Van stencil tot lesmateriaal Successen en mislukkingen bij het ontwikkelen van lesmateriaal Kees Hooyman St. Bonifatiuscollege - Utrecht 24-7-2017 WND 2008 1 Eigen ervaringen Op het St. Bonifatiuscollege SOUL – Natuurkunde klas 2&3 PGO – Natuurkunde bovenbouw ANW – Eigen methode Boni Natuurkunde & Techniek - klas 2 24-7-2017 WND 2008 2 Eigen ervaringen SaLVO!-project – samenhang (na, wi, ec) NiNa – Wisselwerking & Beweging (vwo) – Zonnestelsel & Heelal (havo) NLT – Dynamische Modellen vwo Science on Stage – klas 3/4 24-7-2017 WND 2008 3 Stellingen Een goede docent kan met elk boek een puike les afleveren Een slechte docent maakt van het beste materiaal een puinhoop 24-7-2017 WND 2008 4 Waarom zou je zelf lesmateriaal gaan maken? • • • • • 24-7-2017 Het onderwerp staat niet in het boek Er zijn te weinig leuke toepassingen De didaktiek van het boek bevalt niet Andere werkvorm gebruiken Onze minister vindt dat belangrijk WND 2008 5 Schoolboeken zijn saai Ook als ze vol staan met leuke plaatjes, schreeuwende steunkleuren en spannende proefjes 24-7-2017 WND 2008 6 Kernelementen formele vakinhoud relevantie & toepassingen 24-7-2017 concepten & fenomenen WND 2008 7 Conceptontwikkeling Eigen ervaringen van leerlingen zijn onmisbaar. Niet alleen zelfstandig maar vooral ontdekkend leren. Lesactiviteiten rond fenomenen en toepassingen 24-7-2017 WND 2008 8 Lesactiviteiten De theorie wordt in eerste instantie niet centraal uitgelegd, er is wel een inleiding. De leerlingen zijn, alleen of in groepjes, aan het werk. De activiteit wordt in dezelfde les nabesproken. 24-7-2017 WND 2008 9 Voorbeeld Wiskunde klas 2 (uit SaLVO-materiaal) Hoofdstuk: Rekenen met verhoudingen Onderwerp: Vermenigvuldigingsfactor nieuwe waarde k oude waarde 24-7-2017 WND 2008 10 Paella Paella Catalana voor 4 personen Voor 10 personen 300 g risottorijst 200 g cherrytomaatjes In een kookboek staat een recept voor Paella voor 4 personen, maar je wilt voor 10 personen koken. Hoe moet je de lijst aanpassen? 150 g doperwten 150 g gekookte mosselen 100 g surimi 6 eetlepels olijfolie 1 kippenbouillontablet 2 teentjes knoflook 1 gedroogd pepertje 1 grote ui zout, peper 1 envelopje saffraan Kooktijd: ca 40 minuten 24-7-2017 WND 2008 11 Voorbeeld Wiskunde klas 4/5 Hoofdstuk: Goniometrische functie Onderwerp: Overstap van sinus, cosinus en tangens als verhouding van zijden van rechthoekige driehoeken naar functies 24-7-2017 WND 2008 12 The Great Beijng Wheel Seeing it once is better than being told 100 times - Confucius 24-7-2017 WND 2008 13 Reuzenrad Neem aan: Het reuzenrad draait met constante snelheid in 12 minuten één volledig rondje van 360 graden. Max hoogte 208 m. Je kijkt van opzij tegen het reuzenrad aan. Schets in de grafiek hoe de hoogte van de gondel gedurende een volledig rondje verandert. De gondel begint op t=0 beneden. Let vooral op de vorm van de grafiek. 250 Hoogte (m) 200 150 100 50 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Tijd (minuten) 24-7-2017 WND 2008 14 Reuzenrad Het reuzenrad draait met constante snelheid in 12 minuten één volledig rondje van 360 graden. De maximale hoogte is 208 m, de straal van het rad is 104 m. De posities op t=0 en t=1 zijn al getekend. 104 m 24-7-2017 1. Teken in de figuur de positie van de gondel op t=0, t=1 t/m t=12 min. 2. Gebruik de driehoek om de hoogte op t=1 minuut nauwkeurig uit te rekenen. 3. Teken andere driehoeken om de hoogte op de andere getekende posities te berekenen. 4. Neem de punten over in de grafiek. 