegd voor zaken die uitdrukkelijk zijn toegewezen.
Gemeenschappen: Bv. onderwijs, gezondheidsbeleid, cultuur, persoonsgebonden materies
Gewesten: Bv. ruimtelijke ordening, leefmilieu, waterbeleid
Raden en uitvoerende organen van de ondergeschikte gemeenschappen
Onderscheid tussen:
- Provinciaal niveau: provincieraad en bestendige deputatie (gouverneur)
Bv. provinciaal beleid, provinciale belastingen
- Gemeentelijk niveau: gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen
Wetgevende macht: provincie- en gemeenteraad
Uitvoerende macht: bestendige deputatie en college van burgemeester en schepenen
11
Internationale verdragen
Deze verdragen zijn een belangrijke bron in het recht, omwille van de rechtstreekse werking: de
rechten en plichten worden rechtstreeks opgelegd aan de burgers, zonder dat ze moeten worden
goedgekeurd.
Bv. Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens: recht op een eerlijk proces
Hiërarchie van rechtsnormen
De verschillende wetten, regels, decreten, ordonnanties mogen niet tegen elkaar indruisen.
De verschillende wetten, regels, decreten en ordonnanties staan op een gelijke hoogte binnen de
hiërarchie.
Normen waartussen geen hiërarchie bestaat, maar bevoegdheidsverdeling
geldt
Wanneer er een conflict is, moet men kijken naar bij wie de bevoegdheid ligt:
- Gemeenschap
decreet
- Federale overheid wet
Bv. Onderwijs is de bevoegdheid van de gemeenschap.
Hiërarchie van de normen
Welke regel heeft voorrang?
- Voorrang van internationaal en Europees recht met rechtstreekse werking op het interne recht
- Voorrang van grondwetten op wetten, decreten en ordonnanties
- Voorrang van wetten, decreten, ordonnanties op besluiten, verordeningen van uitvoerende
macht
- Voorrang van wetten, decreten, ordonnanties en responsievelijke besluiten op besluiten,
verordeningen en plaatselijke reglementen van provincies en gemeenten
De rechtspraak
= Het geheel van beslissingen (= vonnissen en arrestenten) van de verschillende rechtscolleges.
Soorten rechtspraak
Onderscheid tussen:
- Geschillenbeslechting
Men heeft een geschil, en men wil het aan de rechter voorleggen. De ene wordt verplicht aan
de andere die daar recht op heeft (rechten en plichten).
Bv. burenruzie
Er wordt een veroordeling aangevraagd door de openbare aanklager of het Parket.
- Oneigenlijke of willige rechtspraak
= Een rechtspraak zonder dat er geschillen zijn tussen de partijen.
Bv. adoptie, voogdij
Er moeten formele stappen worden genomen, de rechtbank moet honoreren.
12
Rechtbanken
Soorten rechtbanken:
- Judiciaire rechtscolleges
Bv. vredegerecht, politiegerecht
- Administratieve rechtscolleges (politieke recht)
Bv. Raad van Staten, rekenhof (begroting van de regering)
Dubbele aanleg en het gerechtelijk apparaat is een piramidevorm.
Dubbele aanleg = Je kan in hoger beroep gaan wanneer je niet akkoord gaat met je veroordeling. Je
proces wordt dan overgedaan.
Een derde aanleg bestaat niet (eerste en tweede wel), de zaak kan nog wel worden
doorgestuurd naar het Hof van Cassatie, waar ze naar eventuele procedurefouten zoeken.
2 soorten procedures:
- Burgerlijke procedure
= Een procedure die wordt doorgevoerd voor een burgerlijke rechtbank.
Bv. echtscheiding
- Strafprocedure
= Een procedure die door het Openbare Ministerie voor een strafrechtbank wordt
doorgevoerd.
Bv. moord
2 soorten bevoegdheid:
- Territoriale bevoegdheid
= Bevoegdheid op een bepaald domein.
- Materiële bevoegdheid
= Bevoegdheid voor een bepaald domein.
Bv. burenruzie
Elke rechtbank is bevoegd voor een bepaald domein.
13
De rechtscolleges van de rechterlijke macht
Lagere rechtbanken: in principe één per kanton
Tot de lagere rechtbanken behoren de Vrederechter en de Politierechtbanken.
Vrederechter
De Vrederechter is bevoegd voor burgerlijke geschillen onder 1860 euro (bv. tv wordt niet afbetaald),
en heeft een aantal specifieke bevoegdheden (bv. huurgeschil boven 1860 euro).
Om in beroep te kunnen gaan tegen het vonnis van de vrederechter, moet je bij de Rechtbank van
Eerste Aanleg zijn.
Politierechtbank
= Strafrechter in geval van overtredingen, alle overtredingen i.v.m. de wegcode, en
verkeersongevallen.
Bv. nachtlawaai; hond moet aan de leiband voor de veiligheid
Om in beroep te kunnen gaan tegen het vonnis van de Politierechtbank, moet je bij de Rechtbank
van Eerste Aanleg zijn.
Gewone rechtbanken: in principe één per arrondissement
Tot de gewone rechtbanken behoren de Rechtbank van Eerste Aanleg, de Arbeidsrechtbank en de
Rechtbank van Koophandel.
Rechtbank van Eerste Aanleg
De Rechtbank van Eerste Aanleg is onderverdeeld in kamers van 1 of 3 rechters.
Onderscheid tussen:
- Burgerlijke rechtbank
- Correctionele rechtbank
- Jeugdrechtbank
Bv. echtscheiding, afstammingskwestie, >1860 euro
Bv. diefstal of overtreding, fiscaal misdrijf
Bv. minderjarige die diefstal pleegt, P.O.S.
Er zijn 2 rechters met een speciale opdracht:
- Beslagrechter
- Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg
Om in beroep te kunnen gaan tegen het vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg, moet je bij het
Hof van Beroep zijn.
Arbeidsrechtbank
De Arbeidsrechtbank is onderverdeeld in kamers met 3 rechters:
- Een voorzitter (professionele rechter)
- 2 bijzitters die rechters in sociale zaken zijn (vertegenwoordigers van vakbonden, middenstandsen/of werkgeversorganisaties)
Het gaat hier om alle geschillen die verband houden met sociale geschillen.
Bv. Een werkgever twijfelt over de ziekte van de werknemer.
14
Om in beroep te kunnen gaan tegen het vonnis van de Arbeidsrechtbank, moet je in principe bij het
Arbeidshof zijn.
Rechtbank van Koophandel
= Handelsrechtbank
De Rechtbank van Koophandel is onderverdeeld in kamers met 3 rechters:
- Een voorzitter (professionele rechter)
- 2 bijzitters die rechter in handelszaken zijn (handelaars die voor de gelegenheid recht spreken)
Het gaat hier om alle geschillen tussen handelaars of waarbij verweerder handelaar is, en geschillen
boven 1860 euro en specifieke bevoegdheden.
Bv. uitspraak faillissement
Om in beroep te kunnen gaan tegen het vonnis van de Rechtbank van Koophandel, moet je bij het
Hof van Beroep zijn.
Hogere rechtbanken: één per rechtsgebied (5 rechtsgebieden)
Hof van Beroep
= Een groep raadsheren die in principe enkel zaken beoordelen die al voor de Rechtbank van Eerste
Aanleg of voor de Rechtbank van Koophandel zijn geweest.
Het Hof van Beroep is onderverdeeld in:
- Burgerlijke kamers
- Strafrechtelijke kamers
- Jeugdkamers
Voor een vordering tot cassatie moet je bij het Hof van Cassatie zijn.
Arbeidshof
Hier werken raadsheren in arbeidshof en lekenmagistraten.
Voor een vordering tot cassatie moet je bij het Hof van Cassatie zijn.
Hoogste Rechtscollege in België: Hof van Cassatie (Brussel)
= Een groep rechters die controleren of andere rechtbanken de wetten wel juist interpreteren en
toepassen, en nazien of er geen procedurefouten zijn gemaakt.
Het Hof van Cassatie oordeelt nooit over de zaak zelf.
Het Hof van Cassatie is onderverdeeld in:
- Burgerlijke kamer
- Strafkamer
- Jeugdkamer
Het Hof van Cassatie heeft zowel een Nederlandstalige als een Franstalige afdeling.
Hof van Assisen
= Een tijdelijk rechtscollege, bestaande uit 3 beroepsrechter. Dit rechtscollege komt alleen samen bij
ernstige misdrijven (bv. moord, politieke misdrijven, persmisdrijven).
15
3 beroepsrechters:
- Een voorzitter (een raadsheer in het Hof van Beroep)
- 2 bijzitters of assessoren (rechters van de Rechtbank van Eerste Aanleg)
Het Openbaar Ministerie wordt uitgeoefend door de Procureur-generaal bij het Hof van Beroep.
Deze Procureur-generaal kan zijn bevoegdheden overdragen aan een advocaat-generaal of een
substituut-procureur-generaal.
Het Hof van Assisen wordt bijgestaan door een jury van 12 door het lot aangewezen gezworenen.
De algemene lijst van gezworenen wordt om de 4 jaar opgemaakt uit een gemeentelijke lijst, een
provinciale lijst en een definitieve lijst.
Om als gezworene op de algemene lijst te worden ingeschreven moet men:
- Ingeschreven zijn op de lijst van de kiezers voor de wetgevende kamers
- De burgerlijke en politieke rechten genieten
- Tenminste 30 jaar zijn en minder dan 60 jaar oud op het ogenblik van het opmaken van de lijsten
op de gemeenten.
- Kunnen lezen en schrijven
- De Belgische nationaliteit hebben
- Wonen in de provincie waar het proces gevoerd wordt
De jury moet oordelen over de schuldvraag. De straftoemeting wordt beslist door de jury en de
beroepsrechters. Het Openbaar Ministerie zorgt voor het vorderen van de straf.
Administratieve rechtscolleges
De Administratieve rechtscolleges zijn enkel bevoegd om een uitspraak te doen over geschillen
omtrent politieke rechten, en alleen voor zover zij door de wet uitdrukkelijk hiertoe bevoegd werden
verklaard.
Bv. Raad van State, Rekenhof
Rechtscolleges van de Europese gemeenschappen
Bv. Hof van Justitie in Luxemburg
Internationale rechtscolleges
Bv. Europees Hof van de Rechten van de Mens in Den Haag
De rechtsleer
= Een geheel van opvattingen van rechtsgeleerden die terug te vinden zijn in handboeken,
verzamelwerken, artikels, tijdschriften, …
Het is voornamelijk een uitwerking van de criteria voor de toepassing en uitlegging van andere
rechtsbronnen en voornamelijk wetten.
16
DEEL 2: STRAFRECHT
Inleiding
Onderscheid tussen:
- Materieel strafrecht: Dit staat in het strafwetboek.
- Strafprocesrecht: Dit is een procedure.
Het misdrijf
Indeling van de misdrijven
De algemene term is misdrijf.
Er zijn 3 soorten misdrijven. Dit onderscheid wordt gemaakt naargelang van de zwaarte van de straf.
- Overtredingen
Dit wordt bestraft met een gevangenisstraf van 1 tot 7 dagen en/of met een geldboete van 1
tot 25 euro, of eventueel een werkstraf.
= POLITIESTRAF
Bv. nachtlawaai
- Wanbedrijven
Dit wordt bestraft met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 5 jaar en/of met een geldboete
van minstens 26 euro, of eventueel een werkstraf.
= CORRECTIONELE STRAF
Bv. diefstal, oplichting
- Misdaden
Dit wordt bestraft met een gevangenisstraf van minstens 5 jaar tot aan levenslange
opsluiting.
= CRIMINELE STRAF
Bv. doodslag (20-30 jaar gevangenisstraf), moord (levenslang)
Er zijn dus ook 3 soorten straffen:
- Politiestraf (politierechtbank)
- Correctionele straf (correctionele rechtbank)
- Criminele straf (Hof van Assisen)
Opgelet: Niet alle zaken kunnen voor het Hof van Assisen komen!
Men kan misdaden correctionaliseren zodat het kan bestraft worden als een wanbedrijf.
De kwalificatie
Het Openbaar Ministerie, dat de vervolging instelt, gaat een strafbaar feit vergelijken met de in het
strafwetboek voorziene omschrijving van het misdrijf.
Naargelang de kwalificatie wordt er gevorderd voor de bevoegde rechtbank.
17
Alle misdrijven zijn vervolgbaar!
Het Openbaar Ministerie beslist autonoom welk misdrijf wordt vervolgd en welk niet. Het Openbaar
Ministerie kan misdaden ook correctionaliseren zodat het kan bestraft worden als een wanbedrijf.
Het Openbaar Ministerie kan hier niet over beslissen als het om een klachtmisdrijf gaat. Dit kan
enkel vervolg worden wanneer het slachtoffer klacht heeft neergelegd.
Bv. stalking, intrafamiliaal geweld
Bestanddelen van het misdrijf
Onderscheid tussen:
- Materieel bestanddeel
= Een uitwendig waarneembare gedraging die de oorzaak is van het wederrechtelijk gedrag.
- Wederrechtelijk element
= De gedraging moet in strijd zijn met het recht.
- Zedelijk bestanddeel
= De dader moet het misdrijf gewild hebben, hij moet er schuld aan hebben.
(toerekeningsvatbaar)
- Strafwaardig element
= De wetgever moet het misdrijf strafbaar hebben gesteld. Het misdrijf moet in het
strafwetboek staan.
Als er één van de bestanddelen niet aanwezig is, is er geen misdrijf!
Als er iets ontbreekt, spreken we van:
- Rechtvaardigingsgronden
(hier ontbreekt het wederrechtelijk bestanddeel)
- Ontoerekenbaarheidsgronden
(hier ontbreekt het zedelijk bestanddeel)
Rechtvaardigingsgronden
Wettige zelfverdediging
= Verdediging van een persoon tegen wederrechtelijke aanranding.
De verdediging moet onmiddellijk noodzakelijk zijn en in verhouding staan tot de aanval.
Noodtoestand
= Werkelijke nood, waarbij beschermde belang een grotere waarde heeft dan het opgeofferde
belang.
Het gaat hierom een toestand die zich vooral voordoet bij rampen waarbij iedereen redt wat er te
redden valt.
Bv. Bij een brand moet er een omheining vernield worden om te kunnen blussen.
Bv. Een dokter heeft beroepsgeheim, maar hij merkt op dat een kind kneuzingen heeft wat wijst op
mishandeling. Dus hij verwittigt de politie.
18
Ontoerekenbaarheidsgronden
Krankzinnigheid
Er wordt een maatregel genomen ter beveiliging van de samenleving.
Het onderzoek wordt door psychiater geleid, die moeten bepalen of de dader ontoerekeningsvatbaar
is of niet. Wanneer de dader krankzinnig wordt verklaard, wordt hij geïnterneerd (onbepaalde duur).
Overmacht
= Een dwang die vreemd is aan de persoon van de dader, die van buitenaf op hem inwerkt, op het
ogenblik dat het misdrijf wordt gepleegd.
Je vrije wil wordt volledig uitgeschakeld.
Bv. Passionele moorden: een mishandelde vrouw kan het niet meer aan en steekt haar man neer.
Bv. Een vrouw die pas geopereerd is en niet op de hoogte is van de invloed van de medicatie,
veroorzaakt een ongeval.
Dwaling
Onderscheid tussen:
- Feitelijke dwaling
= Onwetendheid omtrent een essentieel element van een misdrijf.
- Rechtsdwaling
= Indien een redelijk en voorzichtig mens in die specifieke situatie ook zou gedwaald hebben.
Dwaling komt weinig voor.
Bv. Tijdens de jacht een mens neerschieten i.p.v. een hert.
Minderjarigheid
De (strafrechtelijke) meerderjarigheid is bepaald op 18 jaar.
Tot op heden blijven jongeren jonger dan 18 jaar schuldonbekwaam: ze worden niet gestraft, maar
er wordt wel een beschermingsmaatregel opgelegd.
Bv. gesloten jeugdinstelling
Opgelet: Er zijn ook uitzonderingen!
Bij hele zware feiten (bv. moord) kunnen ze uit handen gegeven worden aan de correctionele
rechtbank.
Bv. Op 16-jarige leeftijd heeft een jongen al 5 gewapende overvallen gepleegd
19
De straf
Indeling van de straffen
Onderscheid in hoofdstraffen:
- Politiestraffen
- Correctionele straffen: opsluiting < 5 jaar / werkstraf / boete
- Criminele straffen: opsluiting > 5 jaar
In 1996 is de doodstraf officieel afgeschaft.
Hoofdstraffen
Een hoofdstraf kan ook een werkstraf zijn (voor politiestraffen en correctionele straffen).
Kenmerken van de werkstraf:
- De rechter gaat ook altijd een gevangenisstraf uitspreken, voor als men de werkstraf niet
nakomt.
- Een werkstraf duurt minimum 20 uur, en maximum 300 uur.
o Politiestraf: minder dan 25 uur
o Correctionele straf: meer dan 25 uur
- De werkstraf moet worden uitgevoerd binnen 12 maanden nadat het vonnis is uitgesproken.
- De werkstraf gaat van start binnen 12 uur na de uitspraak van de rechter.
