EPA ECONOMISCHE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST Handel ten dienste van Ontwikkeling EU – Caribische Economische Partnerschapsovereenkomst Brochure uitgegeven door de Europese Commissie, Directoraat-Generaal Handel en Directoraat-Generaal Ontwikkeling, in het Nederlands, Frans, Engels en Spaans. De Commissie noch enig ander persoon handelend in naam van de Commissie, is verantwoordelijk voor het gebruik dat wordt gemaakt van de gegevens. Meer informatie over de Europese Unie is beschikbaar op het internet via de Europa-server (http://europa.eu). Ontwerp/Voorpublicatie: Mostra Communication © Foto’s: DG DEV, EuropeAid, V. Dubus Luxemburg : Bureau voor Officiële Publicaties der Europese Gemeenschappen ISBN 92-79-00263-5 © Europese Gemeenschappen, 2006 Reproductie toegelaten met inachtname van bronvermelding Gedrukt in België, maart 2006 Verklaring van Peter Mandelson, Aan het begin van de 21ste eeuw, ter- lid van de commissie wijl de oude politieke en economi- verantwoordelijk voor handel sche zekerheden plaats maken voor nieuwe trends in handel en ontwikkeling, worden we geconfronteerd met nieuwe uitdagingen maar ook met nieuwe mogelijkheden. Deze veranderingen raken elke burger, in de Europese Unie, het Caribisch Gebied en eigenlijk overal. We moeten deze uitdagingen gezamenlijk aanpakken. We moeten nu maatregelen nemen om de wereld te kunnen omvormen tot een plek waar mensen niet langer meer geconfronteerd worden met de uitzichtloosheid van armoede en werkloosheid, tot een wereld waar een veelbelovende toekomst is weggelegd voor jongeren. De fundamenten zijn hiervoor reeds gelegd met de samenwerking tussen onze twee regio’s die ver teruggaat in de geschiedenis. De Overeenkomst van Cotonou is uniek omdat ontwikkelingsbijstand in deze overeenkomst wordt gekoppeld aan de handel. De nieuwe uitdaging is nu deze twee elementen te koppelen aan een derde, namelijk de plaatselijke inspanningen om een regionale markt met onderlinge concurrentie tot stand te brengen. Een combinatie van deze drie elementen is een doeltreffend ontwikkelingsinstrument. Het is met deze visie voor ogen dat de EU onderhandelingen voert over de zes economische partnerschapsovereenkomsten. Deze brochure geeft een overzicht van wat er tot nu toe is gedaan om de economische partnerschapsovereenkomst in het Caribisch Gebied concreet vorm te geven. Op de agenda staan complexe vraagstukken en er zal dan ook een gefundeerd debat moeten worden gevoerd om resultaten te kunnen boeken die nodig zijn om onze ambitie te verwezenlijken. Met deze brochure willen we laten zien dat we vastbesloten zijn om handel in dienst te stellen van ontwikkeling. Ik hoop dat deze brochure een nuttige bijdrage gaat vormen tot een gefundeerd debat. September 2005 ‹1 › 3 Europa en het Caribisch Gebied in een veranderende wereld De volgende stap in een reeds lang bestaand partnerschap Een ambitieuze economische partnerschapsovereenkomst 4 Nieuwe mogelijkheden creëren Duurzame ontwikkeling Regionale integratie: samen sterker staan en streven naar diversiteit 6 Een economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en het Caribisch Gebied Meer dan alleen handel Een betere toegang tot de markt: de handel in goederen Een nieuwe economie: handel in diensten Een stabiel bedrijfsklimaat: de spelregels Meer voordelen voor huishoudens 10 Een breder partnerschap: steun en ontwikkeling Ontwikkeling, concurrentievermogen en handel De koppeling van EPA-onderhandelingen en ontwikkelingsfinanciering 12 De onderhandeling tot dusverre Het tijdschema Welke punten staan er op de onderhandelingsagenda? Caribische gebiedsdelen die banden hebben met de EU 14 Belanghebbenden bij de onderhandelingen betrekken Het overleg tot dusverre Wat staat er in de toekomstige besprekingen op het spel? De weg voorwaarts 16 Vaak gestelde vragen 18 Verdere informatie 20 Woordenlijst en afkortingen Europa en het Caribisch Gebied in een veranderende wereld De Overeenkomst van Cotonou De volgende stap in een reeds lang bestaand partnerschap In 1975 werd de eerste EU-ACS samenwerkingsovereenkomst in Lomé, Togo ondertekend tussen de landen van de Europese Unie (EU) en staten in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan (ACS). Na vier van deze Overeenkomsten van Lomé werd in juni 2000 in Cotonou, Benin, een meer omvattende partnerschapsovereenkomst ondertekend. Deze overeenkomst die bekend staat onder de naam de Overeenkomst van Cotonou werd door de staatshoofden van alle EU- en ACS-landen ondertekend. Dit internationale verdrag bepaalt op welke wijze de EU en de ACS op politiek en ontwikkelingsgebied alsmede in het handelsverkeer gaan samenwerken. Meer dan dertig jaar geleden ondertekenden Europa en het Caribisch Gebied hun eerste handels- en ontwikkelingsovereenkomst. In 2000 waren beide partners het erover eens dat hun handelsregeling dringend aan een herziening toe waren. De bestaande handelsregeling zou plaats moeten maken voor een bredere economische partnerschapsovereenkomst (EPA). Met deze overeenkomst, die op 1 januari 2008 in werking zal treden, wordt in de handelsregelingen tussen Europa en het Caribisch Gebied een belangrijke plaats ingeruimd voor ontwikkeling. Een ambitieuze economische partnerschapsovereenkomst De nieuwe Euro-Caribische EPA zal beide regio’s, elk met hun eigen geschiedenis van regionale integratie, dichter bij elkaar brengen. Het zal een van de eerste overeenkomsten zijn tussen twee regio’s, die op ontwikkeling is gericht en op Noord-Zuid handel. De overeenkomst zal verder gaan dan de huidige, beperkte handelsregelingen die van toepassing zijn op goederen uit het Caribisch Gebied die de Europese Unie binnenkomen. Met de EPA zal Europa het Caribisch Gebied