Wetenschap en techniek in de brede school Startdocument voor scholen en partners Wetenschap en techniek in de brede school Startdocument voor scholen en partners Opdrachtgever: Platform Bèta Techniek Utrecht, mei 2011 © Oberon Postbus 1423 3500 BK Utrecht tel. 030-2306090 fax 030-2306080 e-mailadres: [email protected] www.oberon.eu Landelijk Steunpunt Brede Scholen Bezuidenhoutseweg 251-253 2594 AM Den Haag tel. 070 - 3042010 [email protected] www.bredeschool.nl Wetenschap en techniek in de brede school 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding .......................................................................................................................................... 5 1.1 Wat kunt u in dit startdocument vinden? .................................................................................. 5 1.2 Begripsbepaling ....................................................................................................................... 6 1.3 Wetenschap en techniek in de brede school: een kansrijke combinatie ................................. 8 2 Schoolportretten .......................................................................................................................... 11 Schoolportretten in vogelvlucht...................................................................................................... 12 De Neptunus, Amsterdam ............................................................................................................. 14 De Regenboog, Assen ................................................................................................................... 19 Het Krijt, Assen .............................................................................................................................. 24 De Spelelier, Boxtel ....................................................................................................................... 27 Titus Brandsmaschool, Delft .......................................................................................................... 32 Het Schateiland, locatie De Schakel, Gouda................................................................................. 36 De Driekleur, ’s-Gravenzande ....................................................................................................... 40 De Starter, partner in Vensterschool Stadspark Groningen .......................................................... 44 Wittering.nl, Rosmalen ................................................................................................................... 48 De Ynset, Rottum........................................................................................................................... 52 De IJsselhof, Zwolle ....................................................................................................................... 56 3 Conclusies en aanbevelingen: wat werkt en wat valt op? ...................................................... 59 3.1 Inhoud .................................................................................................................................... 59 3.2 Organisatie ............................................................................................................................. 60 3.3 Programma ............................................................................................................................ 61 3.4 Huisvesting en materialen ...................................................................................................... 62 3.5 Financiën ................................................................................................................................ 62 3.6 Succesfactoren ...................................................................................................................... 