- De verdachte kan enkel een werkstraf krijgen als de verdachte zelf of de advocaat aanwezig is.
Als niemand van beiden aanwezig is, dan wordt de verdachte opgesloten ‘bij verstek’!
- De werkstraf moet gebeuren tijdens de vrije tijd, na de school- of werkuren.
- De werkstraf moet worden opgevolgd door een justitieassistent, die hier een verslag van moet
opmaken.
- De rechter laat de dader vooraf een maatschappelijke enquête invullen. Dan wordt de straf
geïndividualiseerd.
Bv. verkeerscursus geven, dierentuin, rusthuis, groendienst
- Er is ook altijd een vervangende straf (gevangenisstraf of geldboete), voor als de werkstraf niet
voldoende genoeg wordt uitgezeten.
Criminele straffen
Criminele straffen worden onderverdeeld naargelang de duur van de gevangenisstraf:
- 5 – 10 jaar
- 10 – 15 jaar
- 15 – 20 jaar
- 20 – 30 jaar
- 30 jaar - levenslang
Correctionele straffen
= Een gevangenisstraf van 8 dagen tot 5 jaar en/of een geldboete vanaf 26 euro.
Politiestraffen
20
= Een gevangenisstraf van 1 tot 7 dagen en/of een geldboete van 1 tot 25 euro.
Bijkomende straffen
= Straffen die worden opgelegd bij een hoofdstraf.
Geldboete
Een geldboete kan zowel een hoofdstraf als een bijkomende straf zijn.
Toch wordt er steeds een vervangende gevangenisstraf uitgesproken, voor wanneer de geldboete
niet betaald wordt. Deze vervangende straf moet hoog genoeg zijn, zodat ze zeker wordt uitgevoerd.
Bijzondere verbeurdverklaring
= Bijzondere goederen, die het voorwerp van het misdrijf uitmaken en die gediend hebben of
bestemd waren voor het plegen van een misdrijf, worden definitief eigendom van de Staat.
Bv. Moord met slagermes: het moordwapen wordt eigendom van de Staat.
Bv. Diefstal met camionette: camionette wordt eigendom van de Staat.
Bv. Het zwarte geld van drugsdealen wordt witgewassen door een huis te kopen: huis wordt
eigendom van de Staat.
Ontzetting uit (bepaalde) burgerlijke en politieke rechten
Dit geldt alleen voor de toekomst en begint slechts te lopen na het uitvoeren van de hoofdstraf.
Bv. Verbod om burgemeester te zijn; verbod om te stemmen; verbod om voogd te zijn
Verval van recht tot sturen
= Rijverbod
Het verval kan tijdelijk of definitief zijn, en slaat op alle of bepaalde categorieën van voertuigen.
Bv. Dronken rijden: straf = boete + celstraf + rijverbod van 1 maand
Beroepsverbod
= Verbod om nog langer een bepaald beroep uit te oefenen.
Bv. seksueel misbruik: verbod om beroep uit te oefenen in contact met kinderen
Andere gevolgen van straftoemeting
Schadevergoeding
Wanneer n.a.v. een misdrijf ook schade wordt veroorzaakt, kan de benadeelde zich burgerlijke partij
stellen en schadevergoeding vorderen bij de strafrechtbank.
Bv. inbraak: raam gebroken → raam vergoeden
Gerechtskosten
21
= Kosten naar aanleiding van een strafproces (niet de kosten van de advocaat!).
De ontvanger van Registratie en Domeinen is belast met de inning van deze kosten.
Bv. Tolk; deurwaarder om te dagvaarden; reiskosten van een onderzoek; deskundige om
boekhouding na te kijken
Als iemand wordt vrijgesproken, vallen de kosten ten laste van de Staat!
Bijzondere criteria van straftoemeting
De rechter is gebonden aan de wet bij het toekennen van een straf. De straf ligt tussen de minimumen maximumwaarden.
De rechter kan bij het toekennen van een straf rekening houden met:
- Verzachtende omstandigheden
- Verzwarende omstandigheden
- Verschoningsgronden
- Wettelijke herhaling
Verzachtende omstandigheden
= De straf komt onder het wettelijk minimum.
Dit is een feitenkwestie die door de rechter vrij wordt beoordeeld.
Bv. persoonlijke redenen, omstandigheden waarin het misdrijf is gepleegd, goed verleden van de
dader, slechte jeugd (niet goed kunnen ontplooien tijdens de opvoeding)
Verzwarende omstandigheden
Deze moeten uitdrukkelijk voorzien zijn in de wet en mogen niet afhangen van de appreciatie van de
rechter!
Bv. Een doodslag met voorbedachte rade (= moord) wordt zwaarder bestraft dan zonder
voorbedachte rade.
Bv. Een inbraak ’s nachts met geweld wordt zwaarder bestraft dan een gewone diefstal.
Bv. Drugsdealen aan minderjarigen wordt zwaarder bestraft dan aan meerderjarigen.
Verschoningsgronden
Onderscheid tussen:
- Strafverminderende verschoningsgronden
- Strafuitsluitende verschoningsgronden
Strafverminderende verschoningsgronden
= Wettelijk voorziene verzachtende omstandigheid; strafverzachting is daarom verplicht.
Bv. Uitlokking van slagen en verwondingen
Strafuitsluitende verschoningsgronden
22
= Beslissende verschoningsgronden, waarbij het gepleegde misdrijf niet meer wordt gestraft.
Bv. Een drugsdealer doet onthullingen over het drugsmilieu.
→ Opgelet: Dit moet voor de dagvaarding gebeuren!
Wettelijke herhaling
= In geval er een nieuw misdrijf is gepleegd na definitieve veroordeling door een Belgische rechtbank.
De persoon wordt dan zwaarder bestraft.
23
Het strafrechtbedelingssysteem
Het strafrechtbedelingssysteem bestaat uit 4 fasen:
1. Vooronderzoek
2. Straftoemeting
3. Strafuitvoering
4. Strafeinde
Het vooronderzoek
Politie
Doorgaans wordt een misdrijf geregistreerd door een proces-verbaal van de politie. Dit gebeurt
wanneer:
- De politie het misdrijf zelf heeft vastgesteld
- Het slachtoffer klacht heeft ingediend
- Een derde aangifte doet van het misdrijf
Het P.V. wordt verzonden naar het Openbaar Ministerie, dus de politie mag niet beslissen over wat
er met het P.V. gebeurt.
Openbaar Ministerie
In België zijn er 27 Openbare Ministeries (één per arrondissement). Dit wordt bestuurd door de
procureur des Konings.
Het Openbaar Ministerie is verantwoordelijk voor:
- Het opsporen van misdrijven
- Het vervolgen van daders
- Het vorderen van straffen
- De tenuitvoerlegging van de straffen
De Procureur des Konings mag zich laten leiden door het opportuniteitsbeginsel (= het oordelen over
de gevolgen van de zaak).
Voor zover een vervolging geen bijdrage kan leveren voor het algemeen belang staat het de
procureur des Konings vrij niet te vervolgen.
Wat kan het Parket doen met de zaak?
- Seponeren
- Minnelijke schikking – bemiddeling in strafzaken – herstelbemiddeling
- Dagvaarden
- Een opsporingsonderzoek gelasten
- Een gerechtelijk onderzoek vorderen
Seponeren
= De zaak wordt geklasseerd; zonder gevolg rangschikken.
24
Bv. Een onbekende dader; te lang geleden; eerste misdrijf
Maar een seponatie betekent niet dat de dader vrijuit gaat! Er kan worden teruggekomen op de
beslissing (bv. wanneer de dader opnieuw een misdrijf pleegt; wanneer de dader gevonden wordt).
Minnelijke schikking – bemiddeling in strafzaken –
herstelbemiddeling
Minnelijke schikking
= De procureur kan een minnelijke schikking voorstellen, waardoor de strafvordering vervalt tegen
betaling van een geldsom.
De dader wordt dan niet meer gedagvaard voor de rechtbank.
Bemiddeling in strafzaken
= Aan de dader van een misdrijf wordt een dienstverlening, therapie of vorming voorgesteld.
De strafvordering vervalt wanneer de dader heeft voldaan aan alle door hem aanvaarde
voorwaarden.
Deze zaak wordt begeleid en afgewerkt door een justitieassistent.
Bv. Intrafamiliaal geweld: de vader moet verplicht naar AA-bijeenkomsten
Herstelbemiddeling
= Een bemiddeling tussen de dader en het slachtoffer.
Hierin is het Openbaar Ministerie geen deelnemend partij.
Bv. Geweld: de dader moet medische kosten betalen en een agressietraining volgen
Iedereen die direct belang heeft, kan tijdens de strafprocedure vragen om bemiddeling. (Zowel de
dader als het slachtoffer)
Er wordt een akkoord opgemaakt tussen de dader en het slachtoffer. De strafrechter kan dan
rekening houden met dit akkoord bij het kiezen van een straf.
Dagvaarden
De verdachte wordt voor het Parket gebracht en moet zich verantwoorden voor de feiten die
hem/haar ten laste worden gelegd.
Dagvaarden gebeurt pas als de zaak voldoende duidelijk is voor het Openbaar Ministerie.
Een opsporingsonderzoek gelasten
= Een opdracht van de procureur des Konings aan diverse politiediensten om bijkomende inlichtingen
in te winnen.
= Bijkomend onderzoek bij onduidelijke feiten.
Opgelet:
25
-
Het opsporingsonderzoek mag geen dwangmaatregelen inhouden!
De procureur des Konings mag niet zomaar iemand voor lange tijd van zijn vrijheid beroven.
Het opsporingsonderzoek mag de individuele rechten niet schaden!
Het Openbaar Ministerie mag geen huiszoeking uitvoeren zonder een gerechtelijk onderzoek
te vorderen.
Een gerechtelijk onderzoek vorderen
Een gerechtelijk onderzoek is wettelijk verplicht bij een misdaad en wanneer specifieke grondrechten
van de verdachte kunnen worden geschonden.
Het Openbaar Ministerie formuleert een strafaanvraag en doet een opsporingsonderzoek. Wanneer
het Openbaar Ministerie dan de rechten van de verdachte wil schaden, moeten ze de zaak overlaten
aan de rechtbank. De onderzoeksrechter mag meer dan het parket.
Verschil tussen een opsporingsonderzoek en een gerechtelijk onderzoek:
Een opsporingsonderzoek wordt geleid door het Parket (met de procureur des Konings) en het
gerechtelijk onderzoek door de Rechtbank van Eerste Aanleg (met de onderzoeksrechter).
De onderzoeksrechter
Het gerechtelijk onderzoek wordt geleid door de onderzoeksrechter, en kan op 3 manieren starten:
- Op vordering van de procureur des Konings
- Na een klacht met burgerlijke partijstelling
Nadeel: De persoon die de klacht neerlegt moet een borgsom van 650 euro betalen!
Bv. Een slachtoffer van intrafamiliaal geweld wilt dat de onderzoeksrechter de zaak
behandelt.
Bv. Faillissement: de voormalige zaakvoerder heeft geld verstopt.
- Bij ontdekking op heterdaad door de onderzoeksrechter
Het opportuniteitsbeginsel speelt hier niet. De onderzoeksrechter is dus verplicht de zaak te
onderzoeken.
Principes van het gerechtelijk vooronderzoek
Het gerechtelijk vooronderzoek moet objectief gebeuren, zonder enige vooringenomenheid.
De onderzoeksrechter is onpartijdig, onafhankelijk en objectief.
Het is schriftelijk, geheim en niet tegensprekelijk.
Bv. Niet tegensprekelijk: “Iedereen wordt afzonderlijk verhoord”
Als je wordt beschuldigd tijdens een verhoor, mag je geen getuigen oproepen in dat verhoor.
Onderzoeksverrichtingen
Deze onderzoeksverrichtingen gebeuren door de onderzoeksrechter. Het zijn speciale bevoegdheden
voor de onderzoeksrechter.
-
-
Persoon uitnodigen voor verhoor
o Vrijwillig
o Bevel tot medebrenging = De politie haalt de verdachte op en brengt deze tot de
onderzoeksrechter voor verhoor.
Getuigen uitnodigen voor verhoor
26
-
-
Bevel tot aanhouding
Dit moet gebeuren binnen 24 uur nadat de verdachte van zijn vrijheid is beroofd.
Afstapping ter plaatse = De onderzoeksrechter en de procureur des Konings gaan een plaats
delict bekijken (bv. na moord, brand, doodslag).
Gedwongen huiszoeking
Dit mag enkel gebeuren tussen 5 uur ’s morgens en 9 uur ’s avonds.
Het Openbaar Ministerie mag geen gedwongen huiszoeking uitvoeren. Een huiszoeking mag
enkel gebeuren wanneer de persoon toestemming geeft of bij een betrapping op heterdaad
(= vrijwillige huiszoeking).
Het aanstellen van deskundigen
Bv. Lijkschouwer, boekhouding laten controleren, …
Onderzoek van lichaam bevelen
Bv. Lijkschouwing, een slachtoffer van verkrachting onderzoeken op DNA
De onderzoeksgerechten
= De Raadkamer en de Kamer van inbeschuldigingstelling (K.I.)
= De onafhankelijke rechtsmacht
Wanneer de onderzoeksrechter stelt dat zijn (gerechtelijk) onderzoek afgerond is, stuurt hij/zij het
onderzoek naar het O.M., en het O.M. legt het onderzoek voor aan de Raadkamer.
De onderzoeksgerechten nemen de volgende beslissingen:
- Beschikking tot buitenvervolgingstelling
= De verdachte wordt niet naar de rechtbank gestuurd.
- Beschikking tot verwijzing
= De verdachte wordt naar de rechtbank gestuurd.
- Beslissing ten gronde tot internering (uitzonderlijk)
= De verdachte zal nooit voor de rechtbank komen.
- Beslissing ten gronde tot opschorting (uitzonderlijk)
= De feiten zijn bewezen, maar de zaak stopt.
Bv. Na een fiscale zaak: de fiscus is terugbetaald
Wanneer je niet akkoord gaat met de uitspraak van de Raadkamer, kan je in beroep gaan bij de
Kamer van inbeschuldigingstelling. Als je nog steeds niet akkoord bent met je uitspraak, kan je in
beroep gaan bij het Hof van Cassatie, maar dit geldt enkel voor procedureformaliteiten.
De voorlopige hechtenis
De vrijheidsbeneming
Dit geldt voor iedereen die van een misdrijf verdacht is, en voor maximum 24 uur.
De vrijheidsbeneming kan alleen worden genomen door de procureur des Konings, tenzij de dader
betrapt wordt op heterdaad.
De vrijheidsbeneming is niet hetzelfde als de administratieve aanhouding (= bestuurlijke
aanhouding) Dit geldt voor maximum 12 uur, wanneer:
- De openbare orde en rust verstoord wordt (bv. nachtlawaai, openbare dronkenschap)
- Iemand geen documenten op zak heeft
- Iemand van plan is om een misdrijf te plegen
Een administratieve aanhouding kan de politie zelf doen, zonder het bevel van een hogere.
27
Het bevel tot aanhouding
Aanhoudingsbevel = De verdachte wordt onder aanhoudingsmandaat geplaatst.
Het bevel tot aanhouding wordt afgeleverd door de onderzoeksrechter, en dit binnen 24 uur na de
initiële aanhouding. Dit is alleen mogelijk in geval van volstrekte noodzakelijkheid voor de openbare
veiligheid, en het moet gemotiveerd worden.
Motivaties:
- Er bestaat het gevaar dat de verdachte opnieuw een misdrijf pleegt.
= RECIDIEVE GEVAAR
Bv. Kleptomaan (= verslaafd aan stelen), pyromaan (= verslaafd aan vuur)
- Er bestaat het gevaar dat de verdachte zich zou onttrekken aan het gerecht.
= VLUCHTGEVAAR / ONTTREKKINGSGEVAAR
- Er bestaat het gevaar dat men bewijzen zou laten verdwijnen.
- Er bestaat het gevaar dat de verdachte met derden zou afspreken om hetzelfde verhaal op te
hangen.
Opgelet: Een aanhoudingsbevel mag enkel uitgevoerd worden wanneer de feiten strafbaar zijn met 1
jaar gevangenisstraf!
Verbod van vrij verkeer
= De verdachte wordt op secreet geplaatst; de verdachte mag in de gevangenis enkel contact hebben
met zijn advocaat.
Het verbod van vrij verkeer geldt maximum voor 3 dagen, en moet gemotiveerd worden.
Handhaving van voorlopige hechtenis
De verdachte moet zich motiveren tegenover de Raadkamer om hem niet meer in voorlopige
hechtenis te plaatsen. Voor het verstrijken van een voorlopige hechtenis van 5 dagen moet de
Raadkamer beslissen of het voorarrest gehandhaafd blijft. Men moet oordelen over de
noodzakelijkheid van het voorarrest.
De beschikking blijft 1 maand geldig. Dus de verdachte moet elke maand opnieuw voorkomen om te
motiveren waarom hij niet meer in voorlopige hechtenis moet worden geplaatst.
(Opgelet: bij moord gebeurt dit slechts 1x in de 3 maand!)
