Albert Vander Elst SCJ

advertisement
Albert Vander Elst SCJ
Onze spiritualiteit van Priesters van het H. Hart
Curia Generale SCJ
Roma – 2004
-----------------------------------Nota per i lettori
Ecco un altro fascicolo della serie che conterrà articoli, sussidi, ecc… riguardanti la
personalità e la spiritualità di p. Dehon, per dare la possibilità a tutti di una conoscenza
più approfondita del nostro p. Fondatore, in vista della sua Beatificazione – a Dio
piacendo.
1. P. Mario Panciera scj, P. Dehon e i Dehoniani. Un profeta dei tempi moderni.
2. P. Umberto Chiarello scj, Il Miracolo attribuito a P. Dehon. Iter processuale.
3. P. Egidio Driedonkx scj, El Padre Dehon y el Clero.
4. P. Manuel Joaquim Gomes Barbosa scj, Padre Dehon homem de Igreja.
5. P. Umberto Chiarello scj, Leone Dehon – Apostolo dei nuovi tempi (1843-1925).
6. PP. Tullio Benini scj –, André Perroux scj, Père Dehon, qui êtes-vous ?
7. P. Albert Vander Helst scj, Onze spiritualiteit van Priesters van het H. Hart
---------------------------
Onze spiritualiteit
van Priesters van het H. Hart
Vrienden die met ons samenwerken stellen ons soms de vraag:
waarin bestaat jullie spiritualiteit? vanuit welke ‘spirit’, welke geest, welke bezieling
werken jullie?
Een spiritualiteit laat zich niet gemakkelijk verwoorden. Wat volgt is een poging tot
antwoord.
Wij leven in een wereld die onaf is. Een wereld waar harmonie en heelheid zoek zijn. Het
scheppingsverhaal, in feite een soort blauwdruk van Gods bedoelingen met de schepping,
vertelt ons hoe de Geest Gods orde en harmonie bracht in de oer-chaos. “En God zag dat
het goed was”.
Onder de stuwing van de Geest gebeuren er inderdaad heel wat goede dingen in onze
wereld. Maar er blijven ook heel wat duistere hoeken over, waar de Geest Gods nog niet
is doorgedrongen. Waar het Licht nog niet is doorgedrongen. De mens leeft niet in
harmonie met zijn milieu.
Hij heeft moeite om in vrede te leven met zijn medemensen. Hij leeft dikwijls in. onvrede
met zichzelf.
Onze wereld is nog steeds een chaotische wereld.
Een wereld waar de onvrede van de mens met zichzelf, met zijn medemensen, met zijn
milieu, leidt tot steeds meer geweld in de samenleving. Zowel psychisch en moreel als
lichamelijk. Geweld in het gezin, in de werkkring, in het verkeer, tussen culturen en
volkeren. Geweld ook vanwege de “brainstorming”, die de consumptiemaatschappij, de
media en de reclame op de mens loslaten.
De wereld vandaag heeft een immense nood aan verzoening:
verzoening van de mens met zichzelf, met zijn medemensen, met zijn omgeving. En als
christenen voegen wij daaraan toe:
verzoening ook met God als stuwende kracht achter alle vormen van verzoening.
Welnu, als Priesters van het H. Hart willen wij, samen met vele mensen van goede wil,
werken aan verzoening.
Overal waar wij kunnen en met de middelen die tot onze beschikking staan.
Concreet willen wij opkomen, willen wij “hart en handen” hebben, voor mensen die te
maken hebben met de ene of andere vorm van geweld, en die bijgevolg niet in alle
vrijheid zichzelf kunnen zijn, mens kunnen worden zoals God het bedoeld heeft.
De mens is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis, zegt de Schrift. Daar waar dit beeld
geschonden wordt willen wij helend en genezend optreden. De gekwetste mens willen
wij opnieuw recht helpen.
Dat is onze huidige opvatting van het begrip “liefde en eerherstel”. Een begrip dat onze
oorspronkelijke spiritualiteit typeerde, maar dat nu dient her-taald te worden.
Onze betreurde pater Ludo Loyens noemde het treffend: “spitten naar leven”
Want verrijzenis dient nu te gebeuren, niet alleen in het hiernamaals. De opgestane Heer
wil dat mensen nu opstaan uit on-vrijheid en verknechting.
