Dimensie 3 nr. 2013/1

advertisement
HET MAGAZINE VAN DE BELGISCHE
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
dimensie
Latijns-Amerika
neemt vaart
Welke rol voor de
ontwikkelingssamenwerking?
REPORTAGES IN ECUADOR
Duwtje in de rug voor
kleine kwekers
VAN WOUD TOT TOPPEN
Deze natuur is goud waard
DE BLIJVENDE SCHADUW
VAN AIDS
WEDSTRIJD
WIN EEN
FOTOBOEK
Nr 1 / 2013 • TWEEMAANDELIJKS JANUARI-FEBRUARI 2013 • P308613 • AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X
Overzicht
JANUARI-FEBRUARI 2013
8/9 >
20/22
Van woud
superchocolade tot toppen:
Kleine producenten,
Deze natuur is goud waard
24/25 >
Om aids
te bestrijden heb je
democratie nodig
> DOSSIER LATIJNS-AMERIKA
Een Zuiden op zoek
naar macht
10-11 De verscheidenheid
van de Andes
12 Ijs bij de vis!
13 De inheemse volkeren
tussen traditie en
moderniteit
23 Op de rivieren in het
Amazonegebied
26-27 Voor nematoden
moet je in Gent zijn
28 Het hobbelige pad
naar de 0,7%
Gratis
atis
abonnement op:
www.dimensie-3.be
14-15 Water voor iedereen
29 Vee telen in
Noord en Zuid
16-17 30 jaar ontmoetingen
30-31 Puntkomma
18 Pioniers met een
handicap
19 Mindalae:
ambachtswerk met
een identiteit
2 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3
32 Aids in Rwanda
of per mail aan:
[email protected]
3
dimensie
Het Latijns-Amerikaanse
‘wonder’
T
© Mohamed Haddad - IRD
Tweemaandelijks
tijdschrift uitgegeven
door de Directie-Generaal
Ontwikkelingssamenwerking
en Humanitaire Hulp (DGD)
Redactie:
DGD
Karmelietenstraat, 15
B-1000 Brussel
Tel. +32 (0)2 501 48 81
E-mail : [email protected]
www.diplomatie.be • www.dg-d.be
Redactiesecretariaat:
Elise Pirsoul, Jean-Michel Corhay,
Chris Simoens
Layout en productie:
www.mwp.be
De artikels geven niet noodzakelijk het
officiële standpunt weer van DGD of
van de Belgische regering. Overname
van de artikels is toegestaan mits
bronvermelding en een kopie voor de
redactie.
Dimensie 3 verschijnt 5 maal per jaar om
de 2 maanden, behalve in de zomer.
Gedrukt op 100% gerecycleerd papier.
Abonnement:
Gratis in België. In het buitenland enkel
de elektronische versie.
De Belgische Ontwikkelingssamenwerking die vroeger zeer actief was op
het continent, wordt almaar minder zichtbaar naarmate de landen en hun
bevolkingsgroepen de capaciteit verwerven om een kwaliteitsvolle ontwikkeling
tot stand te brengen. En zo hoort het ook: zodra in de menselijke behoeften wordt
voorzien, moet hulp een andere vorm aannemen of gewoonweg verdwijnen.
Toch zijn er nog drie partnerlanden, en ook daar heeft de hulp een andere
vorm aangenomen, van basisbehoeften voorzien tot het geven van een duwtje
in de rug: om iedereen in staat te stellen een graantje mee te pikken van de
bloeiende economie (volgens de nieuwe formule ‘inclusieve groei’), om de nog
wat onervaren instellingen bij te staan, om de armen een waardige plaats te geven
in een samenleving die nog steeds gekenmerkt wordt door grote ongelijkheid.
We zijn dan ook ter plaatse geen kijken, met name in Ecuador, een van de drie
Belgische partnerlanden in Zuid-Amerika. Het is niet het armste land van de
drie (Bolivia) en ook niet het ‘meest welvarende’ (Peru); het is een land waar je
op vrij kleine afstand een grote diversiteit in landschappen en volkeren aantreft.
Van de kust waar de Afro-Ecuadorianen met hun kleinschalige productie een
waardig plaatsje proberen te verwerven, tot de selva (het Amazonewoud), via
de sierra (de bergen), waar inheemse volkeren, die door het Ecuadoriaanse
economisch wonder vergeten zijn, er ook naar verlangen een goed leven te
kunnen leiden (“Buen vivir”), met behoud van hun gronden en hun tradities.
In Ecuador vind je eigenlijk twee symbolische maar tegengestelde rijkdommen
van het continent terug: enerzijds, het zwarte goud dat op korte termijn dient
om de staatskas te vullen en, anderzijds, een buitengewone natuur die voor
de hele mensheid van onschatbare waarde is. De ene rijkdom wordt door de
andere bedreigd. Terwijl de Conferentie van Doha, net zoals die van Kopenhagen,
alweer uitmondde in een sterk afgezwakte klimaatovereenkomsten, is het zaak
eraan te herinneren dat de extreme klimaatomstandigheden de laatste 30 jaar
zes maal grotere proporties hebben aangenomen in de ontwikkelingslanden.
Latijns-Amerika is bijzonder gevoelig voor klimaatverandering en natuurrampen.
Het continent is immers het potentieel grootste ‘koolstofreservoir’.
Tot slot nog even dit, iedereen zal wel gemerkt hebben dat op het einde van 2012
behoorlijk gesnoeid werd in de portefeuille van de Belgische departementen.
Ook ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp ontsnappen niet aan
deze trend. We moeten dan ook inzetten op een samenwerking die nauwer
‘aansluit’ bij de andere beleidsmaatregelen, om te voorkomen dat ‘de ene
hand neemt wat de andere hand geeft’, om met minder middelen dezelfde
hulpdoeltreffendheid te bereiken… Wat dat betreft, zal het komende jaar
ons wijzer maken. Het zal het thema van ons volgende nummer zijn.
DE REDACTIE
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 3
editoriaal
De ‘trein der wolken’ of ‘Tren de las
Nubes’ verbindt Argentinië, Chili, Bolivia
en Peru. Hij rijdt tot op 4220 meter
hoogte in de Andes. Hier een zicht op
de Andes.
wintig jaar geleden was er nog sprake van een verloren, ‘onontwikkeld’
continent, dat de diepe sporen van 500 jaar kolonisatie met zich
meedroeg. Nu is Brazilië een van de machtigste en meest beloftevolle
opkomende landen. Het dynamisme van het land werkt aanstekelijk op de
hele regio. Een economisch wonder dat het hele subcontinent ten goede
kwam. De Millenniumdoelen werden grotendeels gehaald. Er ontstond een
echte middenklasse, de sociale bewegingen hebben zich georganiseerd
(inheemse groeperingen, coöperatieven van kleine producenten…).
Wat is er gebeurd? Welke plaats krijgt de samenwerking in deze context
toebedeeld? Dat is de vraag die de aanzet gaf tot dit dossier.
OPKOMST VAN HET ANDERE AMERIKA
EEN ZUIDEN OP ZOEK
Op één generatie tijd liet Latijns-Amerika een roerig verleden achter zich. Vandaag eist het
een volwaardige plaats op tussen de groeilanden en zelfs de grote mogendheden. Maar
Latijns-Amerika vormt lang geen coherent geheel, het biedt integendeel een brede waaier
aan tegenstrijdige nationale ervaringen die nuttig blijken bij een beschouwing over de huidige
uitdagingen op wereldvlak.
Als Noord en Zuid verschuiven…
Het laatste decennium zagen we een kentering van de rijkdom op wereldvlak tussen een Noorden, ten prooi aan een nooit
eerder geziene crisis, en een Zuiden in
volle expansie. Zo verschenen groeilanden ten tonele die, om het met de woorden van het Internationaal Monetair Fonds
(IMF) te zeggen, beschikken over een
grote bevolking, jong en nog aangroeiend,
4 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3
© United Nations 2012
T
ekenen des tijds: het codewoord op de 22ste IberoAmerikaanse Top, afgelopen
november in Cadix, betekende een hernieuwde relatie tussen de
Latijns-Amerikaanse landen en hun voormalige koloniale mogendheden. In de
marge van deze top illustreerde koning
Juan Carlos dit codewoord met zijn verzoek aan Dilma Rousseff, president van
Brazilië, om Braziliaanse ondernemingen aan te zetten tot meer investeringen
in een Spanje in crisis. Twee maanden
eerder hield ze als eerste vrouw uit de
geschiedenis de openingstoespraak op
de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, waarin ze enkele hete
hangijzers aansneed, van de economische wereldcrisis tot het conflict in Syrië.
Deze twee evenementen staan, samen
met tal van andere gebeurtenissen, in
schril contrast met de vele geschillen
waarbij Latijns-Amerika in het verleden
betrokken was. Vandaag heeft het continent, van Tijuana tot Ushuaïa, veeleer
het imago van een dynamische regio,
gedragen door een relatief sterke economische conjunctuur en ondernemingen in beweging. Dat voedt de ambitie
om op te klimmen tot een diplomatiek
zwaargewicht, ook al staan er nog zware
uitdagingen voor de boeg.
De economische kaarten konden niet
opnieuw geschud worden zonder de
politieke allianties te hertekenen. Ook het
gewicht van deze landen op de internationale beleidsvorming moest heronderhandeld worden op basis van de huidige
machtsverhoudingen, met weerslag op
het aantal zetels in de Veiligheidsraad en
het stemrecht in de internationale financiele instellingen.
Recente (r)evoluties
De Braziliaanse president Dilma Rousseff
houdt als eerste vrouw uit de geschiedenis
de openingstoespraak op de Algemene
Vergadering van de VN in september 2012.
over stabiele instellingen, over een interne
markt die blijft toenemen en over een
snelgroeiende economie. Diverse LatijnsAmerikaanse landen maken overigens
deel uit van de acroniemen die kenmerkend zijn voor het fenomeen. Zo maakt
Brazilië (samen met Rusland, India, China
en Zuid-Afrika) deel uit van BRICS, Colombia van CIVETS1 (een groep dynamische
economieën die de vruchten plukken van
politieke stabiliteit en een jonge bevolking), Mexico van de E72 (een groep economische machten die de G7 in BBP zouden moeten overtreffen vóór 2020). Ook
het IMF inventariseert in zijn klassement
voor 2012 van opkomende economieën,
naast de al vermelde landen: Argentinië,
Chili, Peru en Venezuela. Latijns-Amerika
speelt dus een markante rol in de opkomst
van een Zuiden waarvan de grenzen
steeds vager worden.
Verschillende grote evoluties uit de laatste
twintig jaren verklaren deze belangrijkere
rol op het internationale toneel. De democratie en de vrede zijn diepgeworteld in
een regio waar de militaire dictaturen nog
de plak zwaaiden tot het begin van de jaren
1990, vooral in de Zuidkegel (Chili, Argentinië, Uruguay, Paraguay, Brazilië). Diverse landen in deze regio kenden ook een grondige
herinvulling van de politieke elites. In Brazilië heeft een arbeider de macht gegrepen.
En een Indiaans vakbondslid werd president
van Bolivia. De toekomst van Venezuela is
in handen van een halfbloed. In Argentinië, Brazilië en Costa Rica bekleedden en
bekleden nog steeds heel wat vrouwen de
hoogste staatsambten.
De politieke regimes die het leven zagen
sinds het keerpunt van de jaren 2000
ondergingen zelf ook een sterke evolutie, door sommigen bestempeld als een
“bocht naar links”, zelfs al zou het wat kort
door de bocht zijn om dit louter te zien
als een uniek elan te midden van een
zo complexe regio. Deze evolutie kan in
twee grote trends samengevat worden:
de opkomst van een radicale linkerzijde
vertegenwoordigd door de lidstaten van
de ALBA-landen3 (voornamelijk Ecuador,
Bolivia, Venezuela, Cuba, Honduras en
Nicaragua) waar de staat de economie
LATIJNS-AMERIKA
NAAR MACHT
Een nieuwe binnenzee, de Stille
Oceaan, wordt het Mare nostrum
van het nieuwe kapitalisme, in
navolging van de Middellandse Zee
in de Oudheid en de Atlantische
Oceaan in de moderne tijd
Fotolia
titude © snap
stuurt, en een gematigde linkerflank
(Uruguay, Paraguay, Argentinië en Salvador), geïnspireerd op het Braziliaanse
model en eerder voorstander van hervormingen en een regulerende staat. Deze
laatste flank lijkt het continent stilaan te
veroveren, nog geruggensteund door
de verkiezingen in 2011 van Ollanta
Humala als leider van Peru en van
Dilma Rousseff in Brazilië, en door
de vlotte herverkiezing van Cristina Kirchner in Argentinië.
Na wat vaak bestempeld werd als
het década perdida (verloren decennium)
bracht de economische wereldconjunctuur soelaas voor het continent. Door een
toenemende vraag naar grondstoffen en
landbouwproducten was de koers immers
flink gestegen. En dat bood onmiskenbaar de mogelijkheid het voluntaristische
beleid te financieren. Latijns-Amerika
werd dan ook beschouwd als het laboratorium van de neoliberale voorschriften
van de Consensus van Washington, die
hun steentje bijdroegen aan het losweken
van het sociale weefsel en de traditionele
solidariteit in de regio.
Latijns-Amerika blijft ook redelijk goed
gespaard door de wereldwijde crisis.
Het is niet langer de periferie van een
uniek centrum, maar heeft zich de jongste jaren opengesteld voor andere commerciële partnerschappen, onder andere
met China. Tussen 2001 en 2009 werd de
Chinese invoer uit Latijns-Amerika vertienvoudigd, tot een totaal van 64,4 miljard
dollar (Bron: CEPAL).
.com
Daniel Cohen (econoom)
De moderne
architectuur van
Brasilia, hoofdstad
van Brazilië,is
nog steeds een
symbool voor
het nieuwe
Latijns-Amerika.
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 5
CARIBBEAN SEA
HONDURAS
Martinique (Fr)
Saint Lucia
Nederlandse
Antillen
NICARAGUA San Andreas (Col.)
Santa Marta
COSTA RICA
Maracaibo
Barranquilla
San José
Cabimas
Cartagena
PANAMA
Monteria
Cucuta
SANTA FE DE BOGOTA
Buenaventura
FRENCH GUIANA
PARAMARIBO
SURINAME
CAYENNE
Boa Vista
COLOMBIA
Neiva
Popayan
Tumaco
Guayaquil
GEORGETOWN
San Fernando
de Atabapo
Ibagué
Cali
Portoviejo
GUYANA
Puerto
Ayacucho
Manizales
Esmeraldas
Ciudad
Guayana
Ciudad
Bolivar
VENEZUELA
Bucaramanga
Isla de
Malpelo (Col.)
PORT OF SPAIN
Maturin
San
Cristobal
Medellin
ECUADOR
Mitu
Pasto
Macapa
QUITO
Belém
Obidos
Cuenca
Porto de Moz
Santarem
Manaus
Fonte Boa
Parnaiba
Sao Luis
Itaituba
Iquitos
Machala
Fortaleza
Sobral
Amazon Forest
Teresina
Maraba
Piura
Quixada
Natal
Imperatriz
Chiclayo
PERU
Trujillo
BRAZIL
Porto Velho
Pucallpa
© Michel Dukhan – IRD
NORTH
ATLANTIC
OCEAN
Trinidad & Tobago
Cumana
Valencia CARACAS
Barcelona
Barquisimeto
Panama
aama
ma
Barbados
Grenada
Campina Grande
Joao Pessoa
Juazeiro
Rio Branco
Chimbote
Guajara-Mirim
Callao
Puerto
Maldonado
Huancayo
Caruaru
Maceio
Palmas
Recife
Riberalta
BOLIVIA
LIMA
Feira de
Santana
Aracaju
Salvador
Trinidad
Ica
Vitoria da
Conquista
Mato Grosso
Cuiaba
Arequipa
Ilheus
BRASILIA
LA PAZ
Cochabamba
Goiânia
Santa Cruz
de la Sierra
Arica
PARAGUAY
Potosi
Iquique
CHILE
Isla San Felix
(Ch.)