62 3.7 Tot slot.................................................................................................................................... 64 4 Bronnen ........................................................................................................................................ 65 Bijlage: lijst met deelnemers praktijkbijeenkomst ........................................................................... 67 4 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Wetenschap en techniek in de brede school 1 5 Inleiding Wetenschap en techniek zijn de laatste tien jaar steeds duidelijker aanwezig binnen het basisonderwijs, onder meer vanwege het inzicht dat er in Nederland steeds grotere behoefte is aan geschoolde mensen op het gebied van wetenschap en technologie. In dit kader heeft het ministerie van OCW van 2001 tot en met 2010 via het Programma VTB (Verbreding Techniek Basisonderwijs) scholen financieel, organisatorisch en inhoudelijk ondersteund bij de implementatie van wetenschap en techniek in het basisonderwijs. Daarnaast waren er scholingsarrangementen voor leerkrachten (VTB-Pro). Aanleiding voor het programma was de ambitie vanuit de overheid en bedrijfsleven om techniek een structurele plek te geven in het basisonderwijs. Het Masterplan “Ruimte voor Talent – Ruimte voor Wetenschap en Techniek” borduurt voort op het Programma VTB en biedt scholen vanaf 1 januari 2011 de gelegenheid om wetenschap en techniek te implementeren. Doel van het Masterplan is dat in 2016 alle basisscholen wetenschap en techniek kunnen inzetten om de talenten van hun leerlingen tot ontwikkeling te laten komen. Talentontwikkeling is dan ook een belangrijk achterliggend doel van het Masterplan. Het voorliggende document heeft betrekking op de implementatie van wetenschap en techniek binnen het domein van de brede school. Het uitgangspunt van brede scholen is dat leren niet alleen op school plaatsvindt, maar ook bij de buitenschoolse opvang, naschoolse activiteiten kinderopvang en peuterspeelzaal en thuis. De programmering van brede scholen biedt ruimte aan een veelheid van onderwerpen, variërend van huiswerkbegeleiding, sport, cultuur tot opvoedingsondersteuning en schoolmaatschappelijk werk. Het ligt voor de hand dat ook wetenschap en techniek in die programma’s worden opgenomen. In dit startdocument ‘Wetenschap en techniek in de brede school’ worden hiervoor concrete handvatten en ideeën geboden. 1.1 Wat kunt u in dit startdocument vinden? Dit startdocument is bedoeld voor brede scholen die (verder) aan de slag willen gaan met wetenschap en techniek. De kern van dit document bestaat uit een elftal portretten van brede scholen die wetenschap en techniek al hebben geïmplementeerd of bezig zijn daarmee (hoofdstuk 2). Deze schoolportretten bieden andere brede scholen ideeën en concrete handvatten voor een gedegen implementatie van wetenschap en techniek. Dat wil zeggen bredeschool-breed, als een vast en geïntegreerd onderdeel van het programma. De portretten zijn opgesteld op basis van gesprekken met schooldirecteuren, techniekcoördinatoren, bredeschoolcoördinatoren, (techniek)leerkrachten en managers kinderopvang van elf brede scholen door het hele land en een praktijkbijeenkomst met deskundigen1 op het gebied van de brede school en/of wetenschap en techniek. In de portretten gaan we in op de ervaringen van brede scholen met wetenschap- en techniekonderwijs en de belangrijkste succesfactoren bij de implementatie van wetenschap en techniek in de brede school (hoofdstuk 2). Het document wordt afgesloten met een praktische checklist voor de implementatie van wetenschap en techniek binnen de context van de brede school (hoofdstuk 3) en een bronnenoverzicht van relevante websites en externe aanbieders/partners op het gebied van wetenschap en techniek (hoofdstuk 4). 1 Een lijst met deelnemers aan de praktijkbijeenkomst is te vinden in de bijlage. 