Verschil tussen een voorlopige hechtenis en een gevangenisstraf:
Bij een voorlopige hechtenis gaat het om een verdachte (nog niet veroordeeld), terwijl het
bij een gevangenisstraf om een dader gaat.
Als de verdachte niet akkoord is met de beslissing, kan hij in beroep gaan bij de Kamer van
inbeschuldigingstelling.
Beroepsmogelijkheden
= Een hoger beroep door de verdachte of door het O.M. binnen 24 uur.
Het beroep wordt gebracht voor de Kamer van inbeschuldigingstelling binnen 15 dagen. Eventueel
wordt de beslissing nog herzien in het Hof van Cassatie.
28
Vrijheid onder voorwaarden
Vrijheid onder voorwaarden geldt voor een maximum termijn van 3 maanden. De termijn kan in de
loop van het onderzoek worden opgeheven, gewijzigd of verlengd (maximum 1x voor maximum 6
maand).
De verdachte kan in vrijheid worden gelaten nadat hem bepaalde voorwaarden zijn opgelegd.
Vrijheid onder borgtocht = De verdachte is vrij na het betalen van een borgsom, maar is dan wel
verplicht mee te werken met het gerecht.
Als de verdachte zijn straf heeft ondergaan, kan hij zijn borgsom terugvragen.
Schadevergoeding
Men kan een schadevergoeding vragen bij de burgerlijke rechtbank.
Onderscheid tussen:
- Onrechtmatige voorlopige hechtenis
= De voorlopige hechtenis werd opgelegd in strijd met de wet.
- Onwerkdadige voorlopige hechtenis
= De voorlopige hechtenis wordt niet gedekt door een latere straf.
Bv. Als de dader eerst veroordeeld wordt voor slagen met werkonbekwaamheid (maximum 3 jaar
gevangenisstraf), en later pas voor slagen en verwondingen (maximum 6 maand), dan kan de
dader hiervoor een schadevergoeding vragen.
De straftoemeting
= De fase in de rechtsgang waarbij de rechter bij wijze van vonnis een oordeel velt over de betichte.
Uitspraakmogelijkheden van de rechter:
- Vrijspraak
- Veroordeling tot gevangenisstraf/werkstraf/geldboete
- Internering
- Opschorting van straf
- Uitstel van de tenuitvoerlegging
- Probatiemaatregelen
De straftoemeting is géén taak van de Raadkamer, maar van de rechter. De Raadkamer beslist of de
verdachte al dan niet naar de correctionele rechtbank moet.
De rechter kan rekening houden met de minimum- en maximumstraf, en de verzachtende en
verzwarende omstandigheden.
Opschorting, uitstel en probatie
Opschorting
Gewone opschorting = De strafbare feiten zijn bewezen, maar er wordt geen veroordeling
uitgesproken. Na verloop van een bepaalde termijn (1 tot 5 jaar) en mits er
zich geen nieuwe ernstige feiten voordoen, wordt de strafbare handeling met
al haar mogelijke gevolgen ongedaan gemaakt.
29
Opschorting is geen straf. Het komt dus niet op het strafregister of op het bewijs van goed gedrag en
zeden.
Uitstel
Uitstel = Voorwaardelijke veroordeling waarbij bij wijze van proef, lopend over een bepaalde termijn
(1 tot 5 jaar), de uitgesproken straf niet wordt uitgevoerd.
Straf met uitstel komt wel op het strafregister.
Er kan geen voorwaardelijke beoordeling (straf met uitstel) plaatsvinden bij een straf van meer dan
12 maanden!
Probatie
Onderscheid tussen:
- Probatie-opschorting
= Opschorting gekoppeld aan voorwaarden.
In het verleden mag men geen 12 maanden straf hebben gehad!
Bv. Behandeling bij psychiater, agressiecursus, AA-bijeenkomsten
- Probatie-uitstel
= Uitstel gekoppeld aan voorwaarden.
Bv. werk zoeken
Probatie
= Het stellen van voorwaarden door de rechter bij een beslissing tot opschorting of tot uitstel.
Probatie is geen autonome maatregel! De rechter kan niet alleen voorwaarden opleggen zonder een
opschorting of uitstel.
De probatiecommissie stelt een probatie-assistent aan. Deze probatie-assistent moet het volgende
doen:
- Controleren of de verdachte zich houdt aan de voorwaarden
- Een verslag schrijven naar de probatiecommissie (om de 3 maanden)
- Mogelijkheid tot vragen voor aanpassing van de voorwaarden
Als de delinquent de voorwaarden niet naleeft, kunnen de probatievoorwaarden worden herroepen,
waardoor men de straf wel kan uitspreken.
De probatievoorwaarden zijn afhankelijk van het gedrag en het milieu van de delinquent. De rechter
kan zich laten voorlichten door een maatschappelijke enquête (opgesteld door de probatieassistent). De voorwaarden zijn steeds gekoppeld aan de wet of de regels!
Internering
= Een beveiligingsmaatregel die zal worden uitgesproken als aan een aantal voorwaarden voldaan is.
Voorwaarden:
- De geïnterneerde is een gevaar voor zichzelf en de maatschappij.
- Hij verkeerde op het ogenblik van het plegen van de misdaad, in een ernstige staat van een
geestesstoornis, die hem ongeschikt maakt tot het controleren van zijn daden.
- De feiten moeten bewezen zijn.
30
Internering is van onbepaalde duur.
De geïnterneerde zal na de rechtbank verschijnen voor de Commissie ter Bescherming van de
Maatschappij. Deze beslist over de inrichting, vrijlating of invrijheidsstelling op proef.
Psychiaters evalueren om de 6 maand de persoon, die opgenomen is, a.d.h.v. verslagen van de
behandelende psychiater(s). De geïnterneerde krijgt om de 6 maanden de kans om vrij gelaten te
worden.
Als een geïnterneerde kan je beroep aantekenen tegen het oordeel van de commissie bij de hoge
commissie ter bescherming van de maatschappij.
Positie van het slachtoffer bij het proces ten gronde
Het slachtoffer wordt niet geïnformeerd over een vooronderzoek. Het onderzoek blijft in principe
geheim. Wenst het slachtoffer op de hoogte te worden gesteld van een eventuele seponering en de
reden daarvan, dan wel van de bepaling van een rechtsdag voor het onderzoeks- of vonnisgerecht,
dan moet hij de hoedanigheid verwerven van ‘benadeelde persoon’.
Het slachtoffer kan het volgende doen:
- Een verklaring afleggen op het secretariaat van het O.M.
- Een klacht met burgerlijke partijstelling bij de onderzoeksrechter
- Een rechtstreekse dagvaarding door het slachtoffer
De strafuitvoering
Men moet ervoor zorgen dat de dader zijn gevangenisstraf of werkstraf uitzit en/of de geldboete
betaald.
-
Geldboete: Het O.M. vraagt aan de overheidsadministratie om de boete te innen.
Werkstraf: Een werkstraf wordt geregeld bij de probatiecommissie.
Gevangenisstraf: Hoe geraakt de dader in de gevangenis?
o Als de dader aanwezig is bij de uitspraak van het vonnis, vraagt het O.M. een
onmiddellijke aanhouding.
o Als de dader niet aanwezig is bij de uitspraak van het vonnis, krijgt hij na een bepaalde
tijd een oproep tot gevangenisstraf.
Codificatie van de modaliteiten van strafuitvoering en
inwerkingtreding
Op 15 juni 2006 verschenen in het Belgisch Staatsblad 2 wetten die een grondige wijziging van de
externe rechtspositie van gedetineerden inhouden. Het betreft hier:
- De wet van 17 mei 2006
o De externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf
o De aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de
strafuitvoeringsmodaliteiten
- De wet van 17 mei 2006: De oprichting van de strafuitvoeringsrechtbanken
Oprichting van uitvoeringsrechtbanken
= Mensen die, per arrondissement, delinquenten bekijken om te zien of het verantwoord is om hen
vervroegd vrij te laten.
31
De meeste beslissingen inzake de uitvoering van vrijheidsstraffen (bv. vervroegde
invrijheidsstellingen) worden toevertrouwd aan een rechter of aan een rechtbank.
In de Rechtbanken van Eerste Aanleg zijn één of meer strafuitvoeringskamers ingesteld. Deze kamers
van de strafuitvoeringsrechtbank bestaan uit:
- Een rechter, die het voorzitterschap ervan bekleedt
- 2 assessoren (lekenrechters) in strafuitvoeringszaken
o Gespecialiseerd in penitentiaire zaken
o Gespecialiseerd in sociale reïntegratie
Ook de magistraten van het O.M. worden verbonden aan de strafuitvoeringsrechtbank.
Door de minister van Justitie toe te kennen maatregelen
De beslissingen over de uitgaansvergunning, het penitentiair verlof en de onderbreking van de
strafuitvoering behoren tot de bevoegdheid van de minister van justitie. Deze beslissingen wijzigen
niet de aard en de duur van de vrijheidsstraf en kunnen aanzien worden als inherent aan het
standaardregime van veroordeelde gedetineerden. Ze kunnen enkel toegekend worden aan
veroordeelden die recht hebben op verblijf in België.
Onderscheid tussen:
- Uitgaansvergunning
- Penitentiair verlof
- Onderbreking van de strafuitvoering
Uitgaansvergunning
= Een maatregel die de veroordeelde toelaat om de gevangenis te verlaten voor een bepaalde duur
(maximum 16 uur).
Er zijn 2 categorieën uitgaansvergunningen:
- Uitgaansvergunningen die dienen om medische, sociale, morele, juridische, familiale, opleidingsof professionele belangen te behartigen
- Vergunningen die toegekend worden om de sociale reïntegratie van de betrokkenen voor te
bereiden
Er mogen in hoofden van de veroordeelden geen tegenaanwijzingen bestaan!
De uitgaansvergunning wordt toegekend door de minister op verzoek van de veroordeelde en na een
met redenen omkleed advies van de gevangenisdirecteur.
Penitentiair verlof
= Een maatregel die de veroordeelde toelaat om de gevangenis 3x 36 uur per trimester te verlaten.
Doel:
- De familiale, affectieve en sociale contacten van de veroordeelde in stand te houden en te
bevorderen
- De sociale reïntegratie van de veroordeelde voor te bereiden
Tijdens het verlof loopt de detentie verder en wordt zij niet geschorst.
De veroordeelde kan maar genieten van een verlof vanaf dat jaar dat de datum voorafgaat, waarop
hij tot een vervroegde invrijheidsstelling toegelaten kan worden.
32
Er mogen geen tegenaanwijzigen bestaan!
Onderbreking van de strafuitvoering
Om ernstige en uitzonderlijke redenen van familiale aard, kan de veroordeelde een onderbreking van
de strafuitvoering toegekend worden. Deze onderbreking schorst de uitvoering van de straf voor een
duur van maximum 3 maanden, die hernieuwd kan worden.
Deze maatregel is aan geen tijdsvoorwaarde onderworpen, maar wordt niet toegestaan wanneer er
in hoofde van de veroordeelde contra-indicaties bestaan die betrekking hebben op het gevaar dat de
veroordeelde zich aan de uitvoering van zijn straf zou onttrekken, op het risico dat hij tijdens de
onderbreking van de strafuitvoering ernstige strafbare feiten zou plegen of op het risico dat hij de
slachtoffers zou verontrusten.
De onderbreking van de strafuitvoering wordt toegekend door de minister, op schriftelijk verzoek van
de veroordeelde en na een met redenen omkleed advies van de gevangenisdirecteur.
Door de strafuitvoeringsrechter en de
strafuitvoeringsrechtbank toe te kennen
strafuitvoeringsmodaliteiten
Deze strafuitvoeringsmodaliteiten zijn:
- Voorwaardelijke invrijheidsstelling
- Voorlopige invrijheidsstelling
o Met het oog op de verwijdering van het grondgebied
o Met het oog op overlevering
- Beperkte detentie
- Elektronisch toezicht
De wet maakt voor de toekenning een onderscheid tussen:
- Vrijheidsstraffen waarvoor het uitvoerbaar gedeelde niet meer is dan 3 jaar
Bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechter (= de alleen zetelende voorzitter van de
strafuitvoeringsrechtbank)
- Vrijheidsstraffen van meer dan 3 jaar
Bevoegdheid van de multidisciplinair samengestelde strafuitvoeringsrechtbank
Ook de tijdsvoorwaarden en de inhoudelijke voorwaarden verschillen op bepaalde punten!
Voorwaardelijke invrijheidsstelling
= Een wijze van uitvoering van de vrijheidsstraf, waardoor de veroordeelde zijn straf ondergaat
buiten de gevangenis, mits naleving van de voorwaarden die hem gedurende een bepaalde
proeftijd opgelegd worden.
Onderscheid tussen:
- Vrijheidsstraffen van minder dan 3 jaar (nog niet in werking)
- Vrijheidsstraffen van meer dan 3 jaar
Vrijheidsstraffen van 3 jaar of minder (nog niet in werking)
Dit wordt toegekend voor zover de veroordeelde ⅓ van de vrijheidsstraffen heeft ondergaan en voor
zover er in hoofde van de veroordeelde geen tegenaanwijzingen bestaan.
33
Dit wordt toegekend door de strafuitvoeringsrechter op gemotiveerd advies van de
gevangenisdirecteur.
Vrijheidsstraffen van meer dan 3 jaar
Dit wordt toegekend aan elke persoon die veroordeeld is tot 1 of meer vrijheidsstraffen, waarvan het
uitvoerbaar gedeelte meer dan 3 jaar bedraagt, voor zover de veroordeelde ⅓ van deze straffen
ondergaan heeft.
→ In geval van een veroordeling tot een levenslange vrijheidsstraf:
De veroordeelde moet 10 jaar van de vrijheidsstraf hebben ondergaan.
Er mogen geen tegenaanwijzingen bestaan die betrekking hebben op:
- de afwezigheid van vooruitzichten op de sociale reclassering
- het risico van het plegen van nieuwe ernstige feiten
- het risico dat de veroordeelde de slachtoffers zou lastigvallen
- de houding van de veroordeelde t.a.v. de slachtoffers
Dit wordt toegekend door de multidisciplinair samengestelde strafuitvoeringsrechtbank op advies
van de gevangenisdirecteur.
Beperkte detentie of elektronisch toezicht
Beperkte detentie
= Een wijze van uitvoering van de vrijheidsstraf die de veroordeelde toelaat om op regelmatige wijze
de strafinrichting te verlaten voor een bepaalde duur van maximum 12 uur per dag, en die aan de
veroordeelde toegekend kan worden om professionele, opleidings- of familiale belangen te
behartigen die zijn aanwezigheid buiten de gevangenis vereisen.
Bv. Overdag werken (elke nacht dat je in de gevangenis slaapt, telt als één dag straf)
Elektronisch toezicht
= Een wijze van uitvoering van de vrijheidsstraf, waardoor de veroordeelde het geheel of een
gedeelte van zijn vrijheidsstraf ondergaat, volgens een bepaald uitvoeringsplan, waarvan de
naleving o.a. door elektronische middelen wordt gecontroleerd.
Men gebruikt hiervoor een enkelband waarin een zender is ingebracht, zodat men de persoon kan
traceren. Ook heeft de persoon een avondklok (bv. 6u ’s avonds – 9u ’s morgens), waarin hij verplicht
moet thuis zijn.
Het strafeinde
Er zijn een aantal gevallen waarin de straf vroeger beëindigd wordt, of waarin de nadelige gevolgen
ophouden met te bestaan:
- Genade
- Amnestie
- Uitwissing
- Eerherstel
- Verjaring
34
Genade
De koning heeft het recht om straffen kwijt te schelden (de straf blijft wel bestaan, je vonnis wordt
niet gewijzigd) of te verminderen.
Dit slaat op de strafuitvoering.
Uitzonderlijk kan het ook gaan om een collectieve maatregel.
Bv. Iedereen krijgt een vermindering van 3 maanden
Bv. De straf wordt omgezet in een geldboete
Amnestie
Dit is een beslissing van de wetgevende macht.
Bepaalde misdrijven worden als niet-bestaande beschouwd. De strafrechtelijke gevolgen vervallen.
Dit geldt voor een groep van personen of een groep van feiten (nooit voor 1 individu!).
Bv. Na WOII werden de mensen niet gestraft voor stelen van eten
Gevolgen:
- Strafrechtelijk: kwijtschelden
- Burgerlijk: nog wel vergoeden aan de slachtoffers
Uitwissing
= De administratieve maatregel waardoor de meeste politiestraffen en correctionele
gevangenisstraffen tot 6 maanden automatisch verdwijnen na verloop van 3 jaar.
Men gaat het strafregister opkuisen. De nadelige gevolgen van de strafhouder houden op met te
bestaan.
Eerherstel
= Een gerechtelijke beslissing die de strafrechtelijke gevolgen van de veroordeling(en) uitwist.
Het eerherstel kan aangevraagd worden voor de veroordelingen, die niet in aanmerking komen voor
uitwissing. (bv. een gevangenisstraf van meer dan 6 maanden)
De aanvraag wordt gericht aan de Procureur des Konings.
Verjaring
De uitgesproken straf moet binnen bepaalde termijnen worden ten uitvoer gelegd. Vervalt die
termijn, dan is de straf verjaard.
