Het ABC van stroomtangen

advertisement
Het ABC van stroomtangen
Toepassingsadvies
Wat is een stroomtang en waarvoor wordt hij gebruikt?
Welke metingen kunnen er met een stroomtang worden
gedaan? Hoe maakt u optimaal gebruik van een stroomtang?
Welke stroomtang is het meest geschikt voor de omgeving
waarin hij zal worden gebruikt? Het antwoord op deze vragen
vindt u in dit toepassingsadvies.
Technologische ontwikkelingen
op het gebied van elektrische
apparatuur en stroomkringen gaan
gepaard met meer uitdagingen
voor elektriciens en monteurs.
Deze ontwikkelingen vereisen
niet alleen meer capaciteit
van de huidige test- en meetinstrumenten, maar ook meer
kennis van de mensen die de
instrumenten gebruiken. Een
elektricien die goed vertrouwd
is met de basisprincipes van de
toepassing van test- en meetinstrumenten zal beter voorbereid
zijn op de huidige uitdagingen
van het testen, meten en
storingzoeken. De stroomtang is
een belangrijk en veelgebruikt
instrument dat men in de
gereedschapskoffers van zowel
elektriciens als monteurs aantreft.
Een stroomtang is een
elektrische tester die een voltmeter
en een stroommeter met klembek
in zich verenigt. Net zoals de
multimeter heeft de stroomtang
de analoge periode verlaten
en zijn intrede gedaan in de
digitale wereld van vandaag.
Oorspronkelijk voornamelijk
ontwikkeld als een voor één
doel bestemd meetinstrument
voor elektriciens, beschikken
de huidige modellen over meer
meetfuncties en een grotere
nauwkeurigheid. En sommige
instrumenten beschikken over een
aantal zeer speciale meetfuncties
en mogelijkheden. De huidige
stroomtangen beschikken over
de meeste basisfuncties van een
digitale multimeter (DMM), maar
met de toegevoegde functie van
een stroomtransformator in het
product geïntegreerd.
Kies een stroomtang met specificaties die geschikt zijn voor de elektrische omgeving waarin u zult werken,
alsmede met de meetresolutie en meetnauwkeurigheid die u nodig zult hebben voor uw tests.
De transformatorwerking
aangesloten via de shunt van de
ingang van het meetinstrument.
De mogelijkheid van stroomtangen Er wordt een veel lagere stroom
om hoge wisselstromen te
geleverd aan de ingang van het
meten, is gebaseerd op de
meetinstrument, dit vanwege
transformatorwerking. Als u de
de verhouding van het aantal
bek van het instrument of de
secundaire wikkelingen versus het
flexibele stroomtang rond een
aantal primaire wikkelingen rond
wisselstroom voerende geleider
de kern. Meestal wordt de primaire
klemt, vloeit die stroom door de bek vertegenwoordigd door de ene
heen, vergelijkbaar met de ijzeren
geleider waaromheen de bek is
kern van een transformator, en in
geklemd of de flexibele stroomtang
een secundaire wikkeling die is
is aangebracht. Als de secundaire
1000 wikkelingen heeft, dan is de
secundaire stroom 1/1000 van de
stroom die in de primaire vloeit,
of in dit geval in de doorgemeten
geleider. Dus een stroom van
1 ampère in de doorgemeten
geleider zou een stroom van
0,001 ampère of 1 milliampère aan
de ingang van het meetinstrument
produceren. Met deze techniek
kunnen gemakkelijk veel hogere
stromen worden gemeten door
het aantal wikkelingen in de
secundaire te vergroten.
Stroomtangen meten elke
willekeurige combinatie van
wissel- en gelijkstroom. Dit is
inclusief statische DC-stroom,
DC-laadspanning en AC-stroom.
Stroomtangen meten gelijkstroom
met behulp van halleffectsensoren.
Een hallsensor, in feite een soort
magnetometer, kan de sterkte van
een aangelegde magnetische flux
meten. In tegenstelling tot een
gewone inductieve sensor werkt
de hallsensor als de aangelegde
magnetische flux statisch is,
niet verandert. Hij werkt ook bij
veranderende magnetische velden.
Een stroomtang bevat een toroïdale
ijzeren kern die samen met een
halleffect-chip in de ruimte
tussen de beide helften tegen
elkaar wordt geklemd, zodat de
opgewekte magnetische flux van de
stroomvoerende draad erdoorheen
wordt geleid.