kunnen helpen zijn concurrentievermogen te verbeteren, de uitvoer te diversifiëren en regionale markten op te zetten. Maar voor beide partners is een rol weggelegd. De overeenkomst is een gezamenlijk antwoord op de uitdagingen van globalisering en ontwikkeling. Beide partners hebben vanzelfsprekend hoge verwachtingen van de EPA. Aan de ene kant zijn er de 25 landen van de Europese Unie en aan de andere de 14 landen van de Caribische Gemeenschap en de Dominicaanse Republiek, het Caribisch Forum van de ACS landen (CARIFORUM). Nu de onderhandelingen vorderen wil deze brochure de burgers van het Caribisch Gebied en hun gekozen vertegenwoordigers, het bedrijfsleven en niet-gouvernementele organisaties op de hoogte brengen van het laatste nieuws, inzicht geven in het hele proces en een bijdrage leveren aan de dialoog. ‹3 › Nieuwe mogelijkheden creëren Duurzame ontwikkeling Om duurzame ontwikkeling te kunnen genereren, zijn banen en werkgelegenheid nodig voor de bevolking in het Caribisch Gebied zodat zij haar toekomst in eigen handen kan nemen en de plaats die haar toekomt in de wereldeconomie kan innemen. Kleine en kwetsbare economieën kunnen absoluut gedijen, mits zij samenwerken om een gezond klimaat te creëren voor een concurrerend bedrijfsleven. Handelsregelingen met Europa die op ontwikkeling zijn gericht, kunnen het bedrijfsleven helpen zich te ontwikkelen en de concurrentie op internationaal niveau aan te gaan. Deze aanpak staat centraal in de economische partnerschapsovereenkomst die de toekomstige handelsbetrekkingen tussen de EU en het Caribisch Gebied vorm zal geven. Het is onvermijdelijk dat de betrekkingen tussen de EU en het Caribisch Gebied moeten worden aangepast aan de wereld van vandaag. Sedert 1975 hebben zich dramatische veranderingen voorgedaan. De koude oorlog is voorbij, de economieën in Aziatische landen hebben een hoge vlucht genomen, meer en meer landen voeren grondstoffen uit die concurreren met Caribische producten. Voor geschoold personeel in het gebied zijn er nieuwe mogelijkheden op het gebied van dienstverlening en intellectueel werk. De Wereldhandelsorganisatie (WTO) is nu een belangrijk internationaal forum. De besprekingen die momenteel aan de gang zijn over de “Ontwikkelingsagenda van Doha” hebben tot doel ontwikkelingslanden betere vooruitzichten te bieden op handelsgebied. De procedures voor geschillenbeslechting zijn van groot belang voor een aantal traditionele exportproducten uit het Caribisch Gebied, zoals suiker en bananen. Tot slot wordt momenteel onderhandeld over nieuwe regionale overeenkomsten, zoals de Amerikaanse Vrijhandelszone. Al deze factoren betekenen meer opties voor het Caribisch Gebied, waardoor de taak van de onderhandelaars een complexer karakter krijgt. Europa is en blijft een belangrijke handels- en investeringspartner voor het Caribisch Gebied. Deze band zal nog meer worden versterkt omdat er nog tal van onbenutte mogelijkheden zijn om de handel in zowel goederen als diensten nog verder uit te breiden. Als het Caribisch Gebied dit potentieel voor export zowel naar Europa als elders wil verwezenlijken, zal het zijn concurrentievermogen moeten verbeteren en de handel moeten diversifiëren. Een ding staat als een paal boven water: het Caribisch Gebied kan niet blijven vertrouwen op zijn traditionele handelsbetrekkingen maar moet zijn regionale handel uitbreiden. ‹4 › Handel tussen Europa en het Caribische Gebied De EU is de op een na grootste handelspartner van het Caribisch Gebied. Aluminium, rum, suiker en bananen (en olie) zijn de voornaamste exportproducten naar Europa. De handel in goederen vertegenwoordigt meer dan 3 miljard euro per jaar. Dit inkomen is van belang voor het Caribisch Gebied. De export heeft zich echter niet gediversifieerd in goederen en diensten met een hogere waarde. Regionale integratie: samen sterker staan en streven naar diversiteit Kleine, kwetsbare economieën kunnen gunstigere voorwaarden creëren voor handel, investeringen en groei wanneer zij binnen hun regio’s samenwerken. Dergelijke regionale integratie is van vitaal belang om het Caribisch Gebied betere vooruitzichten te bieden. De meningen verschillen vanzelfsprekend over hoe ver de hervormingen moeten gaan, hoe snel ze moeten worden uitgevoerd en wat ze moeten inhouden, doch er zullen weinigen zijn die nu zullen pleiten voor een isolationisch beleid. De Caribische Gemeenschap (CARICOM) die in 1973 is opgericht, werkt aan een regionaal geïntegreerde ruimte, de Interne Caricom Markt en Economie, en houdt zich bezig met de oprichting van regionale instanties zoals het Caribische Hof van Justitie. In 1981 is binnen CARICOM een subgroep opgericht, de Organisatie van Oost-Caribische Staten, die een enkele munteenheid en een centrale bank heeft ingevoerd. De Dominicaanse Republiek en CARICOM zijn reeds begonnen met het tenuitvoerleggen van een in 1998 ondertekende vrijhandelsovereenkomst, hetgeen de regionale productiviteit een impuls zou moeten geven en het concurrentievermogen zou moeten verbeteren. De EU verleent reeds financiële steun aan deze inspanningen. De Economische Partnerschapsovereenkomst met de EU zal de Caribische integratie-initiatieven versterken nu deze de grondslag gaan vormen voor een internationale overeenkomst, waardoor een positief signaal wordt afgegeven aan bedrijfsleven en investeerders. ‹5 › Een economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en het Caribisch Gebied Meer dan alleen handel De economische partnerschapsovereenkomst zal de toegang van het Caribisch Gebied tot de EU-markten zeker verbeteren. Maar zo'n overeenkomst gaat veel verder. Zoals duidelijk naar voren komt in de Overeenkomst van Cotonou van 2000 tussen de ACS-landen en de EU, zijn EPA’s