Schrödinger vergelijking Tous Spuijbroek | Cursus Quantumwereld | Najaar 2013 Inhoud presentatie • Algemene opmerkingen • ‘Aannemelijk maken’ van de vergelijking • Oplossingen van de vergelijking De situatie rond 1925 – Stand van zaken • Electromagnetisme (Maxwell ±1865) • Quantisatie van energie (Planck 1900) • Relativiteit (Einstein 1905) • Golf/deeltje dualisme (Einstein 1905, De Broglie 1924) • Spectraallijnen waterstof (Balmer 1885, Lyman ±1910, Paschen 1908) • ‘Oude quantum theorie’: Bohr atoom, gequantiseerde ‘banen’ De situatie rond 1925 - Heisenberg (1901-1976) • zocht een consistent quantum-atoommodel • formuleerde en publiceerde in 1925 de basis van de moderne quantummechanica. • observabelen zijn (niet-commuterende) operatoren werkend op toestandsvectoren. • herkende zijn formalisme niet als ‘matrix mechanics’ maar Max Born wel. • het ‘magische artikel’, de basis van de moderne quantum mechanica, staat tot op de dag van vandaag bekend als tamelijk ondoorgrondelijk. • kreeg in 1933 de 1932-Nobelprijs: ‘…. for the creation of quantum mechanics…..’. De situatie rond 1925 - Schrödinger (1889-1961) • formuleerde in 1925 en publiceerde in 1926 een toegankelijker formulering van QM, op basis van een (soort) golfvergelijking • Formalisme werd bekend als ‘wave mechanics’. • de concepten die Schrödinger hanteerde werden beter herkend door de toenmalige fysici. • liet in 1926 zien dat WM mathematisch equivalent was aan MM. • kreeg samen met Dirac de 1933-Nobelprijs voor natuurkunde: "for the discovery of new productive forms of atomic theory"…..’. Achtergrond van de Schrödinger vergelijking (1) • ‘De Schrödinger vergelijking komt uit de geest van Schrödinger en de enige justificatie ervoor is dat hij werkt’ (Feynman). • deeltjes gedragen zich als golven • we zoeken dus een golfvergelijking, iets als • lineaire vergelijking (dus: superpositie) • energievergelijking: E totaal = E kin + E potentieel • πΈ= π2 2π + π met V een potentiaal zodat πΉ = − ππ ππ₯ Achtergrond van de Schrödinger vergelijking (2) • complexe golf: Ψ π₯, π‘ = π π(ππ₯−ππ‘) • ω is de hoekfrequentie π = 2ππ en k is het golfgetal π = 2π/π • de Broglie: π = β / ππ£ = β / π ππ’π π = β /π = βπ • partiële afgeleide naar x: πΨ ππ₯ = ππΨ • nogmaals partiële afgeleide naar x : • πΈΨ = π2 Ψ 2π + πΨ geeft πΈΨ = π2 Ψ ππ₯ 2 = −π 2 Ψ β2 π 2 Ψ − + πΨ 2π ππ₯ 2 = π2 − 2Ψ β (TISE) Achtergrond van de Schrödinger vergelijking (3) • πΈΨ = β2 π 2 Ψ − + 2π ππ₯ 2 πΨ of met ‘Hamiltonian’ H: π»Ψ = πΈΨ (TISE) We kunnen nog een stapje verder gaan: • Planck/Einstein πΈ = βπ = βπ • partiële afgeleide naar t: • πΈΨ = βπΨ = iβ • Invullen: iβ πΨ ππ‘ πΨ ππ‘ = −ππΨ πΨ ππ‘ = β2 π 2 Ψ − + 2π ππ₯ 2 πΨ (TDSE) Achtergrond van de Schrödinger vergelijking (4) • in 3 dimensies: πΨ(π₯,π¦,π§,π‘) πβ ππ‘ = β2 2 − π» Ψ 2π π₯, π¦, π§, π‘ + π(π₯, π¦, π§, π‘) β Ψ(π₯, π¦, π§, π‘) • één spinloos deeltje in potentiaal V • meerdere deeltjes: meerdere (gekoppelde) vergelijkingen • Ψ moet een complexe functie zijn • Niet helemaal een golfvergelijking: eerste afgeleide naar de tijd i.p.v. tweede • EM-golven: |πΈ|2 ππ₯ππ¦ππ§ is de elektrische energie per volume • Deeltjes-golven: |Ψ|2 ππ₯ππ¦ππ§ is de kans om een deeltje in het volume aan te treffen • Normalisatie: ∞ −∞ Ψ 2 ππ₯ = 1 Oplossen van de Schrödinger vergelijking (1) • slechts in een handvol gevallen analytisch oplosbaar, vaak met ‘moeilijke’ functies Voorbeelden: • Vrij deeltje (complexe golf) • Delta-potentiaal (bij scattering problemen) • Potentiaalputje, deeltje in een doosje, tunneling (sinus, e-macht) • Bolsymmetrische potentiaal/H-atoom (spherical harmonics, Legendre polynomen) • Harmonische oscillator Oplossen van de Schrödinger vergelijking (2) Als je niet analytisch kunt oplossen: • Benaderingen (bijvoorbeeld bij de periodieke potentiaal, bandenstructuur) • Storingsrekening (kleine wijziging op analytische oplossing) • Slimme tot zeer slimme wiskunde (WKB methode) • Numerieke methodes (voor in de klas: APPLETs) Oplossingen van de Schrödinger vergelijking (1) 1: vrij deeltje. • Oplossing: Ψ π₯, π‘ = π π(ππ₯−ππ‘) want zo hadden we de vergelijking gemaakt! 2: deeltje in een tijds-onafhankelijke potentiaal V(x) • Separatie van variabelen mogelijk: Ψ π₯, π‘ = π π₯ × π(π‘) • Neem π π‘ = π −ππΈπ‘/β ; de vergelijking reduceert tot de TISE • de ‘separatieconstante’ E blijkt de energie van de stationaire oplossing te zijn • omdat de Schrödingervergelijking lineair is zijn lineaire combinaties van oplossingen (ψi , Ei) ook goed maar die zijn niet meer stationair. 3: Deeltje in een doos (potentiaalput) 4: Tunnelbarrière : V(x) = V0 voor 0 < x < a; V(x) = 0 elders 5: Double slit experiment. Lijkt simpel: • vlakke golf • potentiaal V= ∞ overal maar V = 0 tussen (a+δ) en -(a+δ) • voor zover ik heb kunnen nagaan is er géén analytische oplossing bekend • het probleem is (pas) in 1979 numeriek opgelost door Hiley, Philippidis en Dewdney