Termijn van verjaring:
- Criminele straffen: 20 jaar
- Correctionele straffen
o Voor zware misdrijven (>3jaar): meer dan 10 jaar
o Voor lichtere misdrijven (<3jaar): minder dan 10 jaar
- Politiestraffen: 1 jaar
35
DUS:
- Misdaden
- Wandaden
- Verkeersovertredingen
10 jaar
5 jaar
1 jaar
Strafvorderingen verjaren, dus binnen die periode moet men gedagvaard worden.
Voor verjaring vatbaar = Een verdachte kan na verloop van tijd niet meer vervolgd en dus ook niet
meer gestraft worden.
Bv. Na 15 jaar een klacht indienen tegen verkrachting
Probleem: Dit komt vaak voor bij minderjarigen die ondertussen meerderjarig geworden zijn.
Het onderzoek moet beginnen binnen de verjaringstermijn!
36
DEEL 3: JEUGDRECHT
Bescherming, bijstand, straf: De geschiedenis in
een notendop
Inleiding
Er was een zoektocht naar het maatschappelijk antwoord op het probleem van jeugddelinquentie en
problematische jongeren.
Er zijn 2 soorten minderjarigen:
- MOF-ers (= als misdrijf omschreven feit)
= Jongeren die een misdrijf gepleegd hebben; misdrijfplegende of delinquente jongeren.
- POS-ers (= problematische opvoedingssituatie)
= Jongeren die zich in een problematische opvoedingssituatie bevinden.
Door de delinquente jongeren is het jeugdbeschermingsrecht geëvolueerd naar het
jeugdsanctierecht. Want ze pleegden telkens ergere misdrijven.
Het begin van de bescherming: Wet op de
kinderbescherming (15 mei 1912)
= Elke jongere jonger dan 16 jaar wordt strafrechtelijk onbekwaam en verschijnt voor de
kinderrechter, die een maatregel kan opleggen.
Schuldbekwaam = De persoon heeft onderscheidingsvermogen: wat mag en wat niet?
Ook op ouders kan worden ingegrepen, m.n. door ontzetting uit de ouderlijke macht.
Rond 1912 kwam de industrialisering op gang, waardoor de vrouwen en kinderen ook moesten
werken. De kinderen kregen een veel te laag loon, waardoor de jeugdcriminaliteit enorm steeg.
Hierdoor kwam de wet op kinderbescherming.
Wet op de jeugdbescherming (8 april 1965)
De wet op jeugdbescherming is een optie voor de preventieve aanpak.
Tijdens de jaren 1960 komt het maatschappelijk werk op gang. Hierdoor ligt de nadruk meer op
sociale bescherming i.p.v. enkel de strafrechtelijke aanpak. De Jeugdbeschermingscomités worden
opgericht.
Het maatregelenpakket van de jeugdrechtbanken wordt uitgebreider.
De strafrechtelijke meerderjarigheid wordt verlengd tot 18 jaar, i.p.v. tot 16 jaar.
37
De decreten inzake de bijzondere jeugdbijstand (4 april
1990)
Het Jeugdbeschermingscomité wordt het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg.
Er wordt gestemd voor het decreet op de Bijzondere Jeugdbijstand. Het zijn decreten omdat
jeugdbescherming een persoonsgebonden aangelegenheid is.
De decreten zijn de bevoegdheden van de gemeenschappen. In elke gemeenschap (Vlaams, Frans en
Duits) kan dit anders zijn.
Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het
Kind
Dit verdrag bevat:
- Rechten ter bescherming van kinderen
- Rechten op bepaalde voorzieningen
- Specifieke participatierechten
Kinderen krijgen meer inspraak.
De Rechten van het Kind werden ingeschreven in onze wetgeving.
Naar een jeugdsanctierecht
Men had meer aandacht voor sancties omdat er steeds ergere misdrijven werden gepleegd. De
uithandengeving werd versoepeld.
Bv. Een jongen van 16 jaar heeft een gewapende overval gepleegd, en heeft al een
crimineel verleden. De jeugdrechter geeft de minderjarige uit handen aan de strafrechter.
38
De krachtlijnen van de Bijzondere Jeugdbijstand
De Bijzondere Jeugdbijstand biedt:
- Vrijwillige hulpverlening aan minderjarigen
- Gerechtelijke bijstand aan problematische jongeren (P.O.S.)
Maar dit geldt niet voor misdrijfplegende jongeren (M.O.F.)!
Uitdrukkelijke scheiding tussen vrijwillige hulp en
gerechtelijke bescherming
Vroeger stond het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg in verbinding met de Jeugdrechtbank. Nu staat
de Bemiddelingscommissie tussen beiden als een scheiding tussen de vrijwillige hulpverlening
(C.B.J.) en de gerechtelijke bescherming (Jeugdrechtbank).
Vroeger werden de jongeren direct doorgestuurd naar de Jeugdrechtbank. Nu komen ze eerst
terecht bij het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg, zij proberen oplossingen te zoeken voor de POS-ers
om ze zoveel mogelijk buiten de rechtbank te houden. Wanneer dit niet vrijwillig lukt, zal de
Bemiddelingscommissie de jongeren doorsturen naar de Jeugdrechtbank.
Bv. Een jongere loopt weg en wilt niet naar huis, want zijn vader is altijd dronken en mishandelt hem
dan. Dus wordt de jongere doorgestuurd naar het CBJ. De Bemiddelingscommissie regelt een
bemiddeling tussen de jongere en zijn vader. Wanneer hier niks overeen wordt gekomen, worden
ze doorverwezen naar de Jeugdrechtbank.
Men geeft steeds de voorkeur aan de minst ingrijpende maatregel!
Bv. minderjarige in zijn milieu behouden ↔ opname in een instelling
Het subsidiariteitsbeginsel
= Een gerechtelijke dwangmaatregel moet worden vermeden zolang in de problematische
opvoedingssituatie op vrijwillige basis hulpverlening mogelijk is.
De Bemiddelingscommissie maakt de zaak over naar de Jeugdrechtbank wanneer:
- De situatie niet kan opgelost worden d.m.v. vrijwillige hulpverlening
- De situatie zo ernstig en acuut is dat hulpverlening op vrijwillige basis niet mogelijk is
Bv. incest
Het subsidiariteitsbeginsel geldt enkel voor POS-ers, niet voor MOF-ers.
De rechtspositie voor minderjarigen
= De eigen rechtspositie wordt aan de minderjarige geboden m.b.t. de mogelijke hulpverlening in
vrijwillig verband.
= Het recht om al dan niet in te stemmen met de hulpverlening die wordt voorgesteld.
3 specifieke fundamentele rechten:
39
-
Recht op instemming met de hulpverlening
Recht niet tegen zijn wil van zijn ouders te worden gescheiden
Recht op toegang tot zijn dossiergegevens
De rechtspositie geldt vanaf 12 jaar.
Wanneer de minderjarige niet instemt, wordt hij doorverwezen naar de Bemiddelingscommissie of
de Jeugdrechtbank.
De differentiatie van het hulpaanbod
Er is een ruimer aanbod in voorzieningen en initiatieven in de Bijzondere Jeugdbijstand.
Bv. Gezinsbegeleiding, Begeleid Zelfstandig Wonen, …
De gezinsgerichte werking
Men gaat het gezin in zijn geheel erbij betrekken. De persoon wordt nooit los gezien van de situatie
waarin hij zich bevindt.
40
Summier beeld van de huidige wettelijke situatie
De voornaamste bronnen voor het summier beeld van de huidige wettelijke situatie zijn:
- De Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming
- De decreten inzake Bijzondere Jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990
- Het decreet betreffende de Integrale Jeugdhulp
- Het decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de Integrale Jeugdhulp van 7 mei
2004
De huidige wettelijke situatie bestaat uit:
- Integrale Jeugdhulpverlening (decreten)
- Comités voor Bijzondere Jeugdzorg (decreten)
- Bemiddelingscommissie voor Bijzondere Jeugdbijstand (decreten)
- Jeugdrechtbank (federale wet)
o MOF (wet van 1969)
o POS (decreet van de Vlaamse gemeenschap)
o Maatregelen t.a.v. de ouders (wet van de Vlaamse gemeenschap)
 Toezicht op sociale uitkeringen
 Ontzetting uit ouderlijk gezag
 Opvoedingsbijstand
- Voorzieningen in de Bijzondere Jeugdbijstand
41
Comité voor Bijzondere Jeugdzorg
Hulp en bijstand in problematische opvoedingssituaties
De ontplooiingskansen van de minderjarige moet in het gedrang zijn met ernstige moeilijkheden,
langdurige conflicten en complexe situaties.
Een consulent van de sociale dienst van het comité zal zonodig bijstand en hulp organiseren, door
het opmaken van een hulpverleningsprogramma en een handelingsplan.
Bv. hulp voor het hele gezin, begeleid zelfstandig wonen, semi-residentiële opname,
thuisbegeleiding, …
De taken van algemene preventie
Tot de taken van algemene preventie behoort o.m. het uitwerken van vormingsprogramma’s (bv.
inzake verslavingsproblematieken (drugs), zelfmoordpreventie).
42
Bemiddelingscommissie
De Bemiddelingscommissie zorgt voor de realisatie van scheiding tussen vrijwillige en gedwongen
hulpverlening, waarbij getracht wordt de vrijwillige hulpverlening te maximaliseren.
De bemiddelingsverzoeken
= De verzoeken die naar de Bemiddelingscommissie worden gestuurd.
Verschillende instellingen kunnen bemiddelingsverzoeken doen:
- Comité voor Bijzondere Jeugdzorg
- Ouders (wanneer het CBJ weigert om het kind te plaatsen)
- Minderjarige
o Wanneer hij geen hulp krijgt
o Wanneer hij hulp krijgt, maar die hij niet wilt
Het comité
…
De hulpvrager (minderjarige of ouders)
Dit gebeurt indien het Comité de hulpverleningsaanvraag weigert.
Parketmagistraten
Dit gebeurt indien het parket kennis krijgt van een problematische opvoedingssituatie.
Hulpverleners
…
De mogelijke beslissingen van de
Bemiddelingscommissie
De Bemiddelingscommissie kan het volgende doen:
- Minnelijke regeling
Dit is schriftelijk en houdt voor de betrokkenen een belangrijk moreel engagement in. Het is
niet afdwingbaar, en moet worden ondertekend door de betrokkenen.
Eens de regeling is afgesloten, stopt de opdracht van de commissie.
- Zonder gevolg klasseren
- Doorsturen naar het Parket
43
Jeugdrechtbank
De Jeugdrechtbank heeft een dubbele bevoegdheid:
- Burgerlijke zaken
Bv. toestemming voor huwelijk, ouderlijk gezag, adoptie
- Jeugdbeschermingszaken
Maatregelen treffen voor POS-ers en MOF-ers
Sinds de staatshervorming (1980) is de Jeugdrechtbank bevoegd voor problematische
opvoedingssituaties.
Problematische opvoedingssituaties
Kinderen in een problematische opvoedingssituatie komen bij de Jeugdrechtbank:
- Na doorverwijzing van de Bemiddelingscommissie
De vrijwillige hulpverlening is uitgeput.
- In geval van hoogdringendheid
De integriteit van de minderjarige is in gevaar.
De vorderingsmogelijkheden van het O.M.
Men gaat aanhanging maken van de zaak bij de Jeugdrechtbank na doorverwijzing door de
Bemiddelingscommissie of bij hoogdringendheid.
De pedagogische maatregelen
Dit kan de Jeugdrechter opleggen in geval van een P.O.S. In geval van een M.O.F. spreekt men van
beschermingsmaatregelen.
Er zijn 13 pedagogische maatregelen:
- Pedagogische richtlijn
= Het wijzen op de pedagogische verantwoordelijkheid van ouder en kind.
- Ondertoezichtstelling
= Een begeleidende controle op de levenswijze en het gedrag van de minderjarige.
Bv. Omgang met foute vrienden
Maximumduur: 1 jaar
- Gezinsbegeleiding
= Het leren op een andere manier om te gaan met problemen.
Bv. Bij verwaarlozing leren ‘hoe moet ik mijn kind opvoeden?’,thuisbegeleidingsdienst
Doel: contact herstellen
Maximumduur: 1 jaar (verlenging is mogelijk)
- Opvoedend project
= De minderjarige moet een werk- of leerproject volgen.
Bv. Sociale vaardigheidstraining
Maximumduur: 6 maanden (verlenging is mogelijk)
- Semi-residentiële voorziening
= De minderjarige wordt geplaatst in dagcentra voor een dagopname, gekoppeld aan
geïntegreerde gezinsbehandeling.
44
-
-
-
-
-
-
-
Begeleid Zelfstandig Wonen
Dit is voor jongeren vanaf 17 jaar, om de zelfredzaamheid te doen stijgen.
Kamertraining
= Een voorbereiding op Begeleid Zelfstandig Wonen.
De minderjarigen staan hier onder permanente begeleiding.
Onthaal- en Oriëntatiecentrum
= Opvang in crisissituaties, waarna men de minderjarige gaat doorverwijzen naar een gepaste
instelling.
Maximumduur: 30 dagen (verlenging is mogelijk)
Observatiecentrum
≈ Onthaal- en Oriëntatiecentrum
Maximumduur: 60 dagen
Pleeggezin
Deze maatregel is geschikt voor minderjarigen die nood hebben aan affectieve situaties, en
die niet in aanmerking komen voor een plaatsing in een instelling.
Open inrichting
≈ Internaat, met regels
Maximumduur: 1 jaar (verlenging is mogelijk)
Gesloten inrichting
Deze maatregel gebeurt uitzonderlijk!
Maximumduur: 3 maanden (verlenging is mogelijk (maximum 1 jaar))
Voorwaarden:
o Minimum 14 jaar oud
o De maatregel is noodzakelijk voor het behoud van de integriteit van het kind.
o Er is al een plaatsing geprobeerd in een pleeggezin of in een open instelling.
Psychiatrische instelling
De minderjarige zit in een psychologische toestand, waardoor er nood is aan controle.
Voorlopige maatregelen
De 13 maatregelen kunnen ook genomen worden als voorlopige maatregel. Dit is dan maar beperkt
tot 6 maanden.
Maatregelen t.a.v. de ouders
De ouders kunnen ook gestraft worden door de Jeugdrechtbank.
Ontzetting uit ouderlijk gezag
Dit is mogelijk in gevallen van kindermishandeling of manifeste vormen van verwaarlozing.
De ouders mogen geen belangrijke beslissingen meer nemen. De ontzetting kan deels (1 ouder) of
geheel (beide ouders) gebeuren.
Deze maatregel wordt uitzonderlijk uitgesproken, en kan hersteld worden.
Voogdij over gezinsbijslagen
De gezinsbijslag maar ook andere sociale uitkeringen moeten in het belang van de kinderen worden
aangewend.
De jeugdrechter kan beslissen dat deze bedragen moeten worden uitbetaald aan de sociale dienst.
45
Als misdrijf omschreven feiten
De MOF-ers worden niet doorgestuurd door het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg of de
Bemiddelingscommissie.
Beschermingsmaatregelen
Bij een M.O.F. is er sprake van beschermingsmaatregelen, i.p.v. pedagogische maatregelen.
Er zijn 6 beschermingsmaatregelen:
- Berisping
= Het misdrijf wordt door de vingers gezien.
Dit gebeurt er als de minderjarige voor de 1e keer een misdrijf pleegt.
- Ondertoezichtstelling
= De minderjarige wordt gecontroleerd door consulenten.
- (Private) plaatsing
= De minderjarige wordt geplaatst bij een pleeggezin of in een privé-instelling.
- Openbare instelling
= Voorzieningen die onder de bevoegdheid van de gemeenschap staan.
- Uithandengeving
= De minderjarige wordt berecht door de correctionele rechtbank of door het Hof van
Assisen.
Dit geldt enkel voor jongeren tussen 16 en 18 jaar.
- Inbewaringstelling
= De minderjarige wordt geplaatst in een psychiatrische instelling.
Specifieke voorlopige maatregelen
Dit gebeurt wanneer de minderjarige niet in voorlopige hechtenis kan genomen worden.
Bv. Wanneer de jongere op heterdaad betrapt wordt
-
Voorlopige plaatsing in een federaal centrum
Gesloten opvoedingsafdeling
Procedure en procedurele waarborgen
Beperkte duur van de voorlopige maatregelen
De duur van de voorbereidende rechtspleging wordt beperkt tot 6 maanden. Ten laatste tegen die
tijd moet het dossier worden meegedeeld aan het O.M., dat maximaal over een extra termijn van 2
maanden beschikt om te dagvaarden voor de jeugdrechter.
Het Parket moet de delinquente hebben gedagvaard voor de rechtbank binnen die 6 maanden!
Het hoorrecht van de minderjarige
= Het horen door de jeugdrechter van kinderen die voldoende onderscheidingsvermogen hebben.
De meeste kinderen die voldoende onderscheidingsvermogen hebben zijn 12 jaar oud.
Minderjarigen hebben ook recht op bijstand van een advocaat.
46
De rechtsbijstand
Elke jongere heeft recht op bijstand van een advocaat, vanaf zijn 1e verschijning voor de
jeugdrechter.
