HET MAGAZINE VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING dimensie Latijns-Amerika neemt vaart Welke rol voor de ontwikkelingssamenwerking? REPORTAGES IN ECUADOR Duwtje in de rug voor kleine kwekers VAN WOUD TOT TOPPEN Deze natuur is goud waard DE BLIJVENDE SCHADUW VAN AIDS WEDSTRIJD WIN EEN FOTOBOEK Nr 1 / 2013 • TWEEMAANDELIJKS JANUARI-FEBRUARI 2013 • P308613 • AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X Overzicht JANUARI-FEBRUARI 2013 8/9 > 20/22 Van woud superchocolade tot toppen: Kleine producenten, Deze natuur is goud waard 24/25 > Om aids te bestrijden heb je democratie nodig > DOSSIER LATIJNS-AMERIKA Een Zuiden op zoek naar macht 10-11 De verscheidenheid van de Andes 12 Ijs bij de vis! 13 De inheemse volkeren tussen traditie en moderniteit 23 Op de rivieren in het Amazonegebied 26-27 Voor nematoden moet je in Gent zijn 28 Het hobbelige pad naar de 0,7% Gratis atis abonnement op: www.dimensie-3.be 14-15 Water voor iedereen 29 Vee telen in Noord en Zuid 16-17 30 jaar ontmoetingen 30-31 Puntkomma 18 Pioniers met een handicap 19 Mindalae: ambachtswerk met een identiteit 2 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3 32 Aids in Rwanda of per mail aan: [email protected] 3 dimensie Het Latijns-Amerikaanse ‘wonder’ T © Mohamed Haddad - IRD Tweemaandelijks tijdschrift uitgegeven door de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) Redactie: DGD Karmelietenstraat, 15 B-1000 Brussel Tel. +32 (0)2 501 48 81 E-mail : [email protected] www.diplomatie.be • www.dg-d.be Redactiesecretariaat: Elise Pirsoul, Jean-Michel Corhay, Chris Simoens Layout en productie: www.mwp.be De artikels geven niet noodzakelijk het officiële standpunt weer van DGD of van de Belgische regering. Overname van de artikels is toegestaan mits bronvermelding en een kopie voor de redactie. Dimensie 3 verschijnt 5 maal per jaar om de 2 maanden, behalve in de zomer. Gedrukt op 100% gerecycleerd papier. Abonnement: Gratis in België. In het buitenland enkel de elektronische versie. De Belgische Ontwikkelingssamenwerking die vroeger zeer actief was op het continent, wordt almaar minder zichtbaar naarmate de landen en hun bevolkingsgroepen de capaciteit verwerven om een kwaliteitsvolle ontwikkeling tot stand te brengen. En zo hoort het ook: zodra in de menselijke behoeften wordt voorzien, moet hulp een andere vorm aannemen of gewoonweg verdwijnen. Toch zijn er nog drie partnerlanden, en ook daar heeft de hulp een andere vorm aangenomen, van basisbehoeften voorzien tot het geven van een duwtje in de rug: om iedereen in staat te stellen een graantje mee te pikken van de bloeiende economie (volgens de nieuwe formule ‘inclusieve groei’), om de nog wat onervaren instellingen bij te staan, om de armen een waardige plaats te geven in een samenleving die nog steeds gekenmerkt wordt door grote ongelijkheid. We zijn dan ook ter plaatse geen kijken, met name in Ecuador, een van de drie Belgische partnerlanden in Zuid-Amerika. Het is niet het armste land van de drie (Bolivia) en ook niet het ‘meest welvarende’ (Peru); het is een land waar je op vrij kleine afstand een grote diversiteit in landschappen en volkeren aantreft. Van de kust waar de Afro-Ecuadorianen met hun kleinschalige productie een waardig plaatsje proberen te verwerven, tot de selva (het Amazonewoud), via de sierra (de bergen), waar inheemse volkeren, die door het Ecuadoriaanse economisch wonder vergeten zijn, er ook naar verlangen een goed leven te kunnen leiden (“Buen vivir”), met behoud van hun gronden en hun tradities. In Ecuador vind je eigenlijk twee symbolische maar tegengestelde rijkdommen van het continent terug: enerzijds, het zwarte goud dat op korte termijn dient om de staatskas te vullen en, anderzijds, een buitengewone natuur die voor de hele mensheid van onschatbare waarde is. De ene rijkdom wordt door de andere bedreigd. Terwijl de Conferentie van Doha, net zoals die van Kopenhagen, alweer uitmondde in een sterk afgezwakte klimaatovereenkomsten, is het zaak eraan te herinneren dat de extreme klimaatomstandigheden de laatste 30 jaar zes maal grotere proporties hebben aangenomen in de ontwikkelingslanden. Latijns-Amerika is bijzonder gevoelig voor klimaatverandering en natuurrampen. Het continent is immers het potentieel grootste ‘koolstofreservoir’. Tot slot nog even dit, iedereen zal wel gemerkt hebben dat op het einde van 2012 behoorlijk gesnoeid werd in de portefeuille van de Belgische departementen. Ook ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp ontsnappen niet aan deze trend. We moeten dan ook inzetten op een samenwerking die nauwer ‘aansluit’ bij de andere beleidsmaatregelen, om te voorkomen dat ‘de ene hand neemt wat de andere hand geeft’, om met minder middelen dezelfde hulpdoeltreffendheid te bereiken… Wat dat betreft, zal het komende jaar ons wijzer maken. Het zal het thema van ons volgende nummer zijn. DE REDACTIE dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 3 editoriaal De ‘trein der wolken’ of ‘Tren de las Nubes’ verbindt Argentinië, Chili, Bolivia en Peru. Hij rijdt tot op 4220 meter hoogte in de Andes. Hier een zicht op de Andes. wintig jaar geleden was er nog sprake van een verloren, ‘onontwikkeld’ continent, dat de diepe sporen van 500 jaar kolonisatie met zich meedroeg. Nu is Brazilië een van de machtigste en meest beloftevolle opkomende landen. Het dynamisme van het land werkt aanstekelijk op de hele regio. Een economisch wonder dat het hele subcontinent ten goede kwam. De Millenniumdoelen werden grotendeels gehaald. Er ontstond een echte middenklasse, de sociale bewegingen hebben zich georganiseerd (inheemse groeperingen, coöperatieven van kleine producenten…). Wat is er gebeurd? Welke plaats krijgt de samenwerking in deze context toebedeeld? Dat is de vraag die de aanzet gaf tot dit dossier. OPKOMST VAN HET ANDERE AMERIKA EEN ZUIDEN OP ZOEK Op één generatie tijd liet Latijns-Amerika een roerig verleden achter zich. Vandaag eist het een volwaardige plaats op tussen de groeilanden en zelfs de grote mogendheden. Maar Latijns-Amerika vormt lang geen coherent geheel, het biedt integendeel een brede waaier aan tegenstrijdige nationale ervaringen die nuttig blijken bij een beschouwing over de huidige uitdagingen op wereldvlak. Als Noord en Zuid verschuiven… Het laatste decennium zagen we een kentering van de rijkdom op wereldvlak tussen een Noorden, ten prooi aan een nooit eerder geziene crisis, en een Zuiden in volle expansie. Zo verschenen groeilanden ten tonele die, om het met de woorden van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) te zeggen, beschikken over een grote bevolking, jong en nog aangroeiend, 4 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3 © United Nations 2012 T ekenen des tijds: het codewoord op de 22ste IberoAmerikaanse Top, afgelopen november in Cadix, betekende een hernieuwde relatie tussen de Latijns-Amerikaanse landen en hun voormalige koloniale mogendheden. In de marge van deze top illustreerde koning Juan Carlos dit codewoord met zijn verzoek aan Dilma Rousseff, president van Brazilië, om Braziliaanse ondernemingen aan te zetten tot meer investeringen in een Spanje in crisis. Twee maanden eerder hield ze als eerste vrouw uit de geschiedenis de openingstoespraak op de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, waarin ze enkele hete hangijzers aansneed, van de economische wereldcrisis tot het conflict in Syrië. Deze twee evenementen staan, samen met tal van andere gebeurtenissen, in schril contrast met de vele geschillen waarbij Latijns-Amerika in het verleden betrokken was. Vandaag heeft het continent, van Tijuana tot Ushuaïa, veeleer het imago van een dynamische regio, gedragen door een relatief sterke economische conjunctuur en ondernemingen in beweging. Dat voedt de ambitie om op te klimmen tot een diplomatiek zwaargewicht, ook al staan er nog zware uitdagingen voor de boeg. De economische kaarten konden niet opnieuw geschud worden zonder de politieke allianties te hertekenen. Ook het gewicht van deze landen op de internationale beleidsvorming moest heronderhandeld worden op basis van de huidige machtsverhoudingen, met weerslag op het aantal zetels in de Veiligheidsraad en het stemrecht in de internationale financiele instellingen. Recente (r)evoluties De Braziliaanse president Dilma Rousseff houdt als eerste vrouw uit de geschiedenis de openingstoespraak op de Algemene Vergadering van de VN in september 2012. over stabiele instellingen, over een interne markt die blijft toenemen en over een snelgroeiende economie. Diverse LatijnsAmerikaanse landen maken overigens deel uit van de acroniemen die kenmerkend zijn voor het fenomeen. Zo maakt Brazilië (samen met Rusland, India, China en Zuid-Afrika) deel uit van BRICS, Colombia van CIVETS1 (een groep dynamische economieën die de vruchten plukken van politieke stabiliteit en een jonge bevolking), Mexico van de E72 (een groep economische machten die de G7 in BBP zouden moeten overtreffen vóór 2020). Ook het IMF inventariseert in zijn klassement voor 2012 van opkomende economieën, naast de al vermelde landen: Argentinië, Chili, Peru en Venezuela. Latijns-Amerika speelt dus een markante rol in de opkomst van een Zuiden waarvan de grenzen steeds vager worden. Verschillende grote evoluties uit de laatste twintig jaren verklaren deze belangrijkere rol op het internationale toneel. De democratie en de vrede zijn diepgeworteld in een regio waar de militaire dictaturen nog de plak zwaaiden tot het begin van de jaren 1990, vooral in de Zuidkegel (Chili, Argentinië, Uruguay, Paraguay, Brazilië). Diverse landen in deze regio kenden ook een grondige herinvulling van de politieke elites. In Brazilië heeft een arbeider de macht gegrepen. En een Indiaans vakbondslid werd president van Bolivia. De toekomst van Venezuela is in handen van een halfbloed. In Argentinië, Brazilië en Costa Rica bekleedden en bekleden nog steeds heel wat vrouwen de hoogste staatsambten. De politieke regimes die het leven zagen sinds het keerpunt van de jaren 2000 ondergingen zelf ook een sterke evolutie, door sommigen bestempeld als een “bocht naar links”, zelfs al zou het wat kort door de bocht zijn om dit louter te zien als een uniek elan te midden van een zo complexe regio. Deze evolutie kan in twee grote trends samengevat worden: de opkomst van een radicale linkerzijde vertegenwoordigd door de lidstaten van de ALBA-landen3 (voornamelijk Ecuador, Bolivia, Venezuela, Cuba, Honduras en Nicaragua) waar de staat de economie LATIJNS-AMERIKA NAAR MACHT Een nieuwe binnenzee, de Stille Oceaan, wordt het Mare nostrum van het nieuwe kapitalisme, in navolging van de Middellandse Zee in de Oudheid en de Atlantische Oceaan in de moderne tijd Fotolia titude © snap stuurt, en een gematigde linkerflank (Uruguay, Paraguay, Argentinië en Salvador), geïnspireerd op het Braziliaanse model en eerder voorstander van hervormingen en een regulerende staat. Deze laatste flank lijkt het continent stilaan te veroveren, nog geruggensteund door de verkiezingen in 2011 van Ollanta Humala als leider van Peru en van Dilma Rousseff in Brazilië, en door de vlotte herverkiezing van Cristina Kirchner in Argentinië. Na wat vaak bestempeld werd als het década perdida (verloren decennium) bracht de economische wereldconjunctuur soelaas voor het continent. Door een toenemende vraag naar grondstoffen en landbouwproducten was de koers immers flink gestegen. En dat bood onmiskenbaar de mogelijkheid het voluntaristische beleid te financieren. Latijns-Amerika werd dan ook beschouwd als het laboratorium van de neoliberale voorschriften van de Consensus van Washington, die hun steentje bijdroegen aan het losweken van het sociale weefsel en de traditionele solidariteit in de regio. Latijns-Amerika blijft ook redelijk goed gespaard door de wereldwijde crisis. Het is niet langer de periferie van een uniek centrum, maar heeft zich de jongste jaren opengesteld voor andere commerciële partnerschappen, onder andere met China. Tussen 2001 en 2009 werd de Chinese invoer uit Latijns-Amerika vertienvoudigd, tot een totaal van 64,4 miljard dollar (Bron: CEPAL). .com Daniel Cohen (econoom) De moderne architectuur van Brasilia, hoofdstad van Brazilië,is nog steeds een symbool voor het nieuwe Latijns-Amerika. dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 5 CARIBBEAN SEA HONDURAS Martinique (Fr) Saint Lucia Nederlandse Antillen NICARAGUA San Andreas (Col.) Santa Marta COSTA RICA Maracaibo Barranquilla San José Cabimas Cartagena PANAMA Monteria Cucuta SANTA FE DE BOGOTA Buenaventura FRENCH GUIANA PARAMARIBO SURINAME CAYENNE Boa Vista COLOMBIA Neiva Popayan Tumaco Guayaquil GEORGETOWN San Fernando de Atabapo Ibagué Cali Portoviejo GUYANA Puerto Ayacucho Manizales Esmeraldas Ciudad Guayana Ciudad Bolivar VENEZUELA Bucaramanga Isla de Malpelo (Col.) PORT OF SPAIN Maturin San Cristobal Medellin ECUADOR Mitu Pasto Macapa QUITO Belém Obidos Cuenca Porto de Moz Santarem Manaus Fonte Boa Parnaiba Sao Luis Itaituba Iquitos Machala Fortaleza Sobral Amazon Forest Teresina Maraba Piura Quixada Natal Imperatriz Chiclayo PERU Trujillo BRAZIL Porto Velho Pucallpa © Michel Dukhan – IRD NORTH ATLANTIC OCEAN Trinidad & Tobago Cumana Valencia CARACAS Barcelona Barquisimeto Panama aama ma Barbados Grenada Campina Grande Joao Pessoa Juazeiro Rio Branco Chimbote Guajara-Mirim Callao Puerto Maldonado Huancayo Caruaru Maceio Palmas Recife Riberalta BOLIVIA LIMA Feira de Santana Aracaju Salvador Trinidad Ica Vitoria da Conquista Mato Grosso Cuiaba Arequipa Ilheus BRASILIA LA PAZ Cochabamba Goiânia Santa Cruz de la Sierra Arica PARAGUAY Potosi Iquique CHILE Isla San Felix (Ch.) Isla San Ambrosio Rio de Janeiro San Salvador Salta San Miguel de Tucuman Santiago del Estero Corientes Cordoba Mendoza Valparaiso Isla Robinson Crusoe Rivera Salto Paysandu ARGENTINA BUENOS AIRES 6 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3 La Plata Rocha Mar del Plata Viedma Osorno Puerto Montt Porto Alegre MONTEVIDEO Bahia Blanca Neuquén Temuco Caxias do Sul Rio Grande Concepcion San Carlos de Bariloche SOUTH ATLANTIC OCEAN Rawson Puerto Aisen Deseado Puerto Santa Cruz Islas Malvinas/ Falkland Islands (administered by UK, claimed by Argentina) Rio Gallegos Stanley South Georgia and the South Sandwich Islands Punta Arenas