Het ABC van stroomtangen Toepassingsadvies Wat is een stroomtang en waarvoor wordt hij gebruikt? Welke metingen kunnen er met een stroomtang worden gedaan? Hoe maakt u optimaal gebruik van een stroomtang? Welke stroomtang is het meest geschikt voor de omgeving waarin hij zal worden gebruikt? Het antwoord op deze vragen vindt u in dit toepassingsadvies. Technologische ontwikkelingen op het gebied van elektrische apparatuur en stroomkringen gaan gepaard met meer uitdagingen voor elektriciens en monteurs. Deze ontwikkelingen vereisen niet alleen meer capaciteit van de huidige test- en meetinstrumenten, maar ook meer kennis van de mensen die de instrumenten gebruiken. Een elektricien die goed vertrouwd is met de basisprincipes van de toepassing van test- en meetinstrumenten zal beter voorbereid zijn op de huidige uitdagingen van het testen, meten en storingzoeken. De stroomtang is een belangrijk en veelgebruikt instrument dat men in de gereedschapskoffers van zowel elektriciens als monteurs aantreft. Een stroomtang is een elektrische tester die een voltmeter en een stroommeter met klembek in zich verenigt. Net zoals de multimeter heeft de stroomtang de analoge periode verlaten en zijn intrede gedaan in de digitale wereld van vandaag. Oorspronkelijk voornamelijk ontwikkeld als een voor één doel bestemd meetinstrument voor elektriciens, beschikken de huidige modellen over meer meetfuncties en een grotere nauwkeurigheid. En sommige instrumenten beschikken over een aantal zeer speciale meetfuncties en mogelijkheden. De huidige stroomtangen beschikken over de meeste basisfuncties van een digitale multimeter (DMM), maar met de toegevoegde functie van een stroomtransformator in het product geïntegreerd. Kies een stroomtang met specificaties die geschikt zijn voor de elektrische omgeving waarin u zult werken, alsmede met de meetresolutie en meetnauwkeurigheid die u nodig zult hebben voor uw tests. De transformatorwerking aangesloten via de shunt van de ingang van het meetinstrument. De mogelijkheid van stroomtangen Er wordt een veel lagere stroom om hoge wisselstromen te geleverd aan de ingang van het meten, is gebaseerd op de meetinstrument, dit vanwege transformatorwerking. Als u de de verhouding van het aantal bek van het instrument of de secundaire wikkelingen versus het flexibele stroomtang rond een aantal primaire wikkelingen rond wisselstroom voerende geleider de kern. Meestal wordt de primaire klemt, vloeit die stroom door de bek vertegenwoordigd door de ene heen, vergelijkbaar met de ijzeren geleider waaromheen de bek is kern van een transformator, en in geklemd of de flexibele stroomtang een secundaire wikkeling die is is aangebracht. Als de secundaire 1000 wikkelingen heeft, dan is de secundaire stroom 1/1000 van de stroom die in de primaire vloeit, of in dit geval in de doorgemeten geleider. Dus een stroom van 1 ampère in de doorgemeten geleider zou een stroom van 0,001 ampère of 1 milliampère aan de ingang van het meetinstrument produceren. Met deze techniek kunnen gemakkelijk veel hogere stromen worden gemeten door het aantal wikkelingen in de secundaire te vergroten. Stroomtangen meten elke willekeurige combinatie van wissel- en gelijkstroom. Dit is inclusief statische DC-stroom, DC-laadspanning en AC-stroom. Stroomtangen meten gelijkstroom met behulp van halleffectsensoren. Een hallsensor, in feite een soort magnetometer, kan de sterkte van een aangelegde magnetische flux meten. In tegenstelling tot een gewone inductieve sensor werkt de hallsensor als de aangelegde magnetische flux statisch is, niet verandert. Hij werkt ook bij veranderende magnetische velden. Een stroomtang bevat een toroïdale ijzeren kern die samen met een halleffect-chip in de ruimte tussen