Wanneer er geen eigen advocaat wordt gekozen zal er ambtshalve een worden toegewezen (pro deo
= gratis).
47
Bijzondere Jeugdzorg voor Meerderjarigen
De gedwongen verlenging
De straf kan bij een misdrijfplegende jongere worden verlengd tot de leeftijd van 20 jaar als hij blijk
geeft van aanhoudend wangedrag of zich gevaarlijk gedraagt.
De vrijwillige verlenging
De vrijwillige verlenging kan ook door de jongere zelf worden gevraagd.
Deze vraag naar vrijwillige hulpverlening wordt dan voorgelegd aan het Comité voor Bijzondere
Jeugdzorg.
De verlenging kan maximum tot 21 jaar plaatsvinden.
Bv. Begeleid Zelfstandig Wonen
48
DEEL 4: SOCIAAL RECHT
Inleiding
De sociale wetgeving omvat:
- Het arbeidsrecht
= De verhoudingen tussen de werknemers en werkgevers.
- Het sociaal zekerheidsrecht
= Alle maatregelen waardoor aan de werknemers en de zelfstandigen de mogelijkheid wordt
gegeven om in alle omstandigheden in hun levensonderhoud te voorzien.
Bv. pensioen, werkloosheidsuitkering, kinderbijslag, vakantiegeld
De arbeidsovereenkomsten
Aanwerving
CAO (= Collectieve Arbeidsovereenkomst) van 8 december
1983
Tot de CAO behoort het volgende:
- Gelijke behandeling
Men mag geen mensen uitsluiten op basis van persoonlijke elementen die geen rekening
houden met de functie.
Bv. leeftijd, geslacht, burgerlijke stand, ras, huidskleur, afkomst, politieke overtuiging,
levensovertuiging, lid van een bepaalde vakbond, …
- Kosten en documenten
Bv. Bij de afname van een examen of een onderzoek van de sollicitanten mogen geen kosten
verrekend worden.
- Informatie aan de sollicitant
De werkgever moet voldoende informatie verstrekken i.v.m. de arbeidsplaats die hij
aanbiedt.
Bv. aard van de functie, plaats, functie-eisen, sollicitatiewijze, wervingsreserve of niet,
feedback, …
- Eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer
De werkgever mag geen indiscrete vragen stellen die geen betrekking hebben tot de functie.
- Vertrouwelijke behandeling van de gegevens door de werkgever
- Plichten van de sollicitant
De sollicitant moet ter goeder trouw meewerken aan de selectieprocedure en mag
vertrouwelijke gegevens niet publiek maken.
- Duur selectieprocedure: binnen redelijke termijn
- Proefarbeid: niet langer dan nodig om de bekwaamheid te testen (praktische proef)
Bv. Vrachtwagenchauffeur: manoeuvres uitvoeren op oefenterrein
- Verplaatsingskosten: dienen zoveel mogelijk beperkt te worden
49
-
Publicitaire werkaanbiedingen: verboden
Een geplaatste vacature mag geen reclamestunt zijn. Als er een advertentie geplaatst wordt,
moet er ook een vacante functie zijn.
Wet van 13 februari 1998
= Het verbod om een maximumleeftijd te hanteren.
Taalgebruik in de sociale betrekkingen in de
onderneming
Vlaams Decreet van 19 juli 1973 tot regeling van het gebruik
van talen voor de sociale betrekkingen tussen werkgevers en
hun personeel
De te gebruiken taal is Nederlands voor werkgevers met een exploitatiezetel in een eentalig
Nederlands taalgebied.
Onderscheid in:
- Strafsanctie
Werkgevers die bepalingen voor het decreet overtreden, worden gestraft met correctionele
gevangenisstraffen en/of een geldboete.
- Burgerlijke sanctie: (relatieve) nietigheid
Stukken of handelingen die in strijd zijn met de bepalingen van het decreet zijn nietig (= ze
worden geacht nooit te hebben bestaan). De nietigverklaring kan geen nadeel berokkenen
aan de werknemer. M.a.w. de werknemer kan zich m.b.t. een nietig document beroepen op
bedingen die voor hem voordelig zijn en voor de nadelige bedingen de nietigheid inroepen.
Bv. De werknemer werkt in Antwerpen, maar krijgt zijn ontslagbrief in het Frans.
Bv. De werknemer heeft nog geld tegoed. De brief is in het Frans, maar geldt toch, want
anders is het in het nadeel van de werknemer.
In een gemengd taalgebied moet men dus verplicht brieven e.d. in het Frans én in het Nederlands
opstellen.
Toepassingsgebied van de wet op de
arbeidsovereenkomsten
De wet regelt de arbeidsovereenkomsten voor werklieden, bedienden, handelsvertegenwoordigers
en dienstboden, en de tewerkstelling van studenten. Dit geldt dus niet voor zelfstandige beroepen of
voor personeel van de overheidssector.
Wat is een arbeidsovereenkomst?
= Een overeenkomst waardoor een werknemer zich verbindt, tegen betaling van een loon, onder het
gezag van een werkgever, arbeid te verrichten.
50
Overeenkomst
De partijen bij de overeenkomst zijn:
- Werknemer
Dit is altijd een natuurlijke persoon (geen vennootschap of bedrijf).
- Werkgever
Dit kan een natuurlijk persoon of een rechtspersoon zijn.
De overeenkomst is ‘intuitu personae’.
= De werknemer mag zich niet zomaar laten vervangen, en de overeenkomst eindigt bij de dood van
de werknemer (niet bij de dood van de werkgever!).
Arbeid
Het doel van de arbeidsovereenkomst is het verrichten van arbeid om in het levensonderhoud van de
werknemer te (helpen) voorzien.
De arbeidsovereenkomst is een inspanningsverbintenis en geen resultaatverbintenis. De werknemer
verbindt zich ertoe het hem toevertrouwde werk zorgvuldig en nauwkeurig te verrichten, niet om
een welbepaald resultaat te bereiken.
Loon
Een arbeidsovereenkomst om niets is onmogelijk. Er moet een loon zijn, m.a.w. een tegenprestatie
van arbeid die ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst wordt verricht (geld of in geld
waardeerbare voordelen en fooien).
Bv. natura (bedrijfswagen, GSM), maaltijdcheques, eindejaarspremie, …
Gezag
De werknemer dient zijn arbeid te verrichten in een verhouding van ondergeschiktheid aan of onder
het gezag van een werknemer.
De voor de arbeidsovereenkomst kenmerkende verhouding bestaat zodra iemand in feite gezag kan
hebben over andermans handelingen.
De beoordeling wordt ‘in concreto’ bepaald.
Ontstaan en duur van de arbeidsovereenkomsten
Een arbeidsovereenkomst is een consensueel contract (= in overeenstemming).
Een arbeidsovereenkomst kan op de volgende manieren worden gesloten:
- Uitdrukkelijk
o Mondeling
o Schriftelijk
- Stilzwijgend
51
Een getuigenbewijs is toegelaten.
Dit is belangrijk bij het ontslag van een mondelinge overeenkomst. Want dan kan de getuige
bewijzen dat er een arbeidsovereenkomst gesloten was. Anders is er geen opzegtermijn!
Voor sommige arbeidsovereenkomsten is een geschrift vereist:
- Proefcontract
- Arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur of voor een bepaald werk
- Studentenarbeid
- Deeltijdse arbeid
- Arbeidsovereenkomst met concurrentiebeding
- Vervangingsovereenkomst
Soorten arbeidsovereenkomsten
Indeling op basis van het verrichte werk
Onderscheid tussen:
- Arbeidsovereenkomst voor werklieden
= Een overeenkomst waarbij een werknemer (de werkman) zich verbindt tegen loon, onder
het gezag van de werkgever, in hoofdzaak handenarbeid te verrichten.
- Arbeidsovereenkomst voor bedienden
= Een overeenkomst waarbij een werknemer (een bediende) zich verbindt tegen loon, onder
het gezag van de werkgever, in hoofdzaak hoofdarbeid te verrichten.
- Arbeidsovereenkomst voor handelsvertegenwoordigers
= Een overeenkomst waarbij de werknemer zich ertoe verbindt cliënteel op te sporen met
het oog op het onderhandelen over en het sluiten van zaken, verzekeringen uitgezonderd.
- Arbeidsovereenkomst voor dienstboden
= Een overeenkomst waarbij de werknemer (de dienstbode) zich verbindt tegen loon, onder
het gezag van een werkgever, in hoofdzaak huishoudelijke handenarbeid te verrichten
i.v.m. de huishouding van de werkgever of zijn gezin.
Het onderscheid tussen een werkman en een bediende is uitsluitend gebaseerd op de aard van het
werk, niet aan de benaming die partijen aan de overeenkomst hebben gegeven.
Wanneer hoofdarbeid samengaat met handenarbeid, moet men nagaan welk element
doorslaggevend is bij de uitoefening van het werk.
Indeling op basis van de duur van de arbeidsovereenkomst
Onderscheid tussen:
- Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
= Als er geen duurtijd bepaald is en ook in alle gevallen waarin geen schriftelijke
overeenkomst werd opgesteld.
- Arbeidsovereenkomst voor bepaald tijd of voor bepaald werk
= Partijen bepalen duidelijk het tijdstip waarop de overeenkomst begint of eindigt, of die de
uitvoering van een welbepaald werk waarvan de omvang en de duurtijd kan worden
geschat door de werknemer als voorbeeld heeft.
- Vervangingsovereenkomst
= De werknemer wordt aangenomen ter vervanging van een andere werknemer.
Deze overeenkomsten moeten schriftelijk worden opgesteld.
52
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd
Bij verderzetting na de termijn gelden dezelfde voorwaarden als bij de arbeidsovereenkomst voor
onbepaalde duur.
Indien er verscheidene opeenvolgende overeenkomsten voor bepaalde tijd of voor een duidelijk
omschreven werk zijn, wordt er verondersteld dat er een overeenkomst voor onbepaalde tijd werd
aangegaan.
Vervangingsovereenkomst
Deze overeenkomst moet uiterlijk op het tijdstip dat de werknemer in dienst treedt worden
opgesteld, en geldt voor maximum 2 jaar.
Indeling op basis van de omvang van de arbeidsprestaties
Onderscheid tussen:
- Voltijdse arbeidsovereenkomst: geen bijzondere voorschriften
- Arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid
= Arbeid die regelmatig en vrijwillig wordt verricht met een arbeidsduur die korter is dan die
vooropgesteld door de arbeidswet of door de bevoegde paritaire comités.
Deze overeenkomst moet schriftelijk worden opgesteld, en de inhoud moet de
overeengekomen deeltijdse arbeidsregeling en het werkrooster vermelden.
Belangrijke bepalingen met betrekking tot de
arbeidsovereenkomsten
Vermoeden van arbeidsovereenkomst
Als je ergens werkt, vermoedt men dat je een arbeidsovereenkomst hebt afgesloten.
Imperatief karakter van de wet op de
arbeidsovereenkomsten
Bepalingen die strijdig zijn met de wet op de arbeidsovereenkomsten zijn nietig als ze tot doel
hebben de rechten van de werknemers te verminderen of zijn verplichtingen te verzwaren.
Bepalingen met een dwingend karakter moet aan voldaan worden, want het is in het voordeel van de
werknemer. Wanneer men hier toch van afwijkt, wordt dit nietig verklaard!
Verantwoordelijkheid van de werkgever voor de handelingen
van het leidinggevend personeel
De werkgever is verantwoordelijk voor alle opdrachten van het leidinggevend personeel in uitvoering
van de opdracht.
Het scheidsrechterlijk beding
53
Er is geen bepaling toegelaten in de arbeidsovereenkomst die een geschil tussen de werkgever en de
werknemer onttrekt aan de bevoegdheid van de rechterlijke macht.
Hier is een uitzondering voor bedienden met jaarlijks een loon hoger dan 53.825 EUR, die belast zijn
met het dagelijkse beheer van de onderneming of die een beheersverantwoordelijkheid hebben.
Verjaring
Rechtsvorderingen die ontstaan uit de arbeidsovereenkomst kunnen verjaren:
- 1 jaar na het eindigen van de arbeidsovereenkomst
- 5 jaar na het feit waaruit de vordering ontstaan is, zonder dat deze termijn langer mag duren dan
1 jaar na het eindigen van de arbeidsovereenkomst
Verplichtingen van de partijen
Gemeenschappelijke verplichtingen
Men is elkaar eerbied en achting verschuldigd, en men moet de goede zeden in acht nemen.
Verplichtingen van de werknemer
De werknemer heeft volgende verplichtingen:
- Wijze van werken
- Verplichting tot geheimhouden en verbod van oneerlijke concurrentie
- Zorgen voor de veiligheid
- Zorgen voor gereedschappen en grondstoffen
- Verantwoordelijkheid voor schade
- Verantwoordelijkheid voor het afgeleverde werk
Wijze van werken
De werknemer moet zorgvuldig, eerlijk en nauwkeurig werken, op de tijd, plaats en wijze zoals
overeengekomen.
Hij moet handelen volgens de bevelen en de instructies die hem worden gegeven door de werkgever,
zijn lasthebbers of zijn aangestelden, met het oog op de uitvoering van de overeenkomst.
Verplichting tot geheimhouding en verbod van oneerlijke
concurrentie
De werknemer moet het volgende geheimhouden:
- Fabrieksgeheimen
- Zakengeheimen
- Geheimen i.v.m. persoonlijke of vertrouwelijke aangelegenheden
Hij mag ook geen daden van oneerlijke concurrentie verrichten of daaraan meewerken.
Zorgen voor de veiligheid
De werknemer moet zorgen voor de veiligheid van zichzelf en anderen, hij mag geen schade
berokkenen.
54
Zorgen voor gereedschappen en grondstoffen
De werknemer moet zorg dragen voor de gereedschappen en grondstoffen.
Verantwoordelijkheid voor schade
Art. 18 AOW:
Als de werknemer bij de uitvoering van zijn overeenkomst de werkgever of derden schade
berokkent, is hij alleen aansprakelijk voor zijn bedrog of zware schuld. Voor lichte schuld is hij alleen
aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt.
Deze bepaling is van dwingend recht. Er mag (op straffe van nietigheid) niet van worden afgeweken.
De aansprakelijkheidsbeperking geldt enkel op burgerrechtelijk vlak. Voor strafbare handelingen blijft
hij persoonlijk aansprakelijk.
Een schadevergoeding die voortkomt uit bedrog, zware fout of een gewoonlijk voorkomende fout
van de werknemer kan door de werkgever ingehouden worden op het loon van de werknemer.
- Bedrog = Opzettelijke of intentionele fout die wordt begaan om de schade te berokkenen.
- Zware fout = Een onopzettelijke maar dusdanig grove en extreme fout, zodat ze niet
verschoonbaar is.
- Gewoonlijk voorkomende lichte fout = Een herhaling van foutieve handelingen die wijzen op een
zekere geestesgesteldheid van de werknemer.
Voor de rest draait de werkgever altijd op voor de fout van de werknemer.
Voor de toepassing van artikel 18 is het voldoende dat de onrechtmatige daad van de werknemer
verricht werd op het ogenblik waarop de werknemer in dienst is van zijn werkgever, ook al is de fout
niet gebeurd tijdens de uitoefening van de specifieke functie waartoe de werknemer werd
aangesteld.
Verantwoordelijkheid voor het afgeleverde werk
De werknemer is verantwoordelijk voor het afgeleverde werk.
Verplichtingen van de werkgever
De werkgever heeft volgende verplichtingen:
- Werk geven
- Zorgen voor behoorlijke omstandigheden
- Loon betalen
- Huisvesting bezorgen
- Toegelaten burgerlijke verplichtingen en geloofsplichten te vervullen
- Zorgen voor het onthaal van de werknemer
- Zorgen voor het arbeidsgereedschap en persoonlijke voorwerpen
- Een getuigschrift en sociale documenten bezorgen bij het einde van de overeenkomst
- Aansprakelijkheid voor het werk
- Verbod voorwaarden van de arbeidsovereenkomst eenzijdig te wijzigen
Werk geven
55
De werkgever is verplicht de werknemer te doen arbeiden op de overeengekomen wijze, tijd en
plaats, en de nodige hulpmiddelen en hulpmaterialen ter beschikking te stellen.
Bv. Computer, kopieermachine, …
Zorgen voor behoorlijke omstandigheden
De werkgever moet een veilige, gezonde werkomgeving aanbieden, met een EHBO-kit, ziekenkamer,
brandblusapparaat, …
Loon betalen
De werkgever moet de werknemer loon betalen voor zijn geleverde arbeid.
Huisvesting bezorgen
Bv. Hotelrekening wanneer de werknemer op verplaatsing (bv. in buitenland) moet werken
Toelaten burgerlijke verplichtingen en geloofsplichten te vervullen
Bv. De werknemer mag gaan stemmen op een dag dat hij eigenlijk moet gaan werken.
Zorgen voor het onthaal van de werknemer
Bv. Rondleiding geven in het bedrijf
Zorgen voor het arbeidsgereedschap en persoonlijke voorwerpen
Bv. vestiaire, lockers, …
Een getuigschrift en sociale documenten bezorgen bij het einde van
de overeenkomst
De werknemer moet alle nodige documenten krijgen wanneer hij op zoek moet naar een andere job.