Uw stroomtang kiezen
Bij het aanschaffen van een
stroomtang moet er niet alleen
worden gekeken naar de
specificaties maar tevens naar
de kenmerken, de functies,
de algemene waarde van het
instrumentontwerp en de
zorgvuldigheid tijdens de productie
van het instrument.
Betrouwbaarheid, met name
onder zware omstandigheden, is
belangrijker dan ooit. De technisch
ontwerpers van Fluke zorgen
ervoor dat deze meetinstrumenten
niet alleen elektrisch maar ook
mechanisch robuust zijn gebouwd.
Tegen de tijd dat de stroomtangen
van Fluke gereed zijn om in
gereedschapskisten te worden
geworpen, zijn zij zwaar getest en
uitgebreid beoordeeld.
Bij de keuze van een stroomtang,
of enig ander elektrisch test- of
meetinstrument, dient de veiligheid
van de gebruiker voorop te staan.
2 Fluke Corporation
Gebruik een flexibele stroomtang voor situaties waarin dikke geleiders het gebruik van de
stroomtangbek bemoeilijken.
Fluke ontwerpt zijn stroomtangen
niet alleen volgens de nieuwste
elektrotechnische normen,
maar elke stroomtang wordt
onafhankelijk getest en vervolgens
geregistreerd door gecertificeerde
testlaboratoria zoals CSA, TÜV, etc.
Alleen met deze certificeringen
kunt u er zeker van zijn dat een
elektrische tester aan deze nieuwe
veiligheidsnormen voldoet.
Een stroomtang
gebruiken in lastige
situaties
Elektriciens en monteurs moeten
vaak stroomtangen gebruiken
in minder ideale situaties. De
nieuwste stroomtangen gebruiken
de iFlex™ flexibele stroomtang om
op moeilijk toegankelijke plaatsen
te meten, bijvoorbeeld in krappe
kasten of om gebundelde draden of
lastige geleiders.
Wanneer het nodig is om op
afstand meten, kan een stroomtang
Het ABC van stroomtangen
met afneembaar display (zoals de
Fluke 381) worden gebruikt om het
display op een andere locatie te
bekijken dan waar wordt gemeten.
Dit betekent dat één persoon, en
niet twee, de meting kan uitvoeren.
Resolutie, digits
en counts
De resolutie geeft aan hoe
nauwkeurig een meetinstrument
kan meten. Als men de resolutie
van een meetinstrument kent, kan
men bepalen of er een geringe
verandering in het gemeten
signaal kan worden vastgesteld.
Als de stroomtang bijvoorbeeld
een resolutie van 0,1 ampère
in een bereik van 600 ampère
heeft, kan er tijdens het meten
van een signaal van 100 ampère
een verandering van 0,1 ampère
worden vastgesteld.
U zou geen liniaal met inchverdeling kopen als u tot één kwart
inch zou moeten meten. Evenzo
willen controleren, moeten wij
de RMS-stroom, de effectieve
stroom, meten en de meetwaarde
vergelijken met de nominale
waarde die voor de betreffende
component is gespecificeerd.
Nauwkeurigheid
Daarom moeten de huidige test- en
Nauwkeurigheid is de grootste
meetinstrumenten nauwkeurig de
toelaatbare meetfout die onder
True-RMS-waarde van een signaal
bepaalde bedrijfsomstandigheden
kunnen meten, hoe vervormd dat
kan optreden. Met andere
signaal ook moge zijn.
woorden: het is een indicatie voor
De crest-factor is een eenvoudige
hoe dicht de op het instrument
verhouding van de piekwaarde
weergegeven meetwaarde bij de
van een signaal ten opzichte van
werkelijke waarde van het gemeten de RMS-waarde van dat signaal.
signaal ligt.
Bij een zuivere AC-sinusgolf zou
De nauwkeurigheid van een
de crest-factor 1,414 zijn. Bij een
stroomtang wordt normaliter
signaal met een scherpe puls zou
uitgedrukt als een percentage van
de verhouding, of de crest-factor,
de uitlezing. Een nauwkeurigheid
echter te hoog zijn. Afhankelijk van
van 3% van de uitlezing betekent,
de breedte en de frequentie van de
dat bij een uitlezing van
puls, kunt u crest-factoren van 10:1
100 ampère op het display de
of hoger tegenkomen. Bij echte
werkelijke stroomwaarde ergens
stroomverdeelinrichtingen komen
tussen 97,0 en 103.0 ampère kan
crest-factoren van meer dan 3:1
liggen.
zelden voor. Zoals u kunt zien, is
In de specificaties kan bovendien de crest-factor een indicatie van de
een aantal digits achter de
vervorming van een signaal.
basisnauwkeurigheid staan.