de beide helften tegen elkaar wordt geklemd, zodat de opgewekte magnetische flux van de stroomvoerende draad erdoorheen wordt geleid. Uw stroomtang kiezen Bij het aanschaffen van een stroomtang moet er niet alleen worden gekeken naar de specificaties maar tevens naar de kenmerken, de functies, de algemene waarde van het instrumentontwerp en de zorgvuldigheid tijdens de productie van het instrument. Betrouwbaarheid, met name onder zware omstandigheden, is belangrijker dan ooit. De technisch ontwerpers van Fluke zorgen ervoor dat deze meetinstrumenten niet alleen elektrisch maar ook mechanisch robuust zijn gebouwd. Tegen de tijd dat de stroomtangen van Fluke gereed zijn om in gereedschapskisten te worden geworpen, zijn zij zwaar getest en uitgebreid beoordeeld. Bij de keuze van een stroomtang, of enig ander elektrisch test- of meetinstrument, dient de veiligheid van de gebruiker voorop te staan. 2 Fluke Corporation Gebruik een flexibele stroomtang voor situaties waarin dikke geleiders het gebruik van de stroomtangbek bemoeilijken. Fluke ontwerpt zijn stroomtangen niet alleen volgens de nieuwste elektrotechnische normen, maar elke stroomtang wordt onafhankelijk getest en vervolgens geregistreerd door gecertificeerde testlaboratoria zoals CSA, TÜV, etc. Alleen met deze certificeringen kunt u er zeker van zijn dat een elektrische tester aan deze nieuwe veiligheidsnormen voldoet. Een stroomtang gebruiken in lastige situaties Elektriciens en monteurs moeten vaak stroomtangen gebruiken in minder ideale situaties. De nieuwste stroomtangen gebruiken de iFlex™ flexibele stroomtang om op moeilijk toegankelijke plaatsen te meten, bijvoorbeeld in krappe kasten of om gebundelde draden of lastige geleiders. Wanneer het nodig is om op afstand meten, kan een stroomtang Het ABC van stroomtangen met afneembaar display (zoals de Fluke 381) worden gebruikt om het display op een andere locatie te bekijken dan waar wordt gemeten. Dit betekent dat één persoon, en niet twee, de meting kan uitvoeren. Resolutie, digits en counts De resolutie geeft aan hoe nauwkeurig een meetinstrument kan meten. Als men de resolutie van een meetinstrument kent, kan men bepalen of er een geringe verandering in het gemeten signaal kan worden vastgesteld. Als de stroomtang bijvoorbeeld een resolutie van 0,1 ampère in een bereik van 600 ampère heeft, kan er tijdens het meten van een signaal van 100 ampère een verandering van 0,1 ampère worden vastgesteld. U zou geen liniaal met inchverdeling kopen als u tot één kwart inch zou moeten meten. Evenzo willen controleren, moeten wij de RMS-stroom, de effectieve stroom, meten en de meetwaarde vergelijken met de nominale waarde die voor de betreffende component is gespecificeerd. Nauwkeurigheid Daarom moeten de huidige test- en Nauwkeurigheid is de grootste meetinstrumenten nauwkeurig de toelaatbare meetfout die onder True-RMS-waarde van een signaal bepaalde bedrijfsomstandigheden kunnen meten, hoe vervormd dat kan optreden. Met andere signaal ook moge zijn. woorden: het is een indicatie voor De crest-factor is een eenvoudige hoe dicht de op het instrument verhouding van de piekwaarde weergegeven meetwaarde bij de van een signaal ten opzichte van werkelijke waarde van het gemeten de RMS-waarde van dat signaal. signaal ligt. Bij een zuivere AC-sinusgolf zou De nauwkeurigheid van een de crest-factor 1,414 zijn. Bij een stroomtang wordt normaliter signaal met een scherpe puls zou uitgedrukt als een percentage van de verhouding, of de crest-factor, de uitlezing. Een nauwkeurigheid echter te hoog zijn. Afhankelijk van van 3% van de uitlezing betekent, de breedte en de frequentie van de dat bij een uitlezing van puls, kunt u crest-factoren van 10:1 100 ampère op het display