Isla San Ambrosio
Rio de Janeiro
San Salvador
Salta
San Miguel
de Tucuman
Santiago
del Estero
Corientes
Cordoba
Mendoza
Valparaiso
Isla Robinson Crusoe
Rivera
Salto
Paysandu
ARGENTINA
BUENOS AIRES
6 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3
La Plata
Rocha
Mar del Plata
Viedma
Osorno
Puerto Montt
Porto
Alegre
MONTEVIDEO
Bahia Blanca
Neuquén
Temuco
Caxias
do Sul
Rio Grande
Concepcion
San Carlos
de Bariloche
SOUTH
ATLANTIC
OCEAN
Rawson
Puerto Aisen
Deseado
Puerto Santa Cruz
Islas Malvinas/
Falkland Islands
(administered by UK, claimed by Argentina)
Rio Gallegos
Stanley
South Georgia and the
South Sandwich Islands
Punta Arenas
Ushuaia
Vandaag staan verreweg de meeste
Latijns-Amerikaanse landen op de lijst
van de ‘Hogere-middeninkomenslanden’ (landen waar elke inwoner gemiddeld ten minste 4000 dollar per jaar verdient), opgesteld door de Commissie
voor Ontwikkelingssamenwerking van
de OESO.
Deze evoluties maakten het mogelijk
deze maatschappijen te transformeren, de armoedegraad op het continent
terug te dringen en een middenklasse
te creëren, zoals blijkt uit een recent
verslag van de Wereldbank4. Blijft het
feit dat armoede meer dan 30 % van de
bevolking treft in de hele regio (CEPAL)
terwijl nog 9 % van de bevolking honger
lijdt (FAO).
Pelotas
Rosario
Colonia
Chillan
Florianopolis
URUGUAY
Santa Fe
SANTIAGO
Rancagua
Talca
Joinville
Santa Maria
Parana
(Ch.)
Curitiba
Posadas
La Rioja
Isla Alejandro Selkirk
Sao Paulo
ASUNCION
Ciudad
del Este
Coquimbo
San Juan
Nova Iguaçu
Campinas
Concepcion
Antafagasta
De benaming 'Latijns-Amerika' bundelt zowat 20
landen die samen goed zijn voor een bevolking
van ongeveer 600 miljoen inwoners. Brazilië en
Mexico nemen hiervan het leeuwendeel voor
hun rekening, zij vertegenwoordigen samen al
de helft van de hele bevolking van het continent.
Aan deze landen voegen we nog een reeks
‘middelzware gewichten’ toe met Argentinië,
Colombia en Peru. De andere helft van de landen
van het continent is elk goed voor minder dan
10 miljoen inwoners. Geografisch gezien kan dit
gigantische continent (15,9% van de mondiale
grondoppervlakte) als volgt opgedeeld worden: de
Zuidkegel (met onder andere Argentinië, Brazilië
en Chili) en de Andeslanden (Bolivia, Colombia,
Ecuador, Peru, Venezuela) vormen samen ZuidAmerika, en Midden Amerika (met Mexico en
Nicaragua). Hier worden soms nog de Caraïben
aan toegevoegd (Cuba en Haïti bijvoorbeeld).
Caravelas
Belo Horizonte
Campo Grande
Vitoria
Zicht op Quito, hoofdstad van Ecuador
LATIJNSAMERIKA
Uberlândia
Corumba
De uitdagingen
Er blijven dus voldoende uitdagingen
voor het continent. Ondanks het voordeel dat ze kunnen halen uit de exploitatie van hun rijkdommen, beschikken de
staten nog over te weinig middelen, met
name wat betreft inkomsten uit belastingen, tegenover bijvoorbeeld de rijke
OESO-landen. Deze landen hebben ook
vaak een tekort aan bekwaam personeel
om krachtige instellingen in het leven
te roepen. Om het met de woorden van
Edgar Montiel (UNESCO) te zeggen,
zijn deze landen vaak “onderbestuurd,
ondergeregeerd”.
Daarnaast blijft drugterrorisme een van
de grootste bedreigingen voor de stabiliteit van het continent, zowel op politiek als
(administered by UK, claimed by Argentina)
op economisch vlak, een fenomeen waarvan eigenlijk geen enkel land gespaard
blijft. Bovendien verleidt het drugterrorisme veel staatsinstellingen die eraan
onderworpen zijn tot corruptie en kweekt
het geweld en onveiligheid.
Tot slot blijft dit continent een paradox:
hoewel tal van landen op het continent
vandaag sterke groeicijfers kunnen voorleggen, waardoor ze miljoenen mensen uit
de armoede konden tillen, behoren ze nog
steeds tot de maatschappelijk meest ongelijke landen ter wereld.
Het continent heeft dus nood aan grondige
structurele hervormingen om deze evolutie verder door te trekken, in het onderwijs,
de technologieoverdracht of de versterking van de instellingen.
LATIJNS-AMERIKA
“VOORTAAN HEEFT
LATIJNS-AMERIKA EEN STEM
IN DE WERELD”
© DGD / E. De Muynck
aan de klimaatverandering, het heruittekenen van
de mondiale financiële structuur en de financiële
mechanismen.
Voortaan heeft Latijns-Amerika heel wat te zeggen als regio, en ook heel wat te doen. In dat licht
geloof ik dan ook rotsvast in het vermogen van
Latijns-Amerika om actief deel te nemen aan de
Zuid-Zuidsamenwerking.
Francisco Carrión Mena is doctor in
de Internationale Betrekkingen en was
ambassadeur van Ecuador in Spanje
(2000-2005) en later minister van
Buitenlandse Zaken (2005-2007). Hij
vertegenwoordigde Ecuador eveneens bij de
Verenigde Naties (2009-2011). Vandaag is hij
professor aan de Faculté latino-américaine
de Sciences sociales (FLACSO) in Quito.
In welke zin is Latijns-Amerika de laatste
tijd geëvolueerd volgens u?
Latijns-Amerika is de voorbije 25 jaar grondig veranderd. Het continent maakt nog moeilijkheden door,
maar wist zijn democratie te verankeren door continu zijn staatsinstellingen te versterken en dank zij
een economie die de jongste tien jaren heropleefde.
Zo kon Latijns-Amerika de recente financiële crisissen beter het hoofd bieden dan bijvoorbeeld Europa
of de Verenigde Staten.
Vandaag kan Latijns-Amerika, met name via zijn
natuurlijke leider Brazilië, deelnemen aan de grote
debatten over de wereldproblematiek. Ik denk dan
Een laboratorium aan ideeën
Dat neemt niet weg dat Latijns-Amerika
dé droomlocatie is voor ongeziene experimenten, die de weg vrijmaken voor een
beschouwing over de algemene uitdagingen. Zo herbergt het continent het Amazonewoud, dat vaak beschouwd wordt als
de groene long van de planeet. Er leeft een
biodiversiteit zonder gelijke en om deze in
stand te houden werden er aan de internationale gemeenschap baanbrekende initiatieven voorgesteld.
Ook inzake inclusieve groei (participatieve groei die niemand uitsluit) heeft
Latijns-Amerika ideeën te bieden die
zeker het overwegen waard zijn. De
veelbesproken Braziliaanse programma’s Fome Zero (Honger op Nul) of Bolsa
U hebt onlangs verklaard dat internationale samenwerking niet langer een noodzaak is voor de ontwikkeling van de landen
van het continent. Hoe kan deze samenwerking, volgens u, zijn nut nog bewijzen
in de context van Latijns-Amerika, als
regio met middeninkomenslanden?
Ik sta nog steeds achter die woorden! Ik denk dat geen
enkel land in Latijns-Amerika, en geen enkel ontwikkelingsland, van internationale samenwerking mag
afhangen voor zijn ontwikkeling. Internationale samenwerking is wel nuttig, niet zozeer vanuit financieel oogpunt maar veeleer omwille van de ervaringen die hierbij
opgedaan kunnen worden. Zo is de versterking van de
instellingen een van de fundamentele thema’s waarbij
internationale samenwerking het Latijns-Amerika van
vandaag kan helpen. België, een land met oude instellingen, zou zo zijn ervaring kunnen aanwenden om de
werking van de politie, het parlement of het gerecht
efficiënter aan te pakken.
Internationale samenwerking is niet onmisbaar,
gezien de in Latijns-Amerika bereikte ontwikkelingsniveaus. Niettemin zien we vandaag de dag,
in Ecuador bijvoorbeeld, een heuse paradox. Het
Familia droegen bij tot het terugdringen
van de ondervoeding en de armoede in
Brazilië. Ook het concept ‘Sumak Kawsay’
(Quechua voor ‘Goed leven’ of buen
vivir) is inspirerend (p. 13).
Uruguay is, als klein land in de tang tussen
de twee reuzen Argentinië en Brazilië, het
laboratorium voor een economisch model
in mutatie en sociale programma’s die de
maatschappij echt transformeerden, met
de steun van het Fronte Amplio.
Zo blijkt dat de nationale belevingen, in
Mexico, Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili,
Ecuador of Peru, steeds verder uit elkaar
liggen en dat Latijns-Amerika een complex
geheel lijkt van landen doorkruist door tal
van breuklijnen. Toch zien we hier heel wat
toenaderingspogingen. De meest recente
land beschikt over financiële middelen, maar de
overheidsinstellingen hebben het moeilijk om ze
uit te geven, door een gebrek aan organisatorische
vaardigheden, personeel, opleiding. Dat is dan ook
de reden waarom de huidige regering investeert
in vorming, vanuit een visie op de verdere ontwikkelingen in de toekomst.
Hoe ziet u de toekomst van Latijns-Amerika
als regio?
Ik ben optimistisch. Uiteraard heb ik mijn twijfels
en bekommernissen over de verankering van de
democratie, met al wat daarmee gepaard gaat
inzake veranderingen, antwoord op de excessen
van het presidentialisme dat in verschillende landen
in Latijns-Amerika heerst, de vrije meningsuiting
van de burgers die onder druk staat… Maar over
het algemeen moeten we erkennen dat LatijnsAmerika de afgelopen 10 à 25 jaar een continent
was dat enorm gegroeid is. Latijns-Amerika heeft
bijvoorbeeld al 30 jaar lang geen conventionele
oorlog meer gekend. De geschillen tussen LatijnsAmerikaanse landen, zoals tussen Chili en Peru,
zijn tegenwoordig onderworpen aan vredesmechanismes, zoals het Internationaal Gerechtshof (de
hoogste rechterlijke macht van de VN – n.v.d.r.)
of tussen borgmachten (Argentinië, Brazilië, Chili
en de Verenigde Staten) zoals het geval was bij de
grensconflicten tussen Peru en Ecuador. Allemaal
uitingen van maturiteit en respect voor het internationaal recht. En dat is uitermate belangrijk.
OPGETEKEND DOOR ERIC DE MUYNCK
was de oprichting in 2011 van de CELAC,
de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caraïbische Staten. En dus blijft
de regionale integratie een uitdaging voor
een continent dat geen diepliggende trauma’s kent die dat stimuleren, zoals wel het
geval was voor Europa.
ERIC DE MUYNCK
1
Colombia, Indonesië, Vietnam, Egypte, Turkije,
Zuid-Afrika.
2
De BRIC-landen, aangevuld met Indonesië,
Turkije en Mexico.
3
De Bolivariaanse Alliantie voor de Amerika’s (ALBA).
4
Ferreira, Francisco H. G., Julian Messina, Jamele
Rigolini, Luis-Felipe López-Calva, Maria Ana Lugo, y
Renos Vakis. 2013. Panorámica General: La movilidad
económica y el crecimiento de la clase media en
América Latina. Washington, Banco Mundial.
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 7
Kleine producenten,
superchocolade
Wist u dat cacao oorspronkelijk uit Ecuador komt en dat daar nog altijd
de fijnste variëteit te vinden is, de fameuze ‘Fino y de Aroma’, een door de
grootste chocolatiers erkende variëteit? Hoe kan worden bereikt dat dit
uitzonderlijke en reeds bestaande natuurproduct een waardige broodwinning
wordt voor de kleine producenten? Dat is de uitdaging die de Belgische
Ontwikkelingssamenwerking aangaat.
billijk gezinsinkomen dankzij de verkoop
van cacao. En de variëteit die hij teelt is
de fameuze ‘Fino y de Aroma’, waarvan de
beste soort enkel in Ecuador te vinden is en
die zo gegeerd is door de grote chocolatiers van de hele wereld. Deze variëteit heeft
dan wel de meest verfijnde smaak, maar
vergt ook bijzondere zorg. Ze brengt ook
drie keer minder op dan de andere variëteiten, de vruchten en bonen zijn namelijk
kleiner en de boom heeft voldoende plaats
en schaduw nodig en moet samen met
andere culturen worden geteeld.
De coöperatieve verwerkt en
verkoopt cacao
Ignacio in zijn ‘finca’ waar een grote
variëteit aan planten groeit.
geleden werd opgericht met de steun van
de Belgische Ontwikkelingssamenwerking
en sinds twee jaar steun krijgt via het ‘Programma voor Plattelandsontwikkeling in
Noord-Ecuador’ dat de BTC uitvoert, hebben de kleine producenten een betere vergoeding voor hun productie, staan ze sterker op de markt en beschikken ze over zeer
© DGD / E. Pirsoul
© DGD / E. Pirsoul
Na elke oogst brengt Ignacio de bonen naar
de coöperatieve APROCA die de productie
‘Fino di Aroma’ van ongeveer 150 producenten in het kanton inzamelt en zorgt voor
een optimale verwerking van de cacaobonen. Dankzij de coöperatieve die 7 jaar
Vroeger had ik een
klein stukje land
en moest ik in een
cementfabriek werken
om mijn brood te
verdienen, nu kan ik
van mijn teelten en
mijn knowhow leven.
Binnenin de cacaokolf zitten de cacaobonen
in een wit omhulsel.
8 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3
© DGD / E. Pirsoul
De ‘selva verde’ van Ignacio
Aan de kust van Noord-Ecuador ligt de provincie Esmeraldas. Zou dit de tuin van Eden
zijn? Mangobomen reiken tot aan de hemel,
de bomen zijn zwaarbeladen met fruit van
uitzonderlijke vorm en smaak, ertussen
lopen kippen die bij onze komst opgeschrikt wegschieten. Hier groeit werkelijk
alles: fruit, medicinale planten, groenten,
bananen… en daartussenin, cacaobomen.
We zijn op de ‘selva verde’, de finca, vertaald de ‘eigendom’, van Ignacio. Vergeten
zijn de uitgestrekte cacaomonoculturen
van grote landeigenaars. Of de nette rijen
bomen die geregeld met insectenbestrijdende middelen worden bespoten. Hier
groeien de planten in ‘permacultuur’, een
systeem dat de natuur zoveel mogelijk probeert na te volgen: naast ‘bevriende’ planten, zonder chemische producten. Ignacio
kan van het fruit en de groenten uit zijn tuin
leven, maar daarnaast heeft hij ook een
Depot met zakken met cacaobonen geoogst
door de coöperatie APROCA.
LATIJNS-AMERIKA
© DGD / E. Pirsoul
Permacultuur is een geheel van praktijken en
denkbeelden die een waarlijk duurzame biologische landbouw willen tot stand brengen. Het
systeem verbruikt zo weinig mogelijk energie
en springt zorgzaam om met levende wezens
en hun onderlinge relaties (bijvoorbeeld de
cacaoboom groeit beter in de buurt van een
bananenplant). Bedoeling is om een ecosysteem te creëren dat voedsel en andere nuttige
bronnen voortbrengt, waarbij de ‘wilde’ natuur
zoveel mogelijk ruimte krijgt.
APROCA laat de cacaobonen enkele
dagen fermenteren.
© DGD / E. Pir
soul
In de rekken van de supermarkt
u
upermarkt
De kwaliteit van de cacao
o van APROCA
is gewaarborgd en de grote
rote namen
amen in
de chocoladesector hebben het bij het
rechte eind! Pacari, een topproducent van
fijne Ecuadoraanse chocolade, koopt 70%
van de voorraad van APROCA. “We hebben bijna een persoonlijke band met 3.000
kleine producenten. We vinden het belangrijk om ze te kennen, hun veld te bezichtigen,
de verwerking van de bonen te vervolgen
om zeker te zijn van de kwaliteit. Soms is het
bijna maatschappelijk werk. Daarom is het
een voordeel voor ons om rechtstreeks contact te hebben met een coöperatieve zoals
APROCA die kwaliteit biedt. Idealiter zouden we alleen met verenigingen werken”,
verklaart Gabriela Paredes, assistente van
de oprichter van het merk.
