Herhaling replicatie HIV

HIV replicatie
HIV
Infectie
CD4
Binding
 CD4
(= receptor op MHC II)
 MHCII:


Macrofaag
T-helpercel
Enzymen
 Het



virus brengt meerdere enzymen mee:
Reverse transcriptse
Integrase
..
Reverse Transcriptase
 ss
RNA  ds DNA
 Gebeurt in cytoplasma van de cel
Integrase
 Knipt
+
OH
DNA (van virus)
Integrase
 Transport
in celkern
 Knipt DNA (gastheer)
 Bindt DNA (virus)
+ DNA (gastheer)
 Reparatie knipplaats
Virus replicatie
 Tijdens
normale transcriptie ook
processing=
 Pre-mRNA wordt beschermd door:


capping
polyadenylering
Capping
>
25 nucleotiden gesynthetiseerd
 Methylguanosine bindt aan 5` eind
 Voorkomt
afbraak
Splicing
 Exonen
 code
voor eiwit
 Intronen
 geen code
voor eiwit
Alternatieve splicing
 Verschillende
intronen verwijderd
 Ook exonen verwijderd
 Resultaat??
 Pre-mRNA
coderen
kan voor verschillende eiwitten
HIV
 Gebruikt
splicing EN alternatieve splicing
 Virus DNA in genoom is zeer kort maar
codeert voor 9 genen
Polyandilering
 Stopt
RNA polymerase bij AAUAAA
 Plakt polyA-staart aan 5`
Translatie
 Ribosoom
bestaat uit 2 sub-eenheden
(klein en groot)
 Kleine sub-eenheid bindt aan cap
 Scant tot startcodon (AUG)
 Kleine + grote sub-eenheid binden  start
translatie
Leaky scanning
 Kleine
subeenheid slaat soms startcodon
over
 = afhankelijk van de sequentie om het
startcodon
 Resultaat?
 Meerdere eiwitten
HIV
 Meerdere
eiwitten op 1 mRNA
 Worden allemaal afgelezen door leaky
scanning
Frame shifting
 Ontstaat
door lus in mRNA
 GGA GGA GGA GAG GAG GAG
 Eerder
stopcodon = kort eiwit
 Andere triplets = ander eiwit
HIV
 Frameshifting
in Gag (door RNA lus)
 Hierdoor ontstaat Gag-Pol
 Gag
codeert voor alle onderdelen van
HIV
 Gag-Pol codeert voor:



Reverse transcriptase
Integrase
Protease ( maturatie virusdeeltje)
Maturatie
 Protease
knipt zichzelf los van Gag-Pol
 Protease knipt Gag op 5 plaatsen virion,
membraan, RNA
 Protease knipt Gag-Pol  RT + integrase
HIV
Diagnostische toets
 10
minuten
Model
 Pas
model aan