5. Teken op de grafische rekenmachine de grafiek van Y1 = sin(x), met x van 0 tot 360 en Y van -1 tot 1. WND 2008 15 Voorbeeld Natuurkunde klas 2 (uit SOUL-materiaal) Hoofdstuk: Lichtbeelden Onderwerp: Plaats van het spiegelbeeld 24-7-2017 WND 2008 16 Spiegeltje, spiegeltje Waar zit het spiegelbeeld? 24-7-2017 WND 2008 17 Spiegeltje, spiegeltje Je naam: Antoon PET Lamp Teken het spiegelbeeld Schrijf je eigen naam in spiegelschrift 24-7-2017 Wie kan de lamp zien in de spiegel? Waar zit het spiegelbeeld? Hoe lopen de lichtstralen? WND 2008 18 Voorbeeld Natuurkunde klas 3 (uit SOUL-materiaal) Hoofdstuk: Elektriciteit Onderwerp: Spanning, stroomsterkte en weerstand U I R 24-7-2017 WND 2008 19 Spanningsbronnen en stroom koplamp achterlichten knipperlicht Vier staafbatterijen van 1,5 V, maar de ene batterij is veel dikker dan de andere. Wat is het verschil? De platte batterijen zijn 4,5 V en 9 V. Op welke batterij zal een lampje het felst branden? Hoe komt dat? 24-7-2017 WND 2008 Alle autolampen zijn aangesloten op dezelfde accu-spanning van 12 volt. De koplamp brandt veel feller dan het knipperlampje. Hoe kan dat? De gloeidraden zijn even lang maar niet even dik. Welke lamp heeft de dikste gloeidraad? Leg uit. 20 Voorbeeld Natuurkunde 5 vwo (uit NiNa-materiaal) Hoofdstuk: Wisselwerking & Beweging Onderwerp: Vermogen en arbeid E = Pt en P = Fv 24-7-2017 WND 2008 21 Snelheden in de sport sport recordhouder afstand tijd wielrennen Chris Boardman 4 km 4:11,114 roeien skiff Mahe Drysdale 2 km 6:35,40 skeeleren M. Giupponi 5 km 7:34,938 schaatsen Sven Kramer 5 km 6:08.78 hardlopen Daniel Komen 3 km 7:20,67 zwemmen Grant Hackett 800 m 7:38,65 steppen Karel Cavlin 2,3 km 4:20,86 snelheid (km/h) 57,3 26,1 39,6 48,8 24,5 6,3 31,7 Kracht is hier niet doorslaggegevend, het gaat om energie leveren vermogen 24-7-2017 WND 2008 22 Vermogen meten Hoe meten deze apparaten het vermogen? Vermogen = geleverde energie per seconde P = Fv Arbeid = krachtafstand Kun je je eigen vermogen meten met traplopen? 24-7-2017 WND 2008 23 Vermogen en snelheid Pmech = Ftegenvvoorw Waardoor gaat de roeier vier keer zo snel als de zwemmer? Kleinere tegenwerkende kracht. Hij kan veel meer ‘kracht’ leveren, de beweging is gunstiger. 24-7-2017 WND 2008 24 Vermogen en snelheid Pmech = Ftegenvvoorw Waardoor gaat de hardloper zo langzaam? Tegenwerkende kracht? Gunstige beweging? Energieverlies? 24-7-2017 WND 2008 25 Vermogen en snelheid Conceptontwikkeling in stapjes •Bij deze sporten bepaalt niet zozeer de kracht maar de geleverde arbeid per seconde de maximale snelheid. •De geleverde arbeid per seconde noemen we het mechanisch vermogen (in watt). •Het vermogen is het resultaat van kracht, verplaatsing en tijd (en dus de snelheid). P = Fv 24-7-2017 WND 2008 26 Vermogen en snelheid Conceptontwikkeling in stapjes •Bij constante snelheid is de geleverde arbeid gelijk aan het energieverlies door tegenwerkende krachten. Pverlies = Ftegenvvoorw en Pverlies = Pmech Pmech = Ftegenvvoorw •De maximale snelheid wordt bepaald door het vermogen dat de sporter kan ontwikkelen en de tegenwerkende krachten. 24-7-2017 WND 2008 27 Vermogen en snelheid Conceptontwikkeling in stapjes Een groot deel van de spierenergie gaat verloren: •Warmteontwikkeling in spieren •Overbodige of ongunstige bewegingen •De nuttige energie gaat ‘verloren’ aan de tegenwerkende krachten. Pmech = ηPspieren 24-7-2017 WND 2008 28 Conceptontwikkeling Conceptontwikkeling in lesmateriaal Het ‘ontdekken’ moet duidelijk in het materiaal herkenbaar zijn: •Startvragen: Wat willen we te weten komen? •Oriëntatie en inventarisatie •Activiteit door leerlingen •Beantwoording van de startvragen •Scheiden van leerstof- en contextvragen Reflectie door docent: wat hebben we geleerd? 