De bron en de kracht van ons handelen trachten wij te vinden bij Jezus van Nazaret die
zei : “Ik ben gekomen opdat zij zouden leven en leven in overvloed”.
Dit woord van Jezus was vooral bedoeld voor de mensen naar wie zijn voorkeur uitging :
de mens die overhoop ligt met zichzelf, die “geen stem heeft in het kapittel”, die verdrukt
en uitgesloten wordt, die zich verlaten voelt door God.
Aan al deze mensen wilde Jezus de onvoorstelbare goedheid van Gods Hart openbaren.
Daarom trad Hij overal genezend, helend en vergevend op, gaf Hij mensen een identiteit
en een plaats in de samenleving. En zo bracht Hij hen tot verzoening met zichzelf, met de
anderen en met God.
In zijn laatste boek “Beelden van Jezus”(Lannoo, 2002) legt de bekende geestelijke
auteur Anselm Grün er sterk de nadruk op dat Jezus vanwege God tot ons gekomen is om
ons op de eerste plaats te verzoenen met onszelf. Want dat is toch de onoverkomelijke
voorwaarde om tot verzoening te kunnen komen met de anderen. Wie overhoop ligt met
zichzelf ligt ook overhoop met zijn medemens. Wie zijn eigen weg niet vindt, vindt ook
de weg niet naar de medemens.
Als wij zeggen dat Jezus gekomen is om ons te “verlossen”, dan betekent dit dat Hij ons
komt bevrijden van al wat on-vrij maakt, van al wat ons belet “heel” te worden en
anderen “heel” te maken. En dat laatste is dikwijls te zoeken in onszelf. Wij zitten vb.
met schuldgevoelens die wij maar niet kwijt raken, wij kunnen onszelf niet aanvaarden
zoals wij zijn, het verleden met zijn frustraties speelt ons parten, wij kijken te veel naar
wat anderen van ons denken en verwachten.
En ga zo maar door ...
Ik denk hier aan wat Roger Burggraeve schrijft over wat hij noemt “verlossing op het
niveau van de verantwoordelijkheid in de eerste persoon” (“Eigen-wijze liefde”, Acco,
2000).
Bij zijn bespreking van de welbekende parabel van de barmhartige Samaritaan merkt hij
op dat die drie, de priester, de leviet en de Samaritaan, op weg waren elk naar hun eigen
doel, volgens hun eigen planning.
Zij zijn het beeld van elke mens die zijn bestaan probeert te realiseren. Elke mens wordt
van binnen uit gedreven om te slagen in het leven. Hij wordt gedreven om een gelukkig
en geslaagd leven te realiseren.
Roger Burggraeve noemt dat “de verantwoordelijkheid in de eerste persoon”, namelijk de
verantwoordelijkheid die ik heb jegens mezelf om mezelf zo goed mogelijk te ontplooien.
De voorwaarde evenwel om die verantwoordelijkheid te kunnen opnemen is dat ik
voldoende vrij ben, dat ik voldoende autonoom mezelf kan zijn. Met andere woorden, dat
ik niet gebonden ben, dat ik niet overgeleverd ben aan vreemde invloeden binnen en
buiten mij, die mij verhinderen vrij mezelf te zijn.
Verlossing op het niveau van de verantwoordelijkheid in de eerste persoon betekent dan
dat ik mijn geblokkeerde of geschonden vrijheid terugvind.
Dat ik weer voldoende ademruimte en energie krijg om over mezelf vrij te beschikken.
Welnu, als christenen geloven wij, dat wij onze persoonlijke vrijheid kunnen terugvinden,
niet alleen door de ene of andere therapie, maar ook en vooral door wat ik noem “de
genade van het geloof”.
Een genade die ons geschonken wordt vanwege Jezus, de opgestane Heer, die wij onze
Redder en Verlosser noemen.
Die genade bestaat hierin dat ik geloof, dat er Iemand is die mij onvoorwaardelijk bemint.
Iemand die geen voorwaarden stelt aan zijn liefde. Die mij neemt zoals ik ben, met mijn
goede en minder goede kanten, met mijn mogelijkheden en mijn opgelopen kwetsuren.
Om van daar uit met mij op weg te gaan naar een zinvol en geslaagd bestaan.