6 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen 1.2 Begripsbepaling Voor een goed begrip van de portretten in dit document en de interpretatie van de uitkomsten is het van belang dat duidelijk is wat er wordt verstaan onder een brede school en wetenschap en techniek. Hier gaan wij in de volgende paragrafen eerst kort op in. Vervolgens schetsen we met behulp van een onderzoeksmodel hoe de brede school en wetenschap en techniek met elkaar verbonden (kunnen) zijn. 1.2.1 De brede school Brede scholen zijn overal in Nederland te vinden. Inmiddels staan er brede scholen in negen van de tien gemeenten en het aantal neemt nog steeds toe. Maar wat wordt er onder een brede school verstaan? Alle brede scholen ontwikkelen zich op hun eigen manier en er zijn veel verschijningsvormen. Er zijn echter wel een aantal ‘gemene delers’ die voor de meeste brede scholen gelden2. Brede scholen worden gekenmerkt door: • verbreding van functie en doelstellingen; • verbreding van organisatie(s); • verbreding van het aanbod; • verbreding van de doelgroep. De website van de Rijksoverheid geeft de volgende omschrijving: Een brede school is een netwerk van voorzieningen voor kinderen, jongeren en gezinnen in de buurt, met de school als middelpunt. Een brede school werkt samen met organisaties voor kinderopvang, welzijnsinstellingen, peuterspeelzalen, bibliotheken en instellingen voor sport en cultuur. Brede scholen komen vooral voor in het primair onderwijs maar ook steeds vaker in het voortgezet onderwijs. In het Jaarbericht Brede School (2009) wordt de volgende definitie gegeven: Er is sprake van een brede school wanneer een school een bredere maatschappelijke functie heeft dan die van onderwijsgever alleen, daarbij structureel samenwerkt met instellingen voor welzijn, zorg, kinderopvang, sport en/of cultuur en samen met die voorzieningen zorg draagt voor een substantiële uitbreiding van het aanbod. In het onderstaande schema wordt de brede school gevisualiseerd. Definitie brede school Een netwerk van samenwerkende voorzieningen voor kinderen, ouders en buurt. samenhangende pedagogische visie sluitend programma integrale bedrijfsvoering structurele financiering 2 Bron: Brede scholen in Nederland. Jaarbericht 2009 (Oberon, 2009). Wetenschap en techniek in de brede school 7 Uit het schema blijkt dat het kind centraal staat in de brede school. De doelstellingen van de brede school zijn dan ook vaak gericht op het bieden van kansen en/of de mogelijkheid tot verrijking en brede talentontwikkeling voor de leerlingen. 1.2.2 Wetenschap en techniek Wat verstaan we nu precies onder wetenschap en techniek? Uit de volgende omschrijving wordt duidelijk dat het bij wetenschap- en techniekonderwijs niet zozeer of niet alleen gaat om het aanleren van specifieke inhoudelijke kennis, maar juist ook om het aanleren en stimuleren van een onderzoekende en probleemoplossende houding. “Wetenschap en techniek is in de eerste plaats een houding. Het is nieuwsgierigheid, willen weten, willen begrijpen, willen verbeteren. De ‘black box’ openmaken en kijken wat er in zit. Wetenschap en techniek is verder een zoektocht en een praktijk”3. Wetenschap en techniek sluiten goed aan bij de nieuwsgierigheid, creativiteit en het oplossend vermogen van kinderen. In het kader van talentontwikkeling ligt bij het wetenschaps- en techniekonderwijs de nadruk op onderzoekend en ontwerpend leren. Onderwijs in wetenschap en techniek kan kinderen uitdagen tot rijk en gevarieerd leergedrag en het zet aan tot een onderzoekende instelling. Het doel van onderwijs in wetenschap en techniek is om kinderen wetenschappelijk en technisch ‘geletterd’ te maken, zodat ze zich in de hedendaagse maatschappij kunnen redden4. Binnen het basisonderwijs maken wetenschap en techniek vooral deel uit van het leergebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’, maar met wetenschap en techniek kan ook worden aangesloten bij andere leergebieden en domeinen, zoals taal, rekenen en wiskunde en kunstzinnige oriëntatie. Wetenschap (en meer specifiek natuur) en techniek zijn ook opgenomen in de kerndoelen voor het primair onderwijs. De kerndoelen in het leergebied ‘Oriëntatie op jezelf’ zijn de volgende: Kerndoelen Primair Onderwijs met betrekking tot wetenschap en techniek 40 41 42 43 44 45 46 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. De leerlingen leren onderzoek doen naar materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, seizoenen en dag en nacht veroorzaakt. van de zon, seizoenen en dag en nacht veroorzaakt. 