de of hoger tegenkomen. Bij echte werkelijke stroomwaarde ergens stroomverdeelinrichtingen komen tussen 97,0 en 103.0 ampère kan crest-factoren van meer dan 3:1 liggen. zelden voor. Zoals u kunt zien, is In de specificaties kan bovendien de crest-factor een indicatie van de een aantal digits achter de vervorming van een signaal. basisnauwkeurigheid staan. Een specificatie van de crestHiermee wordt aangegeven factor treft u alleen aan in hoeveel counts de digit helemaal specificaties van meetinstrumenten rechts op het display zou kunnen die True-RMS-metingen kunnen afwijken. Het hierboven beschreven uitvoeren. Het geeft aan hoeveel nauwkeurigheidsvoorbeeld zou er vervorming een signaal kan dus als volgt kunnen uitzien: ± (2% bevatten terwijl het signaal nog + 2). Bij een uitlezing van steeds kan worden gemeten binnen 100,0 ampère kan de werkelijke de nauwkeurigheidsspecificatie stroom in dit geval dus tussen van het meetinstrument. De 97,8 en 102,2 ampère worden meeste stroomtangen met Truegeschat. RMS-uitlezing hebben crestfactorspecificaties van 2:1 of 3:1. Crest-factor Die specificatie is geschikt voor de meeste elektrotechnische Met de toename van toepassingen. elektronische voedingen bestaat de stroom die van het huidige Stroom meten elektriciteitsnetwerk wordt afgenomen niet meer uit zuivere Een van de meest basale metingen sinusgolven van 60 of 50 cycli. van een stroomtang is het meten Deze stromen zijn tegenwoordig van stroom. nogal vervormd, door de De stroomtangen van tegenwoordig harmonischen die deze voedingen kunnen zowel wisselstroom genereren. als gelijkstroom meten. Componenten van elektrische Gebruikelijke stroommetingen voedingssystemen zoals worden op verschillende zekeringen, rails, geleiders aftakkingsstroomkringen en thermische elementen van van een elektriciteitsnetwerk stroomonderbrekers zijn echter in uitgevoerd. Het bepalen van RMS-stroom (effectieve stroom) hoeveel stroom er in verschillende gespecificeerd, omdat hun aftakkingsstroomkringen vloeit, is belangrijkste beperking te maken een vrij algemene taak voor een heeft met de warmteafgifte. Als wij elektricien. een stroomkring op overbelasting moet u een meetinstrument kiezen dat de resolutie kan weergeven die u bij uw metingen moet kunnen zien. 3 Fluke Corporation Het ABC van stroomtangen Uitvoeren van stroommetingen 1. Kies de meetfunctie voor AC-stroom of DC-stroom . 2. Open de bek van de stroomtang en sluit de bek om een enkele geleider. (Als u wisselstroom meet, kunt u naar de iFlex-stand overschakelen en een flexibele stroomtang gebruiken.) 3. Bekijk de uitlezing op het display. Door de stroom langs het pad van een aftakkingsstroomkring te meten, kunt u gemakkelijk zien hoeveel elke belasting langs de aftakkingsstroomkring van de verdeelinrichting afneemt. Wanneer een stroomonderbreker of transformator oververhit blijkt te zijn, is het het beste om de stroom op de aftakkingsstroomkring te meten om de belastingsstroom te bepalen. Zorg er echter wel voor dat u een meetinstrument met True RMS-uitlezing gebruikt, zodat u een nauwkeurige meting krijgt van het signaal dat de verhitting van deze componenten veroorzaakt. Een Average Responding-meter, een meetinstrument volgens de gemiddelde-waarde-methode, geeft geen werkelijke uitlezing wanneer de stroom en de spanning als gevolg van niet-lineaire belastingen niet-sinusvormig zijn. Spanning meten Een andere gebruikelijke functie van een stroomtang is het meten van spanning. De stroomtangen van tegenwoordig kunnen zowel wisselspanning als gelijkspanning meten. Wisselspanning wordt gewoonlijk opgewekt door een generator en vervolgens door een elektriciteitsnetwerk verdeeld. Het is taak voor de elektricien om in het hele systeem te kunnen