Een specificatie van de crestHiermee wordt aangegeven
factor treft u alleen aan in
hoeveel counts de digit helemaal
specificaties van meetinstrumenten
rechts op het display zou kunnen
die True-RMS-metingen kunnen
afwijken. Het hierboven beschreven uitvoeren. Het geeft aan hoeveel
nauwkeurigheidsvoorbeeld zou er
vervorming een signaal kan
dus als volgt kunnen uitzien: ± (2% bevatten terwijl het signaal nog
+ 2). Bij een uitlezing van
steeds kan worden gemeten binnen
100,0 ampère kan de werkelijke
de nauwkeurigheidsspecificatie
stroom in dit geval dus tussen
van het meetinstrument. De
97,8 en 102,2 ampère worden
meeste stroomtangen met Truegeschat.
RMS-uitlezing hebben crestfactorspecificaties van 2:1 of 3:1.
Crest-factor
Die specificatie is geschikt voor
de meeste elektrotechnische
Met de toename van
toepassingen.
elektronische voedingen bestaat
de stroom die van het huidige
Stroom meten
elektriciteitsnetwerk wordt
afgenomen niet meer uit zuivere
Een van de meest basale metingen
sinusgolven van 60 of 50 cycli.
van een stroomtang is het meten
Deze stromen zijn tegenwoordig
van stroom.
nogal vervormd, door de
De stroomtangen van tegenwoordig
harmonischen die deze voedingen kunnen zowel wisselstroom
genereren.
als gelijkstroom meten.
Componenten van elektrische
Gebruikelijke stroommetingen
voedingssystemen zoals
worden op verschillende
zekeringen, rails, geleiders
aftakkingsstroomkringen
en thermische elementen van
van een elektriciteitsnetwerk
stroomonderbrekers zijn echter in
uitgevoerd. Het bepalen van
RMS-stroom (effectieve stroom)
hoeveel stroom er in verschillende
gespecificeerd, omdat hun
aftakkingsstroomkringen vloeit, is
belangrijkste beperking te maken
een vrij algemene taak voor een
heeft met de warmteafgifte. Als wij elektricien.
een stroomkring op overbelasting
moet u een meetinstrument kiezen
dat de resolutie kan weergeven die
u bij uw metingen moet kunnen
zien.
3 Fluke Corporation
Het ABC van stroomtangen
Uitvoeren van
stroommetingen
1. Kies de meetfunctie voor
AC-stroom of DC-stroom .
2. Open de bek van de stroomtang
en sluit de bek om een enkele
geleider. (Als u wisselstroom
meet, kunt u naar de iFlex-stand
overschakelen en een flexibele
stroomtang gebruiken.)
3. Bekijk de uitlezing op het
display.
Door de stroom langs het pad
van een aftakkingsstroomkring
te meten, kunt u gemakkelijk
zien hoeveel elke belasting langs
de aftakkingsstroomkring van
de verdeelinrichting afneemt.
Wanneer een stroomonderbreker
of transformator oververhit blijkt te
zijn, is het het beste om de stroom
op de aftakkingsstroomkring te
meten om de belastingsstroom te
bepalen. Zorg er echter wel voor
dat u een meetinstrument met True
RMS-uitlezing gebruikt, zodat u
een nauwkeurige meting krijgt van
het signaal dat de verhitting van
deze componenten veroorzaakt.
Een Average Responding-meter,
een meetinstrument volgens de
gemiddelde-waarde-methode,
geeft geen werkelijke uitlezing
wanneer de stroom en de spanning
als gevolg van niet-lineaire
belastingen niet-sinusvormig zijn.
Spanning meten
Een andere gebruikelijke functie
van een stroomtang is het meten
van spanning. De stroomtangen
van tegenwoordig kunnen zowel
wisselspanning als gelijkspanning
meten. Wisselspanning wordt
gewoonlijk opgewekt door een
generator en vervolgens door een
elektriciteitsnetwerk verdeeld. Het
is taak voor de elektricien om in het
hele systeem te kunnen meten, om
elektrische problemen te lokaliseren en verhelpen. Een andere
veelvoorkomende spanningsmeting
is het testen van batterijspanning.