Ushuaia Vandaag staan verreweg de meeste Latijns-Amerikaanse landen op de lijst van de ‘Hogere-middeninkomenslanden’ (landen waar elke inwoner gemiddeld ten minste 4000 dollar per jaar verdient), opgesteld door de Commissie voor Ontwikkelingssamenwerking van de OESO. Deze evoluties maakten het mogelijk deze maatschappijen te transformeren, de armoedegraad op het continent terug te dringen en een middenklasse te creëren, zoals blijkt uit een recent verslag van de Wereldbank4. Blijft het feit dat armoede meer dan 30 % van de bevolking treft in de hele regio (CEPAL) terwijl nog 9 % van de bevolking honger lijdt (FAO). Pelotas Rosario Colonia Chillan Florianopolis URUGUAY Santa Fe SANTIAGO Rancagua Talca Joinville Santa Maria Parana (Ch.) Curitiba Posadas La Rioja Isla Alejandro Selkirk Sao Paulo ASUNCION Ciudad del Este Coquimbo San Juan Nova Iguaçu Campinas Concepcion Antafagasta De benaming 'Latijns-Amerika' bundelt zowat 20 landen die samen goed zijn voor een bevolking van ongeveer 600 miljoen inwoners. Brazilië en Mexico nemen hiervan het leeuwendeel voor hun rekening, zij vertegenwoordigen samen al de helft van de hele bevolking van het continent. Aan deze landen voegen we nog een reeks ‘middelzware gewichten’ toe met Argentinië, Colombia en Peru. De andere helft van de landen van het continent is elk goed voor minder dan 10 miljoen inwoners. Geografisch gezien kan dit gigantische continent (15,9% van de mondiale grondoppervlakte) als volgt opgedeeld worden: de Zuidkegel (met onder andere Argentinië, Brazilië en Chili) en de Andeslanden (Bolivia, Colombia, Ecuador, Peru, Venezuela) vormen samen ZuidAmerika, en Midden Amerika (met Mexico en Nicaragua). Hier worden soms nog de Caraïben aan toegevoegd (Cuba en Haïti bijvoorbeeld). Caravelas Belo Horizonte Campo Grande Vitoria Zicht op Quito, hoofdstad van Ecuador LATIJNSAMERIKA Uberlândia Corumba De uitdagingen Er blijven dus voldoende uitdagingen voor het continent. Ondanks het voordeel dat ze kunnen halen uit de exploitatie van hun rijkdommen, beschikken de staten nog over te weinig middelen, met name wat betreft inkomsten uit belastingen, tegenover bijvoorbeeld de rijke OESO-landen. Deze landen hebben ook vaak een tekort aan bekwaam personeel om krachtige instellingen in het leven te roepen. Om het met de woorden van Edgar Montiel (UNESCO) te zeggen, zijn deze landen vaak “onderbestuurd, ondergeregeerd”. Daarnaast blijft drugterrorisme een van de grootste bedreigingen voor de stabiliteit van het continent, zowel op politiek als (administered by UK, claimed by Argentina) op economisch vlak, een fenomeen waarvan eigenlijk geen enkel land gespaard blijft. Bovendien verleidt het drugterrorisme veel staatsinstellingen die eraan onderworpen zijn tot corruptie en kweekt het geweld en onveiligheid. Tot slot blijft dit continent een paradox: hoewel tal van landen op het continent vandaag sterke groeicijfers kunnen voorleggen, waardoor ze miljoenen mensen uit de armoede konden tillen, behoren ze nog steeds tot de maatschappelijk meest ongelijke landen ter wereld. Het continent heeft dus nood aan grondige structurele hervormingen om deze evolutie verder door te trekken, in het onderwijs, de technologieoverdracht of de versterking van de instellingen. LATIJNS-AMERIKA “VOORTAAN HEEFT LATIJNS-AMERIKA EEN STEM IN DE WERELD” © DGD / E. De Muynck aan de klimaatverandering, het heruittekenen van de mondiale financiële structuur en de financiële mechanismen. Voortaan heeft Latijns-Amerika heel wat te zeggen als regio, en ook heel wat te doen. In dat licht geloof ik dan ook rotsvast in het vermogen van Latijns-Amerika om actief deel te nemen aan de Zuid-Zuidsamenwerking. Francisco Carrión Mena is doctor in de Internationale Betrekkingen en was ambassadeur van Ecuador in Spanje (2000-2005) en later minister van Buitenlandse Zaken (2005-2007). Hij vertegenwoordigde Ecuador eveneens bij de Verenigde Naties (2009-2011). Vandaag is hij professor aan de Faculté latino-américaine de Sciences sociales (FLACSO) in Quito. In welke zin is Latijns-Amerika de laatste tijd geëvolueerd volgens u? Latijns-Amerika is de voorbije 25 jaar grondig veranderd. Het continent maakt nog moeilijkheden door, maar wist zijn democratie te verankeren door continu zijn staatsinstellingen te versterken en dank zij een economie die de jongste tien jaren heropleefde. Zo kon Latijns-Amerika de recente financiële crisissen beter het hoofd bieden dan bijvoorbeeld Europa of de Verenigde Staten. Vandaag kan Latijns-Amerika, met name via zijn natuurlijke leider Brazilië, deelnemen aan de grote debatten over de wereldproblematiek. Ik denk dan Een laboratorium aan ideeën Dat neemt niet weg dat Latijns-Amerika dé droomlocatie is voor ongeziene experimenten, die de weg vrijmaken voor een beschouwing over de algemene uitdagingen. Zo herbergt het continent het Amazonewoud, dat vaak beschouwd wordt als de groene long van de planeet. Er leeft een biodiversiteit zonder gelijke en om deze in stand te houden werden er aan de internationale gemeenschap baanbrekende initiatieven voorgesteld. Ook inzake inclusieve groei (participatieve groei die niemand uitsluit) heeft Latijns-Amerika ideeën te bieden die zeker het overwegen waard zijn. De veelbesproken Braziliaanse programma’s Fome Zero (Honger op Nul) of Bolsa U hebt onlangs verklaard dat internationale samenwerking niet langer een noodzaak is voor de ontwikkeling van de landen van het continent. Hoe kan deze samenwerking, volgens u, zijn nut nog bewijzen in de context van Latijns-Amerika, als regio met middeninkomenslanden? Ik sta nog steeds achter die woorden! Ik denk dat geen enkel land in Latijns-Amerika, en geen enkel ontwikkelingsland, van internationale samenwerking mag afhangen voor zijn ontwikkeling. Internationale samenwerking is wel nuttig, niet zozeer vanuit financieel oogpunt maar veeleer omwille van de ervaringen die hierbij opgedaan kunnen worden. Zo is de versterking van de instellingen een van de fundamentele thema’s waarbij internationale samenwerking het Latijns-Amerika van vandaag kan helpen. België, een land met oude instellingen, zou zo zijn ervaring kunnen aanwenden om de werking van de politie, het parlement of het gerecht efficiënter aan te pakken. Internationale samenwerking is niet onmisbaar, gezien de in Latijns-Amerika bereikte ontwikkelingsniveaus. Niettemin zien we vandaag de dag, in Ecuador bijvoorbeeld, een heuse paradox. Het Familia droegen bij tot het terugdringen van de ondervoeding en de armoede in Brazilië. Ook het concept ‘Sumak Kawsay’ (Quechua voor ‘Goed leven’ of buen vivir) is inspirerend (p. 13). Uruguay is, als klein land in de tang tussen de twee reuzen Argentinië en Brazilië, het laboratorium voor een economisch model in mutatie en sociale programma’s die de maatschappij echt transformeerden, met de steun van het Fronte Amplio. Zo blijkt dat de nationale belevingen, in Mexico, Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Ecuador of Peru, steeds verder uit elkaar liggen en dat Latijns-Amerika een complex geheel lijkt van landen doorkruist door tal van breuklijnen. Toch zien we hier heel wat toenaderingspogingen. De meest recente land beschikt over financiële middelen, maar de overheidsinstellingen hebben het moeilijk om ze uit te geven, door een gebrek aan organisatorische vaardigheden, personeel, opleiding. Dat is dan ook de reden waarom de huidige regering investeert in vorming, vanuit een visie op de verdere ontwikkelingen in de toekomst. Hoe ziet u de toekomst van Latijns-Amerika als regio? Ik ben optimistisch. Uiteraard heb ik mijn twijfels en bekommernissen over de verankering van de democratie, met al wat daarmee gepaard gaat inzake veranderingen, antwoord op de excessen van het presidentialisme dat in verschillende landen in Latijns-Amerika heerst, de vrije meningsuiting van de burgers die onder druk staat… Maar over het algemeen moeten we erkennen dat LatijnsAmerika de afgelopen 10 à 25 jaar een continent was dat enorm gegroeid is. Latijns-Amerika heeft bijvoorbeeld al 30 jaar lang geen conventionele oorlog meer gekend. De geschillen tussen LatijnsAmerikaanse landen, zoals tussen Chili en Peru, zijn tegenwoordig onderworpen aan vredesmechanismes, zoals het Internationaal Gerechtshof (de hoogste rechterlijke macht van de VN – n.v.d.r.) of tussen borgmachten (Argentinië, Brazilië, Chili en de Verenigde Staten) zoals het geval was bij de grensconflicten tussen Peru en Ecuador. Allemaal uitingen van maturiteit en respect voor het internationaal recht. En dat is uitermate belangrijk. OPGETEKEND DOOR ERIC DE MUYNCK was de oprichting in 2011 van de CELAC, de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caraïbische Staten. En dus blijft de regionale integratie een uitdaging voor een continent dat geen diepliggende trauma’s kent die dat stimuleren, zoals wel het geval was voor Europa. ERIC DE MUYNCK 1 Colombia, Indonesië, Vietnam, Egypte, Turkije, Zuid-Afrika. 2 De BRIC-landen, aangevuld met Indonesië, Turkije en Mexico. 3 De Bolivariaanse Alliantie voor de Amerika’s (ALBA). 4 Ferreira, Francisco H. G., Julian Messina, Jamele Rigolini, Luis-Felipe López-Calva, Maria Ana Lugo, y Renos Vakis. 2013. Panorámica General: La movilidad económica y el crecimiento de la clase media en América Latina. Washington, Banco Mundial. dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 7 Kleine producenten, superchocolade Wist u dat cacao oorspronkelijk uit Ecuador komt en dat daar nog altijd de fijnste variëteit te vinden is, de fameuze ‘Fino y de Aroma’, een door de grootste chocolatiers erkende variëteit? Hoe kan worden bereikt dat dit uitzonderlijke en reeds bestaande natuurproduct een waardige broodwinning wordt voor de kleine producenten? Dat is de uitdaging die de Belgische Ontwikkelingssamenwerking aangaat. billijk gezinsinkomen dankzij de verkoop van cacao. En de variëteit die hij teelt is de fameuze ‘Fino y de Aroma’, waarvan de beste soort enkel in Ecuador te vinden is en die zo gegeerd is door de grote chocolatiers van de hele wereld. Deze variëteit heeft dan wel de meest verfijnde smaak, maar vergt ook bijzondere zorg. Ze brengt ook drie keer minder op dan de andere variëteiten, de vruchten en bonen zijn namelijk kleiner en de boom heeft voldoende plaats en schaduw nodig en moet samen met andere culturen worden geteeld. De coöperatieve verwerkt en verkoopt cacao Ignacio in zijn ‘finca’ waar een grote variëteit aan planten groeit. geleden werd opgericht met de steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en sinds twee jaar steun krijgt via het ‘Programma voor Plattelandsontwikkeling in Noord-Ecuador’ dat de BTC uitvoert, hebben de kleine producenten een betere vergoeding voor hun productie, staan ze sterker op de markt en beschikken ze over zeer © DGD / E. Pirsoul © DGD / E. Pirsoul Na elke oogst brengt Ignacio de bonen naar de coöperatieve APROCA die de productie ‘Fino di Aroma’ van ongeveer 150 producenten in het kanton inzamelt en zorgt voor een optimale verwerking van de cacaobonen. Dankzij de coöperatieve die 7 jaar Vroeger had ik een klein stukje land en moest ik in een cementfabriek werken om mijn brood te verdienen, nu kan ik van mijn teelten en mijn knowhow leven. Binnenin de cacaokolf zitten de cacaobonen in een wit omhulsel. 8 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3 © DGD / E. Pirsoul De ‘selva verde’ van Ignacio Aan de kust van Noord-Ecuador ligt de provincie Esmeraldas. Zou dit de tuin van Eden zijn? Mangobomen reiken tot aan de hemel, de bomen zijn zwaarbeladen met fruit van uitzonderlijke vorm en smaak, ertussen lopen kippen die bij onze komst opgeschrikt wegschieten. Hier groeit werkelijk alles: fruit, medicinale planten, groenten, bananen… en daartussenin, cacaobomen. We zijn op de ‘selva verde’, de finca, vertaald de ‘eigendom’, van Ignacio. Vergeten zijn de uitgestrekte cacaomonoculturen van grote landeigenaars. Of de nette rijen bomen die geregeld met insectenbestrijdende middelen worden bespoten. Hier groeien de planten in ‘permacultuur’, een systeem dat de natuur zoveel mogelijk probeert na te volgen: naast ‘bevriende’ planten, zonder chemische producten. Ignacio kan van het fruit en de groenten uit zijn tuin leven, maar daarnaast heeft hij ook een Depot met zakken met cacaobonen geoogst door de coöperatie APROCA. LATIJNS-AMERIKA © DGD / E. Pirsoul Permacultuur is een geheel van praktijken en denkbeelden die een waarlijk duurzame biologische landbouw willen tot stand brengen. Het systeem verbruikt zo weinig mogelijk energie en springt zorgzaam om met levende wezens en hun onderlinge relaties (bijvoorbeeld de cacaoboom groeit beter in de buurt van een bananenplant). Bedoeling is om een ecosysteem te creëren dat voedsel en andere nuttige bronnen voortbrengt, waarbij de ‘wilde’ natuur zoveel mogelijk ruimte krijgt. APROCA laat de cacaobonen enkele dagen fermenteren. © DGD / E. Pir soul In de rekken van de supermarkt u upermarkt De kwaliteit van de cacao o van APROCA is gewaarborgd en de grote rote namen amen in de chocoladesector hebben het bij het rechte eind! Pacari, een topproducent van fijne Ecuadoraanse chocolade, koopt 70% van de voorraad van APROCA. “We hebben bijna een persoonlijke band met 3.000 kleine producenten. We vinden het belangrijk om ze te kennen, hun veld te bezichtigen, de verwerking van de bonen te vervolgen om zeker te zijn van de kwaliteit. Soms is het bijna maatschappelijk werk. Daarom is het een voordeel voor ons om rechtstreeks contact te hebben met een coöperatieve zoals APROCA die kwaliteit biedt. Idealiter zouden we alleen met verenigingen werken”, verklaart Gabriela Paredes, assistente van de oprichter van het merk. “Pacari is ontstaan uit een echte passie voor chocolade van zijn oprichter. De keuze om enkel met bioproducten te werken, om een uitgesproken ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’ te dragen en om de kleine producenten te steunen en toch ‘goede’ chocolade te produceren, dat maakt deel uit van de visie en de opdracht van Pacari. We hebben geen fairtradelabel omdat we aan CARU PA PAC ACAR RU, een musst van van fijne jne Ecu Ecuadoraanse choco ch h col colade, olade gebruik r ikt kt c cac aca a ac acao cao van van goede kkwa waliteit van klei lei eine kwe eine kwekkers als Ignacio Ignacio. rechtstreekse