Aansprakelijkheid voor het werk
Bv. Wanneer de werknemer gebrekkig werk levert dat te wijten is aan slecht gereedschap
Verbod voorwaarden van de arbeidsovereenkomst eenzijdig te
wijzigen
Dit is verboden, want het is een consensueel contract. Enkel wanneer beide partijen akkoord zijn,
mogen wijzigingen worden doorgevoerd.
De arbeidsovereenkomst: bijzondere bedingen
Het proefbeding
56
≠ test of stage
= proeftijd
Sluiten van een proefbeding
Elke arbeidsovereenkomst, behalve voor dienstboden, kan een proefbeding bevatten.
Het moet voor elke werknemer afzonderlijk en schriftelijk worden vastgesteld, uiterlijk op het
ogenblik waarop de werknemer in dienst treedt.
Proeftijd = Een tijdvak gedurende hetwelk kan beoordeeld worden of bepaalde rechtsbetrekkingen
na verloop van dat tijdvak al dan niet blijven voortbestaan.
Doel: Partijen toe te laten na te gaan of de dienstbetrekking past
Een arbeidsovereenkomst moet niet schriftelijk zijn, een proefcontract wel.
Duur en beëindiging
Voor werklieden (handenarbeid) en studenten
De proeftijd duurt minimum 7 dagen en maximum 14 dagen.
Als het proefbeding geen duur bepaalt, is de minimumduur van 7 dagen van toepassing.
Als aan het einde van de proeftijd de partijen de uitvoering van de overeenkomst voortzetten,
ontstaat er automatisch een overeenkomst van onbepaalde duur.
Tijdens de eerste 7 dagen van de proeftijd mag het contract niet eenzijdig beëindigd worden zonder
dringende reden.
Na die periode van 7 dagen mag het contract wel beëindigd worden zonder een opzegtermijn te
moeten naleven of een vergoeding te betalen.
Voor bedienden (hoofdarbeid) en handelsvertegenwoordigers
De proeftijd duurt minimum 1 maand. De maximumduur is:
- Jaarlijks loon < 33.082 euro: 6 maanden
- Jaarlijks loon > 33.082 euro: 12 maanden
Als het proefbeding geen duur bepaalt, is de minimumduur van 1 maand van toepassing.
Als aan het einde van de proeftijd de partijen de uitvoering van de overeenkomst voortzetten,
ontstaat er automatisch een overeenkomst van onbepaalde duur.
Naast de mogelijkheid van beëindiging om dringende reden, kan de arbeidsovereenkomst tijdens de
eerste maand van de proeftijd ook worden beëindigd, op voorwaarde dat een opzegtermijn van 7
dagen nageleefd wordt.
Na de eerste maand proeftijd en tot het einde ervan kan de arbeidsovereenkomst worden beëindigd,
op voorwaarde dat een opzegtermijn van 7 dagen nageleefd wordt. De opzegtermijn moet uiterlijk
op de laatste dag van de proeftijd eindigen.
Het concurrentiebeding
57
= Een beding waarbij een werknemer zich ertoe verbindt bij zijn vertrek uit de onderneming geen
soortgelijk werk uit te oefenen, hetzij door zelf een onderneming uit te baten, hetzij door in dienst
te treden bij een concurrerende werkgever, waardoor hij de mogelijkheid heeft de onderneming
die hij verlaten heeft nadeel te berokkenen door de kennis die eigen is aan die onderneming en die
hij in die onderneming heeft verworven, voor zichzelf of ten voordel van een concurrerende
onderneming te gebruiken.
Geldigheidsvereisten
Opdat het concurrentiebeding geldig zou zijn, moet het aan de volgende voorwaarden voldoen:
- De mogelijkheid om een concurrentiebeding in te lassen in de arbeidsovereenkomst hangt af van
het jaarloon van de werknemer:
o minder dan 27.597 EUR: niet toegelaten
o tussen 27.597 en 55.193 EUR: toegelaten voor functies bepaald bij CAO
o boven 55.193 EUR: toegelaten behalve voor functies uitgesloten bij CAO
- Moet betrekking hebben op soortgelijke activiteiten
- Moet geografisch beperkt worden tot de plaatsen waar de werkman de werkgever werkelijk
concurrentie kan aandoen
- Mag niet verder reiken dan België
- Mag niet langer duren dan 12 maanden vanaf de dag dat de overeenkomst een einde heeft
genomen
- Moet voorzien in de betaling van een forfaitaire compensatoire vergoeding verschuldigd door de
werkgever
Vormvoorwaarden
Het concurrentiebeding moet schriftelijk worden opgesteld.
Uitwerking
Het concurrentiebeding heeft geen uitwerking wanneer aan de overeenkomst een einde wordt
gemaakt:
- Tijdens de proefperiode
- Tijdens de werkgever zonder dringende reden
- Door de werknemer om een dringende reden
Bij een overtreding van het concurrentiebeding door de werknemer moet hij de compensatoire
vergoeding terugbetalen aan de werkgever en een gelijkwaardig bedrag betalen.
Verboden bedingen
= Bepalingen die niet in de arbeidsovereenkomst mogen staan.
Voor de werknemer ongunstige bedingen
Alle bedingen van een arbeidsovereenkomst die strijdig zijn met de arbeidsovereenkomstenwet zijn
nietig, voor zover zij ertoe strekken de rechten van de werknemer in te korten of zijn verplichtingen
te verzwaren.
Huwelijksbeding
58
Het beding waarbij wordt bepaald dat het huwelijk een einde maakt aan de arbeidsovereenkomst is
nietig.
Moederschapsbeding
Het beding dat bepaald dat moederschap een einde maakt aan de arbeidsovereenkomst is nietig.
Pensioenbeding
Het beding waarbij wordt bepaald dat het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd een einde
maakt aan de arbeidsovereenkomst is nietig.
Beslag op loon
Alle bedingen van de arbeidsovereenkomst waarbij de werkgever ertoe wordt gemachtigd de
arbeidsovereenkomst, zonder opzegging of voor het verstrijken van de termijn, te beëindigen
wanneer beslag is gelegd op het loon van de werknemer ten gevolge van een kredietovereenkomst
(bepaald door de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet) zijn nietig.
Bv. mensen met schulden
Wijzigingsbeding
Het beding waarbij de werkgever zich het recht voorbehoudt om de voorwaarden van de
overeenkomst eenzijdig te wijzigen is nietig.
Bv. uurrooster, loon, …
Schorsing van de arbeidsovereenkomst
In een aantal gevallen houden sommige of alle gevolgen van de overeenkomst op te bestaan, zonder
dat een einde wordt gesteld aan de overeenkomst.
In sommige gevallen houden zowel de verplichtingen van de werkgever als die van de werknemer op,
in andere gevallen behoudt de werknemer wel gedurende een zekere zin zijn recht op het volledige
loon of op een gedeelte ervan.
Overmacht
= Een gebeurtenis die niet te voorzien of niet te voorkomen is, en die de uitvoering van de
verbintenis onmogelijk maakt.
Wie zich op overmacht beroept, moet die bewijzen.
Als er overmacht is, moet de schuldenaar zijn verbintenis niet bewijzen. Overmacht belet dat de
partij die haar verbintenis niet uitvoert daarvoor aansprakelijk kan worden gesteld.
Bv. Er is brand geweest in het bedrijf, waardoor je niet meer kan gaan werken
Onvolledige arbeidsdag
59
Wanneer de werknemer geschikt is om te werken op het ogenblik dat hij zich naar het werk begeeft,
wordt de arbeidsovereenkomst geschorst en behoudt de werknemer zijn recht op loon in de
volgende gevallen:
- Wanneer hij te laat op het werk aankomt of er niet aankomt wegens een oorzaak onafhankelijk
van zijn wil.
- Wanneer hij het werk niet kan beginnen of voortzetten wegens een oorzaak onafhankelijk van
zijn wil.
(Wanneer hij het werk niet kan beginnen of voortzetten wegens een staking behoudt hij het
recht op loon niet!)
Jaarlijkse vakantie
De uitvoering van de overeenkomst wordt geschorst op de volgende dagen:
- De dagen waarop de onderneming wegens jaarlijkse vakantie gesloten is
- De dagen waarop de werknemer buiten die periode jaarlijks vakantie neemt
Als de werkgever opzegging geeft tijdens de vakantie, begint de termijn ten vroegste na het einde
van de vakantie. De opzegging die door de werkgever gegeven is voor de vakantie wordt tijdens die
periode geschorst.
Zetelen in arbeidsgerechten
Gedurende de tijd dat de werknemer als raadsheer of rechter in sociale zaken moet zetelen in de
arbeidshoven en rechtbanken, wordt de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst.
Uitoefening van politiek mandaat
Burgemeesters, schepenen, voorzitters en leden van de districtsraden en OCMW-voorzitters kunnen
m.b.t. de uitoefening van hun mandaat:
- hun arbeidsprestaties verminderen met maximum 2 dagen per week
- de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst schorsen
o tijdens de volledige duur van het mandaat
o tijdens de periodes van minstens 12 maanden die al dan niet na elkaar kunnen worden
genomen
Er is geen loonplicht voor de werkgever voor het politiek verlof.
Voorlopige vrijheidsberoving
De overeenkomst wordt geschorst gedurende de periode dat de werknemer afwezig is tijdens
maatregelen van voorlopige vrijheidsberoving.
Er is geen loon verschuldigd.
Kort verzuim
De werknemer heeft het recht om van het werk afwezig te zijn met behoud van zijn normaal loon:
- ter gelegenheid van familiegebeurtenissen
- voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten
- in geval van verschijning voor het gerecht
Om gerechtigd te zijn op loon moet de werknemer vooraf verwittigen!
60
Ziekte en ongeval
De onmogelijkheid voor de werknemer om zijn werk te verrichten t.g.v. ziekte en ongeval, schorst de
uitvoering van de overeenkomst.
Verplichtingen van de werknemer en rechten van de werkgever:
- Meldingsplicht
- Geneeskundig getuigschrift
- Controle door de werkgever
- Gewaarborgd loon
Meldingsplicht
De werknemer is verplicht zijn werkgever onmiddellijk op de hoogte te brengen van zijn
arbeidsongeschiktheid.
Geneeskundig getuigschrift
De werknemer dient aan de werkgever een geneeskundig getuigschrift voor te leggen op verzoek van
de werkgever.
Behoudens in geval van overmacht moet de werknemer het getuigschrift aan de werkgever
overmaken of geeft hij het op de onderneming af binnen 2 werkdagen vanaf de dag van de
ongeschiktheid.
Controle door de werkgever
De werkgever mag de voorgehouden arbeidsongeschiktheid van zijn werknemer controleren en
trachten te bewijzen dat de werknemer in werkelijkheid niet arbeidsongeschikt is.
De werknemer mag niet weigeren een controlearts te ontvangen, noch zich door deze te laten
onderzoeken.
De controlearts heeft als opdracht na te gaan of de werknemer werkelijk arbeidsongeschikt is en de
waarschijnlijke duur van de arbeidsongeschiktheid te verifiëren.
Gewaarborgd loon
In geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens de onmogelijkheid voor de werknemer
om zijn werk te verrichten t.g.v. ziekte of ongeval, wordt er aan de werknemer een bepaald loon
toegekend, hoewel hij geen arbeid verricht.
= Gewaarborgd loon
Er geldt een verschillende regeling voor werklieden en bedienden!
Werklieden
De eerste 7 dagen moet de werkgever 100% van het loon betalen.
Carensdag = De eerste werkdag van de periode van arbeidsongeschiktheid, wanneer de
arbeidsongeschiktheid geen 14 dagen duurt.
De periode van gewaarborgd loon begint de volgende dag!
61
De 2e periode van 7 dagen:
De werkman heeft recht op 60% van zijn loon gedurende de eerste 7 dagen die volgen op de 1e
periode van 7 dagen.
Anciënniteitsvereiste: 1 jaar
Bedienden
De volgende bedienden behouden het recht op loon gedurende de eerste 30 dagen van
arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval:
- De bediende die is aangeworven voor onbepaalde tijd
- De bediende die is aangeworven voor een bepaalde tijd van ten minste 3 maanden
- De bediende die is aangeworven voor een duidelijk omschreven werk waarvan de uitvoering
normaal een tewerkstelling van ten minste 3 maanden vergt
De volgende bedienden hebben recht, in geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval,
op hun volledig loon voor een periode van 7 dagen en op 60% van het loon gedurende de 7
daaropvolgende dagen:
- De bediende die is aangeworven op proef
- De bediende die is aangeworven voor een bepaalde tijd van minder dan 3 maanden
- De bediende die is aangeworven voor een duidelijk omschreven werk waarvan de uitvoering
normaal een tewerkstelling van 3 maanden vergt
Anciënniteitsvereiste: /
Zwangerschapsonderzoeken
De uitvoering van de overeenkomst wordt geschorst tijdens de duur van de afwezigheid van de
zwangere werkneemster voor zwangerschapsonderzoeken.
Zwangerschaps- en bevallingsrust
Tijdens de periode van zwangerschaps- en bevallingsrust (15 weken) is de arbeidsovereenkomst
geschorst.
Borstvoedingspauze
De werkneemster heeft het recht haar arbeidsprestaties te schorsen om haar kind met moedermelk
te voeden en/of melk af te kolven.
Deze periode van schorsing van de arbeidsovereenkomst wordt niet bezoldigd door de werkgever.
De werkneemster heeft wel het recht op een uitkering van de ziekte- en invaliditeitsuitkering.
Vaderschapsverlof
Een werknemer heeft het recht ter gelegenheid van de geboorte van zijn kind van het werk afwezig
te zijn gedurende 10 dagen.
62
De eerste 3 dagen van het vaderschapsverlof behoudt de werknemer zijn loon ten laste van de
werkgever. De volgende 7 dagen betaalt het ziekenfonds een gedeelte van het brutoloon.
Adoptieverlof
De werknemer die een kind adopteert, heeft recht op een adoptieverlof gedurende een periode van:
- Kind < 3 jaar: 6 weken
- Kind > 3 jaar: 4 weken
Verlof om dwingende reden
Werknemers uit de privésector hebben het recht in totaal maximum 10 dagen per kalenderjaar van
het werk afwezig te blijven zonder loon, omwille van een dringende reden.
Dwingende reden = Elke niet te voorziene, los van het werk staande gebeurtenis, die de dringende en
noodzakelijke tussenkomst van de werknemer vereist, en dit voor zover de
uitvoering van de arbeidsovereenkomst die tussenkomst onmogelijk maakt.
Enkele specifieke gevallen:
- Ziekte, ongeval of hospitalisatie van een persoon die met de werknemer onder hetzelfde dak
woont
Bv. echtgenoot, persoon met wie de werknemer samenwoont, ouder, kind, tante of oom van
de werknemer of van de echtgenoot of van de persoon met wie hij samenwoont
- Ernstige materiële beschadiging van de bezittingen van de werknemer
Bv. brand, water in de kelder
- Het bevel tot persoonlijke verschijning in de rechtszitting wanneer de werknemer partij is in een
rechtszaak
Oorzaken van schorsing (enkel van toepassing op het
werkliedencontract)
Het slechte weer schorst de uitvoering van de overeenkomst voor zover het werk onmogelijk wordt,
en op voorwaarde dat de werkman werd verwittigd dat hij zich niet op het werk moet aanbieden.
Tijdens de periode van schorsing heeft de werkman geen recht op loon, maar kan hij eventueel recht
hebben op een werkloosheidsuitkering.
Als de schorsing langer duurt dan 1 maand, heeft de werkman het recht om de overeenkomst te
beëindigen zonder opzegging.
Bv. arbeiders in de bouw
Tijdskrediet
De werknemers hebben recht op een tijdskrediet voor een maximumperiode van 1 jaar (dit kan
verlengd worden tot 5 jaar) over de gehele loopbaan, op te nemen per minimum van 3 maanden.
Hoe?
- Door hun arbeidsprestaties volledig te schorsen
- Door hun arbeidsprestaties te verminderen tot een halftijdse betrekking
63
De werknemers die het recht op tijdskrediet uitoefenen hebben recht op een
onderbrekingsuitkering. Maar deze bedraagt niet zoveel als het loon!
Thematische verlofstelsels
-
Verlof voor palliatieve zorgen
Verlof voor de bijstand van een zwaar ziek familielid
Ouderschapsverlof
Verlof voor palliatieve zorgen
Dit geeft een werknemer de mogelijkheid zich toe te leggen op de verzorging van een persoon uit de
naaste omgeving die ongeneeslijk ziek is en die zich in de terminale fase bevindt.
De werknemer kan zijn loopbaan gedeeltelijk of volledig schorsen gedurende 1 maand (dit kan met 1
maand verlengd worden).
Dit verlof is een recht en de werknemer is beschermd tegen ontslag.
De werknemer ontvangt een onderbrekingsvergoeding tijdens de periode van de schorsing van de
arbeidsovereenkomst.
Verlof voor de bijstand van een zwaar ziek familielid
Werknemers hebben het recht om de loopbaan gedurende maximaal 12 maanden te onderbreken,
of de prestaties gedurende maximaal 24 maanden te verminderen voor de bijstand van een zwaar
ziek lid van het gezin of van de familie tot de 2e graad.
