Geologie : Profs. Eddy Keppens en Philippe Claeys Inleiding les: Vorming en dynamica van een actieve planeet [email protected] / we.vub.ac/~dglg Thursday 10 February 2011 1 Big bang 13.7 Ga (miljard jaren, giga annum) Zoals rozijnbolletjes in kramikbrood, naarmate de tijd vorderd expandeert het geheel waardoor de galaxie verder en verder uit elkaar evolueert Concept “expanding universe” Over 13.7 Ga wordt de afstand tussen galaxies steeds groter Text Kosmochemie: Oorsprong van de elementen : “we are all made of star dust” Start met H (1p +1e-) fusie = D + H = 3He +3He = 4He H Fusie van lichte elementen om zware elementen te vormen (+ E en deeltjes) Enkel onder de zeer hoge temperaturen en drukken binnen sterren Thursday 10 February 2011 12C etc. tot ~ 92 H +e 2x Deuterium 3He 4He 12C 2 Grotere ster >> 106 °K (>>10x de zon) H-fusie He-fusie C-fusie Ne-fusie O-fusie Si-fusie Fe kern T & P stijgen H-fusie He-fusie He-rijk gas Log rel. abun. (Si=104) In kleine ster (de zon) 106 °K H-rijk gas NASA animation supernova explosion Na een contractie fase gaat de ster in supernova waarbij nieuwe elementen worden gevormd en door de explosie in de galaxie worden verdeeld Cosmische concentratie Elementen > Fe in supernova fase of door neutronen-vangst. Z nr. NASA stereo satellite http://www.nasa.gov/mission_pages/GLAST/news/crab-nebula-surprise.html Lectuur: First stars.pdf Thursday 10 February 2011 3 Grotere ster >> 106 °K (>>10x de zon) H-fusie He-fusie C-fusie Ne-fusie O-fusie Si-fusie Fe kern T & P stijgen H-fusie He-fusie He-rijk gas Log rel. abun. (Si=104) In kleine ster (de zon) 106 °K H-rijk gas NASA animation supernova explosion Crab nebula (Hubble telescope image) is wat overblijft van een supernova explosie Na een contractie fase gaat de ster in supernova waarbij nieuwe elementen worden gevormd en door de explosie in de galaxie worden verdeeld Cosmische concentratie Elementen > Fe in supernova fase of door neutronen-vangst. Z nr. NASA stereo satellite http://www.nasa.gov/mission_pages/GLAST/news/crab-nebula-surprise.html Lectuur: First stars.pdf Thursday 10 February 2011 3 Oorsprong van de aarde en van de andere planeten - Zon + 8 (9) planeten + > 58 satellieten vormen zich 4.6 miljard jaar geleden - Alle planeten samengesteld uit hetzelfde oorsprongelijk, primordiaal materiaal van de zonnenevel (solar nebula) = een grote wolk gas en stof (meestal H, He, + zeldzame elementen waarbij de concentratie daalt met stijgende Z) -Zonnestelsel is een laatkomer en dus een meer ontwikkeld stelsel Vorming van het zonnestelsel Thursday 10 February 2011 4 Oorsprong van de aarde en van de andere planeten - Zon + 8 (9) planeten + > 58 satellieten vormen zich 4.6 miljard jaar geleden - Alle planeten samengesteld uit hetzelfde oorsprongelijk, primordiaal materiaal van de zonnenevel (solar nebula) = een grote wolk gas en stof (meestal H, He, + zeldzame elementen waarbij de concentratie daalt met stijgende Z) -Zonnestelsel is een laatkomer en dus een meer ontwikkeld stelsel Vorming van het zonnestelsel Thursday 10 February 2011 4 Stap 1: Inkrimping van nebula, stof + gas samengedrukt nebula begint te roteren Stap 2: Snellere rotatie + contractie, korrels van gas en stof naar centrum, vlakker tot schijf, meer en meer botsingen tussen atomen Stap 3: Gravitatie induceert enorme druk en temperatuur in het centrum: hete “proto-zon” schiet in brand, (ca. 100,000 