handel (‘direct trade’) doen, waarbij we ervoor kiezen de kleine producenten beter te betalen voor hun kwaliteit”. Zo komt het dat de cacao van Ignacio en van honderden van zijn collega’s verwerkt is in de repen luxechocolade met intense smaak die te vinden zijn in de rekken van de Ecuadoraanse supermarkten en in de delicatessenzaken in Latijns-Amerika en zelfs in Europa (bv Marcolini in België), de Verenigde Staten en Australië. In een middeninkomenland zoals Ecuador heeft dit programma Ignacio en andere kleine producenten de kans gegeven trots te zijn en waardig te leven van hun teelt, met slechts een klein duwtje in de rug. ELISE PIRSOUL ONLINE www.pacarichocolate.com www.aprocaecuador.com Drogen en sorteren van de cacaobonen. © DGD / E. Pirsoul Permacultuur “Vroeger moest ik iemand betalen om e etalen de cacaostekken te snoeien. Nu zijn z het de anderen die mij vragen om dit te e doen. En ik wordt er ook voor betaald”, vertelt v een trotse Mártires Bautista Sol, een e andere en aangesloten producent. “Vroeger ge had ger ik een klein stukje land en moest es est ik in een cementfabriek werken n om mijn brood te verdienen, nu u kan ik van mijn teelten en mijn jn knowhow leven. Maar ik ben niet e et afhankelijk van de cacao. Alss de oogst minder goed is, heb ik nog n fruit en groenten om te verkopen.” © DGD / E. Pirsoul goede certificaten. Voorheen kwamen de kleine producenten nauwelijks toe met de opbrengst van hun grond. Ze waren afhankelijk van de wisselende koers van cacao, die vaak aan de lage kant was. “APROCA geeft 0,47 dollar per 450g pulp tegen 0,39 dollar elders”, zegt Ignacio. De bonen van Ignacio worden vervolgens gefermenteerd, gedroogd en gesorteerd en dan aan de verwerkers verkocht. Met het ‘bio’-certificaat en zelfs het ‘biodynamisch’-certificaat (Demeter-Rainforest Alliance) en de kwaliteitswaarborg die APROCA biedt, kan de productie voor een goede prijs worden verkocht. Met Belgische steun kon het aantal leden van 60 naar 150 worden verhoogd. “En we zouden graag onze huidige voorraad van 120 ton per jaar verdubbelen”, zegt Francisco Peñarrieta, commercieel directeur van APROCA en zelf ook producent. In het raam van een ‘coöperatieve’ aanpak kent APROCA de productievelden van iedereen. Met de hulp van België hebben 84 boerderijen een certificaat inzake organische productie kunnen krijgen; er werden 100.000 kleine cacaobomen en 6.000 fruitbomen geplant. De leden worden opgeroepen elkaar te helpen en krijgen specifieke opleidingen om de productie te verbeteren. De cacao verkocht door de coöperatie behaalt zelfs awards door zijn uitstekende kwaliteit. dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 9 De verscheidenheid van de Andes © Roger Calvez – IRD Wie van landkaarten houdt merkt meteen dat het Latijns-Amerikaanse continent op een NoordZuidas gelegen is en zich grosso modo uitstrekt over een gebied tussen de Steenbokskeerkring en de Kreeftskeerkring. Hier zijn de verschillen op het gebied van milieu en klimaat doorgaans minder uitgesproken dan op andere plaatsen van de wereld. Toch is het zo dat door de hoogteverschillen een opvallende verscheidenheid is ontstaan, en dat geldt des te meer voor de Andes. DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING IN LATIJNS-AMERIKA Landbouwlandschap in de vlakte van Machachi en Ecuador. 10 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3 België onderhoudt van oudsher nauwe banden met deze regio. Al vanaf de 16de eeuw legden religieuzen, handelaars en kunstenaars uit de Zuidelijke Nederlanden de eerste contacten met het continent. Maar niet zo lang geleden, in het begin van de vorige eeuw, werkte ons land ook mee aan de oprichting van de Universidad Agraria van La Molina (Lima), die vandaag de dag nog steeds symbool staat voor het landbouwkundig onderzoek in Latijns-Amerika. De Belgische Ontwikkelingssamenwerking is hoe dan ook al sinds 1965 officieel actief in de regio, toen ze in Peru programma’s inzake technische bijstand en universitaire samenwerking opstartte. Nadien volgden Bolivia (1974) en Ecuador (1977). Dat zijn vandaag de enige partnerlanden van ons land in Latijns-Amerika. Er zijn zoveel gebieden waarop deze landen en België hebben samengewerkt, dat we ze niet allemaal kunnen opnoemen. Momenteel is de bilaterale samenwerking actief op het gebied van gezondheidszorg, plattelandsontwikkeling, beheer van de natuurlijke rijkdommen en steun aan KMO’s. LATIJNS-AMERIKA Eén reliëf, verschillende samenlevingen De Andes roepen meestal meteen het beeld op van een berglandschap met besneeuwde bergtoppen. Dit gebied dat ruim genomen zeven landen omvat (Venezuela, Colombia, Ecuador, Peru, Bolivia, Chili en Argentinië), wordt gekenmerkt door verschillende milieutypes: woestijnachtige kustgebieden, vochtige bosgebieden langs rivieroevers, hoogvlakten en een deel van de Amazonevlakte. Door deze verscheidenheid aan milieutypes leeft er uiteraard ook een heterogene bevolking met verschillende leefwijzen. In Peru bedraagt het nationaal armoedecijfer 31,3 %, maar op het platteland meer dan 55 % (2011). In de Andeslanden waar de Belgische Ontwikkelingssamenwerking aanwezig is – Bolivia, Ecuador, Peru - zien we dat het begrip ‘inclusie’ de jongste tijd een almaar groter politiek thema wordt, als spiegel van de verscheidenheid. Zo hebben Bolivia en Ecuador de verschillen zelfs verankerd in hun grondwet: Bolivia werd in 2009 omgedoopt tot plurinationale staat en, net zoals Boliva, nam Ecuador van het inheemse wereldbeeld het begrip Buen vivir (Goed leven) over. ‘Goed leven’ beoogt de ontwikkeling van een inclusief ‘sociaal en solidair’ economisch systeem dat in harmonie is met Moeder Aarde (Pachamama). Beide landen hebben er hun nationale ontwikkelingsplannen op afgestemd. In Peru stelde de regering van Ollanta Humala een aantal programma’s op die een groei tot doel hebben die zoveel mogelijk mensen ten goede komt. Deze drie landen hechten ook veel belang aan burgerschap (ciudadanía) en breken zo met de vorige regimes. Deze ontzegden immers lange tijd het merendeel van de bevolking de status van burger en sloten velen zelfs uit van het openbare leven. Dat al deze landen het Andesgebergte met elkaar delen, betekent niet dat ze sterk op elkaar gelijken en dat er geen fundamentele verschillen zouden zijn. Zo is Bolivia, in tegenstelling tot de andere Andeslanden, een ingesloten land dat niet aan zee grenst, wat ondanks de enorme natuurlijke rijkdommen van het land vaak als een hinderpaal voor de ontwikkeling wordt beschouwd. De Andes in enkele cijfers Omdat statistieken vaak meer zeggen dan naakte feiten, volgen hierna een aantal cijfers die de verschillen tussen de landen aantonen. Pays inkomen2, die is opgemaakt door het Ontwikkelingscomité van de OESO. Twee van de 18 partnerlanden van België, Ecuador en Peru, vallen sinds januari 2012 onder deze categorie, wat Argentinië Chili Colombia Venezuela RB Bolivia Ecuador Peru 8,6 % [34,9%] 11,5% [20,2%] 37,3% [49,7%] 27,8% [48,6%] 42,4% [62,4%] 37,1% [49%] 31,3% [54,7%] Bevolking (miljoen inwoners - 2011) 40,7 17,2 47 28,3 10 14,6 29,4 Levensverwachting bij de geboorte (in jaren - 2011) 76 79 74 74 (2010) 67 76 74 Groei van het BNP (jaarlijks % - 2011) 8,9 6 5,9 4,2 5,1 4,8 6,9 44,5 (2010) 52,1 (2009) 55,9 (2010) … 56,3 (2008) 49,3 (2010) 48,1 (2010) 45 44 87 73 108 84 80 Armoede - 2010 [2002] Ongelijkheid (Gini-coëfficiënt) Menselijke ontwikkeling (HDI - plaats in de ranglijst van 181 landen - 2011) Persvrijheid (plaats in de ranglijst van 197 landen– 2012) Doing business (plaats in de ranglijst van 185 landen– 2011) 67 117 104 (gedeel-telijke (gedeel-telijke (gedeel-telijke pers-vrijheid) pers-vrijheid pers-vrijheid 116 33 44 168 (geen persvrijheid) 94 127 91 (gedeel-telijke (gedeel-telijke (gedeel-telijke pers-vrijheid pers-vrijheid pers-vrijheid 179 155 134 43 Bronnen: Wereldbank (2012), Freedom House (2012), CEPAL (2011), UNDP (2011) het debat voedt over wat internationale Dat alle Andeslanden de jongste tijd een samenwerking nog te bieden heeft eens sterke groei kenden en de armoedecijfers een dergelijk ontwikkelingsniveau is de jongste jaren een dalende trend verbereikt. tonen, neemt niet weg dat armoede nog steeds een groot probleem We mogen evenwel niet uit is. In Peru bedraagt het natihet oog verliezen dat er nog De meeste onaal armoedecijfer 31,3 %, heel wat werk moet worden maar op het platteland meer verricht inzake bestrijding landen van dan 55 % (2011), in Ecuador armoede en ongelijkLatijns-Amerika van bedraagt de plattelandsheid, de toegang tot kwalizijn landen met armoede 45% (2012) en in tatieve basisvoorzieningen, Bolivia 66,4 % (2009). een middelhoog met name in de gezondheidssector, of inzake de Ongelijkheid is wijdverinkomen. strijd tegen ondervoeding. breid in de regio, met name Het is natuurlijk zaak de thein Colombia en Bolivia, ma’s en de benaderingen aan te passen waar de gecreëerde rijkdom het meest aan de veranderende sociaal-economiongelijk verdeeld is. Dat de vrijheden nog sche context. Zo stippelt België momenbroos zijn blijkt uit de jaarlijkse rangschikteel de krachtlijnen uit om deze categorie king van Freedom House, hoewel Chili het landen te steunen via onder meer de strijd ter zake vrij goed doet. Wat de vrijheid van tegen de klimaatverandering, de investeondernemen betreft is er sprake van een ring in sterkere instellingen en expertise, duidelijke breuklijn tussen de landen die de technologieoverdracht en de steun aan ondernemingszin en directe buitenlandse de lokale privésector. investeringen aanmoedigen (Peru, bijvoorbeeld) en de landen die forse beperANNELIES DE BACKER, kingen opleggen (de ALBA-landen1). ERIC DE MUYNCK EN ALAIN SCHMITZ Welke samenwerking is het meest aangewezen voor deze middeninkomenslanden? Een grote meerderheid van de LatijnsAmerikaanse landen staat momenteel op de lijst van landen met een middelhoog 1 De Alianza Bolivariana para los Pueblos de “Nuestra América” (Alba), voornamelijk Ecuador, Bolivia, Venezuela, Cuba, Honduras en Nicaragua 2 Categorie van landen waar elke inwoner gemiddeld ten minste 4000 dollar per jaar verdient. dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 11 © DGD / E. Pirsoul LATIJNS-AMERIKA Ijs bij de vis! BELGIË GEEFT PLATTELANDSBEVOLKING DUWTJE IN DE RUG De kleine vissers van Esmeraldas kunnen zelf hun vis niet bewaren. Als ze zelf over ijs zouden beschikken, hoeven ze geen beroep te doen op tussenpersonen en kunnen ze grotere voorraden verse vis aan de kopers aanbieden. Soms volstaat een klein duwtje in de rug. © DGD / E. Pirsoul Moeilijk bestaan Hoewel Ecuador tegenwoordig tot het kransje van de betere middeninkomenslanden behoort, is er nog steeds armoede. De verschillen tussen de inkomens van plattelandsbewoners en van de stedelijke bevolking blijven groot. Daarom startte de Belgische Ontwikkelingssamenwerking in 2006 het Programa de Desarrollo Rural del Norte del Ecuador (PDRN). Met 14 miljoen euro probeert het uitvoerend agentschap BTC samen met vijf provinciale overheden de levenskwaliteit van de plattelandsbevolking te verbeteren. PDRN wil vooral de lokale economie stimuleren via zeer uiteenlopende sectoren: koffie, cacao, bonen, aardappelen, maïs, rijst, fruitbomen, visvangst, zuivel, bananen en artisanale producten, en gemeenschapstoerisme. Er worden ook verschillende projecten uitgevoerd rond voedselzekerheid om de armste bevolkingslagen te beschermen tegen ondervoeding. Naast België dragen ook de provinciale overheden en meestal de begunstigden zelf bij aan de investeringsprojecten. Zo hoopt men dat de projecten ook op lange termijn stand houden. Het programma duurt tot eind 2015, geschat wordt dat op dat moment zo’n 16.000 personen een stabieler inkomen zullen hebben. SARA VAN DEN EYNDE - BTC ONLINE www.btcctb.org Rocafuerte, een dorp in Esmeraldas, een van de armste provincies van Ecuador. De zon is nog maar net opgekomen en de boten van de vissers keren terug naar de kleine haven. Mannen zijn met een 4x4 uit de stad gekomen, ze spreken de vissers aan en willen de vis kopen, op ijs leggen en meenemen. ‘Omdat we de vis niet kunnen bewaren, moeten we hem vlug verkopen. We zijn afhankelijk van de tussenpersonen die de prijs bepalen,’ legt een visser uit. In het dorp zelf is het ijs duur en van slechte kwaliteit, en naar de stad heen en weer rijden is evenmin een optie. De meeste mensen hier werken in de visserij. De stiel wordt overgedragen van vader op zoon. De moeders leren hun dochters vis en garnalen kuisen. Elke dag staat vis tot drie keer toe op het menu. Maar vandaag is het niet makkelijk om van de visvangst te leven: het water is minder visrijk, de intensieve garnalenteelt vervuilt de zee, de concurrentie met de grote vissersschepen is oneerlijk, op zee wemelt het van de piraten, de tussenpersonen bepalen de prijs.... ‘Een visser verdient belachelijk weinig’, zegt Espeuci 12 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3 Valencia, voorzitter van de vissersvereniging Calamar. ‘Mijn vader kan me niet laten studeren’, voegt Isabela Prado, dochter van een visser, eraan toe. Velen verlaten dan ook het dorp om hun geluk te zoeken in de grote steden. IJsfabriek Maar binnenkort wordt een private ijsfabriek opgericht in Rocafuerte. PDRN (zie kader) betaalt de helft, de rest wordt bijgelegd door de provincie en de vissers zelf. ‘Hier hebben we lang op gewacht. We zullen onze vis niet meer vlug en elk apart moeten verkopen. Met het inrichten van een koudeketen kunnen we samen visvoorraden aanleggen en een gemeenschappelijke prijs voorstellen. Later kunnen we dan aan een ruimere commercialisering denken… Misschien zelfs tot in België’, zegt een breed lachende vertegenwoordiger van een van de elf kleine vissersverenigingen die de aanvraag voor deze fabriek hebben ingediend. Binnenkort hebben zij als eersten baat bij de fabriek… en zullen zij zelf de eerste aandeelhouders zijn! ELISE PIRSOUL © Fondo Indígena / M. Fasol LATIJNS-AMERIKA Project ‘Buen Vivir’ in Guatemala, gefinancierd door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en het Fondo Indígena. DE INHEEMSE VOLKEREN tussen traditie en moderniteit Waar komen ze echt vandaan? Uit archeologisch oogpunt blijft deze vraag onbeantwoord. In 1492 noemde Christoffel Columbus de volkeren in Amerika ‘Indios’, Indiërs in het