Wellicht is dat de diepste en mooiste ervaring die een mens kan meemaken: de ervaring
van zich onvoorwaardelijk bemind te weten, niet omwille van je talenten of je geld, maar
alleen om wat je bent, en dat ondanks je beperktheden, je zwakheden, je mislukkingen.
Zulke ervaring geeft je vleugelen, geeft je het verlangen en de energie om op je beurt
gratuit goed te zijn voor anderen. Zij brengt je in contact met God als bron van liefde en
maakt je zo opnieuw vrij om het goede te doen.
Dat verstaan wij als gelovigen onder het woord “verlossing”. In deze onvoorwaardelijke
liefde geloven brengt een fundamenteel vertrouwen met zich mee, naar de toekomst toe.
Je leert leven in overgave, ‘kome wat komt’.
Je zou het kunnen vergelijken met het warme gevoel van veiligheid en vertrouwen van
een kind, dat door zijn vader en moeder gewenst is en bemind wordt zoals het is. Of,
zoals een meisje van zestien het uitdrukte tijdens een gesprek van jongeren met kardinaal
Godfried Danneels:
“Wat is geloven voor mij? “-“Dat ik in de handen ben van Iemand die voor me zorgt, die
mijn vader is. Dat ik blij en hoopvol mag zijn omdat ik word gedragen door iemand die
groter is dan ik, wat er ook gebeurt. ”
In deze onvoorwaardelijke liefde geloven helpt je mild, vergevensgezind, onverdeeld
goed te zijn voor je medemens. “Wees onverdeeld goed zoals jullie Vader in de hemel
onverdeeld goed is”. (Matheus 5:48)
Het is de basis van de authentieke verzoening met jezelf en met de anderen.
Als Priesters van het H. Hart leggen wij daarom sterk de klemtoon op deze
onvoorwaardelijke en dus uiteraard trouwe liefde van Gods’Hart zoals zij ons
geopenbaard is in de persoon en het leven van Jezus van Nazaret.
Vertrouwen, overgave, mildheid, vergevensgezindheid, streven naar verzoening, zijn
trefwoorden uit onze spiritualiteit van Priesters van het H Hart.
Martin Luther King zei ooit: “Wie niets heeft waarvoor hij bereid is te sterven, heeft ook
niets om voor te leven. ” Jezus was bereid te sterven voor datgene waarvoor Hij geleefd
had.
Als Priesters van het H. Hart zien wij zijn liefde “tot het uiterste”(Joh 13:1) treffend
verbeeld in zijn doorstoken zijde op het kruis. Toen Hij daar de geest gaf, gaf Hij ook
meteen de goede Geest aan al wie Hem wil volgen op zijn weg. “Zoals de Schrift zegt :
uit zijn binnenste zullen stromen van levend water vloeien. Hiermee doelde Hij op de
Geest die men zou ontvangen als men tot geloof in Hem kwam”. (Joh 7:39)
In zijn tijd trachtte onze Stichter, pater Leo Dehon, de weg van Jezus te volgen door op te
komen voor wat hij noemt “de kleine en nederige mens” : jongeren, fabrieks- en
landarbeiders, in één woord kwetsbare mensen.
Hij ijverde voor maatschappelijke structuren die deze mensen tot hun recht laten komen.
Liefde en rechtvaardigheid gingen voor hem vanzelfsprekend hand in hand.
Hij wou ziekmakende levenspatronen uit de weg ruimen zodat mensen gaaf kunnen
worden en “heel”, zoals de Schepper het bedoeld heeft. Hij wou hun de ogen openen, hen
bevrijden van de zinloosheid van het bestaan, hen helpen de weg te ontdekken waarop
hun leven “lukt”.
Daarom hechtte hij veel belang aan de integrale vorming van mensen: intellectuele,
morele, sociale, spirituele vorming. “Une tête bien faite” was voor hem van primordiaal
belang. Mensen vormen die hun verworven vrijheid ten dienste stellen van de medemens
en van de samenleving.
Een ander aspect waaraan pater Dehon veel belang hechtte is “verbondenheid”.