jaar om van nebula tot H fusie ster te gaan) T < 10,000 °K T= 8 000 000 °K Stap 4: Weg van “proto-zon”: koud genoeg om gas te condenseren: Gesteenten worden gevormd en in 10 - 40 miljoen jaar hechten ze zich vast aan elkaar: accretie in “protoplaneet” die groeit door ophoping van puin. Ruimte begint op te klaren, warmte van de zon kan doordringen. . . . .. . . T Thursday 10 February 2011 T-Tauri stage . . .. . . T 5 Reeks van condensatie voor een gas m e t z o n n e - s a m e n s t e l l i n g ( 1ste refractaire elementen W, Os, Zr etc. op het einde vluchtigere elementen Ar, He, H etc.). 1st solidus fasen “CaAl inclusions” Kleine gesteente-planeten waren te warm en te licht massa om door gravitatie de vluchtigere elementen vast te houden. Ijs, en gas accumuleren hierdoor verder van de zon en vormen zo de zeer grote gas-planeten Lectuur Jovian.pdf Gevormd minerals reageren met gas Groter en groterte lichamen worden elk op hun baan stap voor stap gevormd door accretie en botsing met andere lichamen Lectuur Accretion.pdf Thursday 10 February 2011 6 Reeks van condensatie voor een gas m e t z o n n e - s a m e n s t e l l i n g ( 1ste refractaire elementen W, Os, Zr etc. op het einde vluchtigere elementen Ar, He, H etc.). 1st solidus fasen “CaAl inclusions” Kleine gesteente-planeten waren te warm en te licht massa om door gravitatie de vluchtigere elementen vast te houden. Ijs, en gas accumuleren hierdoor verder van de zon en vormen zo de zeer grote gas-planeten Lectuur Jovian.pdf Gevormd minerals reageren met gas Groter en groterte lichamen worden elk op hun baan stap voor stap gevormd door accretie en botsing met andere lichamen Lectuur Accretion.pdf Thursday 10 February 2011 6 Reeks van condensatie voor een gas m e t z o n n e - s a m e n s t e l l i n g ( 1ste refractaire elementen W, Os, Zr etc. op het einde vluchtigere elementen Ar, He, H etc.). 1st solidus fasen “CaAl inclusions” Kleine gesteente-planeten waren te warm en te licht massa om door gravitatie de vluchtigere elementen vast te houden. Ijs, en gas accumuleren hierdoor verder van de zon en vormen zo de zeer grote gas-planeten Lectuur Jovian.pdf Water ? Gevormd minerals reageren met gas Groter en groterte lichamen worden elk op hun baan stap voor stap gevormd door accretie en botsing met andere lichamen Lectuur Accretion.pdf Thursday 10 February 2011 6 Reeks van condensatie voor een gas m e t z o n n e - s a m e n s t e l l i n g ( 1ste refractaire elementen W, Os, Zr etc. op het einde vluchtigere elementen Ar, He, H etc.). 1st solidus fasen “CaAl inclusions” Kleine gesteente-planeten waren te warm en te licht massa om door gravitatie de vluchtigere elementen vast te houden. Ijs, en gas accumuleren hierdoor verder van de zon en vormen zo de zeer grote gas-planeten Lectuur Jovian.pdf Water ? Gevormd minerals reageren met gas Groter en groterte lichamen worden elk op hun baan stap voor stap gevormd door accretie en botsing met andere lichamen Lectuur Accretion.pdf Thursday 10 February 2011 6 Reeks van condensatie voor een gas m e t z o n n e - s a m e n s t e l l i n g ( 1ste refractaire elementen W, Os, Zr etc. op het einde vluchtigere elementen Ar, He, H etc.). 