Nederlands, omdat hij na een homerische oversteek van de Atlantische Oceaan geloofde in India te zijn aanbeland. Sindsdien is de westerse wereld deze volkeren blijven associëren met begrippen als ‘arm’, ‘achtergebleven’ en ‘primitief’. De werkelijkheid is echter helemaal anders. In het jaar 1000 van onze jaartelling hadden de indianen al hun eigen neolithische revolutie ontwikkeld die leidde tot diverse beschavingen over het volledige halfrond: de Azteken en de Maya’s in Midden-Amerika, de Inca’s in ZuidAmerika, om slechts de meest gekende namen te citeren. Door maïs te ontwikkelen uit teosinte, een grasachtige bergplant, hebben de indianen een zodanig wonder verwezenlijkt dat archeologen en biologen meerdere decennia nodig hadden om erover te debatteren. De impact ervan op wereldniveau was niet minder spectaculair. Een impact die wellicht belangrijker was dan die van de landbouw in de Andes, met aardappelen en bonen als basis, of van de landbouw in het Amazonegebied, gericht op de maniokteelt. Hun meest opmerkelijke intellectuele prestatie is en blijft de uitvinding van het cijfer nul. In Amerika werd het cijfer nul voor het eerst officieel aangetroffen op een Maya-gravure uit 357 na Christus, en zou bijgevolg ouder kunnen zijn dan de nul uit het Sanskriet. Er bestaan overigens monumenten van vóór onze tijdrekening die gemerkt zijn hetzij met een nul, hetzij met datums die werden berekend volgens een kalendersysteem dat gebaseerd is op het bestaan van het cijfer nul. Het brutale contact met Columbus had oneindig veel gevolgen, die fataal waren voor de afstammelingen van de stamouders die deze verschillende neolithische revoluties op gang hadden gebracht. Een bloeiend universum met een buitengewone biodiversiteit, een dynamisch samenspel van talen, handel en cultuur, werden na Columbus uitgewist door ziektes of overheersing. Dit was zo ingrijpend dat binnen het tijdsbestek van een paar generaties noch de veroveraars, noch de onderdrukte volkeren enig idee hadden dat dit universum ooit had bestaan. Met een buitengewone veerkracht slaagden de indianen erin weerstand te bieden aan de kwellingen van de kolonisatie en de postkolonisatie, dankzij de kostbare kennis en talenten die zij van hun voorouders hadden geërfd. Zij die er heelhuids van afkwamen werden echter verbannen naar de meest afgelegen, vijandige streken. Benadeelde, maar onmisbare actoren Na eeuwen van stilte en onzichtbaarheid behoren vandaag meer dan 50 miljoen mensen tot één van de 400 etnische groepen (of inheemse volkeren) in Latijns-Amerika die weer de kop opsteken. Zij trachten de discussie over hoe het continent was en welke rol zij daarin speelden weer op te starten. Zo pogen ze een aansluitingspunt te vinden tussen de duizendjarige traditie van hun culturen, enerzijds, en de uitdaging om in de toekomst en in een moderne wereld te leven, anderzijds. De inheemse volkeren zijn vandaag niet te missen actoren op de sociaal-politieke en economische scène in Latijns-Amerika. Temeer daar de ‘inheemse eisen’ niet alleen de baten voor hun eigen gemeenschappen betreffen, maar hoe langer hoe meer voorstellen inhouden die de maatschappij in haar geheel en de structuur zelf van de staten kunnen beïnvloeden. De multiculturele en multi-etnische maatschappijen die zij voor oog hebben, bieden immers niet alleen een antwoord voor hun eigen armoede of marginalisering. Meer algemeen stellen zij de machtsrelaties in vraag die gebaseerd zijn op rassendiscriminatie, etnische intolerantie of op de overheersing van een cultuur door een andere. De ‘inheemse kwesties’ die thans opduiken, zijn ingegeven door een ideaalbeeld van hoop op verandering voor veel mensen. De internationale samenwerking kan hiervoor niet onverschillig blijven en heeft zeker een belangrijke rol te vervullen. VALDI FISCHER MEER INFO OVER DIT ONDERWERP : La emergencia indígena en América latina. José Bengoa. 2007. 1491 – Nouvelles révélations sur les Amériques avant Christophe Colomb. Charles C. Mann. Albin Michel. 2007. Les semences du “Buen Vivir”. Marc Fasol en Valdi Fischer. Fondo Indígena. 2012 (verschijnt binnenkort). dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 13 © PROTOS Water voor iedereen De leerlingen van de school in Sandoval zijn zeer enthousiast over hun nieuwe sanitaire voorzieningen (op de achtergrond). In Ecuador hebben veel mensen geen toegang tot drinkbaar water en zijn daardoor gedoemd om te leven in slechte hygiënische omstandigheden. De ngo PROTOS doet er alles aan om het ‘blauwe goud’ ter beschikking te stellen. We gaan op bezoek in de provincie Esmeraldas, in het noordwesten van Ecuador. E en nog niet geasfalteerde weg leidt ons naar San Vicente, een klein dorpje met 43 gezinnen. Eenmaal aangekomen, steken we de rivier via een hangbrug over. Vooral niet naar beneden kijken en je goed vasthouden is de boodschap. Eens we de vaste ondergrond aan de overkant bereiken, genieten we van de weelderige vegetatie met mangobomen, cacaoplanten en kleurrijke bloemen. Doel: de drinkwaterinstallatie van het dorp. El presidente – het dorpshoofd - vertelt hoe het systeem werkt: “Het water wordt uit de rivier gepompt en gezuiverd. Vervolgens gaat het water naar een opslagtank die hoog boven het dorp gelegen is, hoog genoeg om het gemakkelijk naar alle huizen te laten stromen.” Mensen hebben hier niet de gewoonte om voor water te betalen omdat ze menen dat het een basisrecht is. PROTOS heeft heel wat inspanningen moeten leveren om de inwoners duidelijk te maken dat ze niet betalen voor het water, maar voor de dienst van de waterverdeling. Piedad, een medewerkster van PROTOS, voegt eraan toe: “Vòòr onze tussenkomst in 2011 hadden de inwoners een oude drinkwatervoorziening waarbij het water niet eens gezuiverd werd.Het rivierwater wordt immers voor van alles en nog wat gebruikt en is sterk vervuild, niet verwonderlijk dat de bewoners regelmatig met ziektes te kampen hadden.” Een groepje kinderen springt in de rivier en begint met water te spelen. Wij hebben zin om hetzelfde te doen want de zon staat inmiddels al hoog aan de hemel en het is echt warm. Hygiëne Op naar de volgende bestemming: Sandoval. Daar bezoeken we een schooltje dat 48 leerlingen en 2 leraars telt. Hier werden drie toiletten, een douche en een wasbak geïnstalleerd, bevoorraad met water uit de rivier. Voor drinkwater gebruikt men water uit bidons. 14 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3 “Het was geen gemakkelijke opdracht om de kinderen het belang van hygiëne bij te brengen”, zegt een medewerker van de school. “Want thuis hebben ze dikwijls geen toilet (ze gaan gewoon in de vrije natuur) en hebben ze zeker niet de gewoonte om achteraf hun handen te wassen.” Droogtoiletten Nog voor de middag rijden we verder richting Zapallo, waar een groepje vrouwen de was doet in de rivier. De Ecuadoraanse overheid heeft fondsen gekregen van de Verenigde Naties om het dorp tegen 2013 te voorzien van een drinkwaterinstallatie. Eerder dit jaar startte PROTOS er een proefproject met ecologische toiletten. “We hebben negen families kunnen overtuigen om een droogtoilet te gebruiken”, zegt Piedad. “Dat is veel hygiënischer dan klassieke wc’s want je hebt geen water nodig om door te spoelen en er is dus ook geen afvalwater. Urine en uitwerpselen worden gescheiden en naar aparte ondergrondse LATIJNS-AMERIKA PROTOS © DGD / S. Buyst © DGD / S. Buyst Met de slogan “Water, DE hefboom tot ontwikkeling”, pleit PROTOS voor een duurzaam waterbeheer zowel in het Noorden als in het Zuiden. In Ecuador steunt de ngo ontwikkelingsprogramma’s die de lokale bevolking een betere toegang tot water en sanitaire voorzieningen bieden. Dit verbetert aanzienlijk de levenskwaliteit want het vermindert het risico op ziektes en zorgt ervoor dat de mensen het beschikbare water optimaal benutten voor hun landbouw. Verder bevordert PROTOS de samenwerking tussen alle betrokken partijen en probeert het de lokale gemeenschappen meer zeggenschap te geven over hun waterbeheer. Een dompelpomp trekt water uit de rivier naar de zuiveringsinstallatie in Chumundé. Badkamers We rijden verder richting Chontaduro waar we een rondleiding doorheen het dorp krijgen en hier en daar huisjes binnengaan die uitgerust zijn met een eigen toilet en douche. Het zijn mooi versierde, maar toch vrij primitieve badkamers. We zijn verbaasd om in één van de huisjes een wasmachine aan te treffen. Dat is heel uitzonderlijk in dergelijke gehuchten. In heel het dorp zijn 43 sanitaire voorzieningen geplaatst. Dompelpomp WATER EN SANITAIRE VOORZIENINGEN ZIJN EEN MENSENRECHT Op naar de laatste halte van de dag: een drinkwaterinstallatie in het dorp Chumundé. Om de installatie te bezoeken, moeten we met z’n allen een kano in om een paar honderd meter verder aan de overkant aan wal te gaan. Ondertussen varen we voorbij de dompelpomp die vast hangt aan een vlot. Er werd voor een drijvende constructie gekozen omdat de rivier tussen het regen- en droogteseizoen een hoogteverschil heeft van 10m. De dompelpomp pompt water uit de rivier naar een hoger gelegen punt waar het chemisch behandeld en gefilterd wordt. De installatie werd gebouwd in samenwerking met de bewoners. Om kosten te besparen werkt het systeem niet 24 uur op 24. De gemeenschap staat immers zelf in voor de uitbating en het onderhoud. We steken onze handen even onder het stromend water ter verfrissing en zetten opnieuw koers naar de hoofdstad Quito. 2013 werd door de Verenigde Naties uitgeroepen tot “Internationaal Jaar voor de Watersamenwerking”. Bedoeling is de bewustwording rond het belang van internationale samenwerking versterken. Voorbeelden van goed waterbeheer en succesvolle samenwerking zullen in de schijnwerpers staan. Speciale aandacht gaat uit naar goed waterbeheer, financiële samenwerking en het werken aan nationale en internationale wettelijke kaders waarbinnen watersamenwerking mogelijk is. Ook Europa heeft aandacht voor de waterproblematiek, althans zijn burgers. Europese vakbonden, milieuorganisaties, armoedebestrijdingsgroepen, vrouwenorganisaties en gezondheidsorganisaties, alle scharen ze zich achter het ‘Europees Burgerinitiatief voor het mensenrecht op water en sanitatie’. Op 10 december 2012 werd het ondertekend door de burgemeesters van tien grote Europese steden1. Ook u kunt het initiatief ondertekenen en meehelpen om ‘water’ op de agenda van de Europese Commissie te plaatsen. Want water en sanitaire voorzieningen zijn een mensenrecht, in Europa en overal ter wereld. Online : www.unwater.org/watercooperation2013.html www.right2water.eu/nl STEFANIE BUYST ONLINE www.protos.be 1 Amsterdam, Brussel, Kopenhagen, Genua, Gent, Leicester, Moita, Nantes, Napels, Parijs en Wenen dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 15 © Juri Samsonov - Fotolia.com compartimenten geleid.” We vragen ons af hoe het dan zit met geurhinder en insecten. “Dat wordt tegengegaan door droog materiaal (gras, aarde, bladeren) over de uitwerpselen te strooien. Eenmaal gedroogd en ontsmet, dienen de uitwerpselen als meststof voor de moestuin.” Graciela, één van de begunstigden, toont ons trots haar moestuin die in volle bloei staat. “Samen met andere proeffamilies heb ik een opleiding gekregen om het ecologisch toilet correct te gebruiken”, zegt ze. Als het experiment bij de inwoners van het dorp in de smaak valt, zal PROTOS verder investeren in droogtoiletten. Zo niet, zullen klassieke toiletten met waterspoeling geïnstalleerd worden. Via een plaatselijke organisatie helpt de ngo Trias kleine aardappelkwekers aan meer inkomsten. 30 JAAR ONTMOETINGEN In 2007 was de Belgische Ontwikkelingssamenwerking 30 jaar actief in Ecuador. Een uitstekende aanleiding om – in 2010 – een fotoboek uit te geven: Encuentros, van de fotografe Angela Tillieu. Schitterende beelden in zwart-wit geven een overzicht van de verwezenlijkingen gedurende 30 jaar. U vindt hieronder een selectie. Wilt u graag een exemplaar van het fotoboek? Doe dan mee aan onze wedstrijd. Na overstromingen in 2008 voorzag België noodhulp via de VN-organisatie voor Voedsel en Landbouw FAO om kleine boeren bij te staan. 16 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3 Via de VN-organisatie voor Vrouwen UNIFEM – voorloper van UN Women – werkt België aan gelijke kansen voor meisjes en jongens. LATIJNS-AMERIKA In de grensstreek werden projecten opgezet (rond water, koffiekweek enz.) om de integratie tussen beide landen te bevorderen, met steeds aandacht voor het milieu. WIN EEN PRACHTIG FOTOBOEK Met microkrediet kunnen plattelandsbewoners een zaak opstarten, onder meer voor rieten matten en meubels. WE VERLOTEN 50 FOTOBOEKEN ENCUENTROS (126 PAGINA’S) – VERGEZELD VAN HET TEKSTBOEK VAN 86 PAGINA’S - ONDER DE INZENDINGEN DIE OP ALLE VIJF VRAGEN HET JUISTE ANTWOORD GEVEN. ALLE ANTWOORDEN ZIJN TERUG TE VINDEN IN DIT NUMMER. 1. Wat is de oorspronkelijke betekenis van ‘Mindalae’? 2. Hoe heet de fijnste cacaovariëteit die in Ecuador wordt gekweekt? 3. Wat is buen vivir? 4. Wat zijn de páramos? 