meten, om elektrische problemen te lokaliseren en verhelpen. Een andere veelvoorkomende spanningsmeting is het testen van batterijspanning. In dit geval zou u de gelijkstroom of gelijkspanning meten. Het controleren op een goede voedingsspanning is gewoonlijk de eerste maatregel bij het opsporen van storingen in een stroomkring. Als er geen spanning aanwezig is, of als deze te laag of te hoog is, moet eerst het probleem met de voedingsspanning gecorrigeerd worden voordat er verder wordt gezocht. De mogelijkheid van een stroomtang om wisselspanning te meten, kan worden beïnvloed door de frequentie van het signaal. De meeste stroomtangen kunnen wisselspanningen met frequenties van 50 Hz tot 500 Hz nauwkeurig meten, maar de bandbreedte voor het meten van wisselspanningen van een digitale multimeter kan 100 kHz of hoger zijn. Dit is waarom de uitlezing van dezelfde spanning bij een stroomtang en een digitale multimeter zeer verschillende resultaten kan opleveren. Bij de digitale multimeter bereikt meer van de hoogfrequente spanning het meetcircuit, terwijl de stroomtang iets van de spanning in het signaal boven de bandbreedte van het meetinstrument uitfiltert. Tijdens het storingzoeken bij een frequentiegeregelde aandrijving (VFD, Variable Frequency Drive) kan de ingangsbandbreedte van een meetinstrument zeer belangrijk worden om een zinvolle uitlezing te krijgen. Als gevolg van de hoge harmonische inhoud van het signaal van een frequentiegeregelde aandrijving naar de motor, zou een DMM het meeste van de spanning meten (afhankelijk van de ingangsbandbreedte van de DMM). Het meten van de uitgangsspanning van een frequentiegeregelde aandrijving is nu een gebruikelijke meting. Een op een frequentiegeregelde aandrijving aangesloten motor reageert alleen op de gemiddelde waarde van het signaal, en om dat vermogen te meten, moet de ingangsbandbreedte van de stroomtang kleiner zijn dan die van de DMM. De stroomtangen Fluke 375, 376 en 381 zijn speciaal ontworpen voor het testen en op storingen controleren van frequentiegeregelde aandrijvingen. Uitvoeren van spanningsmetingen 1. Kies de gewenste meetfunctie voor AC-spanning ( ) of DC-spanning ( ). 2. Sluit de zwarte meetprobe aan op de COM-ingang. Sluit de rode meetprobe aan op de V-ingang. 3. Raak over een last of stroombron (parallel met de stroomkring) met de meetpennen de stroomkring aan. 4 Fluke Corporation 4. Bekijk de uitlezing en let goed op de meeteenheid. 5. (Optioneel) Druk op de knop HOLD om de uitlezing te bevriezen. Nu kunt u het meetinstrument van de spanningvoerende stroomkring verwijderen en daarna het display aflezen wanneer u zich op een veilige afstand bevindt van het elektrische gevaar. Door de spanning op de stroomonderbreker te meten en vervolgens de spanning aan de ingang van de bij die onderbreker behorende belasting, kunt u de spanningsval over de verbindende draden tussen beide componenten bepalen. Een sterke daling van de spanning op de belasting kan invloed hebben op hoe goed de belasting functioneert. Weerstand meten Weerstand wordt gemeten in ohm (Ω). Weerstandswaarden kunnen sterk verschillen, van enkele milliohm (mΩ) bij contactweerstand tot miljarden ohm bij isolatoren. De meeste stroomtangen kunnen 0,1 Ω meten. Wanneer de gemeten weerstand hoger is dan de bovenste grenswaarde van het meetinstrument, of als de stroomkring onderbroken is, verschijnt 'OL' op het display van het meetinstrument. Weerstandsmetingen moeten plaatsvinden bij spanningsloze stroomkring, anders zou het meetinstrument of de stroomkring beschadigd kunnen raken. Sommige stroomtangen zijn in de ohm-meetmodus beveiligd tegen een onvoorziene aansluiting op een spanningvoerende stroomkring. Het beveiligingsniveau kan tussen de verschillende stroomtangmodellen sterk verschillen. 