1st solidus fasen “CaAl inclusions” Kleine gesteente-planeten waren te warm en te licht massa om door gravitatie de vluchtigere elementen vast te houden. Ijs, en gas accumuleren hierdoor verder van de zon en vormen zo de zeer grote gas-planeten Lectuur Jovian.pdf Water ? Gevormd minerals reageren met gas Groter en groterte lichamen worden elk op hun baan stap voor stap gevormd door accretie en botsing met andere lichamen Lectuur Accretion.pdf Vorming van planetaire embryo’s Thursday 10 February 2011 6 Reeks van condensatie voor een gas m e t z o n n e - s a m e n s t e l l i n g ( 1ste refractaire elementen W, Os, Zr etc. op het einde vluchtigere elementen Ar, He, H etc.). 1st solidus fasen “CaAl inclusions” Kleine gesteente-planeten waren te warm en te licht massa om door gravitatie de vluchtigere elementen vast te houden. Ijs, en gas accumuleren hierdoor verder van de zon en vormen zo de zeer grote gas-planeten Lectuur Jovian.pdf Water ? Gevormd minerals reageren met gas Groter en groterte lichamen worden elk op hun baan stap voor stap gevormd door accretie en botsing met andere lichamen Lectuur Accretion.pdf Vorming van planetaire embryo’s Puin blijft hangen tussen Mars en Jupiter en vormt zo de asteroïden-gordel. Ten gevolge van de enorme gravitatie van Jupiter is er geen accretie mogelijk (en dus geen planeetvorming mogelijk) in deze regio van het zonnestelsel. http://www.nineplanets.org/nineplanets.html Thursday 10 February 2011 6 Asteroïden gordel: bron van meteorieten Eros 33 km Veel botsingen, de fragmenten vallen op aarde als meteorieten: zeer fijn stof tot stuk >> km, op aarde regen van fijn meteorieten-materiaal Veel asteroïden zijn te klein (niet warm genoeg) voor differentiatie (= vormen van kern, mantel en korst zoals bv. aarde), anderen kunnen dit wel • Ook van Mars en de Maan • 3 groepen : steen, ijzer en steenijzer: 1 van grootste in Zuid Africa Steen: silicaten, Ijzer: meestal Fe-Ni mineralen bv. kamaciet • Meteorieten met “chondrules” (chondriet=steen) zijn zeer primitieve voorwerpen, die veel infomatie geven over het begin van de evolutie van het zonnestelsel • Koolstofrijke chondrieten bevatten organisch materiaal • Bekende meteorieten : Allende, Murchison, Canyon Diablo... http://www.nhm.ac.uk/nature-online/space/meteorites-dust/ Thursday 10 February 2011 7 primitieve versus gedifferentieerde meteoriten metaal zichtbaar 10 cm 10 cm Koolstofrijke chondriet bevat H2O gekleurd electron microscoop foto Verzameling op Antarctica 37.000 tons/jaar ET material valt op aarde meestal als zeer fijn materiaal IDP:interplanetary dust particles 10µm Thursday 10 February 2011 Fe-meteorieten komen u i t ke r n v a n g ro t e asteroïden, hun samenstelling = kern van aarde Fe, Ni, S. Typische herkenbare pattern van kamaciet vs taenite (Fe/ Ni verhouding) CAI: 1st solidus fase in zonnestelsel: ~ 1800˚k, 4.567 Ga = ouderdom van aarde Radiometrische datering U/Pb 8 Differentiatie en evolutie van de aarde Rond door graviteit en warmte Accretie fragmenten groter en groter Differentiate H2O meteorite delivery Theia proto-Aarde Maan vorming inslag • De proto-aarde was zeer warm, materiaal gedroeg zich bijna als vloeistof • Differentiatie leidt tot de inwendige structuur van de aarde: 3 “lagen” Kern, Mantle, Korst • Zware, siderofiele elementen met hoge dichtheid zinken door de effecten van gravitatie en rotatie, de lichtere blijven drijven: Vorming van Kern (Fe, Ni), Mantel (Fe, Mg Silicaten) en korst (Na, K, Al Silicaten) • Inslag op jonge-aarde van planeet zo groot als Mars (Theia), puin rond de aarde, daaruit werd de maan gevormd • Asteroiden (en