In dit geval zou u de gelijkstroom of
gelijkspanning meten.
Het controleren op een goede
voedingsspanning is gewoonlijk de
eerste maatregel bij het opsporen
van storingen in een stroomkring.
Als er geen spanning aanwezig is,
of als deze te laag of te hoog is,
moet eerst het probleem met de
voedingsspanning gecorrigeerd
worden voordat er verder wordt
gezocht.
De mogelijkheid van een
stroomtang om wisselspanning
te meten, kan worden beïnvloed
door de frequentie van het
signaal. De meeste stroomtangen
kunnen wisselspanningen met
frequenties van 50 Hz tot 500
Hz nauwkeurig meten, maar de
bandbreedte voor het meten
van wisselspanningen van een
digitale multimeter kan 100 kHz
of hoger zijn. Dit is waarom de
uitlezing van dezelfde spanning
bij een stroomtang en een digitale
multimeter zeer verschillende
resultaten kan opleveren. Bij de
digitale multimeter bereikt meer
van de hoogfrequente spanning het
meetcircuit, terwijl de stroomtang
iets van de spanning in het signaal
boven de bandbreedte van het
meetinstrument uitfiltert.
Tijdens het storingzoeken bij een
frequentiegeregelde aandrijving
(VFD, Variable Frequency Drive)
kan de ingangsbandbreedte
van een meetinstrument zeer
belangrijk worden om een
zinvolle uitlezing te krijgen. Als
gevolg van de hoge harmonische
inhoud van het signaal van
een frequentiegeregelde
aandrijving naar de motor, zou
een DMM het meeste van de
spanning meten (afhankelijk
van de ingangsbandbreedte
van de DMM). Het meten van
de uitgangsspanning van een
frequentiegeregelde aandrijving
is nu een gebruikelijke meting.
Een op een frequentiegeregelde
aandrijving aangesloten motor
reageert alleen op de gemiddelde
waarde van het signaal, en om
dat vermogen te meten, moet
de ingangsbandbreedte van de
stroomtang kleiner zijn dan die
van de DMM. De stroomtangen
Fluke 375, 376 en 381 zijn
speciaal ontworpen voor het testen
en op storingen controleren van
frequentiegeregelde aandrijvingen.
Uitvoeren van
spanningsmetingen
1. Kies de gewenste meetfunctie
voor AC-spanning ( ) of
DC-spanning ( ).
2. Sluit de zwarte meetprobe aan
op de COM-ingang. Sluit de rode
meetprobe aan op de V-ingang.
3. Raak over een last of stroombron
(parallel met de stroomkring)
met de meetpennen de
stroomkring aan.
4 Fluke Corporation
4. Bekijk de uitlezing en let goed
op de meeteenheid.
5. (Optioneel) Druk op de knop
HOLD om de uitlezing te
bevriezen. Nu kunt u het
meetinstrument van de
spanningvoerende stroomkring
verwijderen en daarna het
display aflezen wanneer u zich
op een veilige afstand bevindt
van het elektrische gevaar.
Door de spanning op de
stroomonderbreker te meten en
vervolgens de spanning aan de
ingang van de bij die onderbreker
behorende belasting, kunt u de
spanningsval over de verbindende
draden tussen beide componenten
bepalen. Een sterke daling van
de spanning op de belasting kan
invloed hebben op hoe goed de
belasting functioneert.
Weerstand meten
Weerstand wordt gemeten in ohm
(Ω). Weerstandswaarden kunnen
sterk verschillen, van enkele
milliohm (mΩ) bij contactweerstand
tot miljarden ohm bij isolatoren.
De meeste stroomtangen
kunnen 0,1 Ω meten. Wanneer
de gemeten weerstand hoger is
dan de bovenste grenswaarde
van het meetinstrument, of als
de stroomkring onderbroken is,
verschijnt 'OL' op het display van
het meetinstrument.
Weerstandsmetingen moeten
plaatsvinden bij spanningsloze
stroomkring, anders zou het
meetinstrument of de stroomkring
beschadigd kunnen raken.
Sommige stroomtangen zijn in de
ohm-meetmodus beveiligd tegen
een onvoorziene aansluiting op een
spanningvoerende stroomkring.