“Pacari is ontstaan uit een echte passie voor
chocolade van zijn oprichter. De keuze om
enkel met bioproducten te werken, om een
uitgesproken ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’ te dragen en om de kleine
producenten te steunen en toch ‘goede’
chocolade te produceren, dat maakt deel uit
van de visie en de opdracht van Pacari. We
hebben geen fairtradelabel omdat we aan
CARU
PA
PAC
ACAR
RU, een musst van
van fijne
jne Ecu
Ecuadoraanse
choco
ch
h col
colade,
olade gebruik
r ikt
kt c
cac
aca
a
ac
acao
cao van
van goede
kkwa
waliteit van klei
lei
eine kwe
eine
kwekkers als Ignacio
Ignacio.
rechtstreekse handel (‘direct trade’) doen,
waarbij we ervoor kiezen de kleine producenten beter te betalen voor hun kwaliteit”.
Zo komt het dat de cacao van Ignacio en
van honderden van zijn collega’s verwerkt
is in de repen luxechocolade met intense
smaak die te vinden zijn in de rekken van
de Ecuadoraanse supermarkten en in de
delicatessenzaken in Latijns-Amerika en
zelfs in Europa (bv Marcolini in België), de
Verenigde Staten en Australië.
In een middeninkomenland zoals Ecuador
heeft dit programma Ignacio en andere
kleine producenten de kans gegeven trots
te zijn en waardig te leven van hun teelt,
met slechts een klein duwtje in de rug.
ELISE PIRSOUL
ONLINE
www.pacarichocolate.com
www.aprocaecuador.com
Drogen en sorteren van de cacaobonen.
© DGD / E. Pirsoul
Permacultuur
“Vroeger moest ik iemand betalen
om
e
etalen
de cacaostekken te snoeien. Nu zijn
z het de
anderen die mij vragen om dit te
e doen. En
ik wordt er ook voor betaald”, vertelt
v
een
trotse Mártires Bautista Sol, een
e andere
en
aangesloten producent. “Vroeger
ge had
ger
ik een klein stukje land en moest
es
est
ik in een cementfabriek werken
n
om mijn brood te verdienen, nu
u
kan ik van mijn teelten en mijn
jn
knowhow leven. Maar ik ben niet
e
et
afhankelijk van de cacao. Alss de
oogst minder goed is, heb ik nog
n fruit
en groenten om te verkopen.”
© DGD / E. Pirsoul
goede certificaten. Voorheen kwamen de
kleine producenten nauwelijks toe met de
opbrengst van hun grond. Ze waren afhankelijk van de wisselende koers van cacao,
die vaak aan de lage kant was. “APROCA
geeft 0,47 dollar per 450g pulp tegen 0,39
dollar elders”, zegt Ignacio.
De bonen van Ignacio worden vervolgens
gefermenteerd, gedroogd en gesorteerd
en dan aan de verwerkers verkocht. Met
het ‘bio’-certificaat en zelfs het ‘biodynamisch’-certificaat (Demeter-Rainforest
Alliance) en de kwaliteitswaarborg die
APROCA biedt, kan de productie voor een
goede prijs worden verkocht. Met Belgische steun kon het aantal leden van 60
naar 150 worden verhoogd. “En we zouden graag onze huidige voorraad van 120
ton per jaar verdubbelen”, zegt Francisco
Peñarrieta, commercieel directeur van
APROCA en zelf ook producent.
In het raam van een ‘coöperatieve’ aanpak kent APROCA de productievelden van
iedereen. Met de hulp van België hebben
84 boerderijen een certificaat inzake organische productie kunnen krijgen; er werden
100.000 kleine cacaobomen en 6.000 fruitbomen geplant. De leden worden opgeroepen elkaar te helpen en krijgen specifieke
opleidingen om de productie te verbeteren.
De cacao verkocht door de coöperatie behaalt
zelfs awards door zijn uitstekende kwaliteit.
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 9
De verscheidenheid van
de Andes
© Roger Calvez – IRD
Wie van landkaarten houdt merkt meteen dat het Latijns-Amerikaanse continent op een NoordZuidas gelegen is en zich grosso modo uitstrekt over een gebied tussen de Steenbokskeerkring en
de Kreeftskeerkring. Hier zijn de verschillen op het gebied van milieu en klimaat doorgaans minder
uitgesproken dan op andere plaatsen van de wereld. Toch is het zo dat door de hoogteverschillen
een opvallende verscheidenheid is ontstaan, en dat geldt des te meer voor de Andes.
DE BELGISCHE
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
IN LATIJNS-AMERIKA
Landbouwlandschap in de vlakte
van Machachi en Ecuador.
10 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3
België onderhoudt van oudsher nauwe banden met deze regio. Al
vanaf de 16de eeuw legden religieuzen, handelaars en kunstenaars
uit de Zuidelijke Nederlanden de eerste contacten met het continent.
Maar niet zo lang geleden, in het begin van de vorige eeuw, werkte
ons land ook mee aan de oprichting van de Universidad Agraria van
La Molina (Lima), die vandaag de dag nog steeds symbool staat voor
het landbouwkundig onderzoek in Latijns-Amerika.
De Belgische Ontwikkelingssamenwerking is hoe dan ook al sinds
1965 officieel actief in de regio, toen ze in Peru programma’s inzake
technische bijstand en universitaire samenwerking opstartte. Nadien
volgden Bolivia (1974) en Ecuador (1977). Dat zijn vandaag de enige
partnerlanden van ons land in Latijns-Amerika.
Er zijn zoveel gebieden waarop deze landen en België hebben samengewerkt, dat we ze niet allemaal kunnen opnoemen. Momenteel is de
bilaterale samenwerking actief op het gebied van gezondheidszorg,
plattelandsontwikkeling, beheer van de natuurlijke rijkdommen en
steun aan KMO’s.
LATIJNS-AMERIKA
Eén reliëf, verschillende
samenlevingen
De Andes roepen meestal meteen het
beeld op van een berglandschap met
besneeuwde bergtoppen. Dit gebied
dat ruim genomen zeven landen omvat
(Venezuela, Colombia, Ecuador, Peru,
Bolivia, Chili en Argentinië), wordt gekenmerkt door verschillende milieutypes:
woestijnachtige kustgebieden, vochtige
bosgebieden langs rivieroevers, hoogvlakten en een deel van de Amazonevlakte. Door deze verscheidenheid aan
milieutypes leeft er uiteraard ook een
heterogene bevolking met verschillende
leefwijzen.
In Peru bedraagt het
nationaal armoedecijfer
31,3 %, maar op het
platteland meer dan
55 % (2011).
In de Andeslanden waar de Belgische
Ontwikkelingssamenwerking aanwezig is
– Bolivia, Ecuador, Peru - zien we dat het
begrip ‘inclusie’ de jongste tijd een almaar
groter politiek thema wordt, als spiegel van
de verscheidenheid. Zo hebben Bolivia en
Ecuador de verschillen zelfs verankerd in
hun grondwet: Bolivia werd in 2009 omgedoopt tot plurinationale staat en, net zoals
Boliva, nam Ecuador van het inheemse
wereldbeeld het begrip Buen vivir (Goed
leven) over. ‘Goed leven’ beoogt de ontwikkeling van een inclusief ‘sociaal en solidair’ economisch systeem dat in harmonie
is met Moeder Aarde (Pachamama). Beide
landen hebben er hun nationale ontwikkelingsplannen op afgestemd. In Peru stelde
de regering van Ollanta Humala een aantal programma’s op die een groei tot doel
hebben die zoveel mogelijk mensen ten
goede komt. Deze drie landen hechten
ook veel belang aan burgerschap (ciudadanía) en breken zo met de vorige regimes. Deze ontzegden immers lange tijd
het merendeel van de bevolking de status
van burger en sloten velen zelfs uit van het
openbare leven.
Dat al deze landen het Andesgebergte
met elkaar delen, betekent niet dat ze
sterk op elkaar gelijken en dat er geen
fundamentele verschillen zouden zijn. Zo
is Bolivia, in tegenstelling tot de andere
Andeslanden, een ingesloten land dat niet
aan zee grenst, wat ondanks de enorme
natuurlijke rijkdommen van het land vaak
als een hinderpaal voor de ontwikkeling
wordt beschouwd.
De Andes in enkele cijfers
Omdat statistieken vaak meer zeggen dan
naakte feiten, volgen hierna een aantal cijfers die de verschillen tussen de landen
aantonen.
Pays
inkomen2, die is opgemaakt door het Ontwikkelingscomité van de OESO.
Twee van de 18 partnerlanden van
België, Ecuador en Peru, vallen sinds
januari 2012 onder deze categorie, wat
Argentinië
Chili
Colombia
Venezuela RB
Bolivia
Ecuador
Peru
8,6 %
[34,9%]
11,5%
[20,2%]
37,3%
[49,7%]
27,8%
[48,6%]
42,4%
[62,4%]
37,1%
[49%]
31,3%
[54,7%]
Bevolking (miljoen
inwoners - 2011)
40,7
17,2
47
28,3
10
14,6
29,4
Levensverwachting
bij de geboorte
(in jaren - 2011)
76
79
74
74 (2010)
67
76
74
Groei van het BNP
(jaarlijks % - 2011)
8,9
6
5,9
4,2
5,1
4,8
6,9
44,5
(2010)
52,1
(2009)
55,9
(2010)
…
56,3
(2008)
49,3
(2010)
48,1
(2010)
45
44
87
73
108
84
80
Armoede - 2010
[2002]
Ongelijkheid
(Gini-coëfficiënt)
Menselijke
ontwikkeling (HDI
- plaats in de ranglijst
van 181 landen - 2011)
Persvrijheid
(plaats in de ranglijst
van 197 landen– 2012)
Doing business
(plaats in de ranglijst
van 185 landen– 2011)
67
117
104
(gedeel-telijke (gedeel-telijke (gedeel-telijke
pers-vrijheid) pers-vrijheid pers-vrijheid
116
33
44
168
(geen persvrijheid)
94
127
91
(gedeel-telijke (gedeel-telijke (gedeel-telijke
pers-vrijheid pers-vrijheid pers-vrijheid
179
155
134
43
Bronnen: Wereldbank (2012), Freedom House (2012), CEPAL (2011), UNDP (2011)
het debat voedt over wat internationale
Dat alle Andeslanden de jongste tijd een
samenwerking nog te bieden heeft eens
sterke groei kenden en de armoedecijfers
een dergelijk ontwikkelingsniveau is
de jongste jaren een dalende trend verbereikt.
tonen, neemt niet weg dat armoede nog
steeds een groot probleem
We mogen evenwel niet uit
is. In Peru bedraagt het natihet oog verliezen dat er nog
De meeste
onaal armoedecijfer 31,3 %,
heel wat werk moet worden
maar op het platteland meer
verricht inzake bestrijding
landen van
dan 55 % (2011), in Ecuador
armoede en ongelijkLatijns-Amerika van
bedraagt de plattelandsheid, de toegang tot kwalizijn landen met
armoede 45% (2012) en in
tatieve basisvoorzieningen,
Bolivia 66,4 % (2009).
een middelhoog met name in de gezondheidssector, of inzake de
Ongelijkheid is wijdverinkomen.
strijd tegen ondervoeding.
breid in de regio, met name
Het is natuurlijk zaak de thein Colombia en Bolivia,
ma’s en de benaderingen aan te passen
waar de gecreëerde rijkdom het meest
aan de veranderende sociaal-economiongelijk verdeeld is. Dat de vrijheden nog
sche context. Zo stippelt België momenbroos zijn blijkt uit de jaarlijkse rangschikteel de krachtlijnen uit om deze categorie
king van Freedom House, hoewel Chili het
landen te steunen via onder meer de strijd
ter zake vrij goed doet. Wat de vrijheid van
tegen de klimaatverandering, de investeondernemen betreft is er sprake van een
ring in sterkere instellingen en expertise,
duidelijke breuklijn tussen de landen die
de technologieoverdracht en de steun aan
ondernemingszin en directe buitenlandse
de lokale privésector.
investeringen aanmoedigen (Peru, bijvoorbeeld) en de landen die forse beperANNELIES DE BACKER,
kingen opleggen (de ALBA-landen1).
ERIC DE MUYNCK EN ALAIN SCHMITZ
Welke samenwerking is het
meest aangewezen voor deze
middeninkomenslanden?
Een grote meerderheid van de LatijnsAmerikaanse landen staat momenteel op
de lijst van landen met een middelhoog
1
De Alianza Bolivariana para los Pueblos de “Nuestra
América” (Alba), voornamelijk Ecuador, Bolivia,
Venezuela, Cuba, Honduras en Nicaragua
2
Categorie van landen waar elke inwoner gemiddeld
ten minste 4000 dollar per jaar verdient.
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 11
© DGD / E. Pirsoul
LATIJNS-AMERIKA
Ijs bij
de vis!
BELGIË GEEFT
PLATTELANDSBEVOLKING
DUWTJE IN DE RUG
De kleine vissers van Esmeraldas kunnen zelf hun vis niet
bewaren. Als ze zelf over ijs zouden beschikken, hoeven ze
geen beroep te doen op tussenpersonen en kunnen ze grotere voorraden verse vis aan de kopers aanbieden. Soms volstaat een klein duwtje in de rug.
© DGD / E. Pirsoul
Moeilijk bestaan
Hoewel Ecuador tegenwoordig tot het kransje van de
betere middeninkomenslanden behoort, is er nog steeds
armoede. De verschillen tussen de inkomens van plattelandsbewoners en van de stedelijke bevolking blijven
groot. Daarom startte de Belgische Ontwikkelingssamenwerking in 2006 het Programa de Desarrollo Rural
del Norte del Ecuador (PDRN). Met 14 miljoen euro probeert het uitvoerend agentschap BTC samen met vijf
provinciale overheden de levenskwaliteit van de plattelandsbevolking te verbeteren.
PDRN wil vooral de lokale economie stimuleren via zeer
uiteenlopende sectoren: koffie, cacao, bonen, aardappelen,
maïs, rijst, fruitbomen, visvangst, zuivel, bananen en artisanale producten, en gemeenschapstoerisme. Er worden
ook verschillende projecten uitgevoerd rond voedselzekerheid om de armste bevolkingslagen te beschermen tegen
ondervoeding. Naast België dragen ook de provinciale
overheden en meestal de begunstigden zelf bij aan de
investeringsprojecten. Zo hoopt men dat de projecten ook
op lange termijn stand houden. Het programma duurt tot
eind 2015, geschat wordt dat op dat moment zo’n 16.000
personen een stabieler inkomen zullen hebben.
SARA VAN DEN EYNDE - BTC
ONLINE
www.btcctb.org
Rocafuerte, een dorp in Esmeraldas,
een van de armste provincies van Ecuador. De zon is nog maar net opgekomen en de boten van de vissers keren
terug naar de kleine haven. Mannen
zijn met een 4x4 uit de stad gekomen,
ze spreken de vissers aan en willen de
vis kopen, op ijs leggen en meenemen.
‘Omdat we de vis niet kunnen bewaren,
moeten we hem vlug verkopen. We zijn
afhankelijk van de tussenpersonen die de
prijs bepalen,’ legt een visser uit. In het
dorp zelf is het ijs duur en van slechte
kwaliteit, en naar de stad heen en weer
rijden is evenmin een optie.
De meeste mensen hier werken in de
visserij. De stiel wordt overgedragen van
vader op zoon. De moeders leren hun
dochters vis en garnalen kuisen. Elke dag
staat vis tot drie keer toe op het menu.
Maar vandaag is het niet makkelijk om
van de visvangst te leven: het water is
minder visrijk, de intensieve garnalenteelt vervuilt de zee, de concurrentie met
de grote vissersschepen is oneerlijk, op
zee wemelt het van de piraten, de tussenpersonen bepalen de prijs.... ‘Een visser
verdient belachelijk weinig’, zegt Espeuci
12 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3
Valencia, voorzitter van de vissersvereniging Calamar. ‘Mijn vader kan me niet laten
studeren’, voegt Isabela Prado, dochter
van een visser, eraan toe. Velen verlaten
dan ook het dorp om hun geluk te zoeken
in de grote steden.
IJsfabriek
Maar binnenkort wordt een private ijsfabriek opgericht in Rocafuerte. PDRN (zie
kader) betaalt de helft, de rest wordt bijgelegd door de provincie en de vissers
zelf. ‘Hier hebben we lang op gewacht.
We zullen onze vis niet meer vlug en elk
apart moeten verkopen. Met het inrichten
van een koudeketen kunnen we samen
visvoorraden aanleggen en een gemeenschappelijke prijs voorstellen. Later kunnen we dan aan een ruimere commercialisering denken… Misschien zelfs tot in
België’, zegt een breed lachende vertegenwoordiger van een van de elf kleine
vissersverenigingen die de aanvraag
voor deze fabriek hebben ingediend.