kometen) inslagen brengen H2O en andere vluchtige elementen Thursday 10 February 2011 9 Kern 11g/cm3 < 100 miljoen jaar Bron van warmte 38000˚K 1500˚K • Differentiatie door warmte van accretie- proces (A), blijft tot vandaag warm door radioactiviteit (C) • Warmteoverdracht : geleiding, convectie en straling • De oppervlak/massa verhouding is belangrijk voor de thermale geschiedenis van de planeet • Aarde is een actieve planeet (vandaag U, Th, K radioactieve verval) • Maan is niet meer actief ! Thursday 10 February 2011 26Al 9500˚K; 60Fe 6000˚K 10 Kern 11g/cm3 < 100 miljoen jaar Bron van warmte 38000˚K 1500˚K • Differentiatie door warmte van accretie- proces (A), blijft tot vandaag warm door radioactiviteit (C) • Warmteoverdracht : geleiding, convectie 26Al 9500˚K; 60Fe 6000˚K en straling • De oppervlak/massa verhouding is belangrijk voor de thermale geschiedenis van de planeet • Aarde is een actieve planeet (vandaag U, Th, K radioactieve verval) Magma oceaan Maan is niet meer actief ! • 500 km diep 4.5 Ga Thursday 10 February 2011 10 Magma oceaan koelt snel af Oeratmosfeer? Zeker CO2-rijk (> 103x380 ppm van vandaag) Uitgasing van de planeet +meteorieten = H2O atmosfeer & hydrosfeer 10 km korst 5 tot 70 km Zodra de korst koud genoed is, wordt een oceaan gevormd (4.4 Ga geleden), ook continenten beginen te vormen Mantel minder en minder actief met tijd Naar hoge druk en ºT fasen U, Th, K verval als energie bron Fe-meteoriet equivalent Lectuur early-earth.pdf Thursday 10 February 2011 mantel 2900 km druk in kern: ~ 3.6 106 atm kern 3471 km 11 De Maan • Niet alle satelieten werden door een inslag gevormd, meestal vangst proces • De talrijke inslagkraters op de Maan getuigen van de periode met hevige bombardementen, rond 3.9 miljard jaren geleden: “Heavy bombardment period”. De jonge planeten werden vaak getroffen door asteroïden en andere brokstukken • Basalt “maria” (donker kleur) gevormd door vulkanische uitbarstingen > 3 Ga geleden, korst is anorthosiet • Geen water, geen atmosfeer, mantle vast, planeet is dood • Gedetaillerde kartering (Clementine NASA mission bv. zie google Moon) en meer dan 300 kg stalen teruggebracht op aarde tijdens de Apollo program (1970) lectuur maan.pdf Movies: Luna2, origin of moon Thursday 10 February 2011 12 Samenvatting figuur: Oorsprong van Aarde en Maan Thursday 10 February 2011 13 Samenstelling van de Aarde Aarde in wt% (gewicht %) (korst + mantel + kern) Korst ClNa+ Mg++ SO2-Ca++ K+ HCO3BrSr++ FSi N P Fe 19,4 g/l 10.8 g/l 1.3 g/l 2.7 g/l 0.4 g/l 0.4 g/l 0.1 g/l 0.07 g/l 0.01 g/l 0.001 g/l 3 ppm 0.5 ppm 0.07 ppm 10 ppb Oceaan N2 O2 H 2O Ar CO2 Ne He CH4 Kr Thursday 10 February 2011 78,08% 20,95% 0,01-0,03 % 93% 390 ppm 18 ppm 5 ppm 2 ppm 1 ppm Atmosfeer 14 Topografie van de Aarde Hypsometrisch diagram Duidelijk verschil tussen continentale en oceanische korst door verschil in hum mineralogie en samenstellingen Thursday 10 February 2011 15 Structuur van de Aarde 30 tot 60 km Korst / lithosfeer grens = Mohorovicic discontinuiteit 5 km “lite” graniet en zware basalt d=~2.7 gcm-3 d=~3.1 gcm-3 Lithosfeer is vast met harde gesteenten Astenosfeer is meer plastische, 1% gesmolten materiaal: beweging is mogelijk (maar traag) Thursday 10 February 2011 16 Astenosfeer = de (bijna) plastische laag in de boven mantel vast & koud warm & meer platische (> 1280 ºC) Thursday 10 February 2011 traag beweging 17 Bewijs van isostatische “rebound” Ijskap van ~ 15.000 jaar geleden VUB Holoceen klimaat is warmer, ijs smelt, zee vormt en Scandinavië stijgt tussen 0.5 en 1 m / 100 jaar = glacial rebound Thursday 10 February 2011 18 Korstplaten De korst is door ± 12 platen gevormd, de platen bewegen door de geologische tijd, ze “drijven” op de meer vloeibare lagen (astenosfeer - convectie) NB: sommige zijn 100% oceanisch (Pacific), andere hebben zowel oceanische als continentale korst (South America) andere enkel maar continentale korst (Arabian) Thursday 10 February 2011 19 Korstplaten (andere visie) Thursday 10 February 2011 20 Beweging snelheid (cm/jaar) De snelheid van de platenbeweging kan variëren in geologische tijd, er bestonden perioden (zoals het Krijt) wanneer de platen sneller gingen en dus de vorming van oceanische korst veel actiever was. Meer mantel activiteit = meer convectie = meer vulkanisme, dus meer CO2 in de atmosfeer ! Thursday 10 February 2011 21 Aardbevingen aan plaatcontacten Bijna alle aardbevingen vinden plaats aan plaatranden, meestal aan convergerende plaatranden langs de subductie zone, maar ook waar continentplaten tegen mekaar duwen en/of wrijven Thursday 10 February 2011 22 Plaatranden Divergerende = constructieve nieuwe korst wordt geproduceert Mid-oceanische rugzone (oceanic ridge, spreading boundary) Transforme breuk (Transform boundary transform fault) Convergerende = destructieve, oude korst wordt gerecycleerd Subductiezone (subduction zone, trench, convergent margin) Conservatieve met horizontale wrijving html animation: basic plate boundaries Thursday 10 February 2011 23 Inwendige structuur van de Aarde • Directe observatie niet mogelijk ! (diepste boring < 10 km, nog altijd in korst) • Fysische eigenschappen: Dichtheid van aarde: 5.5 g/cm3 maar korst: 2.2 tot 2.5 g/cm3 • Lab. experiment : hoge druk mantel-mineralen gemaakt in hoge-druk-apparaten • Meteorieten: ijzer = kern & steen = mantel en korst • Seismologie: beste gegevens komen van geofysich onderzoek, door de studie van aarbevingsgolven worden de grenzen tussen de verschillende concentrische lagen bepaald Breuk Aardbeving gebeurt door verschuiving langs een breuk Epicentrum is punt van max. intensiteit aan oppervlakte Hypocentrum is precies waar de dislocatie gebeurt (1 tot ± 700 km) Thursday 10 February 2011 24 Mechanisme Tektonische spanningen bouwen langzaam (>> jaren) op in de gesteenten van de korst Plots, aan het zwakste punt verplaatsen de 2 blokken zich langs een breuk-vlak om de opgestapelde spanningen te ontspannen Door de beweging komt energie vrij, meestal als aardbevingschokgolven = de aardschok Andere reden • Vulkanische uitbarsting • Magma beweging diep onder vulkan • Mega-landverschuiving • Grote meteoriet inslag • Nucleaire-bomb test Thursday 10 February 2011 25 3 soorten van golven: -snelle longitudinale P -tragere transversale S uitgestuurd naar beneden, door de aarde -traagste oppervlakte L & R Voortplantingssnelheid hangt af van fysische kenmerken van het gesteente, druk en Tº hoe harder gesteenten = hoe snellere golven zich voortplanten P: Compressie S: vormverandering Snelheid van S is evenredig met elasticiteitmodulus : dus 0 in liquidus ! Thursday 10 February 2011 26 Aardbevingsgolven P S Thursday 10 February 2011 R&L 27 Oppervlakte Love & Rayleigh golven Thursday 10 February 2011 28 Seismograaf Principe: Inertie is gebruikt om de intensiteit van