opgezet als antwoord op de globalisering en de noodzaak van ontwikkeling. Zij beogen een economische ruimte te creëren waar goederen, diensten en financiën in toenemende mate vrij kunnen worden verhandeld. Voorts bieden zij een duidelijk pakket transparante regels en stabiliteit voor zowel bedrijfsleven als investeerders. De CARIFORUM-EU EPA zal een unieke overeenkomst zijn die bepaalt hoe beide regio’s in de toekomst zullen samenwerken bij zeer uiteenlopende handelsverwante kwesties. Daarbij moet worden gedacht aan zaken als invoerrechten, marktnormen waaraan moet worden voldaan, de handel in diensten en aanverwante beleidsgebieden zoals het concurrentiebeleid en intellectuele eigendomsrechten. Voorts zal de EPA het lopende ambitieuze proces voor regionale integratie steunen, zodat optimale resultaten kunnen worden geboekt. De EPA zal flexibiliteit inbouwen om rekening te houden met de sociaal-economische beperkingen van Caribische landen. De EPA zal zorgen voor stabiliteit omdat de overeenkomst in overeenstemming zal zijn met de WTO-voorschriften en andere WTO-leden ervan zal weerhouden de handelspreferenties van de Caribische landen aan te vechten. Dit is van groot belang omdat voor de huidige overeenkomsten een derogatie nodig is van de WTO-regels zodat zij niet kunnen worden aangevochten. Deze derogatie verstrijkt eind 2007. Wanneer deze niet vervangen wordt door een EPA zal de toegang tot de EU markt voor het Caribisch Gebied niet kunnen worden verbeterd. Een betere toegang tot de markt: de handel in goederen Het Caribisch Gebied moet het recht blijven behouden om zijn goederen uit te voeren naar de EU-markt. Dankzij de EPA zal de regio bovendien, waar mogelijk, betere toegang verkrijgen; deze verbintenis is expliciet vermeld in de Overeenkomst van Cotonou. Hierbij zal ongetwijfeld ook worden gesproken over de regels die een product definiëren als van Caribische oorsprong (de zogenaamde regels van oorsprong) en technische kwesties zoals productnormen en voorschriften op het gebied van de voedselveiligheid. ‹6 › EPA: meer dan alleen een conventionele handelsovereenkomst “EPAs (…) zouden niet langer beschouwd mogen worden als handelsovereenkomsten in de conventionele zin waar beide zijden wederzijds voordeel voor ogen staat (…). EPA’s beogen regionale integratie en economische ontwikkeling te bevorderen.” Peter Mandelson, Europees commissaris voor handel in een toespraak op de London School of Economics, februari 2005 De besprekingen over markttoegang zullen zich dan ook niet langer zoals in het verleden alleen maar concentreren op kwesties als invoerrechten en de afschaffing van contingenten die beperkingen opleggen aan de hoeveelheden die mogen worden ingevoerd. Reden hiervoor is dat 98,5% van de huidige Caribische uitvoer momenteel al vrij van rechten in de EU kan worden ingevoerd. Dat was echter niet genoeg om het Caribisch Gebied te helpen zijn toegang te diversifiëren, of dit gebied een bepaald marktaandeel te waarborgen. Er gelden nog een aantal beperkingen voor producten als suiker, bananen, rijst en citrusvruchten. De EPA zal zeker trachten hiervoor een oplossing te vinden maar de grootste voordelen zullen waarschijnlijk gerelateerd zijn aan andere handelsaspecten. Een belangrijke wijziging die met de EPA zal worden ingevoerd, is dat Caribische markten zich ook geleidelijk zullen moeten openstellen voor EU-goederen, en bepaalde rechten en contingenten zullen moeten afschaffen. Deze nieuwe regeling is van wezenlijk belang, zowel op grond van juridische als van economische redenen. Op grond van de WTO-regels is het Caribisch Gebied verplicht “vrijwel de gehele handel” verregaand te liberaliseren. Voorts zijn er economisch gezien, sterke aanwijzingen dat het openstellen van de Caribische markt voor EU-producten de efficiency zal verbeteren en de kosten en consumentenprijzen omlaag zal brengen. Ter geruststelling, deze veranderingen zullen geleidelijk worden doorgevoerd. Bovendien zal ervoor gezorgd worden dat het Caribisch Gebied de vruchten kan plukken van de liberalisering. Regionale integratie en hervormingen die nodig zijn om het concurrentievermogen te versterken krijgen voorrang. In de EPA zal worden bepaald dat het Caribisch Gebied een ruime overgangsperiode krijgt om de markt te openen en dat de liberalisering aan Caribische zijde in een trager tempo mag verlopen. De Caribische partners mogen bepaalde producten bovendien uitsluiten en vrijwaringmaatregelen nemen voor kwetsbare economieën. ‹7 › Een nieuwe economie: handel in diensten De handel in diensten breidt zich uit: de resultaten in deze sector zijn bijzonder goed. Terwijl de uitvoer van goederen uit het Caribisch Gebied als percentage van hun economieën is teruggelopen, is de uitvoer van diensten gestegen. Dit kan grotendeels worden toegeschreven aan het Caribisch toerisme. In het Caribisch gebied is men zich sterk bewust van het belang van de handel in diensten. Toerisme, verzekeringen, bouwnijverheid en vervoer maken alle deel uit van de lijst van diensten die handel en economische ontwikkeling vooruit helpen. Impact van EPA op het toerisme in het Caribisch Gebied In een duurzaamheidseffectbeoordeling van de EPA werd opgemerkt dat een verbetering van de toegang tot de markt voor EU-toerismediensten positieve gevolgen zou kunnen hebben voor het Caribisch Gebied wanneer plaatselijke ondernemingen en consumenten toegang zouden kunnen krijgen tot EU-dienstverleners. Andere voordelen die het toerisme in het Caribisch Gebied verder zouden kunnen helpen de kwaliteit en variëteit te verbeteren zijn een verbetering van het vervoer en de milieudiensten. Liberalisering van de handel in diensten kan de levensstandaard van consumenten verbeteren, de kwaliteit