Binnenkort hebben zij als eersten baat bij
de fabriek… en zullen zij zelf de eerste
aandeelhouders zijn!
ELISE PIRSOUL
© Fondo Indígena / M. Fasol
LATIJNS-AMERIKA
Project ‘Buen Vivir’ in
Guatemala, gefinancierd
door de Belgische
Ontwikkelingssamenwerking
en het Fondo Indígena.
DE INHEEMSE VOLKEREN
tussen traditie en moderniteit
Waar komen ze echt vandaan?
Uit archeologisch oogpunt blijft deze
vraag onbeantwoord. In 1492 noemde
Christoffel Columbus de volkeren in Amerika ‘Indios’, Indiërs in het Nederlands,
omdat hij na een homerische oversteek
van de Atlantische Oceaan geloofde in
India te zijn aanbeland. Sindsdien is de
westerse wereld deze volkeren blijven
associëren met begrippen als ‘arm’, ‘achtergebleven’ en ‘primitief’.
De werkelijkheid is echter helemaal
anders. In het jaar 1000 van onze jaartelling hadden de indianen al hun eigen neolithische revolutie ontwikkeld die leidde
tot diverse beschavingen over het volledige halfrond: de Azteken en de Maya’s
in Midden-Amerika, de Inca’s in ZuidAmerika, om slechts de meest gekende
namen te citeren.
Door maïs te ontwikkelen uit teosinte, een
grasachtige bergplant, hebben de indianen een zodanig wonder verwezenlijkt
dat archeologen en biologen meerdere
decennia nodig hadden om erover te
debatteren. De impact ervan op wereldniveau was niet minder spectaculair. Een
impact die wellicht belangrijker was dan
die van de landbouw in de Andes, met
aardappelen en bonen als basis, of van de
landbouw in het Amazonegebied, gericht
op de maniokteelt.
Hun meest opmerkelijke intellectuele
prestatie is en blijft de uitvinding van het
cijfer nul. In Amerika werd het cijfer nul
voor het eerst officieel aangetroffen op
een Maya-gravure uit 357 na Christus, en
zou bijgevolg ouder kunnen zijn dan de
nul uit het Sanskriet. Er bestaan overigens
monumenten van vóór onze tijdrekening
die gemerkt zijn hetzij met een nul, hetzij
met datums die werden berekend volgens
een kalendersysteem dat gebaseerd is op
het bestaan van het cijfer nul.
Het brutale contact met Columbus had
oneindig veel gevolgen, die fataal waren
voor de afstammelingen van de stamouders die deze verschillende neolithische
revoluties op gang hadden gebracht. Een
bloeiend universum met een buitengewone biodiversiteit, een dynamisch samenspel van talen, handel en cultuur, werden na
Columbus uitgewist door ziektes of overheersing. Dit was zo ingrijpend dat binnen
het tijdsbestek van een paar generaties
noch de veroveraars, noch de onderdrukte
volkeren enig idee hadden dat dit universum ooit had bestaan.
Met een buitengewone veerkracht slaagden de indianen erin weerstand te bieden
aan de kwellingen van de kolonisatie en de
postkolonisatie, dankzij de kostbare kennis
en talenten die zij van hun voorouders hadden geërfd. Zij die er heelhuids van afkwamen werden echter verbannen naar de
meest afgelegen, vijandige streken.
Benadeelde,
maar onmisbare actoren
Na eeuwen van stilte en onzichtbaarheid
behoren vandaag meer dan 50 miljoen
mensen tot één van de 400 etnische groepen (of inheemse volkeren) in Latijns-Amerika die weer de kop opsteken. Zij trachten
de discussie over hoe het continent was en
welke rol zij daarin speelden weer op te
starten. Zo pogen ze een aansluitingspunt
te vinden tussen de duizendjarige traditie
van hun culturen, enerzijds, en de uitdaging om in de toekomst en in een moderne
wereld te leven, anderzijds.
De inheemse volkeren zijn vandaag niet
te missen actoren op de sociaal-politieke
en economische scène in Latijns-Amerika.
Temeer daar de ‘inheemse eisen’ niet alleen
de baten voor hun eigen gemeenschappen betreffen, maar hoe langer hoe meer
voorstellen inhouden die de maatschappij
in haar geheel en de structuur zelf van de
staten kunnen beïnvloeden. De multiculturele en multi-etnische maatschappijen
die zij voor oog hebben, bieden immers
niet alleen een antwoord voor hun eigen
armoede of marginalisering. Meer algemeen stellen zij de machtsrelaties in vraag
die gebaseerd zijn op rassendiscriminatie,
etnische intolerantie of op de overheersing
van een cultuur door een andere.
De ‘inheemse kwesties’ die thans opduiken,
zijn ingegeven door een ideaalbeeld van
hoop op verandering voor veel mensen. De
internationale samenwerking kan hiervoor
niet onverschillig blijven en heeft zeker een
belangrijke rol te vervullen.
VALDI FISCHER
MEER INFO OVER
DIT ONDERWERP :
La emergencia indígena en América latina.
José Bengoa. 2007.
1491 – Nouvelles révélations sur les
Amériques avant Christophe Colomb.
Charles C. Mann. Albin Michel. 2007.
Les semences du “Buen Vivir”.
Marc Fasol en Valdi Fischer. Fondo
Indígena. 2012 (verschijnt binnenkort).
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 13
© PROTOS
Water voor iedereen
De leerlingen van de school in Sandoval zijn zeer enthousiast over hun nieuwe sanitaire voorzieningen (op de achtergrond).
In Ecuador hebben veel mensen geen toegang tot drinkbaar water en zijn daardoor gedoemd
om te leven in slechte hygiënische omstandigheden. De ngo PROTOS doet er alles aan om
het ‘blauwe goud’ ter beschikking te stellen. We gaan op bezoek in de provincie Esmeraldas,
in het noordwesten van Ecuador.
E
en nog niet geasfalteerde weg
leidt ons naar San Vicente, een
klein dorpje met 43 gezinnen.
Eenmaal aangekomen, steken
we de rivier via een hangbrug over. Vooral niet naar beneden kijken en je goed
vasthouden is de boodschap. Eens we
de vaste ondergrond aan de overkant
bereiken, genieten we van de weelderige vegetatie met mangobomen, cacaoplanten en kleurrijke bloemen. Doel:
de drinkwaterinstallatie van het dorp.
El presidente – het dorpshoofd - vertelt
hoe het systeem werkt: “Het water wordt
uit de rivier gepompt en gezuiverd. Vervolgens gaat het water naar een opslagtank
die hoog boven het dorp gelegen is, hoog
genoeg om het gemakkelijk naar alle huizen te laten stromen.”
Mensen hebben hier niet de gewoonte
om voor water te betalen omdat ze menen
dat het een basisrecht is. PROTOS heeft
heel wat inspanningen moeten leveren
om de inwoners duidelijk te maken dat
ze niet betalen voor het water, maar voor
de dienst van de waterverdeling.
Piedad, een medewerkster van PROTOS,
voegt eraan toe: “Vòòr onze tussenkomst in
2011 hadden de inwoners een oude drinkwatervoorziening waarbij het water niet eens
gezuiverd werd.Het rivierwater wordt immers
voor van alles en nog wat gebruikt en is sterk
vervuild, niet verwonderlijk dat de bewoners
regelmatig met ziektes te kampen hadden.”
Een groepje kinderen springt in de rivier
en begint met water te spelen. Wij hebben
zin om hetzelfde te doen want de zon staat
inmiddels al hoog aan de hemel en het is
echt warm.
Hygiëne
Op naar de volgende bestemming: Sandoval. Daar bezoeken we een schooltje dat
48 leerlingen en 2 leraars telt. Hier werden
drie toiletten, een douche en een wasbak
geïnstalleerd, bevoorraad met water uit
de rivier. Voor drinkwater gebruikt men
water uit bidons.
14 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3
“Het was geen gemakkelijke opdracht om
de kinderen het belang van hygiëne bij te
brengen”, zegt een medewerker van de
school. “Want thuis hebben ze dikwijls geen
toilet (ze gaan gewoon in de vrije natuur)
en hebben ze zeker niet de gewoonte om
achteraf hun handen te wassen.”
Droogtoiletten
Nog voor de middag rijden we verder richting Zapallo, waar een groepje vrouwen
de was doet in de rivier. De Ecuadoraanse
overheid heeft fondsen gekregen van de
Verenigde Naties om het dorp tegen 2013
te voorzien van een drinkwaterinstallatie.
Eerder dit jaar startte PROTOS er een
proefproject met ecologische toiletten.
“We hebben negen families kunnen overtuigen om een droogtoilet te gebruiken”, zegt
Piedad. “Dat is veel hygiënischer dan klassieke wc’s want je hebt geen water nodig
om door te spoelen en er is dus ook geen
afvalwater. Urine en uitwerpselen worden
gescheiden en naar aparte ondergrondse
LATIJNS-AMERIKA
PROTOS
© DGD / S. Buyst
© DGD / S. Buyst
Met de slogan “Water, DE hefboom tot ontwikkeling”, pleit PROTOS voor een duurzaam waterbeheer zowel in het Noorden als in het Zuiden. In Ecuador steunt de ngo ontwikkelingsprogramma’s
die de lokale bevolking een betere toegang tot water en sanitaire voorzieningen bieden. Dit verbetert aanzienlijk de levenskwaliteit want het vermindert het risico op ziektes en zorgt ervoor dat de
mensen het beschikbare water optimaal benutten voor hun landbouw. Verder bevordert PROTOS
de samenwerking tussen alle betrokken partijen en probeert het de lokale gemeenschappen meer
zeggenschap te geven over hun waterbeheer.
Een dompelpomp trekt water uit de rivier naar
de zuiveringsinstallatie in Chumundé.
Badkamers
We rijden verder richting Chontaduro
waar we een rondleiding doorheen het
dorp krijgen en hier en daar huisjes
binnengaan die uitgerust zijn met een
eigen toilet en douche. Het zijn mooi
versierde, maar toch vrij primitieve
badkamers. We zijn verbaasd om in één
van de huisjes een wasmachine aan te
treffen. Dat is heel uitzonderlijk in dergelijke gehuchten. In heel het dorp zijn 43
sanitaire voorzieningen geplaatst.
Dompelpomp
WATER EN
SANITAIRE
VOORZIENINGEN
ZIJN EEN
MENSENRECHT
Op naar de laatste halte van de dag: een
drinkwaterinstallatie in het dorp Chumundé. Om de installatie te bezoeken,
moeten we met z’n allen een kano in om
een paar honderd meter verder aan de
overkant aan wal te gaan. Ondertussen
varen we voorbij de dompelpomp die
vast hangt aan een vlot. Er werd voor een
drijvende constructie gekozen omdat
de rivier tussen het regen- en droogteseizoen een hoogteverschil heeft van
10m. De dompelpomp pompt water uit
de rivier naar een hoger gelegen punt
waar het chemisch behandeld en gefilterd wordt. De installatie werd gebouwd
in samenwerking met de bewoners. Om
kosten te besparen werkt het systeem
niet 24 uur op 24. De gemeenschap staat
immers zelf in voor de uitbating en het
onderhoud.
We steken onze handen even onder het
stromend water ter verfrissing en zetten
opnieuw koers naar de hoofdstad Quito.
2013 werd door de Verenigde Naties uitgeroepen tot
“Internationaal Jaar voor de Watersamenwerking”.
Bedoeling is de bewustwording rond het belang van
internationale samenwerking versterken. Voorbeelden
van goed waterbeheer en succesvolle samenwerking
zullen in de schijnwerpers staan. Speciale aandacht gaat
uit naar goed waterbeheer, financiële samenwerking en
het werken aan nationale en internationale wettelijke
kaders waarbinnen watersamenwerking mogelijk is.
Ook Europa heeft aandacht voor de waterproblematiek,
althans zijn burgers. Europese vakbonden, milieuorganisaties, armoedebestrijdingsgroepen, vrouwenorganisaties en gezondheidsorganisaties, alle scharen
ze zich achter het ‘Europees Burgerinitiatief voor het
mensenrecht op water en sanitatie’. Op 10 december
2012 werd het ondertekend door de burgemeesters
van tien grote Europese steden1. Ook u kunt het initiatief
ondertekenen en meehelpen om ‘water’ op de agenda
van de Europese Commissie te plaatsen. Want water en
sanitaire voorzieningen zijn een mensenrecht, in Europa
en overal ter wereld.
Online :
www.unwater.org/watercooperation2013.html
www.right2water.eu/nl
STEFANIE BUYST
ONLINE
www.protos.be
1
Amsterdam, Brussel, Kopenhagen, Genua, Gent,
Leicester, Moita, Nantes, Napels, Parijs en Wenen
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 15
© Juri Samsonov - Fotolia.com
compartimenten geleid.” We vragen ons
af hoe het dan zit met geurhinder en
insecten. “Dat wordt tegengegaan door
droog materiaal (gras, aarde, bladeren)
over de uitwerpselen te strooien. Eenmaal gedroogd en ontsmet, dienen de uitwerpselen als meststof voor de moestuin.”
Graciela, één van de begunstigden, toont
ons trots haar moestuin die in volle bloei
staat. “Samen met andere proeffamilies
heb ik een opleiding gekregen om het ecologisch toilet correct te gebruiken”, zegt ze.
Als het experiment bij de inwoners van het
dorp in de smaak valt, zal PROTOS verder
investeren in droogtoiletten. Zo niet, zullen klassieke toiletten met waterspoeling
geïnstalleerd worden.
Via een plaatselijke organisatie helpt de ngo Trias
kleine aardappelkwekers aan meer inkomsten.
30 JAAR ONTMOETINGEN
In 2007 was de Belgische Ontwikkelingssamenwerking 30 jaar actief in Ecuador. Een
uitstekende aanleiding om – in 2010 – een fotoboek uit te geven: Encuentros, van de
fotografe Angela Tillieu. Schitterende beelden in zwart-wit geven een overzicht van de
verwezenlijkingen gedurende 30 jaar. U vindt hieronder een selectie. Wilt u graag een
exemplaar van het fotoboek? Doe dan mee aan onze wedstrijd.
Na overstromingen in 2008 voorzag België noodhulp via de VN-organisatie
voor Voedsel en Landbouw FAO om kleine boeren bij te staan.
16 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3
Via de VN-organisatie voor Vrouwen UNIFEM – voorloper van UN
Women – werkt België aan gelijke kansen voor meisjes en jongens.
LATIJNS-AMERIKA
In de grensstreek werden projecten opgezet (rond water, koffiekweek enz.) om de integratie
tussen beide landen te bevorderen, met steeds aandacht voor het milieu.
WIN
EEN PRACHTIG
FOTOBOEK
Met microkrediet kunnen plattelandsbewoners een zaak opstarten, onder
meer voor rieten matten en meubels.
WE VERLOTEN 50
FOTOBOEKEN ENCUENTROS
(126 PAGINA’S) – VERGEZELD
VAN HET TEKSTBOEK VAN
86 PAGINA’S - ONDER DE
INZENDINGEN DIE OP ALLE
VIJF VRAGEN HET JUISTE
ANTWOORD GEVEN. ALLE
ANTWOORDEN ZIJN TERUG
TE VINDEN IN DIT NUMMER.
1. Wat is de oorspronkelijke
betekenis van ‘Mindalae’?
2. Hoe heet de fijnste cacaovariëteit
die in Ecuador wordt gekweekt?
3. Wat is buen vivir?
4. Wat zijn de páramos?
5. Wat betekent ALBA?
Stuur uw antwoorden en adres vóór 28 februari 2013
naar [email protected] of met de post naar
DGD: DGD – Wedstrijd D4.4
Karmelietenstraat 15
1000 Brussel.
Tijd voor ontspanning na een moeilijke periode door
overstromingen (zie foto p.16, links onderaan).
In de loop van maart 2013 plaatsen we de winnaars
op onze website en versturen we de boeken.
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 17
LATIJNS-AMERIKA
Pioniers
met een handicap
Soms gebeuren er dingen in het leven waardoor mensen zich beginnen in te zetten voor een
zaak waar ze geen bijzondere affiniteit mee hadden. In 1998 is Lenín Moreno het slachtoffer
van een gewapende overval waarna hij zijn benen niet meer kan gebruiken. Enkele jaren later
raakt Nadia Hadad, ontwikkelingswerker in Senegal, betrokken bij een auto-ongeval en blijven
haar ledematen verlamd. Ze kennen elkaar niet, maar ze zijn dezelfde strijd aangegaan.
