Kern van de functie: Het uitvoeren van psychodiagnostische werkzaamheden in opdracht van en onder verantwoordelijkheid van een gedragsdeskundige/behandelaar. Referentiefuncties: Diagnostisch medewerker, psychodiagnostisch medewerker, psychologisch assistent, psychologisch medewerker, psychologisch pedagogisch assistent. De functie psychologisch medewerker is aangetroffen op drie niveaus. Onderstaand overzicht beschrijft de niveaus in abstracto. 35 Psychologisch medewerker belast met het afnemen van testen en onderzoeken en het observeren van gedrag. Verwerkt de kwantitatieve onderzoeksgegevens in het testverslag en signaleert waargenomen bijzonderheden in het gedrag aan de gedragskundige/behandelaar. 40 Psychologisch medewerker belast met het afnemen van testen en onderzoeken en het observeren van gedrag. Legt verbanden tussen de test- en onderzoeksresultaten en gedragsobservaties en maakt onderzoeksrapportages met gesignaleerde bijzonderheden ten behoeve van de gedragsdeskundige/behandelaar. Ook kan sprake zijn van het binnen richtlijnen zelfstandig aanpassen van de afgesproken testbatterij. 45 Psychologisch medewerker belast met het afnemen van testen en onderzoeken en het observeren van gedrag. Legt verbanden tussen de test- en onderzoeksresultaten en gedragsobservaties. Past binnen richtlijnen zelfstandig de afgesproken testbatterij aan. Maakt onderzoeksrapportages met advies en conclusies ten behoeve van de gedragsdeskundige/behandelaar. Verzorgt op indicatie trainingen zoals het aanleren van ontspanningsoefeningen en/of voert ondersteunende taken uit bij groepsbehandelingen door de gedragsdeskundige/behandelaar. Organisatie: Instelling voor geestelijke gezondheidszorg Dienst/Sector: Behandelingsondersteuning Afdeling: Psychologisch onderzoek Functie: Psychologisch assistent (kernfunctie: psychologisch medewerker) Kern van de functie: Het volgens testprotocol uitvoeren van psychologisch onderzoek bij cliënten met psychiatrische problematiek. Situatieschets: Op de afdeling zijn het hoofd psychologisch onderzoek, zes psychologen, zes psychologisch assistenten en een secretaresse werkzaam. Binnen de afdeling wordt op aanvraag psychologisch onderzoek verricht ten behoeve van alle behandelsectoren binnen de instelling. Plaats in de organisatie: Ontvangt leiding van het hoofd psychologisch onderzoek. Taken/verantwoordelijkheden in hoofdlijnen: uitvoeren van psychologisch onderzoek; verwerken van de onderzoeksresultaten; verrichten van overige werkzaamheden. Uitwerking in activiteiten: Uitvoeren van psychologisch onderzoek: ontvangt de cliënt, stelt deze op zijn gemak en geeft een toelichting over het doel en verloop van het onderzoek; neemt volgens protocol de door de psycholoog aangegeven testen/onderzoeken af, zoals een psychologisch interview en een IQ-test en geeft de cliënt hierbij instructies; stimuleert de cliënt in voorkomende situaties om door te gaan met de test/het onderzoek; observeert het gedrag van de cliënt tijdens het onderzoek; past zo nodig het testprogramma aan binnen het aangegeven testprotocol. Verwerken van de onderzoeksresultaten: berekent scores van de afgenomen testen; stelt op basis van de testresultaten en observaties een onderzoeksrapportage ten behoeve van de psycholoog op. Geeft daarin naast de rangschikking van de testresultaten ook een toelichting op de testcondities en de waargenomen bijzonderheden, zoals omgevingsfactoren, gedragingen en concentratie van de cliënt, welke van invloed (kunnen) zijn op de behaalde resultaten. Verrichten van overige werkzaamheden: stemt met de psycholoog de aanpak van de te verrichten onderzoeken af; vraagt op verzoek van de psycholoog nadere informatie op bij de behandelaar die het onderzoek heeft aangevraagd. Functie-eisen, vaardigheden en verantwoordelijkheden: kennis op het niveau van een mbo-opleiding voor psychologisch assistent kwalificatieniveau vier, aangevuld met kennis van psychologisch onderzoek bij cliënten met psychiatrische problematiek en ervaringskennis zijn vereist. Daarnaast worden eisen gesteld aan kennis van de organisatie, onderzoeksprotocollen, procedures en voorschriften. Terugval is mogelijk op de psycholoog; de werkzaamheden worden volgens richtlijnen van de psycholoog verricht. Problemen tijdens het afnemen van het onderzoek worden zelfstandig opgelost, zoals door het binnen aangegeven onderzoeksprotocollen, aanpassen van het testprogramma; sociale vaardigheden zoals tact, invoelingsvermogen en het kunnen luisteren zijn vereist bij het afnemen van testen/onderzoeken bij cliënten met psychiatrische problematiek. Daarnaast worden eisen gesteld aan het stimuleren en motiveren van cliënten om de testen te doen en/of af te maken; er is risico op het veroorzaken van materiële schade bij het afnemen van tests en het scoren van de onderzoeksresultaten, zoals ten aanzien van de tijdsbesteding en de door de psycholoog op basis van de onderzoeksresultaten te trekken conclusies. Er is risico op het veroorzaken van immateriële schade in de contacten met cliënten; mondelinge uitdrukkingsvaardigheid is vereist voor het geven van een toelichting op en instructies bij de af te nemen testen/onderzoeken. Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid is vereist voor het opstellen van onderzoeksrapportages ten behoeve van de psycholoog; bewegingsvaardigheid is vereist voor het werken met de personal computer; oplettendheid is vereist bij het afnemen van testen/onderzoeken, het verrichten van observaties en het verwerken van de onderzoeksgegevens. Onvoldoende oplettendheid heeft consequenties voor de kwaliteit van de onderzoeksresultaten; volharding, geduld en doorzettingsvermogen zijn vereist voor het stimuleren van cliënten met psychiatrische problematiek en het berekenen van testresultaten. Systematiek en ordelijkheid zijn vereist bij het volgens protocol afnemen van testen/onderzoeken en het scoren van de testresultaten. Integriteit is vereist bij het verwerken van patiëntgegevens. Aan voorkomen en gedrag worden eisen gesteld in de contacten met cliënten. Gevoel voor het menselijk lichaam is vereist bij het observeren van cliënten. Inconveniënten: psychische belasting treedt op door confrontatie met leed van cliënten; er is risico op persoonlijk letsel door mogelijk agressief gedrag van cliënten.