Het beveiligingsniveau kan
tussen de verschillende
stroomtangmodellen sterk
verschillen.
5. Bekijk de uitlezing op het
display van het instrument
Controleer altijd eerst of de
voeding is uitgeschakeld,
voordat u weerstandsmetingen
uitvoert.
Doorgang
Een doorbel- oftewel hoorbare
doorgangstest is een snelle go/
no-go weerstandsmeting die
herkent of een stroomkring open of
gesloten is.
Met een stroomtang met
doorbeltestfunctie kunt u vele
doorgangstests snel en eenvoudig
uitvoeren. Het meetinstrument
geeft een pieptoon wanneer hij
een gesloten stroomkring vaststelt,
zodat u tijdens het testen niet de
hele tijd op het instrument hoeft
te kijken. Het weerstandsniveau
dat nodig is om de pieper te
activeren, verschilt van instrument
tot instrument. De gebruikelijke
weerstandsinstelling voor
inschakeling van het piepsignaal
is een uitlezing van minder dan
tussen 20 ohm en 40 ohm.
Speciale functies
Een vrij gebruikelijke meetfunctie is
het uitlezen van de frequentie van
een wisselstroomgolfvorm. Schakel,
met de bek van de stroomtang (of
een flexibele stroomtang) om de
Uitvoeren van
weerstandsmetingen
1.
Schakel de voeding van de
door te meten stroomkring uit.
2. Kies weerstand (W).
3. Sluit de zwarte meetprobe aan
op de COM-ingang. Sluit de rode
meetprobe aan op de ingang
VW.
4. Sluit de meetpennen aan over
de component of over het
gedeelte van de stroomkring
waarvan u de weerstand wilt
bepalen.
Het ABC van stroomtangen
Stroom meten met een stroomtang.
wisselstroom voerende geleider
heen, de frequentiefunctie in en
het display van het meetinstrument
geeft de frequentie van het signaal
in de geleider weer. Dit is een erg
handige meting om problemen
met harmonischen in een
elektriciteitsnetwerk op te sporen.
Een andere functie van sommige
stroomtangmodellen is de opslag
van minimum-, maximum- en
gemiddelde waarden. Als deze
functie is geactiveerd, wordt elke
nieuwe uitlezing van de stroomtang
vergeleken met eerder opgeslagen
uitlezingen. Als de nieuwe uitlezing
hoger is dan de uitlezing in het
geheugen voor de hoge uitlezing,
wordt de bestaande uitlezing door
de nieuwe uitlezing vervangen
als de hoogste uitlezing. Dezelfde
vergelijking vindt plaats in het
geheugen voor de lage uitlezing
en als de nieuwe uitlezing lager
is, vervangt deze de opgeslagen
uitlezing. De gemiddelde uitlezing
wordt dienovereenkomstig
bijgewerkt. Zolang de functie
voor minimum-, maximum- en
gemiddelde waarden, de Min/Max/
Average-functie, actief is, worden
alle uitlezingen op deze manier
verwerkt. Dus na verloop van
tijd kunt u elk van deze waarden
uit het geheugen op het display
oproepen en de hoogste, laagste
en gemiddelde uitlezing over een
bepaalde periode vaststellen.
In het verleden konden niet alle
stroomtangen capaciteit meten.
De capaciteitsmeetfunctie wordt
nu in de functieset van veel
nieuwe stroomtangen opgenomen.
Deze functie is handig voor het
controleren van startcondensatoren
van motoren of voor het meten
van waarden van elektrolytische
condensatoren in controllers,
voedingen of motoraandrijvingen.
Voor elektriciens die tijdens
hun werk te maken hebben met
motoren, kan de mogelijkheid
van het registreren van de
stroomafname door een motor
tijdens het opstarten ervan, veel
vertellen over de staat en belasting
van de motor. De stroomtangen
Fluke 374, 375, 376 en 381 bieden
de meting van de inschakelstroom
als deel van hun functiesets.
Breng de bek (of de flexibele
stroomtang) aan rond een van de
voedingsdraden van de motor en
activeer de inschakelstroommodus.
Schakel vervolgens de motor in.
5 Fluke Corporation
Op het display van de stroomtang
wordt de maximale stroomafname
van de motor gedurende de eerste
100 milliseconden van de
opstartcyclus weergegeven. Deze
bedrijfseigen technologie voor
het meten van inschakelstromen
filtert ruis uit de stroomkring en
registreert exact de inschakelstroom
van motoren zoals deze door de
stroomkringbeveiliging wordt
vastgesteld.