© IVAN FRANCO/epa/Corbis
Toen ik op het
terrein ging, heb ik
vastgesteld in welke
m
mate
mensen met een
h
handicap
naar de rand
van de samenleving
worden geduwd.
LENÍN MORENO
verschillende Latijns-Amerikaanse landen
samenwerkingsovereenkomsten inzake
mensen met een handicap heeft gesloten.
De rechten van mensen
met een handicap in de
ontwikkelingssamenwerking
Nadia Hadad werkt als vrijwilligster in
een bestuursfunctie voor PHOS (Platform
Handicap en Ontwikkelingssamenwerking), een Belgische ngo die in 1994 werd
© N. Hadad
L
enín Moreno is vicepresident
van Ecuador. Tijdens zijn mandaat dat met de presidentsverkiezingen begin dit jaar zal
aflopen, streed hij voor de erkenning van
de rechten van mensen met een handicap
via een reeks vernieuwende initiatieven en
beleidsmaatregelen.
“Toen ik op het terrein ging, heb ik vastgesteld in welke mate mensen met een handicap naar de rand van de samenleving
worden geduwd. Sommigen sliepen in
echte krotten, anderen waren aan hun bed
vastgebonden om te vermijden dat ze eruit
zouden vallen, zei men dan.”
De programma’s in Ecuador spitsen zich
toe op verschillende aspecten: de preventie van een handicap, een betere levenskwaliteit voor mensen met een handicap,
maar ook hun integratie in de samenleving
via kunst en sport. Met de programma’s
wordt ook de integratie in het beroepsleven aangemoedigd, meer bepaald via de
hervorming van het arbeidsrecht, dat alle
bedrijven met meer dan 25 werknemers
verplicht ten minste 4% personen met een
handicap in dienst te nemen.
Maar het grootste succes boekte Lenín
Moreno in juni 2012 toen de nationale
Raad met eenparigheid van stemmen een
wet heeft goedgekeurd die de rechten van
mensen met een handicap waarborgt. Een
en ander kent nu een vervolg buiten de
grenzen van dit kleine Andesland dat met
PHOS probeert de
problematiek van de
handicap te laten
meewegen in de
Millenniumdoelen.
18 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3
opgericht en die ijvert voor de rechten
van mensen met een handicap binnen de
ontwikkelingssamenwerking.
“Wat mij aan de aanpak in Ecuador opvalt,
is dat de problematiek van mensen met een
handicap niet wordt vernauwd tot de fysieke
toegankelijkheid voor personen met een
beperkte mobiliteit, maar dat ze wordt gezien
als een thema dat in alle domeinen wordt
meegewogen: vervoer, openbare gebouwen
en diensten, onderwijs, tewerkstelling en zo
meer”, licht Nadia Hadad toe.
Ze herinnert eraan dat Ecuador in 2008
het VN-Verdrag en het aanvullende Protocol heeft bekrachtigd, een jaar eerder
dan België, en dat het land een zeer ambitieus actieplan heeft goedgekeurd. Deze
dynamiek is volgens haar te danken aan
de actieve inzet van een prominente persoon zoals Lenín Moreno. Er zijn maar
weinig landen met een dergelijk boegbeeld. Iemand zoals Wolfgang Schäuble,
de Duitse minister van Financiën, die zelf
in een rolstoel zit, heeft volgens haar het
land “toegankelijk” gemaakt.
PHOS probeert onder andere de problematiek van de handicap te laten meewegen in de Millenniumdoelen. Daarnaast analyseert ze de verschillende
samenwerkingsprogramma’s van België (in Benin, Tanzania…), waarbij met
name de naleving van artikel 32 van het
VN-Verdrag van 2006 inzake de rechten van mensen met een handicap wordt
nagestreefd. Dit artikel behelst het meewegen van deze problematiek in de ontwikkelingssamenwerking. Er is weliswaar
vaak een verschil tussen de theorie en de
praktijk, maar ervaringen zoals in Ecuador
of Oeganda (waar bijvoorbeeld in de wetgeving is verankerd dat geen enkele partij
een zetel in het Parlement krijgt als ze niet
ten minste door een vrouw en een persoon
met een handicap wordt vertegenwoordigd) stemmen hoopvol. Ze kunnen zelfs
richtinggevend zijn voor België waar volgens PHOS deze dimensie nog niet wordt
meegewogen.
ERIC DE MUYNCK
LATIJNS-AMERIKA
INDALAE
© Mindallae
ae
N
og voor de komst van de
Inca’s werd handel van verscheidene producten (zout,
katoen, hout, etc.) mogelijk
gemaakt door ‘Mindalae’. Deze rondreizende handelaars waren spilfiguren in de
precolumbiaanse culturen. Ze brachten
producten van het Andesgebergte naar de
kust en van het noorden naar het zuiden.
Ze vervulden ook de rol van boodschapper omdat ze allerlei nieuws met zich
meedroegen.
Belgische steun
Het Mindalaemuseum werd opgericht met
de hulp van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking1 en kadert in een project
voor de versterking, herwaardering en
promotie van traditioneel ambachtswerk
uit Ecuador. Het museum herbergt geen
© Mindalae
© Mindal
Mindalae
ae
© Mindal
d ae
a
ambachtswerk met een identiteit
Dat de inheemse bevolking van Ecuador een rijke voorgeschiedenis heeft, is alom bekend. Verre voorouders getuigen
van een uitzonderlijke diversiteit in taal en cultuur. In het
Mindalaemuseum in Quito kunnen toeristen én de lokale
bevolking een mooi staaltje geschiedenis meepikken.
archeologische stukken maar toont aan de
hand van ambachtswerk de verschillende
tradities en rituelen van de bevolkingsgroepen van de drie grootste Ecuadoraanse regio’s: de kuststreek, het Andesgebergte en het Amazonewoud.
Het is een atypisch project omdat de
bevordering van cultuur doorgaans geen
prioriteit is voor ontwikkelingssamenwerking. Het vond echter steun vanwege de
economische impact ervan: het museum
steunt de kleine ambachtsman door
hun producten via fair trade te verkopen
en verbetert zo de levenskwaliteit van
een groot deel van de bevolking dat in
armoede leeft.
En dat initiatief is geslaagd: doordat
ambachtslieden hun werk op regelmatige
basis (en niet meer eenmalig) verkopen,
ontvangen ze een soort van loon. Dat kan
het equivalent zijn van een minimumloon
(300 dollar), maar is toch een belangrijke
bron van inkomsten voor mensen die dikwijls van het platteland komen, niet naar
school geweest zijn en in een familiale
context produceren. Zo kunnen ze hun
gezin onderhouden.
Identiteit
Bovendien krijgen de ambachtslui feedback
van de koper. Zo kunnen ze hun product
verbeteren en inspelen op de modetrends
zoals kleuren van bepaalde stoffen aanpassen aan het seizoen. Dikwijls wordt ook een
technische fiche bij het product gevoegd
om de etnische achtergrond te verduidelijken. Dit geeft niet alleen een toegevoegde
waarde aan het product maar zo wordt
ook een deel traditie meegegeven van de
inheemse bevolking van Ecuador.
Het ontdekken van die culturele diversiteit
heeft vooral succes bij jongeren. Om de
kosten te dekken, vinden er dikwijls evenementen plaats in het museum. Dit kan gaan
van scholenbezoeken met workshops tot
recepties voor internationale instellingen
zoals de Europese Unie. “Het is de bedoeling om de cultuur binnen het museum ook
daarbuiten kenbaar te maken”, zegt Catalina Sosa, directrice van de Stichting Sinchi
Sacha (zie kader). “Op die manier leeft het
museum en zorgt het voor interactie met
zijn bezoekers zodat ze via ambachtswerk
tradities van uiteenlopende Ecuadoraanse
bevolkingsgroepen kunnen leren kennen,
zich eigen maken en doorvertellen.”
STEFANIE BUYST
Sinchi Sacha
Sinchi Sacha is een ngo die op strategische wijze bijdraagt tot duurzame ontwikkeling in Ecuador. De
organisatie is gespecialiseerd in de bevordering van ecotoerisme, fair trade van ambachtswerk, het
herstel van cultureel erfgoed en ook het genereren van inkomsten voor de armen. De vereniging bestaat
momenteel uit een netwerk van 120 kleine producenten waarvan een meerderheid vrouwen zijn.
Sinchi Sacha betekent “Machtig Oerwoud” in Quechua, een precolumbiaanse taal gesproken door
bewoners van het Andesgebied. Het was de belangrijkste voertaal ten tijde van het Incarijk.
ONLINE
www.mindalae.com
1
Tussen 2004 en 2007 heeft België 600.000 euro geschonken. Het project verliep in samenwerking met de
gemeente Quito en de ngo Sinchi Sacha (zie kader), die
nu het museum beheert.
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 19
© Fondo Indígena / M. Fasol
VAN WOUD TOT
BERGTOPPEN:
DEZE NATUUR IS GOUD WAARD
BTC - Pieter Van de Sype
De unieke natuur van het Andesgebergte en het Amazonewoud speelt een
essentiële rol, zowel lokaal als internationaal.
herverdeling van de warmte op aarde. De
Biodiversiteit: van woud…
bomen dragen bij aan dit natuurlijke proces
Wat zo wonderbaarlijk is, is dat elke soort
door kooldioxide om te zetten in zuurstof.
zijn eigen specifieke biotoop heeft gecreeerd om niet te moeten concurreren met
andere soorten. Dat is misschien ook de
…tot bergtoppen
reden waarom bepaalde gebieden in
De tropische Andes beschikt over een uithet Amazonewoud, zoals het Yasuni-park,
zonderlijke rijkdom aan inheemse planten
beschouwd worden als een van de pleken gewervelde diersoorten, en is terzelfder
ken met ’s werelds grootste biodiversiteit.
tijd zeer kwetsbaar. Daarom beschouwt de
Bomen hebben hier geleerd om in het water
VN-Conventie inzake Biodiversiteit haar
te overleven om zodoende geen ruimte in te
als een prioritaire zone voor de beschernemen van andere bomen, planten hebben
ming van de biodiversiteit. Heel eigen
de hoogte opgezocht
aan de Andes zijn de
en groeien op bomen,
páramo’s, uiterst rijke
‘endemische’ dieren
ecosystemen gelegen
Biodiversiteit is
(dieren die alleen hier
op een hoogte tussen
gunstig voor de
voorkomen) lijken zo
3.500 en 5.000 meter,
weggelopen uit de
net onder de gletsjerstabiliteit van
prehistorie. Volgens
grens. In en om de
het klimaat in de
David Romo van de
beken afkomstig van
hele wereld.
universiteit van Quito
het smeltwater leven er
“zijn in Yasuni haarveel inheemse soorten,
den van biodiversiteit
voornamelijk insecdoor de eeuwen heen intact gebleven. Dat
ten, die uitstekend zijn aangepast aan een
verklaart waarom het park zo’n genetische
extreme omgeving van vrieskou, intens
schatkamer is.” (zie kader)
brandende zon en strakke winden. De
Het Amazonewoud, vaak ‘de long van
páramo’s filteren het smeltwater en liggen
onze planeet’ genoemd, is goed voor een
zo aan de basis van het totale waterstelsel
derde van de tropische wouden op aarde
van de regio. Globaal genomen leveren de
en 60 % van de totale bosoppervlakte. Het
ecosystemen in de bergen water voor de
grootste woud ter wereld speelt ook een
helft van de wereldbevolking.
cruciale ecologische rol. Nadat de regen
in de grond gedrongen is, verdampt hij. Zo
Latijns-Amerika: hotspot van
wordt er warmte vrijgegeven in de atmoklimaatverandering
sfeer. Omdat de tropen twee derde van
De uitzonderlijke landschappen, tusde wereldwijde regenval over zich heen
sen besneeuwde toppen en gigantikrijgen, komt er heel veel warmte vrij. De
sche maagdelijke wouden in, maken
tropen zijn zo de belangrijkste bron voor de
Latijns-Amerika bijzonder gevoelig voor
20 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3
KLIMOS
een onderzoeksplatform
rond klimaat
en ontwikkelingssamenwerking
KLIMOS is een onderzoeksplatform van KULeuven,
VUB, UGent en Katholieke Hogeschool Sint-Lieven.
Het platform werkt beleidslijnen uit voor de integratie
van aanpassings- en mitigatiemaatregelen in de
ontwikkelingssamenwerking. Sinds 2011 heeft KLIMOS
een toolkit samengesteld om “duurzame ontwikkeling”
te integreren in de ontwikkelingsprogramma’s.
klimaatverandering en natuurrampen.
Gabriel Jaramillo, expert in milieu en risicobeheer bij het VN-Ontwikkelingsprogramma UNDP in Ecuador, volgt het smelten van de gletsjers op. “De voorbije 20
jaar zijn de gletsjers veel kleiner geworden,”
zegt hij, “En dat heeft een impact op het
hele waterstelsel in het land. Te beginnen
bij de páramo’s die met elke graad meer
slinken en nu zo goed als verdwenen zijn.
De effecten op de bodemkwaliteit zijn nu al
zichtbaar en landbouwers moeten steeds
hoger gaan om vruchtbare grond te vinden. Op dit ogenblik is de kwaliteit van het
water dat in Ecuador uit de gletsjers stroomt
nog goed. Veel studies tonen echter aan dat
we in de komende jaren te kampen zullen
krijgen met drinkwaterproblemen. Sterke
regen heeft al aardverschuivingen veroorzaakt. Maar het is niet allemaal de schuld
van de geografie, ook de capaciteit van een
land om zich tegen rampen te verdedigen,
kan de risico’s verergeren.”
LATIJNS-AMERIKA
El Niño, letterlijk ‘kindje Jezus’, die
naam kent toch iedereen? Hij verwees oorspronkelijk naar een ongevaarlijke warme kuststroom die na
Kerst langs de kusten van Peru en
Ecuador stroomt. Bij uitbreiding
duidt El Niño op een geregeld voorkomend weerfenomeen dat gekenmerkt wordt door abnormaal hoge
zeewatertemperaturen in het oostelijke deel van de Stille Zuidzee. Vandaag komt het ‘enfant terrible’ vooral
in het nieuws in zijn meest geduchte
vorm die veel vernieling aanricht bij
de Ecuadoraanse bevolking. Want
onder invloed van de wereldwijde
klimaatverandering komt El Niño nu
veel vaker voor en is ook krachtiger,
en veroorzaakt hij droogtes en overstromingen. Ook andere continenten
laat El Niño niet ongedeerd. Zo verstoort ‘El Niño Modoki’ - een opwarming van het centrale deel van de
Stille Oceaan rond de evenaar - de
wereldwijde luchtcirculatie. Het fenomeen leidt vooral tot grote droogte in
Australië en India omdat de moessonregens er ontregeld worden.
© BTC – Pieter Van de Sype
Het Andesgebergte is de grootste bergketen ter
wereld, met een lengte van 7.100 kilometer en
gemiddelde hoogte van 4.000 meter. De hoogste
top verheft zich tot 6.962 meter (in Argentinië). De
keten begint in het noorden van Venezuela en doorkruist Colombia, Ecuador, Peru, Bolivia, Chili en
Argentinië tot in het zuidelijk puntje van het continent. Veel bergtoppen zijn vulkanen.
REDD+
REDD (Reducing Emissions from Deforestation and Forest
Degradation) werd opgevat als een manier om financieel voordeel te halen uit de koolstofvoorraad opgeslagen in de wouden.
REDD wil de landen van het Zuiden aanzetten om te investeren
in duurzame ontwikkeling door hun koolstofuitstoot als gevolg
van ontbossing te beperken. REDD+ gaat verder dan gewoon
de strijd aan te gaan met ontbossing en omvat ook de bescherming en het duurzame beheer van de wouden en de verbetering
van de koolstofopslag in de wouden.
REDD werd voor het eerst op tafel gelegd in 2005 tijdens de
klimaatonderhandelingen in Montreal. In Cancun, in 2010, werd
een beslissing over REDD+ goedgekeurd. Over de financiering
op lange termijn en de eventuele opneming in de koolstofmarkt
werd echter nog geen akkoord bereikt.
Verband tussen biodiversiteit
en klimaatverandering
We kunnen de klimaatverandering
niet tegengaan zonder oog te hebben
voor de biodiversiteit, zo simpel is het.