Eén van de kernwoorden van zijn spiritualiteit luidt :
“Sint Unum” . Hiermee verwijst hij naar een woord van Jezus:
“Dat ze allen één mogen zijn. Zoals U, Vader in Mij bent en 1k in U, zo moeten zij in
Ons één zijn, zodat de wereld kan geloven dat U Mij gezonden hebt. ”(Joh. 17:21)
Verbonden leven met mensen getuigt van. God die zelf verbondenheid is : Vader, Zoon,
en Geest, en die een verbond heeft willen sluiten met ons mensen.
Daarom is verbondenheid een belangrijk begrip voor christenen. Maar niet alleen voor
christenen, ook voor elke mens. Mensen zijn door en door relationele wezens. Zij kunnen
slechts tot ontplooiing komen dankzij relaties.
Door verbonden en verbindend te leven kan een gemeenschap zin aanreiken aan mensen,
die zich uitgesloten voelen, niet meetellen.
Jean Vanier, de stichter van de Arkgemeenschappen, zei in dit verband :
“De grootste schat van de mensheid is relatie in de zin van verbondenheid. ”
En Martin Buber, een bekende theoloog, schreef:
“Hoe meer een samenleving verovert en bezit, bezig is “dingen” te kopen en te verkopen,
des te meer riskeert ze te vergeten dat verbondenheid de ware schat van de mensheid is”.
In een tijd als de onze, getekend door een verregaande individualisering en
fragmentisering, is verbondenheid een zeer actueel begrip.
Op het persoonlijke vlak spoort het aan om aandacht te hebben en zorg voor iedere mens,
wie hij of zij ook weze, van welke huidskleur, ras, taal of godsdienst ook.
Op het maatschappelijke vlak legt het sterk de nadruk op het belang van het middenveld
en op al wat mensen uit hun isolement kan halen.
Voor ons, volgelingen van pater Dehon, komt het er in onze tijd op aan deze evangelische
wegen van verzoening en verbondenheid te volgen in functie van de noden en
verwachtingen van de mens van vandaag.
Zo zijn de Priesters van het H. Hart wereldwijd werkzaam op allerlei terreinen:
- opkomen voor alles wat gemeenschap, verbondenheid onder mensen kan bevorderen,
- het herstellen van de mens in zijn waardigheid door op te komen voor sociale
rechtvaardigheid, meer bepaald door mee te werken aan het tot stand komen van een
humane mondialisering.
- aanwezig zijn in de wereld van armen en marginalen, vluchtelingen, drugverslaaf den,
ex-gevangenen.
- als missionaris aan ontwikkelingswerk doen, bij voorkeur in de armste gebieden.
- zich inzetten voor de integrale vorming van jonge mensen in scholen en
bezinningscentra, met een bijzondere nadruk op de gewetensvorming in een tijd als de
onze waar essentiële menselijke en christelijke waarden in vraag worden gesteld.
Om het in al deze opdrachten vol te houden proberen wij als volgelingen van pater Dehon
ons open te stellen voor de Geest van. de opgestane Heer:
- door een bezinnend contact met de Schriften
- door het dagelijks vieren van de Eucharistie waar de opgestane Heer ons zijn gegevenzijn tot het uiterste meedeelt in de tekenen van brood en wijn
- door een dagelijks moment van aanbidding waar wij de noden van mensen voor de Heer
brengen.
- door een bijzondere aandacht en zorg voor de gastvrijheid en de hartelijkheid in ons
samenleven als gemeenschap. “Waar twee of meer samenzijn in mijn Naam ben Ik in hun
midden”.
Zo proberen wij in onze inzet, in ons gebed en in ons samenleven in te gaan op wat Jezus
het meest ter harte ging : een innige vereniging met God zijn Vader, een radikale
toewending naar de “gebroken” mens, een onthalen van elke mens in de
tafelgemeenschap van het Rijk Gods.
Voor ons zijn die drie één en hetzelfde in dezelfde Geest.
Tot slot nog dit:
zoals je kunt merken leggen wij als Priesters van het H. Hart een sterke nadruk op de
menselijkheid van onze God wiens Zoon is mensgeworden. De mens gaat God ter harte.
Niets menselijks mag ons vreemd zijn.
Voor ons is dan ook mensendienst godsdienst en godsdienst mensendienst.
Daarom trachten wij, zoals onze Leefregel het verwoordt:
“op profetische wijze van de liefde te getuigen “en dienaars te zijn van de verzoening
“van mens en wereld in Christus. (nr. 7)
Download