5. Bekijk de uitlezing op het display van het instrument Controleer altijd eerst of de voeding is uitgeschakeld, voordat u weerstandsmetingen uitvoert. Doorgang Een doorbel- oftewel hoorbare doorgangstest is een snelle go/ no-go weerstandsmeting die herkent of een stroomkring open of gesloten is. Met een stroomtang met doorbeltestfunctie kunt u vele doorgangstests snel en eenvoudig uitvoeren. Het meetinstrument geeft een pieptoon wanneer hij een gesloten stroomkring vaststelt, zodat u tijdens het testen niet de hele tijd op het instrument hoeft te kijken. Het weerstandsniveau dat nodig is om de pieper te activeren, verschilt van instrument tot instrument. De gebruikelijke weerstandsinstelling voor inschakeling van het piepsignaal is een uitlezing van minder dan tussen 20 ohm en 40 ohm. Speciale functies Een vrij gebruikelijke meetfunctie is het uitlezen van de frequentie van een wisselstroomgolfvorm. Schakel, met de bek van de stroomtang (of een flexibele stroomtang) om de Uitvoeren van weerstandsmetingen 1. Schakel de voeding van de door te meten stroomkring uit. 2. Kies weerstand (W). 3. Sluit de zwarte meetprobe aan op de COM-ingang. Sluit de rode meetprobe aan op de ingang VW. 4. Sluit de meetpennen aan over de component of over het gedeelte van de stroomkring waarvan u de weerstand wilt bepalen. Het ABC van stroomtangen Stroom meten met een stroomtang. wisselstroom voerende geleider heen, de frequentiefunctie in en het display van het meetinstrument geeft de frequentie van het signaal in de geleider weer. Dit is een erg handige meting om problemen met harmonischen in een elektriciteitsnetwerk op te sporen. Een andere functie van sommige stroomtangmodellen is de opslag van minimum-, maximum- en gemiddelde waarden. Als deze functie is geactiveerd, wordt elke nieuwe uitlezing van de stroomtang vergeleken met eerder opgeslagen uitlezingen. Als de nieuwe uitlezing hoger is dan de uitlezing in het geheugen voor de hoge uitlezing, wordt de bestaande uitlezing door de nieuwe uitlezing vervangen als de hoogste uitlezing. Dezelfde vergelijking vindt plaats in het geheugen voor de lage uitlezing en als de nieuwe uitlezing lager is, vervangt deze de opgeslagen uitlezing. De gemiddelde uitlezing wordt dienovereenkomstig bijgewerkt. Zolang de functie voor minimum-, maximum- en gemiddelde waarden, de Min/Max/ Average-functie, actief is, worden alle uitlezingen op deze manier verwerkt. Dus na verloop van tijd kunt u elk van deze waarden uit het geheugen op het display oproepen en de hoogste, laagste en gemiddelde uitlezing over een bepaalde periode vaststellen. In het verleden konden niet alle stroomtangen capaciteit meten. De capaciteitsmeetfunctie wordt nu in de functieset van veel nieuwe stroomtangen opgenomen. Deze functie is handig voor het controleren van startcondensatoren van motoren of voor het meten van waarden van elektrolytische condensatoren in controllers, voedingen of motoraandrijvingen. Voor elektriciens die tijdens hun werk te maken hebben met motoren, kan de mogelijkheid van het registreren van de stroomafname door een motor tijdens het opstarten ervan, veel vertellen over de staat en belasting van de motor. De stroomtangen Fluke 374, 375, 376 en 381 bieden de meting van de inschakelstroom als deel van hun functiesets. Breng de bek (of de flexibele stroomtang) aan rond een van de voedingsdraden van de motor en activeer de inschakelstroommodus. Schakel vervolgens de motor in. 5 Fluke Corporation Op het display van de stroomtang wordt de maximale stroomafname van de motor gedurende de eerste 100 milliseconden van de opstartcyclus weergegeven. Deze bedrijfseigen technologie voor het meten van inschakelstromen