Jaramillo:“De biodiversiteit beschermen,
dat is de ecosystemen beschermen. En
deze ecosystemen (zoals wouden) houden de koolstofreserve in stand. De ontbossing is goed voor 20% van de uitstoot
van broeikasgassen. Daarbij komt dat de
lokale bewoners voor hun voortbestaan
afhankelijk zijn van de ecosystemen waarvan ze deel uitmaken. Weet u, de aardbol is
één groot klimaatsysteem. Zelfs het verre
“kennis, innovatie en praktijken van
de inheemse gemeenschappen die
belang hebben bij het behoud en het
duurzame gebruik van de biodiversiteit.” De top stelde voor om deze
rol te versterken en bevestigde dat
de inheemse bevolkingsgroepen
hun grondgebied in eigen handen
moeten kunnen houden.
Sindsdien beseffen zowel de bevolking in de Andes als de politieke
wereld meer en meer hoe belangrijk de natuurlijke rijkdommen zijn.
En dus zijn Bolivia en Ecuador (vaak
meer in theorie dan in de praktijk)
voorstander van een systeem gebaseerd op ‘Buen vivir’ (een inheemse
levensvisie gebaseerd op sociale
banden en harmonie tussen mensen en ecosystemen) en de ‘rechten
van de natuur’. De overheden van
de Andeslanden en organisaties van
inheemse volkeren waren dan ook
aanwezig op Rio+20 met concrete
eisen in de hand.
Mitigatie en aanpassing
België maakt deel uit van dat systeem. Als
jullie er bijvoorbeeld niet in slagen om de
uitstoot van de industrie in jullie land te
beperken, kunnen jullie dat compenseren
door een ander land te helpen om zijn
biodiversiteit te behouden. Biodiversiteit is
gunstig voor de stabiliteit van het klimaat in
de hele wereld.”
Rio en de rol van de
inheemse bevolking
De idee werd ook op tafel gelegd op
de top van Rio in 1992 en de top van
Rio+20 in september 2012. De top van
92 leidde tot het Klimaatverdrag en de
Conventie inzake Biodiversiteit. Agenda
21 erkende de belangrijke rol van de
“We strijden tegen klimaatverandering
aan de hand van twee belangrijke pijlers,
verzachting en aanpassing, waarbij we ons
baseren op de nationale strategieën”, zegt
VN-deskundige Jamarillo.
MITIGATIE OF VERZACHTEN
Acties om de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering te verzachten of te voorkomen (bv. ontbossing tegengaan)
AANPASSING
Acties om natuurlijke en menselijke systemen
aan te passen aan eventuele klimaatveranderingen (bv. dijken bouwen, de landbouw
diversifiëren)
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 21
LATIJNS-AMERIKA
Brazilië
VAN WOUD TOT
BERGTOPPEN
63%
3%
6%
6%
Peru
Guyana
2%
Colombia
Suriname
1,5%
Bolivia
Ecuador
1,5%
Venezuela
Frans
Guyana
Het Amazonewoud bestrijkt een oppervlakte van
6,7 miljoen km² in 9 landen / gebieden.
7%
10%
Samen met de wouden van het Congobekken en Zuidoost-Azië
vormt het Amazonewoud een groene gordel die de aarde omringt.
“Verzachting of mitigatie bestaat
meer specifiek uit globale bescherming,
bijvoorbeeld door ontbossing tegen te
gaan of hernieuwbare energiebronnen
te ontwikkelen. Technologie en technologieoverdracht staan daarbij centraal. De
aanpassing van de bevolking aan de klimaatverandering heeft meer te maken met
ontwikkeling: watervoorraad, aanpassing
aan de landbouw.” België neemt deel aan
de programma’s via een financiële bijdrage aan UNDP.
Na de grote toppen werd er op internationaal niveau een fonds opgericht om de
minst ontwikkelde landen te helpen bij
hun nationale aanpassingsprogramma’s.
Het fonds wordt beheerd door het Wereldmilieufonds. Sinds 2009 heeft België er al
25,4 miljoen euro toe bijgedragen. Tien
uitvoerende agentschappen, zoals UNDP,
het VN-milieuprogramma UNEP en de
Wereldbank, helpen de overheden in het
Zuiden om hun ontwikkelingsactiviteiten aan te passen aan het klimaat. België
© Ma
Marie-Isabelle
arier Isabe Gomez Calvo
Latijns-Amerika is uitermate
gevoelig voor klimaatverandering
en natuurrampen. Het continent
kan ook de grootste hoeveelheid
koolstof vastleggen.
In de marge van de Rio+20 top heeft minister Magnette de
indianenchef Raoni ontmoet.
Met zijn 82 jaar blijft deze
vechten voor de rechten van
de Amazone-indianen en
tegen de ontbossing van het
Amazonewoud. Na afloop van
het gesprek ontving de minister
een Borduna, een traditionele
gevechtsknuppel.
22 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3
werkt ook mee aan de invoering van mitigatiesystemen zoals REDD+ (zie kader)
en heeft een dimensie ‘klimaatverandering’ toegevoegd aan zijn ontwikkelingsprojecten (zie KLIMOS).
ELISE PIRSOUL
ONLINE
www.bolivie.ird.fr
www.equateur.ird.fr
Het initiatief
‘ITT Yasuni’
In het Ecuadoraanse deel van het Amazonewoud ligt Yasuni, een park van 9.820 km²
met de grootste biodiversiteit. Op een oppervlakte van één hectare groeien meer boomsoorten dan op het hele Noord-Amerikaanse
continent. Geen enkele andere plek ter wereld
telt zo veel soorten vogels, insecten, kikkers,
vissen en planten. Daar komen ook de laatste
stammen voor die volledig afgezonderd leven
van de beschaving (Huaorani). Jammer genoeg
bevat dit gebied ook 20 % van de nationale
oliereserve. Aardolie bedreigt het evenwicht
van dit ecosysteem met zijn wegen, werkstations, gastarbeiders, waterverbruik (voor elk vat
aardolie is 10 liter water nodig), vervuiling door
afvalstoffen van aardolie, lekken…
In bepaalde delen van het Yasuni-park wordt
al naar olie geboord, met vernietigende gevolgen voor de biodiversiteit. Voor de ITT-gebieden (Ishpingo-Tambococha-Tiputini) stelt de
Ecuadoraanse overheid een deal voor aan
de internationale gemeenschap: niet raken
aan de 846 miljoen vaten zwart goud onder
de grond van de ITT-zone, maar als compensatie bijdragen aan een trust fund (beheerd
door UNDP) om de omvorming van het energiesysteem in het land te begeleiden en bij te
dragen aan het behoud van de biodiversiteit
in het park. Het initiatief ‘ITT Yasuni’ wordt in
Ecuador voorgesteld als een manier om de
strijd aan te gaan met de klimaatverandering
(vermeden netto-uitstoot).
EP
© DGD / E. Pirsoul
LATIJNS-AMERIKA
Op
p de rivieren in het
Gemeenschaps-ecotoerisme
Het college dat pas ingehuldigd werd door de gemeenschap van de
Añangu-indianen dankzij de inkomsten van het toeristisch project.
Sociale gevolgen
Het toerisme is maar het zichtbare deel
van het gemeenschapsproject. Het verschaft werk aan 20% van de leden van de
gemeenschap en zorgt voor ‘een goed
loon’, zoals iedereen beaamt, maar er
is ook ruimte voor sociale projecten. Zo
wordt 40% van de inkomsten uit toerisme
aan onderwijs besteed. “Oorspronkelijk
hadden we het plan opgevat om onze kinderen naar school te laten gaan. Maar we
zijn veel verder geraakt. Onze levenskwaliteit is er over het algemeen echt op vooruit
gegaan,” bevestigt M. Galo, manager van
de gemeenschapsprojecten.
Enkele kilometers verderop in het regenwoud, veraf van de toeristische voorzieningen bevindt zich het ‘kloppend hart’ van
de gemeenschap. Het volk zelf woont er
her en der verspreid. Er is een college,
een gezondheidscentrum, een internetzaal, allemaal gefinancierd met het project. Het college dat pas is afgewerkt, is
het beste in de regio en biedt een richting
‘toerisme’ aan voor de laatstejaars. De
leerlingen komen uit heel het Amazonegebied in Ecuador en zelfs uit de stad.
“We hebben een internaat ingericht voor
38 leerlingen die van ver komen. Het is volledig kosteloos, we vragen de leerlingen
alleen om een uur per dag mee te werken.”
En het project breidt uit, aangezien nieuwe
lodges in aanbouw zijn…
Een specialiteit
van de regio
In een land waar ongerepte natuur
welig tiert en de inheemse volkeren een
evenwicht zoeken tussen welzijn en de
bescherming van hun gemeenschap is het
gemeenschaps-ecotoerisme in opmars.
In het Amazonegebied, in de Andes of
aan de kust, in luxueuze of meer bescheiden lodges dichtbij de bewoners staat het
gemeenschapstoerisme blijkbaar een
mooie toekomst te wachten. Goed voor
de inheemse volkeren die de gronden van
hun voorouders bezitten. Want vaak zijn ze
arm en hebben ze moeite om een beter
welzijn voor zichzelf te bewerkstelligen
zonder te raken aan het milieu en hun traditionele leefwijze. Daarom steunt ook de
Belgische Ontwikkelingssamenwerking
ecotoerisme-projecten in Noord-Ecuador.
ELISE PIRSOUL
ONLINE
www.turismocomunitario.ec
www.napowildlifecenter.com
© DGD / E. Pirsoul
De wegen stoppen en maken plaats voor
bos en weelderige natuur. Dan volgt een
tocht van drie uur met de motorboot en de
kano langs de ‘aguas negras’ van de zijarmen van de rivier Napo. Om ten slotte aan te
komen op een paradijselijk plekje dat door
de ‘eigenaars’ zorgvuldig wordt beschermd
dankzij het… toerisme.
Midden in het Parc Yasuni is het Napo
Wildlife Center een toonbeeld van ecotoerisme dat door de inheemse stam Kichwa
Añangu wordt beheerd. Vandaag is het
een fantastisch toeristisch complex in de
hogere prijsklasse dat ontdekkingstochten
in het Amazonegebied aanbiedt, met respect voor de overvloedige natuur rondom.
Maar het kwam wel niet zonder slag of stoot
tot stand. “Gedurende 2 jaar hebben 8 vrijwilligers van de gemeenschap, onder wie
ikzelf, onafgebroken gewerkt om de lodges
of verblijfshutten te bouwen. Al het materiaal werd met de kano, de boot of te voet
aangevoerd”, zegt lodge-manager Miguel
Andy. “In Quito hebben we bedrijfsbeheer
en Engels gestudeerd.” De winst gaat rechtstreeks naar de inheemse gemeenschappen die het centrum beheren.
Een stukje verder met de kano ligt het
Interpretacion Center, beheerd door de
vrouwen van de gemeenschap. Ze stellen
er verschillende aspecten van hun cultuur
voor (dans, zang, voedsel, handwerk) en
kunnen zo ook deelnemen aan het toeristische project. “Wij vrouwen willen in dit centrum onze gebruiken tonen en ze zo laten
voortbestaan voor onze kinderen”, vertelt
Mydia, een oudere vrouw. “Vroeger werkten onze mannen ver weg op een boorplatform. Nu zijn ze dicht bij ons en werken ze
in het toeristische project. Ons voedingspatroon is verbeterd, we zijn gestopt met
jagen, onze kinderen gaan naar school, we
hebben een gezondheidscentrum en elektriciteit van zonnepanelen.”
© DGD / E. Pirsoul
Een door de gemeenschap geleid
toeristisch complex
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 23
Om aids
te bestrijden heb je
democratie nodig
Mark Heywood, Zuid-Afrikaans überactivist en ex-voorzitter
van de UNAIDS Global Reference Group on Aids and HIV, is
het niet eens met de optimistische conclusies in het jongste
e
UNAIDS-rapport. Volgens Heywood is het einde van de epidemie
allesbehalve in zicht. “We hebben hiv nodig. Wie haar de rug
toekeert, jaagt gezondheidszorg opnieuw in de schaduw
en bevriest democratisering in de helft van de wereld.”
Het jaarlijkse aantal nieuwe
infecties is de laatste tien
jaar gehalveerd. Ook het
dodentol is spectaculair
gedaald. Geen aids meer in
2015, luidt het bij UNAIDS. Een
realistische voorspelling?
De wereld is voor mensen met hiv sinds
de jaren ‘90 enorm veranderd. Op dit
moment zijn 7 miljoen mensen in behandeling met aidsremmers, 1,7 miljoen
alleen al in Zuid-Afrika. In minder dan
tien jaar tijd is het aantal hiv-besmettingen van moeder op kind gedaald van 40
naar 2,5 %. We hebben geavanceerde
aidsremmers. We weten dat een besnijdenis het risico op besmetting bij mannen vermindert en binnenkort komt een
revolutionair microbedodend middel uit
dat nieuwe infecties bij vrouwen drastisch
kan terugdringen. Heel belangrijk aangezien door aanhoudende genderongelijkheid vrouwen in sommige delen van
de wereld nog altijd machteloos staan als
het gaat over iets zo simpel als condoomgebruik. Vooruitgang valt niet te ontkennen, maar het is fout van UNAIDS om te
dwepen met het einde van de epidemie.
We zijn amper halfweg.
Waar precies gaat het mis?
Toegang tot informatie en medicijnen
is tot op vandaag nog altijd een luxepositie voor wie deel uitmaakt van de
mainstream samenleving. In sommige
regio’s en bevolkingsgroepen vertraagt
de preventie, neemt het aantal behandelingen af en zien we zelfs een opstoot
van infecties en overlijdens. Wat overblijft zijn gestigmatiseerde groepen en
inwoners van landen die niet hetzelfde
niveau van openheid en democratie
genieten als het Westen. Waarom zouden we voor hen minder verantwoordelijk zijn? Zeggen dat het einde van aids
nabij is, is hetzelfde als deze mensen in
de kou laten staan.
Aidsactivisme heeft
ons ook gedwongen
om na denken over
genderongelijkheid,
seksuele ongelijkheid
en democratie.
Waarom presteren vooral het
Midden-Oosten, Oost-Europa
en Centraal-Azië zo slecht in
de hiv-indexen van UNAIDS.
Wat maakt deze regio’s zo
kwetsbaar?
Om hiv te bestrijden heb je openheid
nodig, respect voor mensenrechten en
democratie. Waar deze waarden ontbreken, raakt hiv in de marge. Mensen die
besmet raken, worden behandeld als
sociaal afval, criminelen en marginalen.
Op die manier wordt hen alle toegang tot
informatie, laat staan behandeling, ontzegd. Dat verklaart de alarmerende cijfers
in die landen. Ook sociale fragmentatie of
economische achteruitgang maakt landen kwetsbaar.
24 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3
Als er één ding is dat we van dertig jaar
hiv-epidemie geleerd hebben is dat je
zowel overheden als een civiele maatschappij nodig hebt. Zo is het aidsprogramma in China volledig in handen van
de staat en beschouwt de Chinese overheid burgerinitiatieven eerder als bedreiging dan als gelijke partner. Het dient
slechts voor één ding. Om te pronken telkens wanneer ze een diplomatieke missie
uit het buitenland over de vloer krijgen.
Dus de cijfers die UNAIDS
publiceert zijn misleidend?
Wat UNAIDS doet is wishfull thinking, een
cijferwedloop verpakt in goedbedoeld
optimisme. Sommige mensen staren
zich blind op waar we nu staan. Alsof de
voorbije vijftien jaar niet meer was dan
een korte wandeling door het park. De
strijd tegen aids is allesbehalve gemakkelijk geweest. De komende tien jaar zullen we zelfs nog harder moeten knokken,
zeker met de economische crisis. Indien
blanken als vliegen zouden sterven,
was aids al lang geschiedenis geweest.
Maar het zijn Afrikanen, homo’s, armen,
junkies en sekswerkers. Al die jaren
campagne voeren om slachtoffers van
hiv een menselijk gezicht te geven zijn
vergeten. Het wordt een onvermijdelijke
strijd om aandacht.
Ter gelegenheid van
Wereldaidsdag werd er
ook in België weer solidair
gebreid, gedanst, gezongen
en gezwommen. Toch eist
OPINIE
© DGD / J-M. Corhay
Mark Heywood is een
monument van het ZuidAfrikaanse aidsactivisme.
Hij sleepte president Mbeki
voor het gerecht en zette
zijn regering onder druk
om gratis aidsremmers te
verstrekken aan vijf miljoen
hiv/aids-patiënten.