en kwantiteit van dienstverleners op een hoger peil brengen en ertoe bijdragen dat een gebied een belangrijkere rol gaat spelen op de wereldmarkt. Om de vruchten te kunnen plukken van dit soort handel moeten de regels worden vereenvoudigd en geharmoniseerd. Dat is de reden waarom initiatieven op het gebied van Caribische regionale integratie ook de dienstensector omvatten. De EPA kan voortbouwen op deze initiatieven en deze versterken om hun potentieel te verwezenlijken, zowel binnen het Caribisch Gebied als in de handel met Europa. De EPA kan het terrein voorbereiden voor meer en betere handel in diensten tussen het Caribisch Gebied en de EU. Een stabiel bedrijfsklimaat: de spelregels Elke handelaar of investeerder zal bevestigen dat duidelijke, stabiele en transparante regels onontbeerlijk zijn voor de handel. Wanneer deze regels in een economische zone eveneens kunnen worden vereenvoudigd en geharmoniseerd kan dat de bedrijfsvooruitzichten nog aantrekkelijker maken. Om wat voor regels gaat het? Grenscontroles, zoals tarieven bijvoorbeeld, maar ook douaneprocedures. Onderhandelaars noemen dit aspect “bedrijfsbevordering”. In de EPA zullen al deze kwesties aan bod komen. Ook wanneer de grenscontroles eenmaal vereenvoudigd en geharmoniseerd zullen zijn, zal aandacht moeten worden besteed aan andere factoren om te voorkomen dat alle winst van de handel in handen komt van een kleine groep mensen of dat investeringen worden ondermijnd omdat investeerders onvoldoende worden beschermd. ‹8 › Intellectuele eigendom in actie: Blue Mountain Coffee Intellectuele eigendom heeft betrekking op zaken als auteursrechten, octrooien, handelsmerken en geografische aanduidingen. Jamaica wil de regels inzake geografische aanduidingen gebruiken om ervoor te zorgen dat alleen koffie die geteeld wordt in de Blue Mountains van Jamaica met die naam op de markt kan worden gebracht. Zo krijgen de Jamaicaanse producenten de voordelen van het ontwikkelen en bevorderen van de verkoop van dit merk. Het concurrentiebeleid, de bescherming van intellectuele eigendomsrechten en milieu- en arbeidsnormen worden in de ACS-EU Overeenkomst van Cotonou dan ook beschouwd als belangrijke factoren voor het bevorderen van handel en duurzame ontwikkeling. Omdat bovendien grote sommen overheidsgeld worden uitgegeven aan ingevoerde goederen en overheidsinvesteringen is het tevens van belang dat de voorschriften voor overheidsaanbestedingen ervoor instaan dat het geld van de belastingbetaler optimaal wordt benut. Het Caribisch Gebied houdt zich reeds met tal van dergelijke vraagstukken bezig. De EPA kan voortbouwen op deze inspanningen en deze verder versterken. Meer voordelen voor huishoudens De EPA houdt zich niet alleen bezig met economie op hoog niveau. De opbouw van regionale markten en de verbetering van handelsregelingen betekent ook echte voordelen voor gezinnen. Als gevolg van de lagere kosten voor in- en uitvoer, kunnen zij een bredere keuze en lagere prijzen verwachten in de winkels, profiteren van goedkopere diensten van locale bedrijven en meer concurrentie bij het plaatselijke bedrijfsleven. Dit zijn belangrijke voordelen, met name in kleine economieën waar veel van de goederen worden verhandeld. Ook zullen er meer voordelen zijn voor het bedrijfsleven – bedrijven zullen hun goederen zowel op regionale als op EU-markten kunnen verkopen. Ambitieuze Caribische jongeren zullen betere vooruitzichten hebben bij het op de markt brengen van hun diensten en intellectuele vaardigheden. Het welslagen van de EPA zal uiteindelijk afhangen van de mate waarin de overeenkomst het bedrijfsleven in staat zal kunnen stellen om de handel uit te breiden en plaatselijke ontwikkeling te bevorderen. ‹9 › Een breder partnerschap: steun en ontwikkeling Ontwikkeling, concurrentievermogen en handel Zoals hierboven reeds beschreven gaat de EPA niet alleen over handel, maar over partnerschap en ontwikkeling. De onderhandelingen zijn uitgebreid en ambitieus en maken volledig deel uit van het bredere EU-CARIFORUM samenwerkingsproces. Om de EPA te begeleiden en te versterken zal dan ook gebruik worden gemaakt van ontwikkelingsmiddelen. Deze ontwikkelingsmiddelen zullen afkomstig zijn van het Europees Ontwikkelingsfonds. Alle fondsen worden verleend in de vorm van subsidies, ter ondersteuning van een regionaal programma en 15 nationale programma’s in het Caribisch Gebied. Er is meer dan 500 miljoen euro beschikbaar voor nationale programma’s voor de periode 2003-2007. Voor het regionaal programma is 57 miljoen euro beschikbaar, bestemd voor de ondersteuning van de economische integratie en handel. In het regionale programma krijgt economische integratie in het Caribisch Gebied prioriteit evenals hulp om het bedrijfsklimaat te verbeteren en maatregelen om onderhandelaars in staat te stellen deel te nemen aan internationale handelsovereenkomsten. Het Caribisch Gebied zal met hulp van de EU ook zijn export kunnen diversifiëren om meer doelmatig te kunnen concurreren, in overeenstemming met de EPA doelstellingen. Het Caribisch Gebied ontvangt reeds specifieke steun voor de voornaamste grondstoffen. Van 1999 tot 2005 werd uit hoofde van de bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van de traditionele ACS-leveranciers van bananen 216 miljoen euro uitgetrokken om het concurrentievermogen op een hoger peil te brengen en de diversificatie aan te moedigen. In juli 2002 werd begonnen met een programma ter ondersteuning van de Caribische rumindustrie waarmee 70 miljoen euro is gemoeid. Voor de rijstindustrie is steun uitgetrokken ten bedrage van 24 miljoen euro. Daarnaast heeft de Europese Commissie aangeboden de ACS-suikerindustrie te helpen bij de aanpassing aan de EU-hervormingen. Aanvankelijk