5. Wat betekent ALBA? Stuur uw antwoorden en adres vóór 28 februari 2013 naar [email protected] of met de post naar DGD: DGD – Wedstrijd D4.4 Karmelietenstraat 15 1000 Brussel. Tijd voor ontspanning na een moeilijke periode door overstromingen (zie foto p.16, links onderaan). In de loop van maart 2013 plaatsen we de winnaars op onze website en versturen we de boeken. dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 17 LATIJNS-AMERIKA Pioniers met een handicap Soms gebeuren er dingen in het leven waardoor mensen zich beginnen in te zetten voor een zaak waar ze geen bijzondere affiniteit mee hadden. In 1998 is Lenín Moreno het slachtoffer van een gewapende overval waarna hij zijn benen niet meer kan gebruiken. Enkele jaren later raakt Nadia Hadad, ontwikkelingswerker in Senegal, betrokken bij een auto-ongeval en blijven haar ledematen verlamd. Ze kennen elkaar niet, maar ze zijn dezelfde strijd aangegaan. © IVAN FRANCO/epa/Corbis Toen ik op het terrein ging, heb ik vastgesteld in welke m mate mensen met een h handicap naar de rand van de samenleving worden geduwd. LENÍN MORENO verschillende Latijns-Amerikaanse landen samenwerkingsovereenkomsten inzake mensen met een handicap heeft gesloten. De rechten van mensen met een handicap in de ontwikkelingssamenwerking Nadia Hadad werkt als vrijwilligster in een bestuursfunctie voor PHOS (Platform Handicap en Ontwikkelingssamenwerking), een Belgische ngo die in 1994 werd © N. Hadad L enín Moreno is vicepresident van Ecuador. Tijdens zijn mandaat dat met de presidentsverkiezingen begin dit jaar zal aflopen, streed hij voor de erkenning van de rechten van mensen met een handicap via een reeks vernieuwende initiatieven en beleidsmaatregelen. “Toen ik op het terrein ging, heb ik vastgesteld in welke mate mensen met een handicap naar de rand van de samenleving worden geduwd. Sommigen sliepen in echte krotten, anderen waren aan hun bed vastgebonden om te vermijden dat ze eruit zouden vallen, zei men dan.” De programma’s in Ecuador spitsen zich toe op verschillende aspecten: de preventie van een handicap, een betere levenskwaliteit voor mensen met een handicap, maar ook hun integratie in de samenleving via kunst en sport. Met de programma’s wordt ook de integratie in het beroepsleven aangemoedigd, meer bepaald via de hervorming van het arbeidsrecht, dat alle bedrijven met meer dan 25 werknemers verplicht ten minste 4% personen met een handicap in dienst te nemen. Maar het grootste succes boekte Lenín Moreno in juni 2012 toen de nationale Raad met eenparigheid van stemmen een wet heeft goedgekeurd die de rechten van mensen met een handicap waarborgt. Een en ander kent nu een vervolg buiten de grenzen van dit kleine Andesland dat met PHOS probeert de problematiek van de handicap te laten meewegen in de Millenniumdoelen. 18 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3 opgericht en die ijvert voor de rechten van mensen met een handicap binnen de ontwikkelingssamenwerking. “Wat mij aan de aanpak in Ecuador opvalt, is dat de problematiek van mensen met een handicap niet wordt vernauwd tot de fysieke toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit, maar dat ze wordt gezien als een thema dat in alle domeinen wordt meegewogen: vervoer, openbare gebouwen en diensten, onderwijs, tewerkstelling en zo meer”, licht Nadia Hadad toe. Ze herinnert eraan dat Ecuador in 2008 het VN-Verdrag en het aanvullende Protocol heeft bekrachtigd, een jaar eerder dan België, en dat het land een zeer ambitieus actieplan heeft goedgekeurd. Deze dynamiek is volgens haar te danken aan de actieve inzet van een prominente persoon zoals Lenín Moreno. Er zijn maar weinig landen met een dergelijk boegbeeld. Iemand zoals Wolfgang Schäuble, de Duitse minister van Financiën, die zelf in een rolstoel zit, heeft volgens haar het land “toegankelijk” gemaakt. PHOS probeert onder andere de problematiek van de handicap te laten meewegen in de Millenniumdoelen. Daarnaast analyseert ze de verschillende samenwerkingsprogramma’s van België (in Benin, Tanzania…), waarbij met name de naleving van artikel 32 van het VN-Verdrag van 2006 inzake de rechten van mensen met een handicap wordt nagestreefd. Dit artikel behelst het meewegen van deze problematiek in de ontwikkelingssamenwerking. Er is weliswaar vaak een verschil tussen de theorie en de praktijk, maar ervaringen zoals in Ecuador of Oeganda (waar bijvoorbeeld in de wetgeving is verankerd dat geen enkele partij een zetel in het Parlement krijgt als ze niet ten minste door een vrouw en een persoon met een handicap wordt vertegenwoordigd) stemmen hoopvol. Ze kunnen zelfs richtinggevend zijn voor België waar volgens PHOS deze dimensie nog niet wordt meegewogen. ERIC DE MUYNCK LATIJNS-AMERIKA INDALAE © Mindallae ae N og voor de komst van de Inca’s werd handel van verscheidene producten (zout, katoen, hout, etc.) mogelijk gemaakt door ‘Mindalae’. Deze rondreizende handelaars waren spilfiguren in de precolumbiaanse culturen. Ze brachten producten van het Andesgebergte naar de kust en van het noorden naar het zuiden. Ze vervulden ook de rol van boodschapper omdat ze allerlei nieuws met zich meedroegen. Belgische steun Het Mindalaemuseum werd opgericht met de hulp van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking1 en kadert in een project voor de versterking, herwaardering en promotie van traditioneel ambachtswerk uit Ecuador. Het museum herbergt geen © Mindalae © Mindal Mindalae ae © Mindal d ae a ambachtswerk met een identiteit Dat de inheemse bevolking van Ecuador een rijke voorgeschiedenis heeft, is alom bekend. Verre voorouders getuigen van een uitzonderlijke diversiteit in taal en cultuur. In het Mindalaemuseum in Quito kunnen toeristen én de lokale bevolking een mooi staaltje geschiedenis meepikken. archeologische stukken maar toont aan de hand van ambachtswerk de verschillende tradities en rituelen van de bevolkingsgroepen van de drie grootste Ecuadoraanse regio’s: de kuststreek, het Andesgebergte en het Amazonewoud. Het is een atypisch project omdat de bevordering van cultuur doorgaans geen prioriteit is voor ontwikkelingssamenwerking. Het vond echter steun vanwege de economische impact ervan: het museum steunt de kleine ambachtsman door hun producten via fair trade te verkopen en verbetert zo de levenskwaliteit van een groot deel van de bevolking dat in armoede leeft. En dat initiatief is geslaagd: doordat ambachtslieden hun werk op regelmatige basis (en niet meer eenmalig) verkopen, ontvangen ze een soort van loon. Dat kan het equivalent zijn van een minimumloon (300 dollar), maar is toch een belangrijke bron van inkomsten voor mensen die dikwijls van het platteland komen, niet naar school geweest zijn en in een familiale context produceren. Zo kunnen ze hun gezin onderhouden. Identiteit Bovendien krijgen de ambachtslui feedback van de koper. Zo kunnen ze hun product verbeteren en inspelen op de modetrends zoals kleuren van bepaalde stoffen aanpassen aan het seizoen. Dikwijls wordt ook een technische fiche bij het product gevoegd om de etnische achtergrond te verduidelijken. Dit geeft niet alleen een toegevoegde waarde aan het product maar zo wordt ook een deel traditie meegegeven van de inheemse bevolking van Ecuador. Het ontdekken van die culturele diversiteit heeft vooral succes bij jongeren. Om de kosten te dekken, vinden er dikwijls evenementen plaats in het museum. Dit kan gaan van scholenbezoeken met workshops tot recepties voor internationale instellingen zoals de Europese Unie. “Het is de bedoeling om de cultuur binnen het museum ook daarbuiten kenbaar te maken”, zegt Catalina Sosa, directrice van de Stichting Sinchi Sacha (zie kader). “Op die manier leeft het museum en zorgt het voor interactie met zijn bezoekers zodat ze via ambachtswerk tradities van uiteenlopende Ecuadoraanse bevolkingsgroepen kunnen leren kennen, zich eigen maken en doorvertellen.” STEFANIE BUYST Sinchi Sacha Sinchi Sacha is een ngo die op strategische wijze bijdraagt tot duurzame ontwikkeling in Ecuador. De organisatie is gespecialiseerd in de bevordering van ecotoerisme, fair trade van ambachtswerk, het herstel van cultureel erfgoed en ook het genereren van inkomsten voor de armen. De vereniging bestaat momenteel uit een netwerk van 120 kleine producenten waarvan een meerderheid vrouwen zijn. Sinchi Sacha betekent “Machtig Oerwoud” in Quechua, een precolumbiaanse taal gesproken door bewoners van het Andesgebied. Het was de belangrijkste voertaal ten tijde van het Incarijk. ONLINE www.mindalae.com 1 Tussen 2004 en 2007 heeft België 600.000 euro geschonken. Het project verliep in samenwerking met de gemeente Quito en de ngo Sinchi Sacha (zie kader), die nu het museum beheert. dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 19 © Fondo Indígena / M. Fasol VAN WOUD TOT BERGTOPPEN: DEZE NATUUR IS GOUD WAARD BTC - Pieter Van de Sype De unieke natuur van het Andesgebergte en het Amazonewoud speelt een essentiële rol, zowel lokaal als internationaal. herverdeling van de warmte op aarde. De Biodiversiteit: van woud… bomen dragen bij aan dit natuurlijke proces Wat zo wonderbaarlijk is, is dat elke soort door kooldioxide om te zetten in zuurstof. zijn eigen specifieke biotoop heeft gecreeerd om niet te moeten concurreren met andere soorten. Dat is misschien ook de …tot bergtoppen reden waarom bepaalde gebieden in De tropische Andes beschikt over een uithet Amazonewoud, zoals het Yasuni-park, zonderlijke rijkdom aan inheemse planten beschouwd worden als een van de pleken gewervelde diersoorten, en is terzelfder ken met ’s werelds grootste biodiversiteit. tijd zeer kwetsbaar. Daarom beschouwt de Bomen hebben hier geleerd om in het water VN-Conventie inzake Biodiversiteit haar te overleven om zodoende geen ruimte in te als een prioritaire zone voor de beschernemen van andere bomen, planten hebben ming van de biodiversiteit. Heel eigen de hoogte opgezocht aan de Andes zijn de en groeien op bomen, páramo’s, uiterst rijke ‘endemische’ dieren ecosystemen gelegen Biodiversiteit is (dieren die alleen hier op een hoogte tussen gunstig voor de voorkomen) lijken zo 3.500 en 5.000 meter, weggelopen uit de net onder de gletsjerstabiliteit van prehistorie. Volgens grens. In en om de het klimaat in de David Romo van de beken afkomstig van hele wereld. universiteit van Quito het smeltwater leven er “zijn in Yasuni haarveel inheemse soorten, den van biodiversiteit voornamelijk insecdoor de eeuwen heen intact gebleven. Dat ten, die uitstekend zijn aangepast aan een verklaart waarom het park zo’n genetische extreme omgeving van vrieskou, intens schatkamer is.” (zie kader) brandende zon en strakke winden. De Het Amazonewoud, vaak ‘de long van páramo’s filteren het smeltwater en liggen onze planeet’ genoemd, is goed voor een zo aan de basis van het totale waterstelsel derde van de tropische wouden op aarde van de regio. Globaal genomen leveren de en 60 % van de totale bosoppervlakte. Het ecosystemen in de bergen water voor de grootste woud ter wereld speelt ook een helft van de wereldbevolking. cruciale ecologische rol. Nadat de regen in de grond gedrongen is, verdampt hij. Zo Latijns-Amerika: hotspot van wordt er warmte vrijgegeven in de atmoklimaatverandering sfeer. Omdat de tropen twee derde van De uitzonderlijke landschappen, tusde wereldwijde regenval over zich heen sen besneeuwde toppen en gigantikrijgen, komt er heel veel warmte vrij. De sche maagdelijke wouden in, maken tropen zijn zo de belangrijkste bron voor de Latijns-Amerika bijzonder gevoelig voor 20 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3 KLIMOS een onderzoeksplatform rond klimaat en ontwikkelingssamenwerking KLIMOS is een onderzoeksplatform van KULeuven, VUB, UGent en Katholieke Hogeschool Sint-Lieven. Het platform werkt beleidslijnen uit voor de integratie van aanpassings- en mitigatiemaatregelen in de ontwikkelingssamenwerking. Sinds 2011 heeft KLIMOS een toolkit samengesteld om “duurzame ontwikkeling” te integreren in de ontwikkelingsprogramma’s. klimaatverandering en natuurrampen. Gabriel Jaramillo, expert in milieu en risicobeheer bij het VN-Ontwikkelingsprogramma UNDP in Ecuador, volgt het smelten van de gletsjers op. “De voorbije 20 jaar zijn de gletsjers veel kleiner geworden,” zegt hij, “En dat heeft een impact op het hele waterstelsel in het land. Te beginnen bij de páramo’s die met elke graad meer slinken en nu zo goed als verdwenen zijn. De effecten op de bodemkwaliteit zijn nu al zichtbaar en landbouwers moeten steeds hoger gaan om vruchtbare grond te vinden. Op dit ogenblik is de kwaliteit van het water dat in Ecuador uit de gletsjers stroomt nog goed. Veel studies tonen echter aan dat we in de komende jaren te kampen zullen krijgen met drinkwaterproblemen. Sterke regen heeft al aardverschuivingen veroorzaakt. Maar het is niet allemaal de schuld van de geografie, ook de capaciteit van een land om zich tegen rampen te verdedigen, kan de risico’s verergeren.” LATIJNS-AMERIKA El Niño, letterlijk ‘kindje Jezus’, die naam kent toch iedereen? Hij verwees oorspronkelijk naar een ongevaarlijke warme kuststroom die na Kerst langs de kusten van Peru en Ecuador stroomt. Bij uitbreiding duidt El Niño op een geregeld voorkomend weerfenomeen dat gekenmerkt wordt door abnormaal hoge zeewatertemperaturen in het oostelijke deel van de Stille Zuidzee. Vandaag komt het ‘enfant terrible’ vooral in het nieuws in zijn meest geduchte vorm die veel vernieling aanricht bij de Ecuadoraanse bevolking. Want onder invloed van de wereldwijde klimaatverandering komt El Niño nu veel vaker voor en is ook krachtiger, en veroorzaakt hij droogtes en overstromingen. Ook andere continenten laat El Niño niet ongedeerd. Zo verstoort ‘El Niño Modoki’ - een opwarming van het centrale deel van de Stille Oceaan rond de evenaar - de wereldwijde luchtcirculatie. Het fenomeen leidt vooral tot grote droogte in Australië en India omdat de moessonregens er ontregeld worden. © BTC – Pieter Van de Sype Het Andesgebergte is de grootste bergketen ter wereld, met een lengte van 7.100 kilometer en gemiddelde hoogte van 4.000 meter. De hoogste top verheft zich tot 6.962 meter (in Argentinië). De keten begint in het noorden van Venezuela en doorkruist Colombia, Ecuador, Peru, Bolivia, Chili en Argentinië tot in het zuidelijk puntje van het continent. Veel bergtoppen zijn vulkanen. REDD+ REDD (Reducing Emissions from Deforestation and Forest Degradation) werd opgevat als een manier om financieel voordeel te halen uit de koolstofvoorraad opgeslagen in de wouden. REDD wil de landen van het Zuiden aanzetten om te investeren in duurzame ontwikkeling door hun koolstofuitstoot als gevolg van ontbossing te beperken. REDD+ gaat verder dan gewoon de strijd aan te gaan met ontbossing en omvat ook de bescherming en het duurzame beheer van de wouden en de verbetering van de koolstofopslag in de wouden. REDD werd voor het eerst op tafel gelegd in 2005 tijdens de klimaatonderhandelingen in Montreal. In Cancun, in 2010, werd een beslissing over REDD+ goedgekeurd. Over de financiering op lange termijn en de eventuele opneming in de koolstofmarkt werd echter nog geen akkoord bereikt. Verband tussen biodiversiteit en klimaatverandering We kunnen de klimaatverandering niet tegengaan zonder oog te hebben voor de biodiversiteit, zo simpel is het. Jaramillo:“De biodiversiteit beschermen, dat is de ecosystemen beschermen. En deze ecosystemen (zoals wouden) houden de koolstofreserve in stand. De ontbossing is goed voor 20% van de uitstoot van broeikasgassen. Daarbij komt dat de lokale bewoners voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van