3 4 Hanno van Keulen (2010). Wetenschap en techniek. IJkpunten voor een domein in ontwikkeling. Den Haag: Platform Bèta Techniek. Hanno van Keulen & Ida Oosterheert (2011). Wetenschap en techniek op de basisschool. Groningen: Noordhoff (in druk). 8 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen 1.3 Wetenschap en techniek in de brede school: een kansrijke combinatie Uit het voorafgaande valt af te leiden dat brede scholen een uitstekende voedingsbodem vormen voor de integratie van wetenschap en techniek in het basisonderwijs. De steeds intensievere samenwerking binnen brede scholen tussen de disciplines onderwijs, kinderopvang en welzijn voorziet in de daarvoor benodigde infrastructuur. Wetenschap en techniek bieden ook kansen om samen te werken met het voortgezet onderwijs, ouders meer bij onderwijs te betrekken en het bedrijfsleven aan de school te binden. De activiteitenprogramma’s en dagarrangementen van brede scholen bieden veel inhoudelijke aangrijpingspunten voor wetenschap en techniek en dan met name de ambitie om doorlopende leerlijnen en verbindingen tussen binnen- en buitenschools leren te realiseren. En tot slot, brede scholen richten zich in toenemende mate op talentontwikkeling. Tekenend in dat verband is dat twee derde van de brede scholen momenteel het verrijkingsprofiel als leidmotief hanteert5. Al met al biedt het speelveld van de brede school daarmee goede mogelijkheden en kansen om de positie van wetenschap en techniek – en in bredere zin talentontwikkeling – in het primair onderwijs te versterken. 1.3.1 Analysekader De factoren die een rol spelen bij de implementatie van wetenschap en techniek in de brede school zijn weer te geven in een model met drie soorten variabelen (input - proces - rendement) (figuur 1). Figuur 1 - Analysekader wetenschap en techniek in de brede school INPUT PROCES Kenmerken van • Kinderen 0-12 • Ouders • Wijk(bewoners) • Professionals Inhoud: • visie, doelen, profiel Organisatie: • partners, samenwerking, deskundigheid Programma: • aanbod, activiteiten Huisvesting: • accommodaties, buitenruimte Financiën: • investeringen, kosten, lasten RENDEMENT • Output: deelname van kinderen aan activiteiten en voorzieningen op het vlak van wetenschap en techniek • Outcome: effecten op de ontwikkeling van - kinderen (cognitief, sociaalemotioneel, fysiek) - ouders - de wijk - de samenleving • Aan de inputkant van het model gaat het om vragen als: in welke context en omgeving (bijv. stad/platteland, achterstands-/voorsprongwijken) opereren de brede scholen? Welke leerlingenpopulatie en doelgroepen bedienen zij? • Op procesniveau spelen vragen over welke visie, doelen en ambities brede scholen formuleren ten aanzien van wetenschap en techniek. Daarnaast is relevant hoe de betrokken partners (o.a. basisscholen, kinderopvang, welzijn en aanbieders van wetenschap- en techniekactiviteiten) hun 5 Zie Brede scholen in Nederland. Jaarbericht 2009 (Oberon, 2009). Wetenschap en techniek in de brede school 9 samenwerking inrichten en hoe zij zorgen voor de benodigde deskundigheid. Hoe wordt één en ander geconcretiseerd in de programmering van aanbod en activiteiten? Welke randvoorwaarden ten aanzien van huisvesting en inrichting zijn van belang en welke investeringen en geldstromen kunnen worden ingezet? • De inputvariabelen en het proces dragen bij aan het rendement, oftewel de opbrengsten van de incorporatie van wetenschap en techniek in de brede school, vooral in termen