is een bedrag van 40 miljoen euro toegewezen voor 2006, terwijl een verhoging is voorzien met ingang van 2007. Naast deze traditionele sectoren is tevens steun beschikbaar voor de privé-sector en de dienstensector in het Caribisch Gebied. In het kader van het meest recente programma alleen al 13,5 miljoen euro. In de toerismesector werd onlangs een project uitgewerkt waarmee 8 miljoen euro is gemoeid. Voorts hebben de landen in het Caribisch Gebied toegang tot programma’s bestemd voor alle ACS-landen. Deze programma’s bestrijken investeringen, steun voor exporteurs om te voldoen aan de EU-normen op het gebied van voedselveiligheid en fytosanitaire normen en steun voor onderhandelaars op handelsgebied. ‹ 10 › Praktische steun voor de Caribische handel De EU heeft steun verleend voor een netwerk van regionale en nationale adviseurs op handelsgebied. Een subsidie voor het opzetten van een kantoor voor de Organisatie van Oost-Caribische staten bij de WTO in Genève; middelen voor de Caribbean Regional Negotiating Machinery met het oog op deelneming aan het EPA-proces; en fondsen voor een reeks effectbeoordelingen, zoals een verslag over de mogelijke effecten van een EPA op de voornaamste industrie- en landbouwsectoren in de Dominicaanse Republiek. Banden met ontwikkelingsbijstand in de praktijk De regionale voorbereidende Task Force onderzoekt welke steun het Caribisch Gebied nodig heeft om te voldoen aan de sanitaire en fytosanitaire oftwel de "SPS" normen. Dit zijn maatregelen die ervoor zorgen dat verhandelde goederen geen gevaar inhouden voor de veiligheid van voedsel, dieren en planten. De EU is zich ervan bewust dat ACS-landen over beperkte middelen beschikken om aan handelsonderhandelingen deel te nemen. Sedert 2002 steunt zij dan ook hun deelneming aan de onderhandelingen bij de WTO en het EPA-proces. Hiertoe werden drie programma’s opgezet waarmee meer dan 85 miljoen euro is gemoeid, naast de middelen die bestemd zijn voor regionale en nationale programma’s. De koppeling van EPA-onderhandelingen en ontwikkelingsfinanciering Voor de financiële EU-steun gelden de voorwaarden van de Overeenkomst van Cotonou. Om ervoor te zorgen dat deze steun onlosmakelijk verbonden blijft met de EPA-onderhandelingen, is een CARIFORUM-EU task force opgericht. Deze regionale voorbereidende Task Force is samengesteld uit een aantal zeer uiteenlopende Europese en Caribische deskundigen, waaronder nationale en regionale ambtenaren op ontwikkelingsgebied, vertegenwoordigers van regionale universiteiten en de Caribbean Development Bank, alsmede vertegenwoordigers van ngo’s en de privé-sector. Deze task force heeft tot taak de behoeften die zijn geïdentificeerd bij de onderhandelingen om te zetten in operationele ideeën voor bijstand. De task force kan met suggesties komen voor financiële middelen, met inbegrip van geld dat beschikbaar is uit hoofde van het Europees Ontwikkelingsfonds, alsmede bilaterale en multilaterale bronnen, bijvoorbeeld van EU-lidstaten en internationale donors. De task force is reeds met zijn werkzaamheden begonnen. De behoeften die tijdens het EPA-proces zijn geformuleerd zullen tevens een prominente plaats innemen in de regeling die het huidige Europese Ontwikkelingsfonds opvolgt, dat in 2007 afloopt. ‹ 11 › De onderhandeling tot dusverre Het tijdschema De onderhandelingen over de economische partnerschapsovereenkomsten vingen aan in september 2002 in Brussel tussen de EU en 77 ACS-landen. Deze fase van de onderhandelingen liep tot een ministeriële bijeenkomst van de ACS-EU in oktober 2003. Op deze bijeenkomst werden de ministers het eens over een gezamenlijk verslag dat de aanvang van de regionale EPA-onderhandelingen markeerde. De onderhandelingen over de EU-Caribische EPA vingen officieel op 16 april 2004 aan in Kingston, Jamaica. Op die datum bereikten beide zijden overeenstemming over de doelstellingen, structuur en procedure van de onderhandelingen. Aan Caribische zijde vertegenwoordigt CARIFORUM Antigua en Barbuda, de Bahamas, Barbados, Belize, het Gemenebest van Dominica, de Dominicaanse Republiek, Grenada, Guyana, Haïti, Jamaica, St. Kitts en Nevis, Saint Lucia, St. Vincent en de Grenadines, Suriname, en Trinidad en Tobago. In de eerste fase werden de onderhandelingen geconcentreerd op specifieke technische thema’s zoals regionale markten, diensten en investeringen en verwante beleidsgebieden. Bij deze onderhandelingen wilden beide partijen overeenstemming bereiken over de prioriteiten voor zowel Caribische regionale integratie als de EPAonderhandelingen. Beide zijden werden het erover eens dat deze technische fase van de onderhandelingen zou moeten worden afgesloten op een ministeriële bijeenkomst in Saint Lucia in september 2005. De volgende stap is een oplossing zoeken voor prioritaire vraagstukken, overeenstemming bereiken over de structuur van een EPA en besprekingen voeren over de wijze waarop handelsliberalisering moet worden aangepakt. De ministers zullen vervolgens eind 2006 bijeenkomen om de laatste onderhandelingsfase in te luiden. Hiermee wordt de overeenkomst afgerond en kan de EPA op 1 januari 2008 in werking treden. Welke punten staan er op de onderhandelingsagenda? Er is brede consensus over de draagwijdte en de prioriteiten van de onderhandelingen en een gemeenschappelijke visie van regionale integratie. Technische besprekingen over Caribische en Europese economische integratie vonden reeds plaats over tal van onderwerpen. Zo is onder meer gesproken over tarieven en contingenten; voedselveiligheid en technische normen; douanekwesties en handelsbevordering; vrijwaringsmaatregelen; de handel in diensten; investeringen; het mededingingsbeleid; intellectuele eigendom; en overheidsaanbestedingen. ‹ 12 › Samenvatting van de CARIFORUM – EU EPA doelstellingen 3 Economische ontwikkeling bevorderen die vanuit sociaal en milieu-oogpunt duurzaam is. 3 Kleine Caribische staten helpen een betekenisvolle rol te spelen in de internationale gemeenschap. 