de ecosystemen waarvan ze deel uitmaken. Weet u, de aardbol is één groot klimaatsysteem. Zelfs het verre “kennis, innovatie en praktijken van de inheemse gemeenschappen die belang hebben bij het behoud en het duurzame gebruik van de biodiversiteit.” De top stelde voor om deze rol te versterken en bevestigde dat de inheemse bevolkingsgroepen hun grondgebied in eigen handen moeten kunnen houden. Sindsdien beseffen zowel de bevolking in de Andes als de politieke wereld meer en meer hoe belangrijk de natuurlijke rijkdommen zijn. En dus zijn Bolivia en Ecuador (vaak meer in theorie dan in de praktijk) voorstander van een systeem gebaseerd op ‘Buen vivir’ (een inheemse levensvisie gebaseerd op sociale banden en harmonie tussen mensen en ecosystemen) en de ‘rechten van de natuur’. De overheden van de Andeslanden en organisaties van inheemse volkeren waren dan ook aanwezig op Rio+20 met concrete eisen in de hand. Mitigatie en aanpassing België maakt deel uit van dat systeem. Als jullie er bijvoorbeeld niet in slagen om de uitstoot van de industrie in jullie land te beperken, kunnen jullie dat compenseren door een ander land te helpen om zijn biodiversiteit te behouden. Biodiversiteit is gunstig voor de stabiliteit van het klimaat in de hele wereld.” Rio en de rol van de inheemse bevolking De idee werd ook op tafel gelegd op de top van Rio in 1992 en de top van Rio+20 in september 2012. De top van 92 leidde tot het Klimaatverdrag en de Conventie inzake Biodiversiteit. Agenda 21 erkende de belangrijke rol van de “We strijden tegen klimaatverandering aan de hand van twee belangrijke pijlers, verzachting en aanpassing, waarbij we ons baseren op de nationale strategieën”, zegt VN-deskundige Jamarillo. MITIGATIE OF VERZACHTEN Acties om de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering te verzachten of te voorkomen (bv. ontbossing tegengaan) AANPASSING Acties om natuurlijke en menselijke systemen aan te passen aan eventuele klimaatveranderingen (bv. dijken bouwen, de landbouw diversifiëren) dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 21 LATIJNS-AMERIKA Brazilië VAN WOUD TOT BERGTOPPEN 63% 3% 6% 6% Peru Guyana 2% Colombia Suriname 1,5% Bolivia Ecuador 1,5% Venezuela Frans Guyana Het Amazonewoud bestrijkt een oppervlakte van 6,7 miljoen km² in 9 landen / gebieden. 7% 10% Samen met de wouden van het Congobekken en Zuidoost-Azië vormt het Amazonewoud een groene gordel die de aarde omringt. “Verzachting of mitigatie bestaat meer specifiek uit globale bescherming, bijvoorbeeld door ontbossing tegen te gaan of hernieuwbare energiebronnen te ontwikkelen. Technologie en technologieoverdracht staan daarbij centraal. De aanpassing van de bevolking aan de klimaatverandering heeft meer te maken met ontwikkeling: watervoorraad, aanpassing aan de landbouw.” België neemt deel aan de programma’s via een financiële bijdrage aan UNDP. Na de grote toppen werd er op internationaal niveau een fonds opgericht om de minst ontwikkelde landen te helpen bij hun nationale aanpassingsprogramma’s. Het fonds wordt beheerd door het Wereldmilieufonds. Sinds 2009 heeft België er al 25,4 miljoen euro toe bijgedragen. Tien uitvoerende agentschappen, zoals UNDP, het VN-milieuprogramma UNEP en de Wereldbank, helpen de overheden in het Zuiden om hun ontwikkelingsactiviteiten aan te passen aan het klimaat. België © Ma Marie-Isabelle arier Isabe Gomez Calvo Latijns-Amerika is uitermate gevoelig voor klimaatverandering en natuurrampen. Het continent kan ook de grootste hoeveelheid koolstof vastleggen. In de marge van de Rio+20 top heeft minister Magnette de indianenchef Raoni ontmoet. Met zijn 82 jaar blijft deze vechten voor de rechten van de Amazone-indianen en tegen de ontbossing van het Amazonewoud. Na afloop van het gesprek ontving de minister een Borduna, een traditionele gevechtsknuppel. 22 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3 werkt ook mee aan de invoering van mitigatiesystemen zoals REDD+ (zie kader) en heeft een dimensie ‘klimaatverandering’ toegevoegd aan zijn ontwikkelingsprojecten (zie KLIMOS). ELISE PIRSOUL ONLINE www.bolivie.ird.fr www.equateur.ird.fr Het initiatief ‘ITT Yasuni’ In het Ecuadoraanse deel van het Amazonewoud ligt Yasuni, een park van 9.820 km² met de grootste biodiversiteit. Op een oppervlakte van één hectare groeien meer boomsoorten dan op het hele Noord-Amerikaanse continent. Geen enkele andere plek ter wereld telt zo veel soorten vogels, insecten, kikkers, vissen en planten. Daar komen ook de laatste stammen voor die volledig afgezonderd leven van de beschaving (Huaorani). Jammer genoeg bevat dit gebied ook 20 % van de nationale oliereserve. Aardolie bedreigt het evenwicht van dit ecosysteem met zijn wegen, werkstations, gastarbeiders, waterverbruik (voor elk vat aardolie is 10 liter water nodig), vervuiling door afvalstoffen van aardolie, lekken… In bepaalde delen van het Yasuni-park wordt al naar olie geboord, met vernietigende gevolgen voor de biodiversiteit. Voor de ITT-gebieden (Ishpingo-Tambococha-Tiputini) stelt de Ecuadoraanse overheid een deal voor aan de internationale gemeenschap: niet raken aan de 846 miljoen vaten zwart goud onder de grond van de ITT-zone, maar als compensatie bijdragen aan een trust fund (beheerd door UNDP) om de omvorming van het energiesysteem in het land te begeleiden en bij te dragen aan het behoud van de biodiversiteit in het park. Het initiatief ‘ITT Yasuni’ wordt in Ecuador voorgesteld als een manier om de strijd aan te gaan met de klimaatverandering (vermeden netto-uitstoot). EP © DGD / E. Pirsoul LATIJNS-AMERIKA Op p de rivieren in het Gemeenschaps-ecotoerisme Het college dat pas ingehuldigd werd door de gemeenschap van de Añangu-indianen dankzij de inkomsten van het toeristisch project. Sociale gevolgen Het toerisme is maar het zichtbare deel van het gemeenschapsproject. Het verschaft werk aan 20% van de leden van de gemeenschap en zorgt voor ‘een goed loon’, zoals iedereen beaamt, maar er is ook ruimte voor sociale projecten. Zo wordt 40% van de inkomsten uit toerisme aan onderwijs besteed. “Oorspronkelijk hadden we het plan opgevat om onze kinderen naar school te laten gaan. Maar we zijn veel verder geraakt. Onze levenskwaliteit is er over het algemeen echt op vooruit gegaan,” bevestigt M. Galo, manager van de gemeenschapsprojecten. Enkele kilometers verderop in het regenwoud, veraf van de toeristische voorzieningen bevindt zich het ‘kloppend hart’ van de gemeenschap. Het volk zelf woont er her en der verspreid. Er is een college, een gezondheidscentrum, een internetzaal, allemaal gefinancierd met het project. Het college dat pas is afgewerkt, is het beste in de regio en biedt een richting ‘toerisme’ aan voor de laatstejaars. De leerlingen komen uit heel het Amazonegebied in Ecuador en zelfs uit de stad. “We hebben een internaat ingericht voor 38 leerlingen die van ver komen. Het is volledig kosteloos, we vragen de leerlingen alleen om een uur per dag mee te werken.” En het project breidt uit, aangezien nieuwe lodges in aanbouw zijn… Een specialiteit van de regio In een land waar ongerepte natuur welig tiert en de inheemse volkeren een evenwicht zoeken tussen welzijn en de bescherming van hun gemeenschap is het gemeenschaps-ecotoerisme in opmars. In het Amazonegebied, in de Andes of aan de kust, in luxueuze of meer bescheiden lodges dichtbij de bewoners staat het gemeenschapstoerisme blijkbaar een mooie toekomst te wachten. Goed voor de inheemse volkeren die de gronden van hun voorouders bezitten. Want vaak zijn ze arm en hebben ze moeite om een beter welzijn voor zichzelf te bewerkstelligen zonder te raken aan het milieu en hun traditionele leefwijze. Daarom steunt ook de Belgische Ontwikkelingssamenwerking ecotoerisme-projecten in Noord-Ecuador. ELISE PIRSOUL ONLINE www.turismocomunitario.ec www.napowildlifecenter.com © DGD / E. Pirsoul De wegen stoppen en maken plaats voor bos en weelderige natuur. Dan volgt een tocht van drie uur met de motorboot en de kano langs de ‘aguas negras’ van de zijarmen van de rivier Napo. Om ten slotte aan te komen op een paradijselijk plekje dat door de ‘eigenaars’ zorgvuldig wordt beschermd dankzij het… toerisme. Midden in het Parc Yasuni is het Napo Wildlife Center een toonbeeld van ecotoerisme dat door de inheemse stam Kichwa Añangu wordt beheerd. Vandaag is het een fantastisch toeristisch complex in de hogere prijsklasse dat ontdekkingstochten in het Amazonegebied aanbiedt, met respect voor de overvloedige natuur rondom. Maar het kwam wel niet zonder slag of stoot tot stand. “Gedurende 2 jaar hebben 8 vrijwilligers van de gemeenschap, onder wie ikzelf, onafgebroken gewerkt om de lodges of verblijfshutten te bouwen. Al het materiaal werd met de kano, de boot of te voet aangevoerd”, zegt lodge-manager Miguel Andy. “In Quito hebben we bedrijfsbeheer en Engels gestudeerd.” De winst gaat rechtstreeks naar de inheemse gemeenschappen die het centrum beheren. Een stukje verder met de kano ligt het Interpretacion Center, beheerd door de vrouwen van de gemeenschap. Ze stellen er verschillende aspecten van hun cultuur voor (dans, zang, voedsel, handwerk) en kunnen zo ook deelnemen aan het toeristische project. “Wij vrouwen willen in dit centrum onze gebruiken tonen en ze zo laten voortbestaan voor onze kinderen”, vertelt Mydia, een oudere vrouw. “Vroeger werkten onze mannen ver weg op een boorplatform. Nu zijn ze dicht bij ons en werken ze in het toeristische project. Ons voedingspatroon is verbeterd, we zijn gestopt met jagen, onze kinderen gaan naar school, we hebben een gezondheidscentrum en elektriciteit van zonnepanelen.” © DGD / E. Pirsoul Een door de gemeenschap geleid toeristisch complex dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 23 Om aids te bestrijden heb je democratie nodig Mark Heywood, Zuid-Afrikaans überactivist en ex-voorzitter van de UNAIDS Global Reference Group on Aids and HIV, is het niet eens met de optimistische conclusies in het jongste e UNAIDS-rapport. Volgens Heywood is het einde van de epidemie allesbehalve in zicht. “We hebben hiv nodig. Wie haar de rug toekeert, jaagt gezondheidszorg opnieuw in de schaduw en bevriest democratisering in de helft van de wereld.” Het jaarlijkse aantal nieuwe infecties is de laatste tien jaar gehalveerd. Ook het dodentol is spectaculair gedaald. Geen aids meer in 2015, luidt het bij UNAIDS. Een realistische voorspelling? De wereld is voor mensen met hiv sinds de jaren ‘90 enorm veranderd. Op dit moment zijn 7 miljoen mensen in behandeling met aidsremmers, 1,7 miljoen alleen al in Zuid-Afrika. In minder dan tien jaar tijd is het aantal hiv-besmettingen van moeder op kind gedaald van 40 naar 2,5 %. We hebben geavanceerde aidsremmers. We weten dat een besnijdenis het risico op besmetting bij mannen vermindert en binnenkort komt een revolutionair microbedodend middel uit dat nieuwe infecties bij vrouwen drastisch kan terugdringen. Heel belangrijk aangezien door aanhoudende genderongelijkheid vrouwen in sommige delen van de wereld nog altijd machteloos staan als het gaat over iets zo simpel als condoomgebruik. Vooruitgang valt niet te ontkennen, maar het is fout van UNAIDS om te dwepen met het einde van de epidemie. We zijn amper halfweg. Waar precies gaat het mis? Toegang tot informatie en medicijnen is tot op vandaag nog altijd een luxepositie voor wie deel uitmaakt van de mainstream samenleving. In sommige regio’s en bevolkingsgroepen vertraagt de preventie, neemt het aantal behandelingen af en zien we zelfs een opstoot van infecties en overlijdens. Wat overblijft zijn gestigmatiseerde groepen en inwoners van landen die niet hetzelfde niveau van openheid en democratie genieten als het Westen. Waarom zouden we voor hen minder verantwoordelijk zijn? Zeggen dat het einde van aids nabij is, is hetzelfde als deze mensen in de kou laten staan. Aidsactivisme heeft ons ook gedwongen om na denken over genderongelijkheid, seksuele ongelijkheid en democratie. Waarom presteren vooral het Midden-Oosten, Oost-Europa en Centraal-Azië zo slecht in de hiv-indexen van UNAIDS. Wat maakt deze regio’s zo kwetsbaar? Om hiv te bestrijden heb je openheid nodig, respect voor mensenrechten en democratie. Waar deze waarden ontbreken, raakt hiv in de marge. Mensen die besmet raken, worden behandeld als sociaal afval, criminelen en marginalen. Op die manier wordt hen alle toegang tot informatie, laat staan behandeling, ontzegd. Dat verklaart de alarmerende cijfers in die landen. Ook sociale fragmentatie of economische achteruitgang maakt landen kwetsbaar. 