Zeggen dat het einde
van aids nabij is,
is hetzelfde als deze
mensen in de kou
laten staan.
klimaatverandering doorgaans
meer aandacht op. Kunnen we
spreken van aidsmoeheid?
We neigen sterk naar een situatie waarin
een hiv-epidemie in sommige delen van
de wereld aanvaardbaar wordt. Als aids
geen wereldbedreiging meer vormt, zullen
mensen er minder van wakker liggen. Er
sterven mensen aan aids, maar zolang dat
in gemarginaliseerde gebieden gebeurt, is
er geen reden meer tot paniek. Met tuberculose gebeurde een paar jaar geleden
net hetzelfde. De organisaties waarvoor
ik werk hebben duizenden levens gered
maar vechten nu zelf om te overleven. De
civiele samenleving moet nadenken over
langetermijnoplossingen voor de wereld in
plaats van te hoppen van crisis naar crisis.
Wat als hiv geen aandacht
meer krijgt?
We hebben hiv nodig. Dankzij de strijd
tegen hiv is gezondheid uit de schaduw
van het publieke debat getrokken. Als je
hiv wegneemt, komt het hele systeem van
gezondheidszorg onder druk te staan.
Aidsactivisme heeft ons ook gedwongen
om na denken over genderongelijkheid,
seksuele ongelijkheid en democratie. België heeft een democratische geschiedenis
maar in landen als Botswana, Namibië en
Zambia zijn de enige democratische initiatieven aidsprojecten. Zij zijn de enige
die druk kunnen uitoefenen op hun overheden. Als we de energie die dertig jaar
strijd heeft opgebracht, uit onze handen
laten glippen, bevries je die kwetsbare
democratiseringsprocessen die ook voor
andere doeleinden nuttig kunnen zijn.
mensen. Mensen die we alleen konden
mobiliseren door hen een gezicht en een
stem te geven. We lieten mensen met hiv
in het openbaar spreken over hun angsten, over hoe hun kinderen stierven,
over de pijn die ze moesten trotseren.
Dan krijg je sympathie en begrip. Cijfers
bewegen geen mensen, maar begrip
voor elkaars leven wel.
Meer en meer landen hebben
de politieke wil en de middelen
in huis, hoe is het mogelijk
dat anno 2012 nog elke
20 seconden iemand overlijdt
aan de gevolgen van aids?
Een gebrek aan solidariteit.
Aidsgewenning.
Krimpende budgetten.
Is alle hoop verloren?
Blijkbaar zijn Afrikanen, homo’s, armen, junkies en sekswerkers minder belangrijk dan
blanken. Waar is de solidariteit? Mijn kind
ervaart pijn immers op dezelfde manier
als jouw kinderen. In onze geglobaliseerde
wereld bestaan geen geïsoleerde problemen. Wat mijn samenleving overkomt, heeft
een effect op jouw samenleving en omgekeerd. We moeten ontwikkelingssamenwerking dringend herdefiniëren. Het zijn
niet jouw mensen die mijn mensen geld
geven. Het gaat om het delen van middelen, om een betere toekomst voor beiden.
Over jouw mensen gesproken.
Zuid-Afrika doet het goed wat hiv
betreft. Jullie hebben gevochten.
Tegen vooroordelen, de regering,
armoede. Wat kunnen andere
landen leren van jullie aanpak?
Acht jaar hevige strijd tegen de overheid
was nooit mogelijk zonder moedige
We hebben de strijd nog niet verloren, maar
we zijn wel op een keerpunt. Hoe dan ook
hebben we gewonnen. 7 miljoen mensen die
nu leven zouden dood en begraven zijn als
aidsactivisten niet hadden gereageerd zoals
ze gedaan hebben. We hebben nieuwe, nog
meer ambitieuze doelstellingen nodig, maar
cijfers zijn niet voldoende. Kwaliteit is waar
het echt om gaat. De wereld heeft recht op
kwaliteit. Kwaliteitsvolle gezondheidszorg
die in staat is om medicijnen naar een ziekenhuis te brengen, kwaliteitsvolle informatie zodat personen die aidsremmers nemen
beseffen dat die pillen hun leven en dat van
anderen redden. En tot slot een overheid
die haar verantwoordelijkheid opneemt om
gezondheidzorg te controleren en faciliteren
ondanks de crisis.
TESS VONCK
Het interview is een verkorte versie
van het zaterdaginterview dat verschenen
is op www.MO.be, de website van
MO*-magazine.
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 25
© UGent
Met de kennis die ze mee naar huis nemen, kunnen de studenten
schade in de landbouw helpen voorkomen. Maar ook fundamenteel
medisch onderzoek en indicatoren voor pollutie zijn toepassingen.
Voor nematoden
moet je in
Gent zijn
Al 20 jaar trekken studenten van heinde en verre naar de
Universiteit Gent om er alles te leren over nematoden.
De master Nematologie is één van de succesverhalen
van de universitaire ontwikkelingssamenwerking.
I
n de lange leszaal heerst een gezellige drukte. Gebogen over hun
microscoop onderzoeken de studenten preparaten van nematoden
of rondwormen die ze zelf gemaakt hebben (zie kader). Enige techniek en behendigheid zijn onmisbaar om die minuscule
diertjes te onderzoeken. En Gent blijkt dé
plaats bij uitstek om die stiel te leren. In
20 jaar tijd volgden 261 studenten uit het
Zuiden er de master Nematologie en nog
steeds krijgt coördinator Nic Smol jaarlijks
150 aanvragen binnen1. ‘De bijval heeft in
de eerste plaats te maken met de enorme
schade die deze vrij onbekende wormpjes
aan de landbouw in het Zuiden aanrichten’,
zegt Smol.
Waarom nematoden?
In ontwikkelingslanden vallen zowat alle
landbouwgewassen ten prooi aan nematoden: rijst, bananen, maïs, yam, koffie,
groenten… Toch kennen vele boeren
er deze ‘onzichtbare vijand’ niet. Als hun
gewassen toegetakeld worden door
nematoden, denken ze eerder dat insecten de schade veroorzaakt hebben of
dat ze moeten bijmesten. Tot 80% van de
oogst kan verloren gaan.
Maar het belang gaat verder. Sommige
insectparasitaire nematoden worden
gekweekt om insectenplagen biologisch
te bestrijden. En de vlot kweekbare Caenorhabditis elegans is een uitstekend
modelorganisme voor fundamenteel
26 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3
Universitaire
opleidingen voor
ontwikkelingslanden
De master Nematologie is maar één van de
universitaire opleidingen die met de steun
van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking georganiseerd worden. De onderwerpen zijn heel divers: transportbeheer, voedingstechnologie, ontwikkelingseconomie,
menselijke ecologie… Voor elke opleiding
zijn ook beurzen voorzien. In totaal krijgen
jaarlijks om en bij de 2.000 studenten uit ontwikkelingslanden een beurs voor een universitaire opleiding of een doctoraat.
MEER WETEN :
Meer informatie vindt u op de website van
de koepels van de Vlaamse en Franstalige
universiteiten:
www.vliruos.be en www.cud.be.
onderzoek dat ook de gezondheid van de
mens ten goede komt. Zo heeft men ontdekt dat de diertjes langer leven als men
hen op dieet zet. Daarom probeert men
de processen die daarmee gepaard gaan
te ontrafelen. Ten slotte zijn de nematoden
die in zee leven, uitstekende bio-indicatoren voor vervuiling.
Impact in het Zuiden
In hoeverre komt de investering in de
opleiding ten goede aan het gastland?
Nic Smol: “70% van onze studenten blijft
op nematoden werken, 50% heeft een
doctoraat behaald of is ermee bezig. Op
internationale congressen over nematologie ontmoet ik vaak oud-studenten als
ONDERZOEK
Meer dan kennis
Toch biedt een dergelijke opleiding meer
dan kennis. Als vele oud-studenten terugkijken naar hun ervaring in Gent, borrelen
vooral herinneringen op aan de menselijke contacten. Voor de meesten was het
de eerste keer dat ze hun land verlieten
Wat me het meest
veranderd heeft, is niet
het klaslokaal. Het zijn de
mensen die ik ontmoet
heb, in de studentenhome,
op de bus, op
verjaardagsfeestjes…
en meteen belandden ze in een uiterst
diverse multiculturele groep, die vaak
heel hecht wordt. Ze ondervonden ook
hoe een Westerse cultuur functioneert.
Een internationale opleiding is duidelijk
een oogopener op vele vlakken, die voor
vrijwel alle deelnemers een mijlpaal in
hun leven blijft.
CHRIS SIMOENS
ONLINE
www.pinc.ugent.be
1
Een ‘master’ komt overeen met het vroegere licentiaat, dus de 2de cyclus universitair onderwijs.
2
VLIR-UOS : de Vlaamse universitaire ontwikkelingssamenwerking.
Nematoden
© UGent
IDEEËN IN VRAAG
STELLEN KAN
alle toekomstige nematologen van de hele
wereld opleidt”, zegt de Nederlandse
gastprofessor Thomas Been.
Neen, nematoden zijn geen regenwormen. Het
zijn zogenaamde rondwormen. Van de ruim
25.000 bekende soorten meten de meeste
hooguit 1 mm. Ze komen letterlijk overal voor:
in bodem, lucht, ijs, warm water, zeeën… Als
je blootsvoets op het strand loopt, krioelen er
miljoenen nematoden onder je voeten.
Een belangrijke groep zijn parasieten, ze leven
ten koste van andere organismen. Veel landbouwgewassen zijn er het slachtoffer van –
men spreekt dan over aaltjes -, maar ook mens
en zoogdier kunnen er last van hebben. Een
tweede groep is vrijlevend en speelt een voorname rol onder andere in de voedselketen en
in afbraakprocessen van landbodems en sedimenten in zeeën en rivieren.
© E. Abebe
expert en spreker.” Waar mogelijk probeert men het onderzoek een duwtje
in de rug te geven. Zo kunnen deelnemers een onderzoeksrugzak aanvragen
bij VLIR-UOS 2 met onder meer een
microscoop.
De master in Gent wordt vooral gevolgd
door universitairen en onderzoekers aan
onderzoeksinstituten. De universitairen
geven les aan de universiteit en dragen
op die manier de opgedane kennis door.
De onderzoeksinstituten wijden zich aan
toegepast onderzoek en voorlichters dragen de resultaten over aan kleine boeren.
Zo kunnen deze laatsten leren hoe ze een
aantasting door nematoden kunnen herkennen en bedwingen. “In de Filipijnen
heeft een student de velden afgeschuimd
op zoek naar aangetaste gewassen. Daarna
heeft hij een flyer gemaakt en verdeeld
onder de boeren.” Nic Smol geeft toe dat
ze de oud-studenten beter zouden moeten opvolgen, maar centen ontbreken.
“Studenten binnen eenzelfde land zoeken
elkaar zelden spontaan op, ze hebben een
stimulans nodig. Toen ik eerder toevallig op
de Filipijnen was, heb ik daar alle Filipijnse
oud-studenten samengebracht. Ze zullen
er nu een Filipijnse ‘Nematology society’
oprichten. Dat is uitermate belangrijk, het
zou overal moeten gebeuren.” In Brazilië
en Vietnam zijn dergelijke ‘societies’ al
zeer succesvol.
Een kleinere groep deelnemers komt van
inspectiebureaus van douanes. In veel
landen mogen met nematoden besmette
planten niet ingevoerd worden. Invoer
daarvan kan inderdaad veel schade aanbrengen. Zo is een nematode die naaldbomen aantast vanuit Japan terechtgekomen in China en Portugal. Maar veel
landen hebben totaal geen expertise
om de nematodebesmetting te herkennen. Gent biedt een welkome uitweg. “Je
mag zonder overdrijven stellen dat Gent
Eyualem Abebe na 20 jaar met vrouw
en kind opnieuw in Gent.
Eyualem Abebe (Ethiopië) volgde de
allereerste master Nematologie in Gent.
“We waren met 7, het was het testjaar”,
vertelt hij.
Sedert 2002 woont en werkt hij in de VS. “Maar
het was niet mijn eigen keuze om uit te wijken. Mijn
universiteit in Ethiopië, Bahir Dar University, heeft
me plots om politieke redenen ontslagen. Ik moest
wel elders werk zoeken.” Toch blijft hij in nauw
contact met Ethiopië. Hij kent alle Ethiopische oudstudenten van de master Nematologie van Gent,
en heeft er een informeel netwerk mee gevormd.
Waar mogelijk ondersteunt hij hen via mail: hij
stuurt vakliteratuur door – vakbladen zijn in Afrika
meestal onbetaalbaar -, hij helpt hun resultaten te
interpreteren en ze wisselen ideeën en methodes
uit. Als er interessante congressen zijn, stimuleert
hij hen eraan deel te nemen. “De impact die je kan
hebben, hangt niet af van de plek waar je woont.”
Eén van de oud-studenten is nu vice-minister van
Landbouw in Ethiopië. Abebe kent hem heel goed.
“Tot nu toe had de overheid weinig interesse voor
de plantparasitaire nematoden. Met een ex-student
als minister komt daar geleidelijk verandering in.”
Volgens Abebe worden dergelijke opleidingen veel
beter in het Noorden georganiseerd. “Les geven
kan je overal, maar alleen in het Noorden leer je een
andere cultuur kennen”, zegt hij. “In Ethiopië kan je
nooit in twijfel trekken wat een ouder persoon vertelt. Of het nu waar of onwaar is wat een politicus,
leraar of chef vertelt, je kunt er nooit over discussiëren. Wat een verschil met hier! Alleen door studenten
korte tijd naar hier te brengen, kan je die gewoonten stilaan veranderen. Weet je, wat me het meest
veranderd heeft, is niet het klaslokaal. Het zijn de
mensen die ik ontmoet heb, in de studentenhome,
op de bus, op verjaardagsfeestjes... Daar ontdekte
ik een andere samenleving dan de mijne. In de traditie van mijn land is geen echte democratie mogelijk.
En denk niet dat in Ethiopië de mensen elkaar meer
steunen dan hier. Dat was misschien 30 jaar geleden zo, maar nu zijn er meer mensen voor dezelfde
hulpbronnen. Met als gevolg meer competitie, meer
ieder voor zich. Hier leer je dat samenwerken uiteindelijk veel meer opbrengt.”
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 27
TREND
E
G
I
L
E
B
B
O
H
T
HE
PAD R DE
NAA
7
,
0
%
Tijdens het begrotingsconclaaf van de regering in november 2012 deden onheilspellende berichten de ronde over een
serieuze krimp van het ontwikkelingsbudget. Uiteindelijk
werd 100 miljoen euro bespaard. Hoe worden de besparingen verdeeld? En wat is de weerslag op het engagement om
0,7% van het BNI uit te geven?
• 1 miljoen euro minder voor
evaluatiekosten:
Er zal minder deelgenomen worden aan
internationale evaluaties en minder geld
worden uitgegeven aan grootschalige
evenementen rond de resultaten van
evaluaties.
Het pad naar 0,7%
De besparingen
Het totale bedrag voor ontwikkelingssamenwerking voorzien voor 2012
bedroeg 1,478 miljard euro. In 2013 gaat
daar 100 miljoen af. Deze som wordt als
volgt verdeeld:
• 40 miljoen euro minder voor de
gouvernementele samenwerking (BTC):
De Belgisch Technische Coöperatie krijgt
in 2013 200 miljoen euro voor de financiering van haar tussenkomsten: projecten,
programma’s… BTC voert inderdaad de
gouvernementele samenwerking uit. Het
bedrag werd bepaald op basis van de
daadwerkelijke uitgaven van BTC tijdens
de afgelopen jaren. Er zijn nu eenmaal
factoren die de uitgaven kunnen belemmeren, waaronder de aanwezigheid in fragiele landen. Zo wordt sinds 2012 een aantal programma’s geblokkeerd als gevolg
van de staatsgreep in Mali.
• 30 miljoen euro minder voor vrijwillige bijdragen aan de multilaterale
partnerorganisaties:
België heeft momenteel 20 multilaterale
partnerorganisaties waarvan er 5 gespecialiseerd zijn in humanitaire hulp. De
besparingen van 30 miljoen zijn bestemd
voor de 15 organisaties die specifiek
met ontwikkeling bezig zijn zoals FAO
en UNICEF. Hoe de resterende 67 miljoen euro verdeeld zal worden tussen
de Belgische partnerorganisaties wordt
momenteel nog door de administratie en
de beleidscel bekeken.