van de deelname van kinderen aan activiteiten en voorzieningen (output) en de effecten op de (talent)ontwikkeling van de leerlingen (outcome). In dit document gaan we vooral in op de proceskenmerken van het model, dus op inhoud, organisatie, programma, huisvesting en financiën (het donker gearceerde deel van het analysekader), maar we zullen daarbij wel kijken naar mogelijke of ervaren opbrengsten van wetenschap en techniek in de brede school. Het volgende hoofdstuk bevat beschrijvingen van brede scholen die bezig zijn met wetenschap en techniek. Met deze beschrijvingen kan meer zicht worden verkregen op welke factoren bevorderend werken bij de implementatie van wetenschap en techniek in de brede school. 10 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Wetenschap en techniek in de brede school 2 11 Schoolportretten Dit hoofdstuk bevat portretten van elf brede scholen die bezig zijn met de implementatie van wetenschap en techniek binnen het onderwijs en met de bredeschoolpartners. De scholen variëren van een kleine brede plattelandsschool tot multifunctionele accommodatie in een nieuwbouwwijk of brede school in een (technische universiteit)stad. Ook is er variatie in de mate van implementatie van wetenschap en techniek en de samenwerking op dat gebied met bredeschoolpartners en externe aanbieders. Niet op alle scholen is wetenschap en techniek al helemaal uitontwikkeld. De portretten geven hiermee een gevarieerd overzicht van de kansen en uitdagingen voor brede scholen bij de inbedding van wetenschap en techniek. De portretten bieden op verschillende niveaus aanknopingspunten voor scholen die de inzet van wetenschap en techniek (verder) willen vergroten. Leeswijzer We starten elk portret met een korte samenvatting van de belangrijkste kenmerken van de school en een beknopte achtergrondschets. Elk portret wordt afgesloten met een kort overzicht van de succesfactoren van de school. Deze succesfactoren bieden de lezer snel inzicht in de factoren die bevorderend kunnen werken bij de invoering van wetenschap en techniek. De belangrijkste kenmerken in vogelvlucht van de elf brede scholen en hun wetenschap- en techniekonderwijs zijn terug te vinden in het volgende schema. 12 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Schoolportretten in vogelvlucht Naam De Neptunus Amsterdam De Regenboog Profiel Buurt-/wijkschool met profiel wetenschap, natuur en techniek (WNT) Buurt-/wijkschool, netwerkorganisatie Assen Het Krijt MFA Boxtel Titus Brandsmaschool Delft 1 Organisatievorm • Groep 3/4 1x in de twee weken • Groep 5-8 één uur in de week • Bso biedt cursussen aan in de vorm van een carrousel • Doorgaande leerlijn met technieklessen, activiteiten en projecten • Naschoolse activiteiten • 1x per week keuzemenumiddag in onderbouw • Tweemaandelijkse techniekmiddag groep 3-8 • Naschoolse activiteiten Huisvesting • Twee speciale natuur- en technieklokalen • Weerstation • Schooltuinen Personele inzet • Techniekcoördinator • Onderwijsassistent • Stuurgroep WNT Financiën • VTB • Delta • Technieklokaal • Techniekcoördinator • Locatiemanager • Ouders • VTB • Technieklokaal • Werkgroep Wetenschap en Techniek • Twee techniekcoördinatoren • Locatiemanager • VTB Buurt-/wijkschool • Basisschool • Brede school Assen • Bedrijven Buurt-/wijkschool, profiel gericht op verrijking, met focus op Kunst en Cultuur • Basisonderwijs • Bso • Stichting Brede Scholen Boxtel • Externe aanbieders (Mad Science, Ontdekhoek) en bedrijven • Zoveel mogelijk geïntegreerd in reguliere lessen • Techniekmethode • Circuitmodel • Naschoolse activiteiten en vakantieactiviteiten • Geen apart technieklokaal • Bredeschoolcoördinator • Techniekcoördinator/ leerkracht • Stagiairs • Vrijwilliger • Ouders (incidenteel) • VTB • Schoolbestuur • Subsidie Cultuurnetwerk Nederland Buurt-/wijkschool met focus op techniek • Basisschool • Bso • Gemeente/Brede School Delft • TU Delft (Science Centre) • Bedrijven • Wetenschapsknooppunt Delft • Natuur- en techniekmethode • 10x per jaar techniekmiddag • Techniekaanbod Bso (in ontwikkeling) • Naschools aanbod Brede School Delft • Geen apart technieklokaal • Twee techniekcoördinatoren (adjunct-directeur en leerkracht) • Externe techniekcoach • Beleidsadviseur techniek/techniekmakelaar gemeente • Ouders (incidenteel) • VTB • Subsidie dagarrangementen vanuit gemeente Assen De Spelelier W&T-partners • Basisschool • Bso • Externe partners (o.a. NEMO, Technika 10, techniekambassadeurs, bedrijfsleven, hbo, vo) • Basisschool • Aoc • Sciencecentrum Hanzehogeschool • Bedrijven Bijzonderheden • Deelname aan project techniekambassadeurs en Techniek4U • Samenwerking met externe partners en bedrijven • Goede faciliteiten • Opstartfase Leerlingenparlement • Eigen VTB-netwerk Assen • Plan van aanpak W&T • Naschoolse activiteiten via overkoepelende brede school • Technieklokaal voor gezamenlijk gebruik MFA-partners • Deelname aan VTBnetwerk Assen • W&T geïntegreerd in kunst- en cultuur en andere vakken. • Principe van drietrapsraket (schoolnaschools-thuis) • Enthousiasmerende externe aanbieders • Sluitend dagarrangement school en bso met W&T • W&T-plan • Actieve rol van de gemeente • Aanwezigheid TU Delft Wetenschap en techniek in de brede school Naam Het Schateiland Profiel Buurtschool Gouda De Driekleur Buurt-/wijkschool ’s-Gravenzande De Starter Vensterschool Stadspark Buurt-/wijkschool Groningen Wittering.nl Rosmalen De Ynset MFA (formeel geen brede school), focus op talentontwikkeling Rottum Kleine brede school op het platteland De IJsselhof Buurt-/wijkschool Zwolle 1 13 W&T-partners • Basisschool en Bso • Brede School Gouda • Buurt, ouders • Vo, pabo’s • Gemeente • Bedrijven • Basisschool • Bso • Gemeente • Mbo/hbo (tuinbouw) • Bedrijven • Basisschool • Peuterspeelzaal • Bso • Vensterschool • Buurthuis • Gemeente • Bedrijven Organisatievorm • Techniekmethode • Crearondes 1 x per week voor gr. 5-8 • Thema’s lopen door in de bso Huisvesting • Schoollaboratorium • Techniekinstructielokaal (in ontwikkeling) Personele inzet • Directeur/ techniekcoördinator • Ouders (incidenteel) • Carrousel (in ontwikkeling) • Afgestemd activiteiten-aanbod bso • Bso heeft themalocaties, waaronder de Ontdekhoek W&T • Scienceontdekplein voor 2/3-jarigen • Sciencelessen op maat voor gr. 1-8 • Naschoolse activiteiten in scienceclubs • Technieklokaal • Rekenlokaal • Ontdekspeelplein voor peuters en onderbouw • Basisschool • Bso • Externe aanbieders (o.a. TU Eindhoven, NEMO) • Bedrijven • Ouders (incidenteel) • Basisschool • Gemeente • Bedrijven • W&T volledig geïntegreerd in curriculum (kernconcepten) • Buitenschools aanbod • Verspreid door school (er zijn geen klaslokalen) • ‘Eurekaruimtes’ voor experimenteren en ontdekken • Technieklessen gr. 1-8 • Naschoolse activiteiten • Bezoek aan ambachtelijke bedrijven • W&T-leerlijn gr. 1-8 • Basisschool • Diverse instanties en • Themamiddagen collegascholen • Delta-activiteiten • Bedrijven • Naschools activiteitenaanbod (trap 1 en 2 van drietrapsraket) Naast reguliere groepsleerkrachten (en medewerkers bso). 1 Financiën • VTB • Subsidie gemeente • Financiële ondersteuning woningcorporatie “fietsreparatie” Bijzonderheden • Doorgaande leerlijn W&T in ontwikkeling • Breed netwerk samenwerkingspartners • Projectgroep Wetenschap en Techniek • VTB • Themalocaties bso • Samenwerking tuinbouwsector • Techniekcoördinator • Werkgroep Wetenschap & Techniek • Locatiemanager • Stagiairs • Vrijwilligers • Directeur • Techniekspecialist • VTB • Delta • Concentrische leerlijn van 2/3 t/m 15 jaar • Gebruik van niettalige stuurkaarten • Academische school • VTB • Delta • Bedrijven • Innovatieve school • “Eigen” bso met afgestemde aanpak. • Ondernemende school; veel externe contacten • Sterk onderbouwd W&T-plan • Afstand tot voorzieningen • Samenwerking ambachtelijke ondernemers • W&T geïntegreerd met kunst en cultuur • Sluitend aanbod