seismische golven te meten. Slingers met grote slingertijd meten de verticale en horizontale bodembeweginscomponenten in verschillende richtingen. Modern en extreem gevoelige instrumenten gebruiken een magneet, beweging van de grond veroorzaakt stroom (in V). Wereldnetwerkvan seismografen(ook gebruikt voor de monitoring van nucleaire proefnemingen (Lectuur: North Korea blast.html). > beweging > volt Life aardbevinge: Koninklijke Sterrenwacht België, http://www.astro.oma.be/SEISMO/index.html Thursday 10 February 2011 29 Lokalisatie van een epicentrum is mogelijk door meting van de afstand (aankomsttijd) tussen P en S golven in een aantal stations (min. 3). Looptijd van de golven is de basis van alle seismische interpretaties Thursday 10 February 2011 30 Amplitude hangt af van de aard van gesteenten, sedimenten schudden meer dan sokkel en vaak is er “liquefaction” in nat sand of klei In seismische zone, koop een huis op vaste gesteenten Thursday 10 February 2011 Taiwan (1999) liquefaction van sediment, gebouwen vallen zonder te breken 31 Top aardbevingen Thursday 10 February 2011 32 Thursday 10 February 2011 33 Tijdens de aardbeving in San Francisco (1906), is de Pacifische plaat ± 4.5m naar het noorden langs de San Andreas breuk verschoven. Lectuur: aardbeving.pdf & San Andreas breuk De sterkte van een aardbeving wordt met de Richter en/of Mercali schaal uitgedrukt Richter (magnitude schaal) M=logA waar A de max. amplitude van trilling is, er is dus een groot verschil in energie (10x) tussen een 6 en een 7 magnitude aardbeving Mercali (intensiteit schaal) drukt de grootte van de schade uit Thursday 10 February 2011 34 Snelle determinatie van Richter magnitude 1) S minus P tijd = afstand epicenter. Afstand is belangrijk omdat golven minder amplitude hebben verder van epicenter 2) amplitude in mm van hoogste golf 3) Lijn tussen A en C 4) Vindt magnitude op lijn B Na de aarbeving hebben de seismologen meer tijd en is een meer precieze berekening van de magnitude mogelijk. Dat is waarom de magnitude kan verschillen bv. 1906 in San Francisco wordt de magnitude vaak gegeven als 8.3 maar was eigenlijk 7.9 Thursday 10 February 2011 35 Energie die vrij komt Thursday 10 February 2011 36 Gevolgen van een oceanische aardbeving: zeegolven = Tsunami 2004 Tsunami als beweging belangrijk is op lange afstand Satelliet foto tsunami 2004, 500 m inland in Sri Lanka lectuur: Quake&tsunami.pdf Thursday 10 February 2011 37 Gevolgen van een oceanische aardbeving: zeegolven = Tsunami 2004 Tsunami als beweging belangrijk is op lange afstand Satelliet foto tsunami 2004, 500 m inland in Sri Lanka lectuur: Quake&tsunami.pdf Thursday 10 February 2011 37 Ondanks veel studies, blijfven voorspellingen van seisme tot nu toe moeilijk De probabiliteit van een grote aardbeving in de volgende 20 jaren is 20% (1/5 kans) Westwaartse verplaatsing van de aardbevingen in Turkije Thursday 10 February 2011 Aardbevingsprobabiliteit langs San Andreas breuk over 20 jaren (1990-2010) 38 Inwendige structuur waargenomen door middel van de afstand en aankomsttijd van P & S golven op bepaalde plaatsen S : elasticiteitmodulus = 0 in liquidus kern Thursday 10 February 2011 39 Schaduwzone: P golven worden gebroken en verliezen 40% snelheid Groter S schaduwzone (1/3 wereld), ze gaan niet door de kern, een deel van de kern moet dus vloeibaar zijn (Fe-Ni liquidus fasen) Mantel - kern grens is de Gütenberg discontinuïteit Thursday 10 February 2011 40 In de binnen-kern worden P golven nogmaals gebroken en stijgen terug in snelheid: binnenkern moet dus zeer vast zijn. Grens is de Lehmann discontinuiteit. 