24 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3 Als er één ding is dat we van dertig jaar hiv-epidemie geleerd hebben is dat je zowel overheden als een civiele maatschappij nodig hebt. Zo is het aidsprogramma in China volledig in handen van de staat en beschouwt de Chinese overheid burgerinitiatieven eerder als bedreiging dan als gelijke partner. Het dient slechts voor één ding. Om te pronken telkens wanneer ze een diplomatieke missie uit het buitenland over de vloer krijgen. Dus de cijfers die UNAIDS publiceert zijn misleidend? Wat UNAIDS doet is wishfull thinking, een cijferwedloop verpakt in goedbedoeld optimisme. Sommige mensen staren zich blind op waar we nu staan. Alsof de voorbije vijftien jaar niet meer was dan een korte wandeling door het park. De strijd tegen aids is allesbehalve gemakkelijk geweest. De komende tien jaar zullen we zelfs nog harder moeten knokken, zeker met de economische crisis. Indien blanken als vliegen zouden sterven, was aids al lang geschiedenis geweest. Maar het zijn Afrikanen, homo’s, armen, junkies en sekswerkers. Al die jaren campagne voeren om slachtoffers van hiv een menselijk gezicht te geven zijn vergeten. Het wordt een onvermijdelijke strijd om aandacht. Ter gelegenheid van Wereldaidsdag werd er ook in België weer solidair gebreid, gedanst, gezongen en gezwommen. Toch eist OPINIE © DGD / J-M. Corhay Mark Heywood is een monument van het ZuidAfrikaanse aidsactivisme. Hij sleepte president Mbeki voor het gerecht en zette zijn regering onder druk om gratis aidsremmers te verstrekken aan vijf miljoen hiv/aids-patiënten. Zeggen dat het einde van aids nabij is, is hetzelfde als deze mensen in de kou laten staan. klimaatverandering doorgaans meer aandacht op. Kunnen we spreken van aidsmoeheid? We neigen sterk naar een situatie waarin een hiv-epidemie in sommige delen van de wereld aanvaardbaar wordt. Als aids geen wereldbedreiging meer vormt, zullen mensen er minder van wakker liggen. Er sterven mensen aan aids, maar zolang dat in gemarginaliseerde gebieden gebeurt, is er geen reden meer tot paniek. Met tuberculose gebeurde een paar jaar geleden net hetzelfde. De organisaties waarvoor ik werk hebben duizenden levens gered maar vechten nu zelf om te overleven. De civiele samenleving moet nadenken over langetermijnoplossingen voor de wereld in plaats van te hoppen van crisis naar crisis. Wat als hiv geen aandacht meer krijgt? We hebben hiv nodig. Dankzij de strijd tegen hiv is gezondheid uit de schaduw van het publieke debat getrokken. Als je hiv wegneemt, komt het hele systeem van gezondheidszorg onder druk te staan. Aidsactivisme heeft ons ook gedwongen om na denken over genderongelijkheid, seksuele ongelijkheid en democratie. België heeft een democratische geschiedenis maar in landen als Botswana, Namibië en Zambia zijn de enige democratische initiatieven aidsprojecten. Zij zijn de enige die druk kunnen uitoefenen op hun overheden. Als we de energie die dertig jaar strijd heeft opgebracht, uit onze handen laten glippen, bevries je die kwetsbare democratiseringsprocessen die ook voor andere doeleinden nuttig kunnen zijn. mensen. Mensen die we alleen konden mobiliseren door hen een gezicht en een stem te geven. We lieten mensen met hiv in het openbaar spreken over hun angsten, over hoe hun kinderen stierven, over de pijn die ze moesten trotseren. Dan krijg je sympathie en begrip. Cijfers bewegen geen mensen, maar begrip voor elkaars leven wel. Meer en meer landen hebben de politieke wil en de middelen in huis, hoe is het mogelijk dat anno 2012 nog elke 20 seconden iemand overlijdt aan de gevolgen van aids? Een gebrek aan solidariteit. Aidsgewenning. Krimpende budgetten. Is alle hoop verloren? Blijkbaar zijn Afrikanen, homo’s, armen, junkies en sekswerkers minder belangrijk dan blanken. Waar is de solidariteit? Mijn kind ervaart pijn immers op dezelfde manier als jouw kinderen. In onze geglobaliseerde wereld bestaan geen geïsoleerde problemen. Wat mijn samenleving overkomt, heeft een effect op jouw samenleving en omgekeerd. We moeten ontwikkelingssamenwerking dringend herdefiniëren. Het zijn niet jouw mensen die mijn mensen geld geven. Het gaat om het delen van middelen, om een betere toekomst voor beiden. Over jouw mensen gesproken. Zuid-Afrika doet het goed wat hiv betreft. Jullie hebben gevochten. Tegen vooroordelen, de regering, armoede. Wat kunnen andere landen leren van jullie aanpak? Acht jaar hevige strijd tegen de overheid was nooit mogelijk zonder moedige We hebben de strijd nog niet verloren, maar we zijn wel op een keerpunt. Hoe dan ook hebben we gewonnen. 7 miljoen mensen die nu leven zouden dood en begraven zijn als aidsactivisten niet hadden gereageerd zoals ze gedaan hebben. We hebben nieuwe, nog meer ambitieuze doelstellingen nodig, maar cijfers zijn niet voldoende. Kwaliteit is waar het echt om gaat. De wereld heeft recht op kwaliteit. Kwaliteitsvolle gezondheidszorg die in staat is om medicijnen naar een ziekenhuis te brengen, kwaliteitsvolle informatie zodat personen die aidsremmers nemen beseffen dat die pillen hun leven en dat van anderen redden. En tot slot een overheid die haar verantwoordelijkheid opneemt om gezondheidzorg te controleren en faciliteren ondanks de crisis. TESS VONCK Het interview is een verkorte versie van het zaterdaginterview dat verschenen is op www.MO.be, de website van MO*-magazine. dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 25 © UGent Met de kennis die ze mee naar huis nemen, kunnen de studenten schade in de landbouw helpen voorkomen. Maar ook fundamenteel medisch onderzoek en indicatoren voor pollutie zijn toepassingen. Voor nematoden moet je in Gent zijn Al 20 jaar trekken studenten van heinde en verre naar de Universiteit Gent om er alles te leren over nematoden. De master Nematologie is één van de succesverhalen van de universitaire ontwikkelingssamenwerking. I n de lange leszaal heerst een gezellige drukte. Gebogen over hun microscoop onderzoeken de studenten preparaten van nematoden of rondwormen die ze zelf gemaakt hebben (zie kader). Enige techniek en behendigheid zijn onmisbaar om die minuscule diertjes te onderzoeken. En Gent blijkt dé plaats bij uitstek om die stiel te leren. In 20 jaar tijd volgden 261 studenten uit het Zuiden er de master Nematologie en nog steeds krijgt coördinator Nic Smol jaarlijks 150 aanvragen binnen1. ‘De bijval heeft in de eerste plaats te maken met de enorme schade die deze vrij onbekende wormpjes aan de landbouw in het Zuiden aanrichten’, zegt Smol. Waarom nematoden? In ontwikkelingslanden vallen zowat alle landbouwgewassen ten prooi aan nematoden: rijst, bananen, maïs, yam, koffie, groenten… Toch kennen vele boeren er deze ‘onzichtbare vijand’ niet. Als hun gewassen toegetakeld worden door nematoden, denken ze eerder dat insecten de schade veroorzaakt hebben of dat ze moeten bijmesten. Tot 80% van de oogst kan verloren gaan. Maar het belang gaat verder. Sommige insectparasitaire nematoden worden gekweekt om insectenplagen biologisch te bestrijden. En de vlot kweekbare Caenorhabditis elegans is een uitstekend modelorganisme voor fundamenteel 26 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3 Universitaire opleidingen voor ontwikkelingslanden De master Nematologie is maar één van de universitaire opleidingen die met de steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking georganiseerd worden. De onderwerpen zijn heel divers: transportbeheer, voedingstechnologie, ontwikkelingseconomie, menselijke ecologie… Voor elke opleiding zijn ook beurzen voorzien. In totaal krijgen jaarlijks om en bij de 2.000 studenten uit ontwikkelingslanden een beurs voor een universitaire opleiding of een doctoraat. MEER WETEN : Meer informatie vindt u op de website van de koepels van de Vlaamse en Franstalige universiteiten: www.vliruos.be en www.cud.be. onderzoek dat ook de gezondheid van de mens ten goede komt. Zo heeft men ontdekt dat de diertjes langer leven als men hen op dieet zet. Daarom probeert men de processen die daarmee gepaard gaan te ontrafelen. Ten slotte zijn de nematoden die in zee leven, uitstekende bio-indicatoren voor vervuiling. Impact in het Zuiden In hoeverre komt de investering in de opleiding ten goede aan het gastland? Nic Smol: “70% van onze studenten blijft op nematoden werken, 50% heeft een doctoraat behaald of is ermee bezig. Op internationale congressen over nematologie ontmoet ik vaak oud-studenten als ONDERZOEK Meer dan kennis Toch biedt een dergelijke opleiding meer dan kennis. Als vele oud-studenten terugkijken naar hun ervaring in Gent, borrelen vooral herinneringen op aan de menselijke contacten. Voor de meesten was het de eerste keer dat ze hun land verlieten Wat me het meest veranderd heeft, is niet het klaslokaal. Het zijn de mensen die ik ontmoet heb, in de studentenhome, op de bus, op verjaardagsfeestjes… en meteen belandden ze in een uiterst diverse multiculturele groep, die vaak heel hecht wordt. Ze ondervonden ook hoe een Westerse cultuur functioneert. Een internationale opleiding is duidelijk een oogopener op vele vlakken, die voor vrijwel alle deelnemers een mijlpaal in hun leven blijft. CHRIS SIMOENS ONLINE www.pinc.ugent.be 1 Een ‘master’ komt overeen met het vroegere licentiaat, dus de 2de cyclus universitair onderwijs. 2 VLIR-UOS : de Vlaamse universitaire ontwikkelingssamenwerking. Nematoden © UGent IDEEËN IN VRAAG STELLEN KAN alle toekomstige nematologen van de hele wereld opleidt”, zegt de Nederlandse gastprofessor Thomas Been. Neen, nematoden zijn geen regenwormen. Het zijn zogenaamde rondwormen. Van de ruim 25.000 bekende soorten meten de meeste hooguit 1 mm. Ze komen letterlijk overal voor: in bodem, lucht, ijs, warm water, zeeën… Als je blootsvoets op het strand loopt, krioelen er miljoenen nematoden onder je voeten. Een belangrijke groep zijn parasieten, ze leven ten koste van andere organismen. Veel landbouwgewassen zijn er het slachtoffer van – men spreekt dan over aaltjes -, maar ook mens en zoogdier kunnen er last van hebben. Een tweede groep is vrijlevend en speelt een voorname rol onder andere in de voedselketen en in afbraakprocessen van landbodems en sedimenten in zeeën en rivieren. © E. Abebe expert en spreker.” Waar mogelijk probeert men het onderzoek een duwtje in de rug te geven. Zo kunnen deelnemers een onderzoeksrugzak aanvragen bij VLIR-UOS 2 met onder meer een microscoop. De master in Gent wordt vooral gevolgd door universitairen en onderzoekers aan onderzoeksinstituten. De universitairen geven les aan de universiteit en dragen op die manier de opgedane kennis door. De onderzoeksinstituten wijden zich aan toegepast onderzoek en voorlichters dragen de resultaten over aan kleine boeren. Zo kunnen deze laatsten leren hoe ze een aantasting door nematoden kunnen herkennen en bedwingen. “In de Filipijnen heeft een student de velden afgeschuimd op zoek naar aangetaste gewassen. Daarna heeft hij een flyer gemaakt en verdeeld onder de boeren.” Nic Smol geeft toe dat ze de oud-studenten beter zouden moeten opvolgen, maar centen ontbreken. “Studenten binnen eenzelfde land zoeken elkaar zelden spontaan op, ze hebben een stimulans nodig. Toen ik eerder toevallig op de Filipijnen was, heb ik daar alle Filipijnse oud-studenten samengebracht. Ze zullen er nu een Filipijnse ‘Nematology society’ oprichten. Dat is uitermate belangrijk, het zou overal moeten gebeuren.” In Brazilië en Vietnam zijn dergelijke ‘societies’ al zeer succesvol. Een kleinere groep deelnemers komt van inspectiebureaus van douanes. In veel landen mogen met nematoden besmette planten niet ingevoerd worden. Invoer daarvan kan inderdaad veel schade aanbrengen. Zo is een nematode die naaldbomen aantast vanuit Japan terechtgekomen in China en Portugal. Maar veel landen hebben totaal geen expertise om de nematodebesmetting te herkennen. Gent biedt een welkome uitweg. “Je mag zonder overdrijven stellen dat Gent Eyualem Abebe na 20 jaar met vrouw en kind opnieuw in Gent. Eyualem Abebe (Ethiopië) volgde de allereerste master Nematologie in Gent. “We waren met 7, het was het testjaar”, vertelt hij. Sedert 2002 woont en werkt hij in de VS. “Maar het was niet mijn eigen keuze om uit te wijken. Mijn universiteit in Ethiopië, Bahir Dar University, heeft me plots om politieke redenen ontslagen. Ik moest wel elders werk zoeken.” Toch blijft hij in nauw contact met Ethiopië. Hij kent alle Ethiopische oudstudenten van de master Nematologie van Gent, en heeft er een informeel netwerk mee gevormd. Waar mogelijk ondersteunt hij hen via mail: hij stuurt vakliteratuur door – vakbladen zijn in Afrika meestal onbetaalbaar -, hij helpt hun resultaten te interpreteren en ze wisselen ideeën en methodes uit. Als er interessante congressen zijn, stimuleert hij hen eraan deel te nemen. “De impact die je kan hebben, hangt niet af van de plek waar je woont.” Eén van de oud-studenten is nu vice-minister van Landbouw in Ethiopië. Abebe kent hem heel goed. “Tot nu toe had de overheid weinig interesse voor de plantparasitaire nematoden. Met een ex-student als minister komt daar geleidelijk verandering in.” Volgens Abebe worden dergelijke opleidingen veel beter in het Noorden georganiseerd. “Les geven kan je overal, maar alleen in het Noorden leer je een andere cultuur kennen”, zegt hij. “In Ethiopië kan je nooit in twijfel trekken wat een ouder persoon vertelt. Of het nu waar of onwaar is wat een politicus, leraar of chef vertelt, je kunt er nooit over discussiëren. Wat een verschil met hier! Alleen door studenten korte tijd naar hier te brengen, kan je die gewoonten stilaan veranderen. Weet je, wat me het meest veranderd heeft, is niet het klaslokaal. Het zijn de mensen die ik ontmoet heb, in de studentenhome, op de bus, op verjaardagsfeestjes... Daar ontdekte ik een andere samenleving dan de mijne. In de traditie van mijn land is geen echte democratie mogelijk. En denk niet dat in Ethiopië de mensen elkaar meer steunen dan hier. Dat was misschien 30 jaar geleden zo, maar nu zijn er meer mensen voor dezelfde hulpbronnen. Met als gevolg meer competitie, meer ieder voor zich. Hier leer je dat samenwerken uiteindelijk veel meer opbrengt.” dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 27 TREND E G I L E B B O H T HE PAD R DE NAA 7 , 0 % Tijdens het begrotingsconclaaf van de regering in november 2012 deden onheilspellende berichten de ronde over een serieuze krimp van het ontwikkelingsbudget. Uiteindelijk werd 100 miljoen euro bespaard. Hoe worden de besparingen verdeeld? En wat is de weerslag op het engagement om 0,7% van het BNI uit te geven? • 1 miljoen euro minder voor evaluatiekosten: Er zal minder deelgenomen worden aan internationale evaluaties en minder geld worden uitgegeven aan grootschalige evenementen rond de resultaten van evaluaties. Het pad naar 0,7% De besparingen Het totale bedrag voor ontwikkelingssamenwerking voorzien voor 2012 bedroeg 1,478 miljard euro. In 2013 gaat daar 100 miljoen af. Deze som wordt als volgt verdeeld: • 40 miljoen euro minder voor de gouvernementele samenwerking (BTC): De Belgisch Technische Coöperatie krijgt in 2013 200 miljoen euro voor de financiering van haar tussenkomsten: projecten, programma’s… BTC voert inderdaad de gouvernementele samenwerking uit. Het bedrag werd bepaald op basis van de daadwerkelijke uitgaven van BTC tijdens de afgelopen jaren. Er zijn nu eenmaal factoren die de uitgaven kunnen belemmeren, waaronder de aanwezigheid in fragiele landen. Zo wordt sinds 2012 een aantal programma’s geblokkeerd als gevolg van de staatsgreep in Mali. • 30 miljoen euro minder voor vrijwillige bijdragen aan de multilaterale partnerorganisaties: België heeft momenteel 20 multilaterale partnerorganisaties waarvan er 5 gespecialiseerd zijn in humanitaire hulp. De besparingen van 30 miljoen zijn bestemd voor de 15 organisaties die specifiek met ontwikkeling bezig zijn zoals FAO en UNICEF. Hoe de resterende 67 miljoen euro verdeeld zal worden tussen de Belgische partnerorganisaties wordt momenteel nog door de administratie en de