Veiligheid van
de stroomtang
Veilig meten begint met het kiezen
van het juiste meetinstrument voor
de omgeving waarin het instrument
zal worden gebruikt. Zodra u
het juiste meetinstrument heeft
gekozen, moet u dit volgens de
juiste meetprocedures gebruiken.
De Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC) heeft
veiligheidsnormen opgesteld voor
werkzaamheden aan elektrische
installaties. Zorg ervoor dat u
een meetinstrument gebruikt dat
geschikt is voor de desbetreffende
IEC-categorie en waarvan de nominale spanning is goedgekeurd voor
de omgeving waarin zal worden
gemeten. Als er bijvoorbeeld een
spanningsmeting in een elektrisch
schakelpaneel met een spanning
van 480 V moet worden uitgevoerd,
moet er een meetinstrument met de
classificatie Categorie III – 600 V of
hoger worden gebruikt. Dit betekent dat de ingangsschakelingen
van het meetinstrument zodanig
zijn ontworpen, dat deze bestand
zijn tegen spanningstransiënten die
gewoonlijk in dit type omgeving
voorkomen, zonder dat er gevaar
voor de gebruiker bestaat.1 Wanneer
u een meetinstrument kiest dat
tevens het CSA- of TÜV-certificaat heeft, betekent dit dat het
instrument niet alleen volgens de
IEC-normen is ontwikkeld maar dat
het bovendien door een onafhankelijke instantie is getest en
goedgekeurd. (Zie de verticale balk
met onafhankelijke tests).
Veel nieuwe stroomtangen
hebben nu een
veiligheidsspecificatie volgens
Cat IV, wat betekent dat zij in
de openlucht of ondergronds
kunnen worden gebruikt waar
blikseminslagen of transiënten
vaker en ernstiger kunnen
optreden.
Het ABC van stroomtangen
Veiligheidschecklist
✓ Gebruik een meetinstrument
dat voldoet aan de algemeen
aanvaarde veiligheidsnormen
voor de desbetreffende
meetomgeving.
✓ Inspecteer de meetsnoeren
of de flexibele stroomtang op
beschadiging voordat u een
meting uitvoert.
✓ Gebruik het meetinstrument om
de doorgang van de meetsnoeren
of flexibele stroomtang te
controleren.
✓ Gebruik alleen meetsnoeren
met geïsoleerde connectoren en
vingerbescherming.
✓ Gebruik alleen meetinstrumenten
met verzonken ingangen.
✓ Wees er zeker van dat het
meetinstrument volledig intact is
en goed functioneert.
✓ Koppel altijd het
spanningvoerende (rode)
meetsnoer het eerst los.
✓ Werk nooit alleen.
✓ Gebruik een meetinstrument dat
een overbelastingsbeveiliging
voor de ohm-meetfunctie heeft.
1
Zie Het ABC van de veiligheid van multimeters
(documentcode 1263690) voor meer informatie
over IEC-1010 en hoe deze norm van
toepassing is op het gebruik van multimeters.
Speciale kenmerken
De volgende speciale kenmerken
en functies kunnen het werken met
uw stroomtang vergemakkelijken.
• Indicatoren (pictogrammen op het
display) geven in één oogopslag
aan wat er wordt gemeten (volt,
ohm, etc.).
• Met Data Hold kunt u de uitlezing
op het display bevriezen.
• De meetfuncties kunnen
gemakkelijk worden gekozen met
één enkele schakelaar.
• Een overbelastingsbeveiliging
voorkomt beschadiging van
de meter en stroomkring en
beschermt bovendien de
gebruiker.
• Met automatische bereikinstelling
kiest het instrument automatisch
het juiste meetbereik. Met
handmatige bereikinstelling kunt
u een specifiek bereik kiezen
en vastleggen voor herhaalde
metingen.
• De batterij-indicator waarschuwt
u als de batterij moet worden
opgeladen.
• Dankzij het display met
achtergrondverlichting,
gemakkelijk afleesbare tekens
en een grote zichthoek zijn
uitlezingen onder allerlei
omstandigheden eenvoudiger
te zien. Het display met
achtergrondverlichting
stelt automatisch het juiste
meetbereik in, zodat u tijdens
het verrichten van metingen de
stand van de bereikschakelaar
niet hoeft te wijzigen.