200 km boven kern-mantel grens is “D layer” zone waar P & S ook in snelheid dalen: veel warmere zone, delen van deze zone zijn misschien g e s m o l t e n . Wa a r s c h i j n l i j k absoorbeert op deze plaats de mantel warmte uit de kern ? Thursday 10 February 2011 Tº= > 4300ºC P= 360 GPa 41 Tº versus diepte: smelt curve voor verschillende mineraal fasen Beter visie van hot (rode) & cold (blauw) zones in mantle: seismische tomografie (CAT-scan van de aarde) Beweging tussen hot & cold zones Wanner de geotherm rechts ligt t.o.v. de smeltcurve: liquidus, vloeibare toestand Thursday 10 February 2011 42 Geel: stijgende warme zones (upwelling regio) Blauw: bezinking koude mantel (downwelling regio) Rood: kern Lectuur: tomografie.pdf 3 D model van convectie en beweging in de mantel Thursday 10 February 2011 43 2 modellen 1 grote convectie cell in mantel 2 “layers” comnvectie in boven en lage mantel De geothermische gradiënt en convectie in de mantel zijn de “motoren” van de platentektoniek en de reden waarom de aardenog vandaag een actieve planeet is. Mantel bestaat voornamelijk uit vaste gesteenten maar door de hoge Tº, lokale veranderingen in druk, mineraal-chemie en viscositeit kan de mantel ook langzaam vloeien (cm/jaar) (lava lamp). Bron van warmte : radioactiviteit K, U, Th Thursday 10 February 2011 44 In de mantel tussen 70 en 250 km is er een andere lage-snelheidszone: de astenosfeer (LVZ) waar materiaal (bijna) gesmolten is. Astenosfeer: plastisch materiaal dat beweging van de bovenliggende platen toelaat. Boven de astenosfeer vormen de stijvere mantel en korst samen de lithosfeer. Astenosfeer ± 2% gesmolten materiaal Mantel: ultramafische gesteenten, rijk in Mg & Fe: Peridotiet = olivijn [(Mg, Fe)2SiO4 ] & pyroxeen [(Mg, Fe)2Si2O6]& spinel [MgAl2O4] Thursday 10 February 2011 45 In de mantel zijn bruuske veranderingen in golfsnelheden het gevolg van mineralogische fase veranderingen Bruuske fase veranderingen (Fe, Mg)2SiO4 (olivijn) Mg2Si2O6 - (Mg-Fe)2Si2O6 (pyroxeen) MgAl2O4 (spinel) Mg3Al2(SiO4)3 (granaat) (Ca, Mg, Fe)TiO3 (perovskiet) (Mg, Fe)O (Mg-wustiet) Al2O3 Vorming van nieuwe mineralogische fase is verantwoordelijk voor de snelheidsveranderingen in de P-golven. Boven 3 GPa (~80 km) MgAl2O4 (Mg, Fe)3Al2Si3O12 Boven 24 GPa (~670 km) (Mg, Fe)2SiO4 (Ca, Mg, Fe)TiO3 + (Mg, Fe)O ~ bijna reproduceerbaar in het lab. Thursday 10 February 2011 46 Het magneetveld Liquidus metaal van de buitenkern veroorzakte het magneetveld van de aarde. Dynamo theorie: convectie in de buitenkern, de beweging van dit vloeibare materiaal induceert electrische stromen net als een onophoudelijke electromagnetische dynamo. Thursday 10 February 2011 47 3 D model van de geoïde: equipotential oppervlak van de aarde Aarde zoals nooit gezien Deze morfologie is geassocieerde met de convectie in de mantle: upwelling van warm zone (rood) en downwelling van koude zones (blauw) Thursday 10 February 2011 48 Samenvatting Grens korst/mantel = Moho Energie convectie: verval K, U, Th Gütenberg discontinuiteit Lehmann discontinuiteit plastisch Convectie in mantel is de motor van plaatentectoniek Moho en in buiten kern van het magneetvelt Thursday 10 February 2011 49