beleidscel bekeken. • 15,5 miljoen euro minder voor het Europees Ontwikkelingsfonds: De Europese Unie heeft zelf besloten de bijdrage die aan België gevraagd wordt voor haar ontwikkelingsbudget te verlagen. Meteen een besparing voor België. • 13,5 miljoen euro minder voor de humanitaire hulp: Humanitaire hulp wordt naargelang de noden en crisissen in de wereld in de loop van het jaar besteed. In 2013 zal dus iets minder geld kunnen uitgegeven worden. VOORZIEN ONTWIKKELINGSBUDGET 2013 (in miljoen euro) Voorbereiding, begeleiding, evaluatie 3 Gouvernementele samenwerking (BTC, begrotingshulp, leningen, Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid…) 413 Niet-gouvernementele samenwerking (Ngo’s, universiteiten, wetenschappelijke instellingen…) 249 Multilaterale samenwerking (Multilaterale partners, EOF, OESO…) 495 Privésector (Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden, Fair Trade…) Humanitaire hulp TOTAAL 28 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3 57 160 1.377 In 2002 besliste de regering Verhofstadt op een VN-top in Monterrey dat het ontwikkelingsbudget vanaf 2010 0,7% van het Bruto Nationaal Inkomen zou bedragen. Jammer genoeg bleek dat niet mogelijk. Maar België wil nog steeds de 0,7% halen in 2015, samen met de EU. Wat is de evolutie? In 2010 haalde België 0,63%, in 2011 nog 0,54%. Door de financiële crisis besliste de regering Di Rupo eind 2011 om de begroting van ontwikkelingssamenwerking voor 2012 en 2013 te bevriezen op het niveau van 2011. Uiteindelijk zouden de uitgaven in 2012 lager dan 0,50% uitvallen. Voor 2013 voorziet men exact 0,50%. Dat is 0,01% minder dan wat de EU verwacht van haar lidstaten voor dat jaar. Kan België toch nog de 0,51% halen die de EU oplegt? Dat kan als er 25,5 miljoen euro extra gevonden wordt. Zo denkt men aan een deel van de opbrengsten van de verhandeling van de C02-uitstootrechten. Het bedrag zou geïnvesteerd worden in projecten die ontwikkelingslanden helpen om zich aan te passen aan of om te strijden tegen de klimaatverandering. Al bij al zijn de besparingen in crisistijden vrij beperkt. Aan de niet-gouvernementele samenwerking (ngo’s, universiteiten…) werd niet geraakt. De intentie om 0,7% te halen blijft overeind. We zullen zien wat de toekomst brengt. CHRIS SIMOENS OP STAP MET VEE TELEN Waar ook ter wereld worden landbouwers met dezelfde uitdagingen geconfronteerd, met name om een manier te vinden om van hun landbouwopbrengst en van hun vee te leven. Dat is een realiteit in het Zuiden én in het Noorden, ook bij ons dus. O veral zoeken landbouwers oplossingen om deze uitdagingen aan te gaan en daarom is het belangrijk dat zij contact hebben met elkaar. Alvast één mogelijke oplossing voor de moeilijkheden die zij, zowel in Afrika als in België, ondervinden is de “korte keten”, zijnde een rechtstreeks contact tussen klant en kweker. Het biedt een alternatief voor de agro-industriële voedselketens en probeert het evenwicht tussen mens, dier en aarde te herstellen. In haar zoektocht naar oplossingen die internationaal van belang kunnen zijn, wil de ngo Dierenartsen Zonder Grenzen de kloof tussen Noord en Zuid helpen wegwerken. Met dit doel voor ogen nam de organisatie het initiatief voor een uitwisseling tussen landbouwers en dierenartsen uit Rwanda en hun Belgische collega’s. Van 1 tot 8 december 2012 trok ik voor de ngo samen met een dierenarts en twee landbouwerveetelers uit België naar Afrika voor een uitwisselingsexperiment rond veeteelt en diergeneeskunde. Ziehier enkele van mijn meest opmerkelijke indrukken: - “Wij leven op duizenden kilometers van elkaar! Een onwaarschijnlijke ontmoeting tussen de heersende opvattingen aan beide zijden! Nochtans vond deze ontmoeting zopas in Rwanda plaats. In België heeft een gemiddelde hoeve om en bij de 200 runderen en 55 hectaren grond. In Rwanda is dat één hectare grond, enkele geiten en konijnen en in het beste geval een koe. - “Onze doelstellingen zijn identiek: in onze behoeften kunnen voorzien en van ons werk kunnen leven. Hun problemen liggen in het gebrek aan infrastructuur en aan financiering, in de moeilijke toegang tot de gronden en in het ontbreken van middelen om hun landbouw te moderniseren.” © C. Collinet IN NOORD EN ZUID Het komt erop aan een aangepaste landbouw te ontwikkelen, die rekening houdt met de voedselzekerheid en het milieu en die genoeg opbrengt voor wie erin werkt. Wie ? Christiane Collinet. Landbouwer in Mierchamps, tegen la Roche-en-Ardenne in de provincie Luxemburg. Provinciaal voorzitster van de Union des Agricultrices Wallonnes, werkt ook twee dagen per week voor de provincie. Wat ? Nam deel aan een uitwisselingsproject tussen veehouders en dierenartsen uit België en Rwanda, georganiseerd door Dierenartsen Zonder Grenzen. Waarom ? Waar ook ter wereld worden landbouwers met dezelfde uitdagingen geconfronteerd. Samen kunnen zij oplossingen vinden om deze uitdagingen aan te gaan. • “Door deze reis heb ik dit land ontdekt waar 80% van de bevolking in de landbouw werkt, tegenover 3% bij ons. De ontmoetingen met het personeel van Dierenartsen Zonder Grenzen en met hun lokale partner IMBARAGA hebben mij het belang van hun projecten doen inzien. Dank zij hen kregen talrijke kansarme families twee geiten en twee konijnen ter beschikking, wat hen de mogelijkheid gaf de mutualiteitbijdragen voor hun kinderen te betalen, eten te kopen, beter te leven. Je zou voor minder de dieren verzorgen! Deze families kregen geen bijstand, enkel een steuntje in de rug om aan hun kwetsbare situatie te ontsnappen. “ • “Het komt erop aan een aangepaste landbouw te ontwikkelen, die rekening houdt met de voedselzekerheid en het milieu en die genoeg opbrengt voor wie erin werkt.” • “Ik hoop dat de monocultuur de traditionele teelten niet zal uitsluiten! Op het eerste gezicht kan dat rendabel lijken, maar monocultuur put de bodem uit en de impact op het milieu valt niet te verwaarlozen. Bovendien hebben de landen die op monocultuur zijn overgeschakeld één grote troef verloren: de voedselsoevereiniteit.” • “Wat een mooi land! Ik wil graag meewerken aan een project van Dierenartsen Zonder Grenzen. Ik werd vooral getroffen door het geluk van een familie die zich dankzij deze ngo had weten te bevrijden uit haar kwetsbare situatie. Ik voelde het optimisme van een vereniging als IMBARAGA die in de toekomst van haar land gelooft. Met dank aan Dierenartsen Zonder Grenzen voor deze boeiende en zeer verrijkende missie.” dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 29 Puntkomma NOODHULP IN DE GAZASTROOK © Hussien Amody/Demotix/Corbis Dankzij het noodhulpfonds van het Internationale Rode Kruis en de Rode Halve Maan (DREF, Disaster Relief Emergency Fund) heeft België 18.000 euro uitgetrokken voor de hulpverlening aan de slachtoffers van militaire operaties in de Gazastrook. Bij de gevechten in november vielen er meer dan 140 doden en een duizendtal gewonden. D e militaire confrontaties en de gewapende aanslagen in de Gazastrook begin november 2012 hadden ernstige gevolgen voor de burgers, die een hoge prijs betalen voor het conflict. Er vielen meer dan 40 doden en een duizendtal gewonden. In de Gazastrook, waar de situatie al bemoeilijkt werd door de blokkade die de Israëlische autoriteiten vijf jaar geleden hebben opgericht, ontbraken de noodzakelijke geneesmiddelen in de ziekenhuizen, alsook brandstof voor dringend ziekenvervoer. Bovendien werden meer dan 200 privéwoningen gedeeltelijk of volledig vernield door luchtaanvallen. Het Internationale Rode Kruis werkt nauw samen met de Palestijnse Rode Halve Maan en het Israëlische Magem David Adom. Het heeft regelmatig contact met de Palestijnse en Israëlische autoriteiten en roept de partijen van het conflict op om het Internationaal Humanitair Recht te respecteren, de burgers te beschermen en de veiligheid van de medische teams in de ziekenhuizen te garanderen. Meer dan 200 vrijwilligers zetten zich in de Gazastrook in om de bevolking te helpen die zich midden in de gevaarzone bevindt. De grote meerderheid van de slachtoffers werd in ambulances van de Palestijnse Rode Halve Maan vervoerd. Deze vereniging heeft ook geneesmiddelen en medische kits aan de ziekenhuizen geleverd. De noodhulp omvatte ook de onmiddellijke ondersteuning van 300 gezinnen – 2.000 personen – die dakloos werden door luchtaanvallen, en een directe hulpverlening aan 27.000 mensen die verzorging en medische behandelingen nodig hadden. Ten slotte werd ook 75.000 liter brandstof gestuurd voor de 40 ambulances die in de Gazastrook gestationeerd zijn en bijkomende brandstof voor de werking van de noodgeneratoren in ziekenhuizen en gezondheidscentra. JOËL TABURY Nieuwe wet ontwikkelingssamenwerking in de maak Een nieuwe wet van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking is bijna rond. De oude dateert van 1999. Sindsdien is er veel veranderd. enk maar aan de opkomst van nieuwe spelers zoals China en de Bill & Melinda Gates Foundation en de grote mondiale uitdagingen waaronder het klimaat, het milieu en de strijd tegen aids. In de nieuwe wet gaat veel aandacht naar D 30 JANUARI-FEBRUARI 2013 I dimensie 3 coherentie: ze wil vermijden dat andere beleidsmaatregelen het gunstig effect van ontwikkelingssamenwerking te niet doen. Ook mensenrechten en waardig werk krijgen een bijzondere plaats. Meer over de nieuwe wet in een volgend nummer. KLIMAATAKKOORD DOHA houdt opwarming niet tegen Slechts na een verlenging met 27 uur slaagden de bijna 7000 officiële deelnemers aan de 18de Klimaattop in Doha (Qatar) erin enkele resultaten uit de brand te slepen. “Een bescheiden en belangrijke stap in de goede richting”, vond federaal staatssecretaris van leefmilieu Wathelet. Maar volgens de ngo’s vooral een lege doos. Protestmars in Doha. Wat kwam er juist uit de bus? 1. Het Kyotoprotocol wordt verlengd tot 2020. Dat is de internationale overeenkomst om de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, onder meer via de verhandeling van uitstootrechten. De VS en China hebben nog nooit meegedaan, en nu trekken ook Japan, Canada en Rusland zich terug. Enkel de EU, Australië en enkele andere landen blijven aan boord. Samen vertegenwoordigen ze slechts vijftien procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Bovendien verandert er niets aan de limieten voor uitstoot: een vermindering van 20% tegen 2020. Dat is hoogstwaarschijnlijk te © UN Cop18/CMP8 Voorzitter Abdullah bin Hamad Al-Attiyah (rechts) naast Christiana Figueres, secretaris van het VN-Klimaatpanel, op de top in Doha. © UN Cop18/CMP8 V oorzitter Abdullah bin Hamad Al-Attiyah klonk uiterst tevreden na afloop van de top op 8 december 2012: “Doha heeft een nieuwe poort geopend naar meer ambitie en steviger actie, de Doha Climate Gateway.” Christiana Figueres, secretaris van het VN-Klimaatpanel, van haar kant riep de landen op om al wat afgesproken werd zo snel mogelijk uit te voeren. “Want de deur om de opwarming van de aarde te kunnen beperken tot minder dan 2°C staat nog nauwelijks open.” weinig om de opwarming tot minder dan 2°C te beperken. De EU haalt nu al bijna die limiet. 2. Streefdoel blijft om in 2015 een akkoord rond te hebben dat vanaf 2020 voor alle landen zal gelden. Er wordt ook gewerkt aan ambitieuzere manieren om de uitstoot te beperken. Daarvoor zullen veel workshops nodig zijn. En VN-secretaris-generaal Ban Kimoon zal in 2014 alle wereldleiders apart bijeenroepen om in 2015 zeker een akkoord te hebben. 3. Er komt nieuwe infrastructuur om technologie en geld naar de ontwikkelingslanden door te sluizen: een Groen Klimaatfonds in Korea en een Klimaattechnologiecentrum bij het VN-milieuprogramma UNEP. 4. De belofte werd herhaald dat de ontwikkelingslanden tegen 2020 de beschikking zullen hebben over 100 miljard dollar om zich aan te passen aan en te strijden tegen de klimaatverandering. Om de 8 jaar tot 2020 te overbruggen hebben een aantal landen waaronder Duitsland, Frankrijk, Denemarken, en de EU – en niet België -, 6 miljard dollar toegezegd. Maar de ontwikkelingslanden eisten 20 miljard. 5. Ten slotte waren er nog een aantal uiteenlopende kleinere resultaten, zoals 'de identificatie van manieren om de kwetsbaren beter te wapenen tegen de klimaatverandering' en 'het voornemen te werken aan technologieën om ontwikkelingslanden te helpen hun uitstoot te verminderen'. Het Belgische Platform Klimaatrechtvaardigheid reageerde ontgoocheld. “Het Kyotoprotocol werd verlengd, maar wat op tafel ligt remt nauwelijks de klimaatverandering af. Daarom roepen we de EU op om binnen het protocol een reductiedoelstelling van 30 procent in te schrijven”, klonk het. “Ook voor financiering na 2012 ligt bitter weinig op tafel. Dit is onaanvaardbaar. Het kan niet dat industrielanden tot 2020 de ontwikkelingslanden in de steek laten om het hoofd te bieden aan klimaatverandering.” Het Platform Klimaatrechtvaardigheid wordt gecoördineerd door 11.11.11 en CNCD11.11.11 en groepeert diverse organisaties waaronder Oxfam, CADTM, de vakbonden, Greenpeace en WWF. De wereld is nog steeds op weg naar een onomkeerbare opwarming van 4°C of meer, aldus het Platform. CHRIS SIMOENS ONLINE : www.cop18.qa www.11.be www.cncd.be dimensie 3 I JANUARI-FEBRUARI 2013 31 Aids in Rwanda FOTOTENTOONSTELLING BTC In september 2010 trok fotografe Ans Brys naar Rwanda om er vast te leggen hoe de Rwandezen omgaan met hiv/aids. Ontdek haar foto’s in het BTC-gebouw. Nog tot 28 februari 2013. Lees meer over aids op pagina’s 24 en 25 in dit nummer. BTC Hoogstraat 147, 1000 Brussel Op werkdagen, van 8u tot 17u www.ansbrys.com Een plattelandsbewoner in Zuid-Rwanda zal getest worden op hiv/aids. De organisatie Ubuzima biedt in de Rwandese dorpen gratis testen en voorlichting aan. De resultaten worden dezelfde dag nog bekendgemaakt, in een persoonlijk gesprek met de verpleegkundigen. Na de bekendmaking is er feest, iedereen danst en zingt. Ook de (enkele) personen die positief getest werden, zodat hun status geheim blijft voor hun dorpsgenoten... Hoewel de epidemie sinds 2005 gestabilieerd is, leeft nog steeds 3% van de Rwandezen met aids. DGD - DIRECTIE-GENERAAL ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN HUMANITAIRE HULP Karmelietenstraat 15 • B-1000 Brussel Tel. +32 (0)2 501 48 81 E-mail : [email protected] www.diplomatie.be • www.dg-d.be