Zware ziekte = De ziekte of medische ingreep waarvan de behandelende geneesheer oordeelt dat
elke vorm van sociale, familiale of emotionele bijstand of verzorging nodig is voor het
herstel.
Ouderschapsverlof
Elke werknemer op wie de wet betreffende de CAO’s en de paritaire comités van toepassing is, heeft
recht op ouderschapsverlof.
De uitvoering van de arbeidsovereenkomst kan volledig geschorst worden gedurende 3 maanden
vanaf de geboorte van een kind tot het 6 jaar wordt.
De werknemer kan 3 maanden loopbaanonderbreking aaneengesloten nemen of hij kan deze
periode naar keuze in maanden opsplitsen.
Hij heeft ook de mogelijkheid te kiezen voor een vermindering van de arbeidsprestaties met ⅕,
gedurende een periode van 15 maanden als hij voltijds is tewerkgesteld.
Om in aanmerking te komen voor het ouderschapsverlof moet de werknemer gedurende 15
maanden die voorafgaan aan zijn aanvraag tenminste 12 maanden tewerkgesteld zijn bij die
werkgever.
Einde van de arbeidsovereenkomst
64
Algemeen
In het Belgisch arbeidsovereenkomst heeft elke partij steeds de mogelijkheid de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst aan de andere partij op te dringen, zonder dat deze laatste het recht heeft de
verdere uitvoering van de overeenkomst te vorderen.
Ontslag = De handeling waarbij een partij aan de andere partij ter kennis brengt dat zij besloten
heeft de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
Ontslag is een eenzijdige handeling die aan geen vormvereisten is onderworpen.
Opzegging = De voorafgaandelijke bekendmaking van de datum waarop de arbeidsovereenkomst
een einde zal nemen.
Opzeggingstermijn = De tijdsruimte die ligt tussen het tijdstip waarop de opzegging een aanvang
neemt en het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst werkelijk een einde
neemt.
De kennisgeving van de opzegging dient op straffe van nietigheid schriftelijk te gebeuren. De
opzeggingsbrief dient het begin en de duur van de opzeggingstermijn te vermelden.
Hoe kan een arbeidsovereenkomst beëindigd worden?
Mogelijkheden
De arbeidsovereenkomst kan beëindigd worden:
- Door het einde van de termijn bij een contract voor een bepaalde duur
- Door het voltooien van het werk bij een contract voor een bepaald werk
- Door de wil van één van de partijen bij een contract voor onbepaalde duur
- Door een dringende reden
- Door het overlijden van een werknemer (niet bij het overlijden van de werkgever!)
- Door overmacht
Einde van de overeenkomst door overlijden
Dit is het gevolg van het feit dat een arbeidsovereenkomst ‘intuitu personae’ wordt aangegaan in
hoofde van de werknemer.
Het overlijden van de werkgever maakt geen einde aan de overeenkomst, behalve als:
- het overlijden een gevolg heeft voor de activiteit waarvoor de werknemer aangeworven is
- de overeenkomst gesloten is met het oog op de persoonlijke medewerking.
Einde wegens een dringende reden
Elke partij kan de overeenkomst beëindigen zonder opzegging of voor het verstrijken van de termijn
om een dringende reden.
Dringende reden = Elke ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking tussen de
werkgever en de werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt.
Bv. handtastelijkheden van de werkgever t.o.v. de werknemer, werkgever is altijd dronken en
autoritair, geweldpleging van de werkgever t.o.v. de werknemer, werknemer is altijd te
laat, werknemer steelt uit het bedrijf
65
De rechtbank zal moeten oordelen over de dringende reden. Dit wil niet zeggen dat elke dringende
reden automatisch door de rechter zal worden beoordeeld.
De dringende reden wordt in eerste instantie beoordeeld door de partij die het ontslag wenst te
geven. Pas wanneer de andere partij van oordeel is dat ze ten onrechte werd ontslagen om een
dringende reden, kan zij aan de rechter beoordeling van de feiten vragen.
Kenmerken:
- Elke partij
Zowel de werkgever als de werknemer kunnen beëindigen wegens dringende reden.
- Steeds
Deze wijze van beëindiging kan zelfs wanneer de beëindiging normaal niet mogelijk is.
Bv. gedurende de schorsing van de overeenkomst
- De arbeidsovereenkomst
Alle arbeidsovereenkomsten kunnen beëindigd worden om een dringende reden.
Niet elke ernstige tekortkoming van één van de partijen maakt de professionele samenwerking
onmiddellijk en definitief onmogelijk! Kenmerkend is dat de arbeidsovereenkomst niet meer in stand
kan gehouden worden, zelfs niet voor korte tijd.
Ontslag wegens dringende reden is een vorm van het ontslag. Het is een eenzijdige
rechtsbehandeling waardoor een partij bij een arbeidsovereenkomst te kennen geeft dat zij de
overeenkomst wenst te beëindigen.
Het ontslag wegens dringende reden maakt een einde aan de arbeidsovereenkomst op het ogenblik
waarop de partij die ontslag geeft, aan de andere partij haar wil om de overeenkomst te beëindigen
ter kennis brengt.
Het ontslag om dringende reden is aan geen enkele vormvereiste onderworpen. Er zijn wel
vormvoorwaarden voorgeschreven voor de kennisgeving van de redenen die het ontslag
rechtvaardigen.
Als één van de partijen die arbeidsovereenkomst wil beëindigen wegens een dringende reden, dan
moet:
- De overeenkomst beëindigd worden binnen de 3 werkdagen nadat het feit ter rechtvaardiging
ervan bekend is aan de partij die zich erop beroept
- De reden van het ontslag meegedeeld worden binnen de 3 werkdagen na het ontslag
Werkdag = Elke dag die geen zondag of wettelijke feestdag is.
De kennisgeving moet op straffe van nietigheid uitsluitend gebeuren op de 3 volgende werkwijzen:
- Bij aangetekende brief
- Bij deurwaardersexploot
- Door afgifte van een geschrift aan de andere partij
De handtekening van deze partij op het duplicaat van dit geschrift geldt alleen als bericht van
ontvangst van de kennisgeving!
De partij die de dringende reden inroept, moet hiervan het bewijs leveren. Bovendien moet zij
bewijzen dat de in de wet voorziene termijnen in acht werden genomen.
66
Als de procedure niet gevolgd wordt, moet de partij die het contract beëindigt, het loon betalen voor
de opzegtermijn die moest nageleefd worden.
Einde van de overeenkomst voor onbepaalde duur
Het contract voor onbepaalde duur kan beëindigd worden door opzegging die door de ene partij aan
de andere gegeven kan worden. De kennisgeving moet het begin van de opzegtermijn en de duur
ervan vermelden. Het ontbreken van één van deze vermeldingen maakt de opzegging nietig.
De reden van het ontslag moet niet worden vermeld.
Als de opzegging uitgaat van de werknemer moet de kennisgeving op straffe van nietigheid
(betrekkelijke nietigheid) gebeuren:
- Bij deurwaardersexploot
- Door een aangetekende brief
- Door een brief die de werknemer aan de werkgever afgeeft, en waarbij de werkgever voor
ontvangst tekent op het dubbel van de opzegbrief
Als de opzegging uitgaat van de werkgever, kan de kennisgeving van de opzegging, op straffe van
nietigheid (absolute nietigheid), enkel gebeuren:
- Door een aangetekende brief
- Bij deurwaardersexploot
Als de opzegtermijn niet wordt nageleefd, is de partij die de overeen, komst beëindigt, verplicht het
loon te betalen voor de duur van de opzegtermijn of van het niet nageleefde deel ervan.
Einde van de overeenkomst voor een bepaalde duur of bepaald werk
Een arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege bij het einde van de termijn of bij het beëindigen
van het werk.
Wordt het werk voortgezet na het verloop van de voorziene duur, dan ontstaat er van rechtswege
een overeenkomst voor onbepaalde duur.
Als de overeenkomst voortijdig beëindigd wordt zonder een dringende reden, dan moet er een
vergoeding betaald worden die gelijk is aan het loon voor het niet verlopen gedeelte van de
voorziene duur.
Er moet echter niet meer betaald worden dan het dubbele van het loon voor de opzegtermijn die
verplicht zou zijn bij een overeenkomst voor onbepaalde duur.
Outplacement
= Het geheel van begeleidende diensten en adviezen die in opdracht van een werkgever en op zijn
kosten door een outplacementbureau worden verleend om een werknemer in staat te stellen zelf
of binnen een zo kort mogelijke termijn een betrekking te vinden bij een nieuwe werkgever of een
beroepsbezigheid als zelfstandige te beginnen.
Bv. psychologische begeleiding, hulp bij het opstellen van een C.V., …
Om recht te hebben op outplacement moet de ontslagen werknemer voldoen aan volgende
voorwaarden:
- Een arbeidsovereenkomst hebben gesloten met de werkgever
- De leeftijd van 45 jaar bereikt hebben op het ogenblik waarop het ontslag gegeven is
- Minstens 1 jaar ononderbroken in dienst te zijn bij die werkgever
67
Outplacement is een recht, geen verplichting, en de werknemer moet het schriftelijk vragen aan de
werkgever binnen de 2 maanden na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Einde van de arbeidsovereenkomst voor werklieden
De opzegtermijn wordt steeds bepaald in verhouding met de anciënniteit van de werknemer.
Anciënniteit = Het aantal jaren dat de werknemer in dienst is geweest van dezelfde werkgever.
Conventionele anciënniteit = De partijen kunnen overeenkomen dat ook de dienstjaren bij de vorige
werkgever in aanmerking worden genomen bij de bepaling van de
anciënniteit of fictieve anciënniteit toekennen.
De opzeggingstermijn is vastgesteld op 28 dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat,
en op 14 dagen wanneer de opzegging van de werkman uitgaat.
Deze termijnen worden verdubbeld wat de werklieden betreft die gedurende ten minste 20 jaar
ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven.
Voor werklieden die minder dan 6 maanden in dienst zijn, kan de overeenkomst afwijken van de
normale opzeggingstermijnen:
- De door de werkgever in acht te nemen opzeggingstermijn mag niet korter zijn dan 7 dagen
- De door de werkman in acht te nemen termijn mag de helft niet overschrijden van de termijn die
is overeengekomen voor het geval de werkgever opzegt
Tijdens de opzegtermijn mag de werkman 2x per week een halve dag afwezig zijn, met het behoud
van loon, om ander werk te zoeken.
Als de opzegtermijn korter is dan 7 dagen, mag hij maar 1 halve dag per week afwezig zijn.
Einde van de arbeidsovereenkomst voor bedienden
Men maakt een onderscheid tussen ‘hogere’ en ‘lagere’ bedienden:
- Minder dan 28.093 euro: lagere bediende
- Meer dan 28.093 euro: hogere bediende
Opzeggingstermijn voor lagere bedienden
De opzeggingstermijn welke door de werkgever moet worden in acht genomen, bedraagt ten minste
3 maanden voor de bedienden die minder dan 5 jaar in dienst zijn.
Deze termijn wordt vermeerderd met 3 maanden bij de aanvang van elke nieuwe periode van 5 jaar
dienst bij dezelfde werkgever.
De opzeggingstermijn die door de werknemer in acht moet worden genomen bedraagt de helft van
de door de werkgever in acht te nemen termijn. Het maximum is vastgesteld op 3 maanden.
Anciënniteit
0 – 5 jaar
5 – 10 jaar
10 – 15 jaar
15 – 20 jaar
Opzegging uitgaand van
de werkgever
de werknemer
3 maanden
1 ½ maand
6 maanden
3 maanden
9 maanden
3 maanden
12 maanden
3 maanden
In het beginsel komt het aan de partijen toe de duur van de opzeggingstermijn te bepalen.
68
Overeenkomst over de opzeggingstermijn:
- Deze overeenkomst kan niet geldig worden gesloten voor de opzegging.
- Indien de partijen niet tot een akkoord komen, moet de rechter (arbeidsrechtbank) de
opzeggingstermijn bepalen, met als enige beperking dat de termijn niet korter mag zijn dan de
wettelijke minimumtermijn voor lagere bedienden.
Opzeggingstermijn voor hogere bedienden
De door de werkgever en bediende in acht te nemen opzeggingstermijnen worden vastgesteld:
- Bij de overeenkomst, gesloten ten vroegste op het ogenblik waarop de opzegging wordt gegeven
- Door de rechter
Indien de opzegging wordt gegeven door de werkgever, mag de opzeggingstermijn niet korter zijn
dan de voor lagere bedienden vastgestelde termijnen.
Indien de opzegging wordt gegeven door de bediende, mag de opzeggingstermijn niet langer zijn
dan:
- Jaarlijks loon tussen 28.093 euro en 56.187 euro: 4 ½ maand
- Jaarlijks loon hoger dan 56.187 euro: 6 maanden
Criteria voor het bepalen van de opzeggingstermijn:
De opzeggingstermijn dient door de rechter te worden bepaald, met inachtneming van de op het
tijdstip van de kennisgeving van de opzegging voor de bediende bestaande kans om spoedig een
gelijkwaardige betrekking te vinden, rekening houdend met zijn anciënniteit, zijn leeftijd en het
bedrag van zijn loon.
Volgende omstandigheden worden geacht geen invloed te hebben op de bepaling van de
opzeggingstermijn:
-
Tekortkomingen van de werknemer aan zijn verplichtingen
Gezinssituatie van de werknemer
Vrijstelling van prestaties tijdens de opzeggingstermijn
Verschillende auteurs hebben formules opgesteld voor de berekeningen van de opzeggingstermijn.
Bv. Formule Claeys
→ Wanneer de werkgever de werknemer enkel het minimum wil geven, kan dit aangevochten
worden, en wordt de termijn berekend a.d.h.v. deze formules.
Gedurende de opzegtermijn mag de bediende 2x per week een halve dag afwezig zijn met het
behoud van zijn loon, om ander werk te zoeken.
69
DEEL 5: JUSTITIEHUIS
Inleiding
Missie en visie
Wat liep er mis met justitie?
- Opvolging van de daders
- Opvang van de slachtoffers
Daarom is het Justitiehuis opgestart, in 1999, in de nasleep van de zaak Dutroux.
Doel:
- De efficiëntie en de effectiviteit van justitie verbeteren
- De humane aanpak optimaliseren
- De toegankelijkheid verhogen
De grote taak van het Justitiehuis is het herstellen van de verstoorde relaties tussen dader,
slachtoffer en maatschappij.
Organogram
FOD =Federale OverheidsDienst
Penitentiaire inrichtingen = Gevangenissen
Gerechtelijk arrondissement
Er zijn 27 gerechtelijke arrondissementen in België. Per gerechtelijk arrondissement is er 1
Justitiehuis.
70
→ Vlaanderen: Antwerpen, Brugge, Brussel, Dendermonde, Gent, Hasselt, Ieper, Kortrijk, Leuven,
Mechelen, Oudenaarde, Tongeren, Turnhout, Veurne
De bevoegdheid van het Justitiehuis wordt bepaald door de woonplaats van de cliënt.
Samenstelling van het Justitiehuis
-
Directeur: algemene leiding
Kernprocesmanager (voor grote Justitiehuizen): leiding over bepaalde teams, opvolgen
justitieassistenten
Coördinator: alternatieve maatregelen
Justitieassistenten
Secretariaat: ondersteuning bieden
Taken van het Justitiehuis
Eerstelijnswerking
-
-
Een burger met vragen of problemen gelinkt aan de bevoegdheidsdomeinen van het Justitiehuis
onthalen, naar zijn vraag luisteren, hem informeren, en waar nodig doorverwijzen naar bevoegde
instanties of personen
Mogelijkheid tot gratis consultatie van een advocaat (enkel advies)
In Antwerpen is er geen eerstelijnsvoorziening, wel een (gratis) advocaat. De advocaat doet aan
adviesverlening en doorverwijzing.
71
Burgerrechtelijke opdrachten
Men gaat een sociale studie in het kader van een burgerlijke procedure om een geïndividualiseerde
beslissing mogelijk maken (gevraagd door jeugdrechter, rechter in kortgeding of rechter in
burgerlijke zaken, Hof van Beroep).
Deze studies hebben voornamelijk betrekking op de verblijfsregeling en omgangsregeling van
minderjarige kinderen, het ouderlijk gezag of een herziening hieromtrent.
Doel:
- De opdrachtgever informeren over de familiale dynamiek, de huidige leefsituatie van de
betrokken partijen, de minderjarige kinderen en hun visie
- Indien mogelijk, een advies formuleren
Slachtofferonthaal
Binnen de parketten en rechtbanken gaat men een onthaalstructuur op poten zetten voor de
slachtoffers opdat ze gedurende de gerechtelijke afhandeling de nodige aandacht krijgen en van hun
rechten gebruik kunnen maken.
Als er een klacht wordt ingediend, krijgt de persoon informatie over slachtofferonthaal.