filtert ruis uit de stroomkring en registreert exact de inschakelstroom van motoren zoals deze door de stroomkringbeveiliging wordt vastgesteld. Veiligheid van de stroomtang Veilig meten begint met het kiezen van het juiste meetinstrument voor de omgeving waarin het instrument zal worden gebruikt. Zodra u het juiste meetinstrument heeft gekozen, moet u dit volgens de juiste meetprocedures gebruiken. De Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC) heeft veiligheidsnormen opgesteld voor werkzaamheden aan elektrische installaties. Zorg ervoor dat u een meetinstrument gebruikt dat geschikt is voor de desbetreffende IEC-categorie en waarvan de nominale spanning is goedgekeurd voor de omgeving waarin zal worden gemeten. Als er bijvoorbeeld een spanningsmeting in een elektrisch schakelpaneel met een spanning van 480 V moet worden uitgevoerd, moet er een meetinstrument met de classificatie Categorie III – 600 V of hoger worden gebruikt. Dit betekent dat de ingangsschakelingen van het meetinstrument zodanig zijn ontworpen, dat deze bestand zijn tegen spanningstransiënten die gewoonlijk in dit type omgeving voorkomen, zonder dat er gevaar voor de gebruiker bestaat.1 Wanneer u een meetinstrument kiest dat tevens het CSA- of TÜV-certificaat heeft, betekent dit dat het instrument niet alleen volgens de IEC-normen is ontwikkeld maar dat het bovendien door een onafhankelijke instantie is getest en goedgekeurd. (Zie de verticale balk met onafhankelijke tests). Veel nieuwe stroomtangen hebben nu een veiligheidsspecificatie volgens Cat IV, wat betekent dat zij in de openlucht of ondergronds kunnen worden gebruikt waar blikseminslagen of transiënten vaker en ernstiger kunnen optreden. Het ABC van stroomtangen Veiligheidschecklist ✓ Gebruik een meetinstrument dat voldoet aan de algemeen aanvaarde veiligheidsnormen voor de desbetreffende meetomgeving. ✓ Inspecteer de meetsnoeren of de flexibele stroomtang op beschadiging voordat u een meting uitvoert. ✓ Gebruik het meetinstrument om de doorgang van de meetsnoeren of flexibele stroomtang te controleren. ✓ Gebruik alleen meetsnoeren met geïsoleerde connectoren en vingerbescherming. ✓ Gebruik alleen meetinstrumenten met verzonken ingangen. ✓ Wees er zeker van dat het meetinstrument volledig intact is en goed functioneert. ✓ Koppel altijd het spanningvoerende (rode) meetsnoer het eerst los. ✓ Werk nooit alleen. ✓ Gebruik een meetinstrument dat een overbelastingsbeveiliging voor de ohm-meetfunctie heeft. 1 Zie Het ABC van de veiligheid van multimeters (documentcode 1263690) voor meer informatie over IEC-1010 en hoe deze norm van toepassing is op het gebruik van multimeters. Speciale kenmerken De volgende speciale kenmerken en functies kunnen het werken met uw stroomtang vergemakkelijken. • Indicatoren (pictogrammen op het display) geven in één oogopslag aan wat er wordt gemeten (volt, ohm, etc.). • Met Data Hold kunt u de uitlezing op het display bevriezen. • De meetfuncties kunnen gemakkelijk worden gekozen met één enkele schakelaar. • Een overbelastingsbeveiliging voorkomt beschadiging van de meter en stroomkring en beschermt bovendien de gebruiker. • Met automatische bereikinstelling kiest het instrument automatisch het juiste meetbereik. Met handmatige bereikinstelling kunt u een specifiek bereik kiezen en vastleggen voor herhaalde metingen. • De batterij-indicator waarschuwt u als de batterij moet worden opgeladen. • Dankzij het display met achtergrondverlichting, gemakkelijk afleesbare tekens en een grote zichthoek zijn uitlezingen onder allerlei omstandigheden eenvoudiger te zien. Het display met achtergrondverlichting stelt automatisch het juiste meetbereik in, zodat u tijdens het verrichten van metingen de stand van