• 15,5 miljoen euro minder voor het
Europees Ontwikkelingsfonds:
De Europese Unie heeft zelf besloten de
bijdrage die aan België gevraagd wordt
voor haar ontwikkelingsbudget te verlagen. Meteen een besparing voor België.
• 13,5 miljoen euro minder voor de
humanitaire hulp:
Humanitaire hulp wordt naargelang de
noden en crisissen in de wereld in de
loop van het jaar besteed. In 2013 zal
dus iets minder geld kunnen uitgegeven
worden.
VOORZIEN ONTWIKKELINGSBUDGET 2013 (in miljoen euro)
Voorbereiding, begeleiding, evaluatie
3
Gouvernementele samenwerking (BTC, begrotingshulp, leningen, Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid…)
413
Niet-gouvernementele samenwerking (Ngo’s, universiteiten, wetenschappelijke instellingen…)
249
Multilaterale samenwerking (Multilaterale partners, EOF, OESO…)
495
Privésector (Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden, Fair Trade…)
Humanitaire hulp
TOTAAL
28 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3
57
160
1.377
In 2002 besliste de regering Verhofstadt
op een VN-top in Monterrey dat het ontwikkelingsbudget vanaf 2010 0,7% van het
Bruto Nationaal Inkomen zou bedragen.
Jammer genoeg bleek dat niet mogelijk.
Maar België wil nog steeds de 0,7% halen
in 2015, samen met de EU.
Wat is de evolutie? In 2010 haalde België
0,63%, in 2011 nog 0,54%. Door de financiële crisis besliste de regering Di Rupo
eind 2011 om de begroting van ontwikkelingssamenwerking voor 2012 en 2013 te
bevriezen op het niveau van 2011. Uiteindelijk zouden de uitgaven in 2012 lager
dan 0,50% uitvallen. Voor 2013 voorziet
men exact 0,50%. Dat is 0,01% minder
dan wat de EU verwacht van haar lidstaten voor dat jaar.
Kan België toch nog de 0,51% halen
die de EU oplegt? Dat kan als er 25,5
miljoen euro extra gevonden wordt.
Zo denkt men aan een deel van de
opbrengsten van de verhandeling van
de C02-uitstootrechten. Het bedrag
zou geïnvesteerd worden in projecten
die ontwikkelingslanden helpen om
zich aan te passen aan of om te strijden
tegen de klimaatverandering.
Al bij al zijn de besparingen in crisistijden
vrij beperkt. Aan de niet-gouvernementele samenwerking (ngo’s, universiteiten…) werd niet geraakt. De intentie om
0,7% te halen blijft overeind. We zullen
zien wat de toekomst brengt.
CHRIS SIMOENS
OP STAP MET
VEE TELEN
Waar ook ter wereld worden
landbouwers met dezelfde
uitdagingen geconfronteerd,
met name om een manier
te vinden om van hun landbouwopbrengst en van hun
vee te leven. Dat is een realiteit in het Zuiden én in het
Noorden, ook bij ons dus.
O
veral zoeken landbouwers
oplossingen om deze uitdagingen aan te gaan en
daarom is het belangrijk dat
zij contact hebben met elkaar. Alvast één
mogelijke oplossing voor de moeilijkheden die zij, zowel in Afrika als in België,
ondervinden is de “korte keten”, zijnde
een rechtstreeks contact tussen klant en
kweker. Het biedt een alternatief voor de
agro-industriële voedselketens en probeert het evenwicht tussen mens, dier en
aarde te herstellen.
In haar zoektocht naar oplossingen die
internationaal van belang kunnen zijn, wil de
ngo Dierenartsen Zonder Grenzen de kloof
tussen Noord en Zuid helpen wegwerken.
Met dit doel voor ogen nam de organisatie
het initiatief voor een uitwisseling tussen
landbouwers en dierenartsen uit Rwanda
en hun Belgische collega’s. Van 1 tot 8
december 2012 trok ik voor de ngo samen
met een dierenarts en twee landbouwerveetelers uit België naar Afrika voor een
uitwisselingsexperiment rond veeteelt en
diergeneeskunde. Ziehier enkele van mijn
meest opmerkelijke indrukken:
- “Wij leven op duizenden kilometers van
elkaar! Een onwaarschijnlijke ontmoeting
tussen de heersende opvattingen aan beide
zijden! Nochtans vond deze ontmoeting zopas in Rwanda plaats. In België heeft een gemiddelde hoeve om en bij de 200 runderen
en 55 hectaren grond. In Rwanda is dat één
hectare grond, enkele geiten en konijnen en
in het beste geval een koe.
- “Onze doelstellingen zijn identiek: in onze
behoeften kunnen voorzien en van ons werk
kunnen leven. Hun problemen liggen in het
gebrek aan infrastructuur en aan financiering, in de moeilijke toegang tot de gronden
en in het ontbreken van middelen om hun
landbouw te moderniseren.”
© C. Collinet
IN NOORD EN ZUID
Het komt erop aan een aangepaste landbouw
te ontwikkelen, die rekening houdt met de
voedselzekerheid en het milieu en die genoeg
opbrengt voor wie erin werkt.
Wie ?
Christiane Collinet.
Landbouwer in Mierchamps,
tegen la Roche-en-Ardenne
in de provincie Luxemburg.
Provinciaal voorzitster van
de Union des Agricultrices
Wallonnes, werkt ook twee dagen
per week voor de provincie.
Wat ?
Nam deel aan een
uitwisselingsproject
tussen veehouders en
dierenartsen uit België en
Rwanda, georganiseerd door
Dierenartsen Zonder Grenzen.
Waarom ?
Waar ook ter wereld worden
landbouwers met dezelfde
uitdagingen geconfronteerd.
Samen kunnen zij
oplossingen vinden om deze
uitdagingen aan te gaan.
• “Door deze reis heb ik dit land ontdekt
waar 80% van de bevolking in de landbouw
werkt, tegenover 3% bij ons. De ontmoetingen met het personeel van Dierenartsen
Zonder Grenzen en met hun lokale partner
IMBARAGA hebben mij het belang van hun
projecten doen inzien. Dank zij hen kregen
talrijke kansarme families twee geiten en
twee konijnen ter beschikking, wat hen de
mogelijkheid gaf de mutualiteitbijdragen
voor hun kinderen te betalen, eten te kopen,
beter te leven. Je zou voor minder de dieren
verzorgen! Deze families kregen geen bijstand, enkel een steuntje in de rug om aan
hun kwetsbare situatie te ontsnappen. “
• “Het komt erop aan een aangepaste landbouw te ontwikkelen, die rekening houdt met
de voedselzekerheid en het milieu en die genoeg opbrengt voor wie erin werkt.”
• “Ik hoop dat de monocultuur de traditionele teelten niet zal uitsluiten! Op het eerste
gezicht kan dat rendabel lijken, maar monocultuur put de bodem uit en de impact op
het milieu valt niet te verwaarlozen. Bovendien hebben de landen die op monocultuur
zijn overgeschakeld één grote troef verloren: de voedselsoevereiniteit.”
• “Wat een mooi land! Ik wil graag meewerken aan een project van Dierenartsen
Zonder Grenzen. Ik werd vooral getroffen
door het geluk van een familie die zich
dankzij deze ngo had weten te bevrijden
uit haar kwetsbare situatie. Ik voelde het
optimisme van een vereniging als IMBARAGA die in de toekomst van haar land
gelooft. Met dank aan Dierenartsen Zonder
Grenzen voor deze boeiende en zeer verrijkende missie.”
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 29
Puntkomma
NOODHULP
IN DE GAZASTROOK
© Hussien Amody/Demotix/Corbis
Dankzij het noodhulpfonds van
het Internationale Rode Kruis
en de Rode Halve Maan (DREF,
Disaster Relief Emergency
Fund) heeft België 18.000 euro
uitgetrokken voor de hulpverlening aan de slachtoffers van
militaire operaties in de Gazastrook. Bij de gevechten in
november vielen er meer dan
140 doden en een duizendtal
gewonden.
D
e militaire confrontaties en
de gewapende aanslagen in
de Gazastrook begin november 2012 hadden ernstige
gevolgen voor de burgers, die een hoge
prijs betalen voor het conflict. Er vielen
meer dan 40 doden en een duizendtal gewonden. In de Gazastrook, waar
de situatie al bemoeilijkt werd door de
blokkade die de Israëlische autoriteiten
vijf jaar geleden hebben opgericht, ontbraken de noodzakelijke geneesmiddelen in de ziekenhuizen, alsook brandstof
voor dringend ziekenvervoer. Bovendien
werden meer dan 200 privéwoningen
gedeeltelijk of volledig vernield door
luchtaanvallen.
Het Internationale Rode Kruis werkt nauw
samen met de Palestijnse Rode Halve
Maan en het Israëlische Magem David
Adom. Het heeft regelmatig contact met
de Palestijnse en Israëlische autoriteiten
en roept de partijen van het conflict op om
het Internationaal Humanitair Recht te respecteren, de burgers te beschermen en
de veiligheid van de medische teams in
de ziekenhuizen te garanderen. Meer dan
200 vrijwilligers zetten zich in de Gazastrook in om de bevolking te helpen die
zich midden in de gevaarzone bevindt.
De grote meerderheid van de slachtoffers werd in ambulances van de Palestijnse
Rode Halve Maan vervoerd. Deze vereniging heeft ook geneesmiddelen en medische kits aan de ziekenhuizen geleverd.
De noodhulp omvatte ook de onmiddellijke ondersteuning van 300 gezinnen –
2.000 personen – die dakloos werden door
luchtaanvallen, en een directe hulpverlening aan 27.000 mensen die verzorging en
medische behandelingen nodig hadden.
Ten slotte werd ook 75.000 liter brandstof
gestuurd voor de 40 ambulances die in
de Gazastrook gestationeerd zijn en bijkomende brandstof voor de werking van
de noodgeneratoren in ziekenhuizen en
gezondheidscentra.
JOËL TABURY
Nieuwe wet ontwikkelingssamenwerking in de maak
Een nieuwe wet van de
Belgische Ontwikkelingssamenwerking is bijna rond.
De oude dateert van 1999.
Sindsdien is er veel veranderd.
enk maar aan de opkomst van
nieuwe spelers zoals China en de
Bill & Melinda Gates Foundation en
de grote mondiale uitdagingen waaronder
het klimaat, het milieu en de strijd tegen aids.
In de nieuwe wet gaat veel aandacht naar
D
30 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3
coherentie: ze wil vermijden dat andere
beleidsmaatregelen het gunstig effect van
ontwikkelingssamenwerking te niet doen.
Ook mensenrechten en waardig werk krijgen een bijzondere plaats. Meer over de
nieuwe wet in een volgend nummer.
KLIMAATAKKOORD DOHA
houdt opwarming niet tegen
Slechts na een verlenging met 27 uur slaagden de bijna 7000 officiële deelnemers aan
de 18de Klimaattop in Doha (Qatar) erin enkele resultaten uit de brand te slepen.
“Een bescheiden en belangrijke stap in de goede richting”, vond federaal staatssecretaris
van leefmilieu Wathelet. Maar volgens de ngo’s vooral een lege doos.
Protestmars in Doha.
Wat kwam er juist uit de bus?
1. Het Kyotoprotocol wordt verlengd
tot 2020. Dat is de internationale overeenkomst om de wereldwijde uitstoot
van broeikasgassen terug te dringen,
onder meer via de verhandeling van
uitstootrechten. De VS en China hebben
nog nooit meegedaan, en nu trekken ook
Japan, Canada en Rusland zich terug.
Enkel de EU, Australië en enkele andere
landen blijven aan boord. Samen vertegenwoordigen ze slechts vijftien procent
van de wereldwijde CO2-uitstoot. Bovendien verandert er niets aan de limieten
voor uitstoot: een vermindering van 20%
tegen 2020. Dat is hoogstwaarschijnlijk te
© UN Cop18/CMP8
Voorzitter Abdullah bin Hamad Al-Attiyah
(rechts) naast Christiana Figueres, secretaris
van het VN-Klimaatpanel, op de top in Doha.
© UN Cop18/CMP8
V
oorzitter Abdullah bin Hamad
Al-Attiyah klonk uiterst tevreden na afloop van de top op 8
december 2012: “Doha heeft
een nieuwe poort geopend naar meer
ambitie en steviger actie, de Doha Climate
Gateway.” Christiana Figueres, secretaris
van het VN-Klimaatpanel, van haar kant
riep de landen op om al wat afgesproken
werd zo snel mogelijk uit te voeren. “Want
de deur om de opwarming van de aarde te
kunnen beperken tot minder dan 2°C staat
nog nauwelijks open.”
weinig om de opwarming tot minder dan
2°C te beperken. De EU haalt nu al bijna
die limiet.
2. Streefdoel blijft om in 2015 een
akkoord rond te hebben dat vanaf
2020 voor alle landen zal gelden. Er
wordt ook gewerkt aan ambitieuzere
manieren om de uitstoot te beperken.
Daarvoor zullen veel workshops nodig
zijn. En VN-secretaris-generaal Ban Kimoon zal in 2014 alle wereldleiders apart
bijeenroepen om in 2015 zeker een
akkoord te hebben.
3. Er komt nieuwe infrastructuur om
technologie en geld naar de ontwikkelingslanden door te sluizen: een Groen
Klimaatfonds in Korea en een Klimaattechnologiecentrum bij het VN-milieuprogramma UNEP.
4. De belofte werd herhaald dat de ontwikkelingslanden tegen 2020 de
beschikking zullen hebben over 100
miljard dollar om zich aan te passen
aan en te strijden tegen de klimaatverandering. Om de 8 jaar tot 2020 te overbruggen hebben een aantal landen waaronder
Duitsland, Frankrijk, Denemarken, en de
EU – en niet België -, 6 miljard dollar toegezegd. Maar de ontwikkelingslanden
eisten 20 miljard.
5. Ten slotte waren er nog een aantal
uiteenlopende kleinere resultaten,
zoals 'de identificatie van manieren om
de kwetsbaren beter te wapenen tegen de
klimaatverandering' en 'het voornemen
te werken aan technologieën om ontwikkelingslanden te helpen hun uitstoot te
verminderen'.
Het Belgische Platform Klimaatrechtvaardigheid reageerde ontgoocheld. “Het Kyotoprotocol werd verlengd, maar wat op tafel
ligt remt nauwelijks de klimaatverandering
af. Daarom roepen we de EU op om binnen het protocol een reductiedoelstelling
van 30 procent in te schrijven”, klonk het.
“Ook voor financiering na 2012 ligt bitter
weinig op tafel. Dit is onaanvaardbaar. Het
kan niet dat industrielanden tot 2020 de ontwikkelingslanden in de steek laten om het
hoofd te bieden aan klimaatverandering.”
Het Platform Klimaatrechtvaardigheid wordt
gecoördineerd door 11.11.11 en CNCD11.11.11 en groepeert diverse organisaties
waaronder Oxfam, CADTM, de vakbonden,
Greenpeace en WWF. De wereld is nog
steeds op weg naar een onomkeerbare
opwarming van 4°C of meer, aldus het
Platform.
CHRIS SIMOENS
ONLINE :
www.cop18.qa
www.11.be
www.cncd.be
dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 31
Aids in Rwanda
FOTOTENTOONSTELLING BTC
In september 2010 trok fotografe Ans Brys naar
Rwanda om er vast te leggen hoe de Rwandezen
omgaan met hiv/aids. Ontdek haar foto’s in het
BTC-gebouw. Nog tot 28 februari 2013.
Lees meer over aids op pagina’s 24 en 25 in dit nummer.
BTC
Hoogstraat 147, 1000 Brussel
Op werkdagen, van 8u tot 17u
www.ansbrys.com
Een plattelandsbewoner in Zuid-Rwanda zal getest worden op hiv/aids. De
organisatie Ubuzima biedt in de Rwandese dorpen gratis testen en voorlichting
aan. De resultaten worden dezelfde dag nog bekendgemaakt, in een
persoonlijk gesprek met de verpleegkundigen. Na de bekendmaking is er feest,
iedereen danst en zingt. Ook de (enkele) personen die positief getest werden,
zodat hun status geheim blijft voor hun dorpsgenoten... Hoewel de epidemie
sinds 2005 gestabilieerd is, leeft nog steeds 3% van de Rwandezen met aids.
DGD - DIRECTIE-GENERAAL
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
EN HUMANITAIRE HULP
Karmelietenstraat 15 • B-1000 Brussel
Tel. +32 (0)2 501 48 81
E-mail : [email protected]
www.diplomatie.be • www.dg-d.be
Download