24-7-2017 WND 2008 29 24-7-2017 WND 2008 30 24-7-2017 WND 2008 31 24-7-2017 WND 2008 32 24-7-2017 WND 2008 33 Conceptontwikkeling Verschillen met ‘traditioneel’ materiaal •Startvragen – activiteit – reflectie •Leerstof staat verspreid in het materiaal •Focus op: Wat hebben we nu geleerd? •Onderscheid tussen ontdekvragen, oefenvragen en toetsvragen. Ontdekken Begrijpen Beheersen 24-7-2017 WND 2008 34 Ontwikkeling van lessenreeks Volgorde vaststellen van concepten, formele begrippen en formules. Per onderdeel vaststellen welke stukjes leerlingen zelf moeten ontdekken. Geschikte activiteiten zoeken. 24-7-2017 WND 2008 35 Natuurkunde klas 3 - Elektriciteit Volgorde van onderwerpen 1. Apparaten en energie Energieverbruik, vermogen, W, kWh, J, rendement 2. Spanning en stroomsterkte Spanningsbron, spanning, stroomkring, stroomsterkte, energietransport, elektronen, vermogen. 3. Weerstand Weerstand, ohm, wet van Ohm, soortelijke weerstand 4. Elektrische schakelingen Serieschakeling, parallelschakeling 5. Veiligheid Kortsluiting, overbelasting, zekering, aardlekschakelaar 24-7-2017 WND 2008 36 Natuurkunde klas 3 - Elektriciteit Ontdek-elementen 1. Apparaten en energie •Elektrische apparaten verbruiken energie, zetten het om in andere soorten energie. •Niet alle apparaten zijn even zuinig met energie. Het rendement is het deel van de energie dat nuttig gebruikt wordt. •Het energiebedrijf vraagt per kWh een bepaald bedrag. •Het energieverbruik van apparaten is aangegeven in watt. Dat is het vermogen: watt = joule per seconde •Het energieverbruik per jaar hangt af van het vermogen en de tijd dat het apparaat gebruikt wordt. • E = Pt met kWh = kWuur (of J = Ws) 24-7-2017 WND 2008 37 Natuurkunde klas 3 - Elektriciteit Ontdek-elementen 2. Spanning en stroomsterkte •De spanningsbron levert de elektrische energie. De spanningsbron werkt als een soort pomp. •De spanning veroorzaakt een kracht op de elektronen in een draad die daardoor gaan bewegen. De elektrische stroom is te vergelijken met waterstroom. •Bij apparaten die veel energie gebruiken is de stroomsterkte groter. •Een grotere spanning veroorzaakt een grotere kracht en daardoor wordt er meer energie afgegeven. • P = UI 24-7-2017 WND 2008 38 Natuurkunde klas 3 - Elektriciteit 1. Apparaten en energie Met welke activiteit kunnen leerlingen de kernbegrippen ontdekken? (energie, vermogen, W, kWh, J, rendement). Energie/vermogensmeter • Meet het vermogen van het apparaat. • Meet hoeveel energie (in kWh) het apparaat verbruikt in 10 minuten. • Bereken daarmee hoeveel kWh het apparaat in een uur verbruikt. • Vergelijk de apparaten en maak een schatting hoeveel kWh elk apparaat in een jaar verbruikt. 24-7-2017 WND 2008 39 Plasterk lanceert online lesmateriaal Wikiwijs Minister Plasterk (OCW) heeft Wikiwijs aangekondigd. Dit online lesmateriaal is gratis en voor iedereen beschikbaar. De leerstof wordt gemaakt en verbeterd door de leraren zelf. Plasterk vindt het belangrijk dat lesmateriaal gratis en voor iedereen toegankelijk is. Iedereen kan erbij, maar alleen leraren kunnen de stof bewerken. Wikiwijs hoeft niet tot 'eenheidsworst' te leiden, vindt Plasterk. Er kunnen meerdere versie op internet staan. Scholen kunnen via een eigen ingang bij de versie komen die voor hen interessant is. 24-7-2017 WND 2008 40