de bereikschakelaar niet hoeft te wijzigen. • Geïntegreerd laagdoorlaatfilter en geavanceerde signaalverwerking voor gebruik in omgevingen waar elektrische storingen voorkomen, resulterend in stabiele meetwaarden. Begrippenlijst Analoge meter. Een instrument dat door middel van het uitslaan van een wijzer de waarde van een gemeten signaal weergeeft. De gebruiker bepaalt de meetwaarde aan de hand van de positie van de wijzer op een schaal. Average Responding-meter, meetinstrument volgens de gemiddelde-waarde-methode. Een meetinstrument dat sinusvormige golven nauwkeurig meet, terwijl niet-sinusvormige golven minder nauwkeurig worden gemeten. Indicator. Een symbool of pictogram dat een geselecteerd meetbereik of een functie aangeeft. Nauwkeurigheid. Hoe dicht de weergegeven meetwaarde bij de werkelijke waarde van het gemeten signaal ligt. Uitgedrukt als percentage van de meetwaarde of als percentage van de volle schaal. Niet-sinusvormige golf. Een vervormde golfvorm zoals een pulstrein, blokgolven, driehoeksgolven, zaagtandgolven en pieken. Resolutie. De mate waarin kleine veranderingen in een meetresultaat kunnen worden weergegeven. RMS. De equivalente gelijkspanningswaarde van een wisselspanningssignaal. Sinusvormige golf. Een zuivere sinusgolf zonder vervorming. Onafhankelijke tests zijn de sleutel tot veiligheid Hoe kunt u zien of u werkelijk een meetinstrument voor CAT III of CAT II koopt? Helaas is dat niet altijd even eenvoudig. Fabrikanten kunnen zelf hun meetinstrumenten als CAT II- of CAT III-meters classificeren zonder dat dit door een onafhankelijke instantie is geverifieerd. Wees op uw hoede voor bewoordingen als 'Ontworpen om te voldoen aan de specificaties...'. De bedoelingen van een ontwikkelaar kunnen nooit ofte nimmer een echte onafhankelijke test vervangen. De IEC (Internationale Elektrotechnische Commissie) ontwikkelt normen en stelt normen voor, maar is niet verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van deze normen. Zoek naar het symbool en registratienummer van een onafhankelijk testlaboratorium zoals UL, CSA, TÜV of een andere erkende goedkeuringsinstantie. Dat symbool mag alleen worden gebruikt als het product met succes is getest volgens de norm van de betreffende instantie, en deze norm is weer gebaseerd op nationale/internationale normen. UL 3111 bijvoorbeeld is gebaseerd op IEC 1010-1 2e editie. In een onvolmaakte wereld is dit de beste manier om vast te stellen of de door u gekozen multimeter daadwerkelijk op veiligheid is getest. Fluke R LISTED 950 Z N10140 N10140 De specificaties en mogelijkheden van meetinstrumenten verschillen per fabrikant. Voordat u een meetinstrument voor de eerste keer gebruikt, moet u zich vertrouwd maken met alle in de gebruikershandleiding vermelde bedienings- en veiligheidsprocedures voor het betreffende Agilent instrument. Preferred size N10149 True-RMS-meter. Een meetinstrument dat zowel sinusvormige als niet-sinusvormige golven nauwkeurig kan meten. Preferred size Minimum size N10149 Minimum size NOTE: The N number is different for each company Fluke. Keeping your world up and running.® Fluke Nederland B.V. Postbus 1337 5602 BH Eindhoven Tel: (040) 267 51 00 Fax: (040) 267 51 11 E-mail: [email protected] Web: www.fluke.nl 6 Fluke Corporation Fluke Belgium N.V. Kortrijksesteenweg 1095 B9051 Gent Belgium Tel: +32 2402 2100 Fax: +32 2402 2101 E-mail: [email protected] Web: www.fluke.be Het ABC van stroomtangen © Copyright 2014 Fluke Corporation. Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in Nederland 11/2014. Wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden. Pub_ID: 11715-dut Wijziging van dit document is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van Fluke Corporation.