binnenschoolbuitenschools. • Deltakrant • Colleges voor leerkrachten • Geen apart technieklokaal • Directeur • Wetenschap- en techniekcoördinator • VTB • Wetenschap- & techniekhoeken binnen de klaslokalen • Wetenschapscoördinator • Bredeschoolcoördinator • Kunst- en cultuurcoördinator • VTB • Delta • Subsidie cultuurfonds 14 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen De Neptunus, Amsterdam Interview met Rik Kuiper (techniekcoördinator) van Daltonschool de Neptunus en Liesbert Dreijer (locatiemanager) van kinderopvangorganisatie Partou. Waarom is deze brede school interessant? De Neptunus heeft zich vanaf het begin samen met de buitenschoolse opvang gericht op de thema’s natuur, techniek en wetenschap. De randvoorwaarden om leerlingen te introduceren in de wereld van wetenschap en techniek zijn aanwezig: er worden diverse activiteiten georganiseerd, er zijn twee speciale lokalen ingericht en er is een coördinator wetenschap, natuur & techniek. Beide partijen (onderwijs en opvang) realiseren zich dat er nog een wereld te winnen valt met een hechtere samenwerking en hebben een lijst met actiepunten opgesteld om deze samenwerking verder te versterken. De Neptunus is een Daltonschool op IJburg in Amsterdam. De school is samen met buitenschoolse opvang (bso) Partou in één gebouw gevestigd, waarin zij verschillende ruimtes met elkaar delen. Deze bredeschoolconstructie bestaat inmiddels vijf jaar. De nieuwbouwwijk IJburg is inmiddels uitgegroeid tot een wijk met een mix van koopwoningen en een ongeveer 30% gemengd woningaanbod. Alle brede scholen op IJburg hebben een eigen “brede” schoolprofiel. De rol van het stadsdeel Zeeburg en het schoolbestuur is sturend geweest bij het bepalen van de keuze voor deze profielen. De Neptunus heeft zich vanaf het begin gericht op wetenschap en natuur & techniek (WNT). Op de bovenverdieping van het gebouw zijn dan ook twee natuur- en technieklokalen geplaatst en op het dak zijn een aantal tuintjes, een kas en een weerstation. Onderzoekend en ontwerpend leren Dat de Neptunus zich bezig houdt met wetenschap, natuur en techniek lijkt vanzelfsprekend. Volgens de school sluit het profiel goed aan bij onderzoekend en ontwerpend leren. Beide vormen van leren gaan uit van leren op basis van eigen ervaring en leren kinderen een probleem vanuit verschillende optieken te laten bekijken en beschouwen. Op die manier leren kinderen probleemoplossend denken. “Techniek is meer dan alleen iets moois maken, het is iets maken dat werkt.” De techniekcoördinator is ervan overtuigd dat kinderen leren door te doen en praktisch aan de slag te gaan. Daar onthouden ze het meest van. Daarnaast is wetenschap, natuur en techniekonderwijs heel erg geschikt voor het gebruik van afwisselende werkvormen. De school vindt dit belangrijk, omdat kinderen op verschillende manieren leren (het meervoudige-intelligentieprincipe). “Bij onderzoekend leren, leren kinderen een stappenplan te maken. Ze doen daarbij allerlei vaardigheden op. Bij ontwerpend leren laat je kinderen meer vrij, je geeft ze de materialen en laat ze zelfstandig onderzoeken wat ze met die materialen kunnen doen of maken”. De visie van de school komt deels overeen met die van de buitenschoolse opvang: ook zij hechten waarde aan praktische en ondernemende activiteiten en aan variatie, maar kiezen voor een bredere insteek. Kinderopvangorganisatie Partou: “We hebben iets met kunsttechniek en fotografie gedaan in het kader van techniek, om ook eens iets anders te doen. Deze activiteiten zijn niet puur technisch, omdat de bso niet te krampachtig alleen maar techniek wil doen. De bso wil wel aansluiten bij de school, maar kinderen daarnaast op meerdere terreinen activiteiten aanbieden, die aansluiten bij hun interesses.” Wetenschap en techniek in de brede school 15 Subsidiebronnen De Neptunus was een van de eerste scholen in Nederland die deelnam aan het VTB-project dat als doelstelling had om wetenschap en techniek in