• Geïntegreerd laagdoorlaatfilter
en geavanceerde
signaalverwerking voor gebruik
in omgevingen waar elektrische
storingen voorkomen,
resulterend in stabiele
meetwaarden.
Begrippenlijst
Analoge meter. Een instrument
dat door middel van het uitslaan
van een wijzer de waarde van een
gemeten signaal weergeeft. De
gebruiker bepaalt de meetwaarde
aan de hand van de positie van de
wijzer op een schaal.
Average Responding-meter,
meetinstrument volgens de
gemiddelde-waarde-methode.
Een meetinstrument dat
sinusvormige golven nauwkeurig
meet, terwijl niet-sinusvormige
golven minder nauwkeurig worden
gemeten.
Indicator. Een symbool of
pictogram dat een geselecteerd
meetbereik of een functie aangeeft.
Nauwkeurigheid. Hoe dicht de
weergegeven meetwaarde bij
de werkelijke waarde van het
gemeten signaal ligt. Uitgedrukt als
percentage van de meetwaarde of
als percentage van de volle schaal.
Niet-sinusvormige golf.
Een vervormde golfvorm zoals
een pulstrein, blokgolven,
driehoeksgolven, zaagtandgolven
en pieken.
Resolutie. De mate waarin kleine
veranderingen in een meetresultaat
kunnen worden weergegeven.
RMS. De equivalente gelijkspanningswaarde van een
wisselspanningssignaal.
Sinusvormige golf. Een zuivere
sinusgolf zonder vervorming.
Onafhankelijke tests zijn de
sleutel tot veiligheid
Hoe kunt u zien of u werkelijk een meetinstrument
voor CAT III of CAT II koopt? Helaas is dat niet altijd
even eenvoudig. Fabrikanten kunnen zelf hun
meetinstrumenten als CAT II- of CAT III-meters
classificeren zonder dat dit door een onafhankelijke
instantie is geverifieerd. Wees op uw hoede voor
bewoordingen als 'Ontworpen om te voldoen
aan de specificaties...'. De bedoelingen van een
ontwikkelaar kunnen nooit ofte nimmer een echte
onafhankelijke test vervangen. De IEC (Internationale
Elektrotechnische Commissie) ontwikkelt normen en
stelt normen voor, maar is niet verantwoordelijk voor
het toezicht op de naleving van deze normen.
Zoek naar het symbool en registratienummer van
een onafhankelijk testlaboratorium zoals UL, CSA,
TÜV of een andere erkende goedkeuringsinstantie.
Dat symbool mag alleen worden gebruikt als het
product met succes is getest volgens de norm van
de betreffende instantie, en deze norm is weer
gebaseerd op nationale/internationale normen. UL
3111 bijvoorbeeld is gebaseerd op IEC 1010-1 2e
editie. In een onvolmaakte wereld is dit de beste
manier om vast te stellen of de door u gekozen
multimeter daadwerkelijk op veiligheid is getest.
Fluke
R
LISTED
950 Z
N10140
N10140
De specificaties en mogelijkheden van
meetinstrumenten verschillen per fabrikant.
Voordat u een meetinstrument voor de
eerste keer gebruikt, moet u zich vertrouwd
maken met alle in de gebruikershandleiding
vermelde bedienings- en
veiligheidsprocedures voor het betreffende
Agilent
instrument.
Preferred size
N10149
True-RMS-meter. Een meetinstrument dat zowel sinusvormige
als niet-sinusvormige golven
nauwkeurig kan meten.
Preferred size
Minimum size
N10149
Minimum size
NOTE: The N number is different for each company
Fluke. Keeping your world up and running.®
Fluke Nederland B.V.
Postbus 1337
5602 BH Eindhoven
Tel: (040) 267 51 00
Fax: (040) 267 51 11
E-mail: [email protected]
Web: www.fluke.nl
6 Fluke Corporation
Fluke Belgium N.V.
Kortrijksesteenweg 1095
B9051 Gent
Belgium
Tel: +32 2402 2100
Fax: +32 2402 2101
E-mail: [email protected]
Web: www.fluke.be
Het ABC van stroomtangen
© Copyright 2014 Fluke Corporation.
Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in Nederland
11/2014. Wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving
voorbehouden.
Pub_ID: 11715-dut
Wijziging van dit document is niet toegestaan zonder
schriftelijke toestemming van Fluke Corporation.
Download