3 Caribische hervormingen om economische kwetsbaarheid te verminderen steunen en nieuwe ontwikkeling bevorderen. 3 Erop toezien dat veranderingen plaatsvinden in een tempo dat de economische en sociale ontwikkeling in acht neemt. De EPA onderhandelingen vinden niet plaats in een vacuüm. Ze worden beïnvloed door een reeks politieke en economische ontwikkelingen op breder vlak. Niet al deze vraagstukken kunnen deel uitmaken van de EPA-onderhandelingen of zouden hiervan deel uit moeten maken, maar zij bepalen wel hoe de EPA wordt toegepast. Daarom wordt over deze onderwerpen gesproken. Een aantal voorbeelden: 3 De wijze waarop regionale integratie in het kader van CARIFORUM zich ontwikkelt. Dit integratieproces betreft tal van kwesties en zeer uiteenlopende landen. 3 De vooruitgang die wordt geboekt naar belangrijke structurele hervormingen op gebieden als overheidsfinanciën en de economie, regulering van en stimuli voor nieuwe bedrijven alsmede opleidingen en onderwijs. 3 De moeilijkheden waarmee landbouwproducenten van rijst, suiker en bananen worden geconfronteerd, de hiermee verwante herstructureringsprocessen, en mogelijkheden om in de toekomst toegang tot de markt zeker te stellen in het kader van een EPA die verenigbaar is met de WTO-regels. 3 De noodzaak de regels van de WTO in acht te nemen, door gebruik te maken van bestaande flexibiliteit op het gebied van regionale handelsregelingen en vooruitgang bij belangrijke WTO-kwesties zoals landbouwsteun, markttoegang en handelsbevordering op de Ontwikkelingsagenda van Doha. 3 Potentiële kosten in verband met aanpassing zoals verlies van overheidsinkomsten als gevolg van lagere handelsbelasting; en mogelijkheden om deze kosten zo laag mogelijk te houden door bijvoorbeeld gevoelige producten uit te sluiten van liberalisering, het geleidelijk invoeren van veranderingen en het bevorderen van douane- en belastinghervormingen. Caribische gebiedsdelen die banden hebben met de EU In de EPA zal ook worden ingegaan op maatregelen die kunnen worden genomen om de handel en samenwerking tussen CARIFORUM-staten en gebiedsdelen in de regio die banden hebben met de EU te verbeteren. Ook zij zullen de gevolgen ondervinden van de EPA en kunnen worden onderverdeeld in twee duidelijk onderscheiden groepen: 3 Franse overzeese gebiedsdelen (Frans Guyana, Guadeloupe en Martinique). Deze maken deel uit van de EU en zullen deel uit maken van de EPA. 3 Britse en Nederlandse gebiedsdelen (Anguilla, Aruba, Britse Maagdeneilanden, Caymaneilanden, Montserrat, Nederlandse Antillen, Turks- en Caicoseilanden). Deze zijn geassocieerd met, maar maken formeel geen deel uit van de EU. Zij moeten hun relatie tot de EPA nog definiëren. ‹ 13 › Belanghebbenden bij de onderhandelingen betrekken Het overleg tot dusverre De EPA-onderhandelingen zijn ambitieus en gericht op ontwikkeling. Deze onderhandelingen zijn niet alleen een zaak voor de onderhandelaars en de regeringen die zij vertegenwoordigen. Zij moeten voorzien in de behoeften en wensen van de burgers van het Caribisch Gebied. Ze omvatten dan ook een aantal mechanismen om alle mogelijke belanghebbenden bij de onderhandelingen te betrekken: 3 Een regionaal netwerk van niet-overheidsactoren dat in november 2004 in Barbados werd gelanceerd en dat met name groeperingen uit de privé-sector, vakbonden, landbouwers- en consumentenorganisaties, niet-gouvernementele organisaties, academici en parlementariërs kan omvatten. 3 Een door de EU-gesponsorde duurzaamheidseffectbeoordeling van de EPA waarbij de Caribische belanghebbenden worden geraadpleegd. 3 Studiebijeenkomsten om het onderhandelingsproces voor de EPA toe te lichten die georganiseerd worden ten behoeve van officiële en niet-gouvernementele actoren en vertegenwoordigers van de met de EU verbonden gebiedsdelen. 3 Een voorstel voor een netwerk van donors en ontwikkelingsorganisaties dat adviezen verstrekt en ervoor moet zorgen dat rekening wordt gehouden met de EPA wanneer regionale programma’s en projecten worden uitgewerkt. Wat staat er in de toekomstige besprekingen op het spel? Het uiteindelijke doel van de EPA is duurzame ontwikkeling, een betere toekomst bouwen, niet alleen voor de huidige generatie maar ook voor de volgende. Dat brengt veranderingen met zich die gevolgen hebben voor alle burgers in het Caribisch Gebied. Hoe wil de EPA dit bereiken? 3 De EPA beoogt werkgelegenheid en welvaart te creëren. Hiervoor zal zij regionale markten opbouwen en helpen een duidelijk en transparant handelskader op te zetten voor de regio. 3 De EPA is gebaseerd op regionale integratie en het geleidelijk openstellen van markten om het concurrentievermogen te verhogen en de prijzen omlaag te brengen. Om rekening te houden met de sociale gevolgen van veranderingen of met kwetsbare kleine markten, zal de EPA een speciale en differentiële behandeling omvatten, en een zekere flexibiliteit toestaan bij de producten en diensten die het Caribisch gebied zal moeten liberaliseren en het hiervoor vereiste tijdschema. ‹ 14 › 3 De EPA betekent dat producten uit het Caribisch Gebied toegang blijven behouden tot de EU markt. Die toegang zal indien mogelijk worden verbeterd en de regels die hierop van toepassing zijn zullen worden vereenvoudigd. 