Taken van de dienst slachtofferonthaal:
- Onthaal, luisteren en informatie
- Bijstand
- Doorverwijzing
- Tussenkomst in het kader van de strafuitvoering (o.a. slachtofferfiches (bv. wanneer het
slachtoffer op vakantie is, wens, contactgegevens, …))
- Structurele acties (o.a. sensibiliseren magistratuur)
Vóór de zaak Dutroux was er te weinig aandacht voor de slachtoffers.
Bemiddeling in strafzaken
= Afhandelingsmodaliteit voor misdrijven waarvoor de Procureur des Konings niet meer dan 2 jaar
hoofdgevangenis zou vorderen, indien hij de verdachte zou vervolgen.
Procedure:
1. Voorbereiding
- Tussen de dader en het slachtoffer tot een overeenkomst komen betreffende de schade
(moreel en/of materieel) veroorzaakt door het misdrijf
- Voorstel voor een bijkomende maatregel (cursus, therapie, dienstverlening) uitwerken
2. Proces Verbaal van Overeenkomst/Zitting
3. Opvolging van de verdachte i.v.m. de naleving van de in het proces verbaal opgenomen
voorwaarden
4. Verval van strafvordering
5. Bij niet naleving van de voorwaarden → dagvaarding
Doel: Proberen een zaak tussen 2 partijen uit de rechtbank te houden
72
Daderbegeleiding
Vrijheid onder voorwaarden als alternatief voor de voorlopige
hechtenis
De onderzoeksrechter beslist in de loop van de eerste 5 dagen van de voorhechtenis, en doorheen de
duur van het onderzoek, of een persoon vrijgesteld kan worden onder voorwaarden. Ook de
Raadkamer (na 5 dagen) en de Correctionele Rechtbank (na het onderzoek) kunnen VOV opleggen.
Maximale duur: 3 maanden, telkens te verlengen met 3 maanden tot de datum van het vonnis
→ In de praktijk wordt de VOV niet verlengd (dus slechts 3 maanden)!
Voorbeelden van voorwaarden:
werk zoeken, vast adres, begeleiding volgen voor alcohol, drugs of agressie, geen contact met het
slachtoffer, straat- of regioverbod, uitgangsverbod, …
Taak van de justitieassistent:
- Controle van de voorwaarden (a.d.h.v. attesten)
- Rapportage aan de opdrachtgever (onderzoeksrechter en/of Procureur des Konings) over het
functioneren van de betrokkene en zijn houding naar de voorwaarden toe
- Ondersteuning en motivering
De onderzoeksrechter kan de betrokkene terug aanhouden indien hij zich niet aan de voorwaarden
houdt of nieuwe feiten pleegt.
Probatie
Probatieopschorting = De uitspraak van de veroordeling wordt opgeschort voor een proeftermijn van
minimum 1 jaar en maximum 5 jaar. Er wordt geen straf uitgesproken, maar
de betrokkene wordt wel schuldig bevonden.
Probatieuitstel = De tenuitvoerlegging van de straf wordt uitgesteld voor een proeftermijn van
minimum 1 jaar en maximum 5 jaar. Hier wordt wel een straf uitgesproken, maar de
uitvoering ervan wordt uitgesteld.
Het uitstel kan geheel of gedeeltelijk verlopen.
Bv. 1 jaar straf → gedeeltelijk: ½ jaar straf
Aan de opschorting of het uitstel kunnen voorwaarden worden gekoppeld, en dan spreken we van
probatieopschorting en –uitstel.
Bv. gaan werken, werk zoeken, behandeling volgen inzake drugs, alcohol of seksuele
problematiek, …
Probatiecommissie
Op de uitvoering van de probatiemaatregel wordt toegezien door de probatiecommissie.
Indien de betrokkene de voorwaarden niet nakomt of nieuwe feiten pleegt en hiervoor veroordeeld
wordt, kan de probatiecommissie een voorstel tot herroeping indienen.
Het dossier wordt terug naar de Rechtbank gestuurd. Deze kan het dossier terugsturen naar het
Justitiehuis om de begeleiding terug op te nemen, kan de voorwaarden aanpassen of kan een straf
uitspreken.
73
Taak van de justitieassistent:
- Controle van de voorwaarden (a.d.h.v. attesten)
- Meehelpen om de voorwaarden in te vullen
Bv. doorverwijzen naar een hulpverleningsinstantie
- Rapportage over het verloop van de maatregel aan de Probatiecommissie
Maatschappelijke enquête
De Correctionele Rechtbank, het Hof van Beroep of de Politierechtbank kan een maatschappelijke
enquête vragen met het oog op de toepassing van een probatiemaatregel of autonome werkstraf.
Autonome werkstraf
In correctionele zaken en politiezaken kan de rechter als hoofdstraf een werkstraf opleggen. De
rechter voorziet ook een vervangende straf (geldboete of gevangenisstraf) ingeval de werkstraf niet
wordt uitgevoerd.
De werkstraf bedraagt minstens 20 uren en ten hoogste 300 uren.
Ze moet uitgevoerd worden binnen de 12 maanden na de dag waarop de rechterlijke beslissing in
kracht van gewijsde is gegaan.
De veroordeelde verricht de werkstraf kosteloos tijdens zijn vrije tijd.
De werkstraf wordt uitgevoerd binnen vzw’s of openbare diensten.
Een veroordeling tot werkstraf komt niet op het strafblad (tenzij er nog een bijkomende straf (bv.
rijverbod of geldboete) uitgesproken wordt).
De Probatiecommissie kijkt toe op de uitvoering van de werkstraf.
Als de werkstraf niet of gedeeltelijk wordt uitgevoerd, meldt de justitieassistent dit aan de
Probatiecommissie. De Probatiecommissie kan beslissen de jusitiabele een 2e kans te geven of het
dossier over te maken aan het parket met de vraag tot uitvoering van de vervangende straf.
Taak van de justitieassistent:
- Bepalen van de invulling van de werkstraf (rekeninghoudend met mogelijkheden en beperkingen
van de betrokkene)
o < 30 jaar: samenwerking met dispatchingdienst vzw Elegast
Eindverantwoordelijkheid blijft bij de justitieassistent
o > 30 jaar: de justitieassistent volgt het dossier volledig op
- Rapportage aan de Probatiecommissie over het verloop van de werkstraf
Penitentiaire opdrachten
Onderscheid tussen:
- Voorlichtingstaken
o Met het oog op toekenning van penitentiair verlof, onderbreking van de strafuitvoering,
voorwaardelijke of voorlopige invrijheidsstelling, beperkte detentie of elektronisch
toezicht, kan de gevangenisdirecteur het Justitiehuis belasten met een maatschappelijke
enquête.
o Bedoeling van deze enquête is om een zicht te krijgen op het opvangmilieu van de
betrokkene, hun mogelijkheden tot opvang, eventuele problemen, …
- Begeleidingstaken
o Voorwaardelijke of voorlopige invrijheidsstelling
74
o
o
o
o
Beperkte detentie
Elektronisch toezicht
Terbeschikkingstelling van de regering
Vrijheid op proef in het kader van een internering
Voorwaardelijke en voorlopige invrijheidsstelling
Voorwaardelijke invrijheidsstelling
= De persoon die veroordeeld werd tot een gevangenisstraf wordt vrijgesteld onder bepaalde
voorwaarden.
Tijdsvoorwaarden:
⅓ van de gevangenisstraf moet ondergaan zijn (10 jaar bij levenslange veroordeling)
Duur van de proeftermijn:
Aantal maanden van de gevangenisstraf die de betrokkene nog moest ondergaan met een minimum
van 2 jaar en een maximum van 10 jaar
Voorwaardelijke invrijheidsstelling wordt toegekend door de Strafuitvoeringsrechtbank.
Voorbeelden van voorwaarden:
vast adres, dagbesteding hebben, afbetalen burgerlijke partij, begeleiding voor drugs, alcohol,
psychische of seksuele problematiek, budgetbegeleiding, …
Taak justitieassistent:
- Controle van de voorwaarden (a.d.h.v. attesten)
- Begeleiden om de voorwaarden in te vullen / ondersteuning
- Rapporteren aan de Strafuitvoeringsrechtbank over het verloop van de maatregel
(1 maand → 3 maanden → 6 maanden)
De Strafuitvoeringsrechtbank kan de maatregel intrekken indien de betrokkene de voorwaarden niet
naleeft of een nieuwe veroordeling krijgt.
Voorlopige invrijheidsstelling
Dit is hetzelfde principe als de voorwaardelijke invrijheidsstelling.
Dit wordt toegepast wanneer de totale gevangenisstraf minder dan 3 jaar bedraagt (bij
voorwaardelijke invrijheidsstelling bedraagt dit meer dan 3 jaar).
Het wordt toegekend door de Directie van Detentiebeheer.
Dit kan zowel met als zonder voorwaarden worden toegekend.
Beperkte detentie
= De persoon verblijft nog in de gevangenis, maar mag overdag de gevangenis verlaten om een
opleiding te volgen of te gaan werken. (maximum 12 uur per dag)
Tijdsvoorwaarden:
6 maanden voordat de betrokkene in de tijdsvoorwaarden voor voorwaardelijke invrijheidsstelling
komt
75
Duur: onbepaald
Na deze maatregel krijgt de betrokkene vaak elektronisch toezicht en/of voorwaardelijke
invrijheidsstelling.
De beperkte detentie wordt toegekend door de Strafuitvoeringsrechtbank en kan ook door hen
worden ingetrokken om dezelfde reden als bij een voorwaardelijke invrijheidsstelling.
Het gaat hier om dezelfde voorwaarden als bij de voorwaardelijke invrijheidsstelling.
Taak justitieassistent:
- Opmaken van het uurrooster (wanneer de betrokkene de gevangenis mag verlaten en wanneer
niet)
- Controle van de voorwaarden (a.d.h.v. attesten (bv. loonfiches, aanwezigheidsattesten van de
begeleiding))
- Begeleiding om de voorwaarden in te vullen / ondersteuning
- Rapporteren aan de Strafuitvoeringsrechtbank over het verloop van de maatregel
Penitentiair verlof: 36 uur de gevangenis verlaten (1 tot 4x per maand)
Elektronisch toezicht
= De persoon brengt geheel of een deel van zijn vrijheidsstraf buiten de gevangenis door volgens een
bepaald uitvoeringsplan (naleving uurrooster en voorwaarden), waarvan de naleving o.a. door
elektronische middelen (enkelband) wordt gecontroleerd.
De persoon krijgt een uurrooster, waar alles vast ingepland is. Toch krijgt hij 5 vrije uren per week.
Tijdsvoorwaarden:
6 maanden voordat de betrokkene in de tijdsvoorwaarden voor voorwaardelijke invrijheidsstelling
komt
Duur: gedeelte van of volledige vrijheidsstraf
Onderscheid tussen gevangenisstraf:
- < 3 jaar: toekenning door de gevangenisdirecteur of bij bepaalde categorieën van veroordeelden
(bv. seksuele delinquenten, geen verblijfsvergunning) door de Directie van Detentiebeheer
- > 3 jaar: toekenning door de Strafuitvoeringsrechtbank
Het elektronisch toezicht kan worden ingetrokken wanneer het uurrooster of de voorwaarden niet
worden nageleefd of wanneer er een nieuwe veroordeling is.
Het gaat hier om dezelfde voorwaarden als bij de voorwaardelijke invrijheidsstelling.
Penitentiair verlof: 36 uur het huis verlaten (1 tot 4x per maand)
Taak justitieassistent:
- Opmaken van het uurrooster (wanneer de betrokkene het huis mag verlaten en wanneer niet)
- Controle van de voorwaarden (a.d.h.v. attesten (bv. loonfiches, aanwezigheidsattesten van de
begeleiding, …))
- Begeleiding om de voorwaarden in te vullen / ondersteuning
- Rapporteren aan de Strafuitvoeringsrechtbank of de gevangenisdirecteur over het verloop van
de maatregel
Het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht (Brussel) controleert het binnen- en buitengaan
van de gedetineerde.
76
Terbeschikkingstelling van de regering
= Een bijkomende straf (bovenop de gevangenisstraf) waarbij de betrokkene wordt veroordeeld tot
een opvolging door de minister van Justitie.
Dit start na het verstrijken van de gevangenisstraf en/of eventuele proeftermijn. De Directie van
Detentiebeheer beslist om de betrokkene verder gevangen te houden of hem vrij te laten onder
voorwaarden.
Duur: minimum 5 jaar, maximum 20 jaar
De TBR kan worden ingetrokken bij niet-naleving van de voorwaarden of bij een nieuwe
veroordeling.
Het gaat hier om dezelfde voorwaarden als bij de voorwaardelijke invrijheidsstelling.
Taak justitieassistent:
- Controle van de voorwaarden (a.d.h.v. attesten)
- Begeleiden om de voorwaarden in te vullen / ondersteuning
- Rapporteren aan de Directie van Detentiebeheer over het verloop van de maatregel
Vrijheid op proef in het kader van een internering
= De persoon wordt door de Rechtbank geïnterneerd wanneer hij ontoerekeningsvatbaar wordt
verklaard voor de feiten die werden gepleegd.
Dit is geen straf, maar een maatregel.
Voorwaarden ontoerekeningsvatbaarheid:
- De feiten zijn bewezen
- Op het ogenblik van de feiten en op het ogenblik van de berechting vindt de persoon zich in staat
van krankzinnigheid, ernstige staat van geestesstoornis of is hij ongeschikt om daden te
controleren
De Commissie ter bescherming van de maatschappij beslist over de tenuitvoerlegging van de
internering:
- Opsluiting in de gevangenis
- Vrijstelling op proef (VOP)
Bv. opvangcentrum, zelfstandig wonen, psychiatrische opname
Duur van de internering en/of VOP: onbepaald
Dit wordt beslist door de commissie ter bescherming van de maatschappij
Voorbeelden van voorwaarden verbonden aan de VOP:
psychiatrische behandeling, dagbesteding, verbod van alcohol- of middelengebruik
Deze voorwaarden kunnen in de loop van de termijn verzwaard worden.
De VOP kan worden ingetrokken door de commissie en het Parket. In dit geval gaat de geïnterneerde
terug naar de gevangenis.
Taak van de justitieassistent:
- Controle van de voorwaarden (a.d.h.v. attesten)
- Meehelpen om de voorwaarden in te vullen (bv. doorverwijzen naar hulpverleningsinstantie)
- Begeleidingsluik: recidivepreventie (inzicht delictketen, resocialiseren, …)
77
-
Rapportage over het verloop van de maatregel aan de Commissie ter bescherming van de
maatschappij
Deontologie
Beroepsgeheim t.o.v. de opdrachtgevende overheid en de
cliënt/partij in conflict
Artikel 458 Sw:
“Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere
personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn
toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte
getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken,
worden gestraft met gevangenisstraf van 8 dagen tot 6 maanden en met geldboete van 100 frank tot
500 frank.”
Maar t.a.v. de opdrachtgever is de justitieassistent verplicht ieder nuttig element m.b.t. het mandaat
over te maken!
Artikel 29 Wb Sv:
“Ieder gestelde overheid, ieder openbaar officier of ambtenaar die in de uitoefening van zijn ambt
kennis krijgt van een misdaad of van een wanbedrijf, is verplicht daarvan dadelijk bericht te geven
aan de Procureur des Konings en aan die magistraat alle desbetreffende inlichtingen, processenverbaal en akten te doen bekomen.”
→ Beroepsgeheim (uitgezonderd naar de opdrachtgever toe) en meldingsplicht
Beroepsgeheim binnen de dienst
Onderscheid tussen:
- T.a.v. de leidinggevende
De leidinggevende heeft recht op inzage in de dossiers van de justitieassistent, maar hij is ook
gebonden aan het in acht nemen van het beroepsgeheim.
- T.a.v. collega’s
Collega’s kunnen raad vragen aan elkaar in een dossier maar dienen zich te beperken tot het
verstrekken van die gegevens die noodzakelijk zijn om de situatie te begrijpen.
Beroepsgeheim t.a.v. externe professionelen
Gedeeld beroepsgeheim
= Vertrouwelijke gegevens kunnen slechts onder verschillende professionelen gedeeld worden voor
zover de volgende voorwaarden samen nageleefd worden:
- Toestemming van de cliënt over de informatieoverdracht
- De gegevens kunnen slechts gedeeld worden met personen die eveneens door het
beroepsgeheim zijn gebonden
- Enkel de gegevens die strikt noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van het
gemeenschappelijk deel van de taken worden uitgewisseld
Wanneer er een samenwerkingsakkoord van toepassing is, wordt er in het akkoord geregeld welke
informatie doorgegeven moet worden (bv. Vagga, U-Turn, De Sleutel).
78
Informatie t.a.v. derden
Gegevens inwinnen of nagaan bij derden:
Hiervoor heb je toestemming nodig van de cliënt, moet je zelf je identiteit kenbaar maken en
meedelen dat de ingewonnen informatie aan de opdrachtgevende overheid zal worden
overgemaakt.
Een derde neemt contact op met de justitieassistent om informatie te vragen. Maar hier heeft de
justitieassistent beroepsgeheim.
Een derde neemt contact op met de justitieassistent om informatie te geven. De justitieassistent mag
enkel informatie ontvangen indien het mag besproken worden met de cliënt, en die moet dan
meedelen dat de informatie wordt doorgegeven aan de opdrachtgever.
79
Download