3 De EPA maakt deel uit van de Overeenkomst van Cotonou tussen de ACS en de EU, die specifieke bepalingen omvat voor ontwikkelingsbijstand die gezamenlijk met de nationale regeringen en regionale organisaties wordt geprogrammeerd. Deze fondsen zullen financiële steun blijven verlenen voor de onderhandelingen en het regionale integratieproces. De weg voorwaarts Dankzij de goede vorderingen bij de onderhandelingen zal een economische partnerschapsovereenkomst rond 2008 kunnen worden verwezenlijkt. Bij deze onderhandelingen wordt ernaar gestreefd het handelsbeleid ten dienste te stellen van ontwikkeling. Zij zullen een positieve impuls geven aan ontwikkeling in het Caribisch Gebied, maar een blauwdruk ontbreekt, zodat er nog veel werk voor de boeg ligt. Dit betekent dat het proces open staat voor iedereen die achter de doelstellingen staat, niet alleen regeringen maar ook de burgermaatschappij en het bedrijfsleven. Het gaat niet om een officiële raadpleging van de belanghebbenden. Er zijn tal van praktische wegen om deel te nemen aan dit proces. Zo kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het lobbyen bij regeringen, onderhandelaars en parlementsleden, bewustmakingsacties en het bespreken van de gevolgen van de EPA met vakbonden, niet-gouvernementele organisaties en bedrijfsorganisaties. Om het volledige potentieel van de EPA te bereiken is een doorlopende dialoog nodig. Wij hopen met dit beknopte overzicht van de inzet een bijdrage te leveren aan dit proces. ‹ 15 › Vaak gestelde vragen Waarom kunnen we niet alles bij het oude laten? Dat is geen optie. De tijden veranderen en we mogen onze ogen daar niet voor sluiten. Handel en investeringen in het Caribisch Gebied moeten worden uitgebreid om duurzame groei en ontwikkeling te bevorderen. Regionale regelingen worden ingevoerd om het bedrijfsleven te helpen werkgelegenheid en welvaart te creëren. De huidige regelingen met Europa bieden alleen toegang voor goederen maar dragen te weinig bij aan het concurrentievermogen van het Caribisch Gebied. De bestaande regelingen zijn bovendien afhankelijk van een derogatie van de WTO-regels in afwachting van een nieuwe regeling. Deze derogatie loopt in 2007 af zodat de EU en het Caribisch Gebied vóór die tijd een nieuwe regeling klaar moeten hebben. Voor een nieuwe derogatie is toestemming vereist van alle WTO-leden en zou een te hoge prijs moeten worden betaald. Waarom moet de nieuwe regeling een EPA zijn? In theorie is dit niet nodig. Maar na zorgvuldige overweging hebben de EU en Caribisch Gebied besloten dat een EPA de beste optie is om handel en ontwikkeling te koppelen. Dus waarom genoegen nemen met een tweede keus en onze ambities naar beneden bijstellen? De EPA zou alleen een manier zijn voor de EU om de markten van de landen in het Caribisch Gebied open te forceren. Waarom zouden we daarmee akkoord moeten gaan? Deze bewering is geheel onjuist. De EU streeft er in de eerste plaats naar het Caribisch Gebied te helpen zijn regionale integratie te stimuleren zodat de onderlinge handel kan floreren en deze regio aantrekkelijker wordt voor investeerders. Daarnaast wil de EU de toegang tot haar markten voor landen in het Caribisch Gebied open houden en verbeteren. Wanneer deze prioritaire doelstellingen zijn aangepakt, kan worden gepraat over het openen van de Caribische markt, waarbij zowel het tijdstip als het tempo moeten worden afgestemd op de Caribische omstandigheden. Meer Europese goederen en diensten naar het Caribisch Gebied verkopen is geen prioriteit. ‹ 16 › Ik heb gehoord dat de overheidsinkomsten scherp zullen dalen wanneer we onze tarieven zouden verlagen. Hoe kan dat in ons belang zijn? Dat klopt, maar alleen indien de EPA van de ene op de andere dag zou worden ingevoerd. Zoals we reeds vermeldden, zal dat niet het geval zijn. De landen in het Caribisch Gebied zullen hun markten geleidelijk mogen openen en tijd krijgen om zich aan te passen en in de plaats van handelsbelastingen belastinghervormingen te bevorderen en de belastinginning te verbeteren. Hervorming van de belasting en meer handel zouden weleens kunnen betekenen dat de overheidsinkomsten omhoog gaan. Wij maken ons grote zorgen over de toekomst voor onze bananen en suikerexport. Kan de EPA oplossingen bieden? De EU zal niet staan toekijken terwijl het Caribisch Gebied helemaal alleen de strijd aangaat tegen deze problemen. Zij is zich bewust van deze bezorgdheid en zoekt naar oplossingen zowel in het kader van het EPA proces als daarbuiten. De EPA zal er vooral toe bijdragen dat de landen in het Caribisch Gebied de best mogelijke toegang krijgen tot de EU en ervoor zorgen dat deze niet wordt betwist in het kader van de WTO. Op lange termijn kan een EPA bijdragen tot meer diversifiëring en nieuwe bronnen van inkomsten genereren. Diversifiëring en verbetering van het concurrentievermogen kunnen verder worden gesteund door EU-ontwikkelingshulp. De EU heeft een aantal zeer strikte gezondheids- en veiligheidsnormen voor de levensmiddelen die zij invoert. Hoe kunnen landen in het Caribisch Gebied hieraan voldoen? U bedoelt onze sanitaire en fytosanitaire normen. Die zijn inderdaad streng – maar dat is omdat onze consumenten dat eisen. Het is de bedoeling dat de EPA de landen in het Caribisch Gebied de middelen verschaft om te kunnen voldoen aan deze normen. Dat houdt onder meer de opbouw in van regionale capaciteit om deze normen vast te stellen en toe te zien op de naleving ervan. Hiertoe zijn financiële middelen voorzien. Waar kan ik terecht als ik meer vragen heb? Hoe kan ik meedoen aan het debat? Hieronder vindt u adressen waar u terecht kunt voor meer informatie of personen met wie u contact kunt opnemen. ‹ 17 › Verdere informatie Nuttige links over het EPA-proces De volgende internetlinks bevatten nuttige informatie in verband met het EPA-proces: 3 ACS-handelsbetrekkingen: http://ec.europa.eu/trade/issues/bilateral/index_en.htm 3 ACS-handelsstatistieken: http://ec.europa.eu/trade/issues/bilateral/regions/acp/stats.htm 3 Overeenkomst van Cotonou: http://ec.europa.eu/development/Geographical/CotonouIntro_en.cfm 3 EU-handelsbeleid: http://ec.europa.eu/trade/index_en.htm Links met de internet sites van de leden van de Commissie die belast zijn met handel en ontwikkeling Op de volgende internet links staan recente toespraken en artikelen over EPA’s: 3 http://ec.europa.eu/commission_barroso/mandelson/index_en.htm 3 http://ec.europa.eu/commission_barroso/michel/index_en.htm Nadere informatie over EPA’s Op de volgende internet links is nadere informatie te vinden over EPA’s: 3 http://ec.europa.eu/development/body/publications/docs/epa_en.pdf 3 http://www.sia-acp.org/acp/download/pwc_sia_acp20july2005-section-3.pdf Meer informatie over ontwikkeling in het Caribisch Gebied De volgende sites bieden een schat aan informatie over handel en regionale integratie van het Caribisch Gebied: 3 3 3 3 www.crnm.org www.caricom.org www.oecs.org www.caribank.org Informatie voor exporteurs naar Europa Hieronder volgt de website van de helpdesk van de Europese Commissie voor exporteurs die naar Europa willen uitvoeren: 3 http://exporthelp.europa.eu ‹ 18 › Verdere contacten Als u geen toegang hebt tot het internet kunt u informatie over de Overeenkomst van Cotonou en ontwikkelingssamenwerking van de EU met het Caribisch Gebied verkrijgen bij de delegaties van de Europese Commissie in zeven landen in het Caribisch Gebied: Barbados Mervue House, Marine Gardens, Hastings, Christ Church, Barbados, West Indies P.O. Box 654 C, Bridgetown Tel: (1-246) 434 8501 Fax: (1-246) 427 8687 E-mail: [email protected] www.delbrb.ec.europa.eu Haïti Bâtiment Hexagone, 4e étage, angles rues Clerveau et Darguin, HT 6140 Pétion-Ville, Haïti (W.I.) BP 15.588, Petion-Ville, Port au Prince Tel: (509) 256 0041 & 42 Fax: (509) 256 0146 E-mail: [email protected] www.delhti.ec.europa.eu Jamaica 8 Olivier Road, Kingston 8, Jamaica, W.I. P.O. Box 463, Kingston 8 Tel: (1-876) 924 63 33 – 7 Fax: (1-876) 924 63 39 E-mail: [email protected] www.deljam.ec.europa.eu Suriname Dr. S. Redmondstraat 239, Paramaribo P.O. Box 484, Paramaribo Tel: (597) 49 93 22 Fax: (597) 49 30 76 E-mail: [email protected] www.delguy.ec.europa.eu (Guyana) Dominicaanse Republiek Edificio Plaza JR, 8° piso, Av. Tiradentes esq. Roberto Pastoriza, Ensanche Naco, Santa Domingo Rep. Dominicana Aptdo. Postal 226-2, Santo Domingo Tel: (1-809) 227 05 25 Fax: (1-809) 227 05 10 E-mail: [email protected] www.deldom.ec.europa.eu Trinidad en Tobago The Mutual Centre, 16 Queen's Park West, Port of Spain P.O. Box 1144, Trinidad Tel: (1-868) 622 06 15 Fax: (1-868) 622 63 55 E-mail: [email protected] www.delguy.ec.europa.eu (Guyana) Guyana 11 Sendall Place, Stabroek, Georgetown P.O. Box 10847, Georgetown Tel: (592-22) 626 67 Fax: (592-22) 626 15 E-mail: [email protected] www.delguy.ec.europa.eu Het postadres in Brussel is: Europese Commissie B-1049 Brussel BELGIË ‹ 19 › Woordenlijst en afkortingen ACS Landen in Afrika, het Caribisch Geied en de Stille Oceaan, een groep landen met een partnerschapsovereenkomst met Europa, de Overeenkomst van Cotonou CARICOM Caribische Gemeenschap CARIFORUM Caribisch Forum van ACS-landen Contingent Een beperking op de hoeveelheid goederen die kan worden ingevoerd CRNM Caribbean Regional Negotiating Machinery CSME Interne markt en economie van CARICOM landen DOM Overzees gebiedsdeel (Frans Overzees Gebiedsdeel) EOF Europees Ontwikkelingsfonds, het financieringsmechanisme voor ontwikkelingshulp van de EU ten behoeve van de ACS-landen in het kader van de Overeenkomst van Cotonou EPA Economische partnerschapsovereenkomst EU Europese Unie Handel in goederen Handel in fysieke goederen zoals landbouwproducten en machines Handel in diensten Handel in diensten zoals verzekering, opleiding en het op de markt brengen van goederen OECS Organisatie van Oost-Caribische landen Overeenkomst van Cotonou Partnerschapsovereenkomst tussen de EU en ACS-landen die in 2000 in Cotonou, Benin, werd ondertekend Overeenkomst van Lomé Voorganger van de Overeenkomst van Cotonou die in Lomé, Togo, werd ondertekend RPTF Regionale Voorbereidende Task Force, het orgaan dat de EPA onderhandelingen moet koppelen aan ontwikkelingsfinanciering SIA Duurzaamheidseffectbeoordeling, een studie over de waarschijnlijke gevolgen van EPA’s SPS Sanitaire en fytosanitaire normen, maatregelen ter bescherming van het leven van mens, dier en plant Tarief Een douanerecht of belasting op invoer WTO Wereldhandelsorganisatie ‹ 20 › Franse overzeese departementen ACS-staten Landen en gebieden overzee (LGO) Bahamas Turks & Caicos Islands Cuba Haiti British Virgin Islands Dominican Rep. Cayman Islands Jamaica St. Vincent & Grenadines Belize Aruba Anguilla St. Martin St. Kitts and Nevis Antigua and Barbuda Montserrat Guadeloupe Dominica Martinique St. Lucia Barbados Grenada Trinidad & Tobago Netherlands Antilles Guyana Suriname French Guyana NG-71-05-902-NL-C Europese Commissie Europese Commissie Europese Commissie Europese Commissie Directoraat-Generaal Directoraat-Generaal Directoraat-Generaal EuropeAid Bureau Handel Ontwikkeling Buitenlandse Betrekkingen voor Samenwerking Interinstitutionele Betrekkingen en Eenheid Informatie Eenheid Informatie Eenheid Informatie Communicatiebeleid en Communicatie en Communicatie en Communicatie Postadres: Postadres: Postadres: Postadres: B-1049 Brussel B-1049 Brussel B-1049 Brussel B-1049 Brussel Fax: +32 2 296 98 54 Fax: +32 2 299 25 25 Fax: +32 2 299 92 88 Fax: +32 2 299 64 07 trade.ec.europa.eu/inforequest/index.cfm [email protected] [email protected] [email protected] http://ec.europa.eu/trade/issues/bilateral/regions/acp/index_en.htm http://ec.europa.eu/development/index_en.cfm