het basisonderwijs te implementeren6. Via deze subsidie werden de natuur- en technieklokalen ingericht. De Neptunus blijft zich echter richten op wetenschap, natuur en techniek, onder meer als Deltaschool. Via het Deltaproject krijgen scholen een subsidie om via extra lessen aandacht te besteden aan techniek en wetenschap, met speciale aandacht voor de ruimtevaart. Het project is een initiatief van het ministerie van OCW, de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA en de NASA. Van maquettes tot raketten Zowel binnen de school als binnen de bso worden allerlei activiteiten aangeboden op het gebied van wetenschap en techniek. Zo organiseert de school tijdens schooltijd wetenschap- en techniekactiviteiten. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van bestaande methodes, zoals Naut, KOTotaal en de techniektoren. Daarnaast is er door de school voor elke groep een leerlijn opgesteld voor wetenschap, natuur en techniek. Kinderen uit groepen 3 en 4 komen een keer per twee weken in het technieklokaal, kinderen uit groepen 5 tot en met 8 elke week een uur. “Groep 3 begint na de kerstvakantie, omdat het eerste half jaar meer gericht is op leren lezen en schrijven. Ze hebben dan al genoeg te verwerken dat eerste half jaar.” Eigen website natuur en techniek De school heeft ook een eigen website voor leerlingen van de Neptunus (www.natuurentechniek.nl). Hier zijn o.a. per groep 25 à 30 techniekopdrachten te vinden, een koppeling met het weerstation, uitleg over gereedschap en een weblog ruimtevaart. Daarnaast is er een aparte website voor leerkrachten en studenten van de pabo (http://www.natuurentechniek.nl/leerkracht). WNT-aanbod school en bso Voor het WNT-onderwijs wordt gebruik gemaakt van verschillende methodes en materialen. In groep 1 en 2 werken ze met de techniektoren, school TV (Koekeloere) en de methode KO-totaal, waarin een onderdeel natuur/techniek is opgenomen. In groep 3 t/m 8 wordt gebruik gemaakt van de natuur- en techniekmethode Naut en van het technieklokaal. De bso verzorgt op maandag, dinsdag en donderdag naschoolse cursussen van een uur rondom techniek: “We bouwen maquettes, maken lampen en allerlei andere dingen met een technische insteek.” Er worden in de bso zes cursussen per week gegeven in de zogenaamde Carrousel: • drie voor 4- en 5-jarigen; • drie voor 6- t/m 8-jarigen. Kinderen die ouder zijn dan 8 jaar worden op een andere locatie opgevangen. Voor deze kinderen heeft de bso een speciaal concept ontwikkeld. De bso heeft bewust gekozen voor deze leeftijdsindeling, omdat de interesses en mogelijkheden per groep verschillen. De uitvoering van de wetenschap, natuur en techniekactiviteiten op de brede school is in handen van verschillende personen en organisaties. De lessen onder schooltijd in het technieklokaal worden door de techniekcoördinator en een onderwijsassistent gegeven. Ze werken daarbij met groepen van 25 tot 30 leerlingen. Dit is meestal een combinatie van twee groepen: bijvoorbeeld de helft uit groep 5 en de andere helft uit groep 7. “Op het moment dat de helft van de groep aan het werk is in het technieklokaal, werkt de andere helft van de groep in de klas met Naut. Op die manier is iedereen bezig met wetenschap, natuur en techniek. In het technieklokaal kunnen de oudere leerlingen de jongere leerlingen soms een handje helpen.” De cursussen in de bso worden verzorgd door zowel medewerkers van de bso als vakkrachten van Theatraal IJburg. 6 Bron: Platform Pabo, Nieuwsmagazine voor docenten en opleidingsmanagement. Noordhoff, november 2009. 16 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Externe partners: de juiste mix Op school worden samen met externe partners verschillende projecten rondom wetenschap en techniek georganiseerd, zoals ‘weer en klimaat’ en ‘vliegen naar de sterren’ of ‘van zeewereld tot wereldzee’. Vanuit de brede school wordt onder andere samengewerkt met: • het Amsterdams Natuur & Milieu Educatiecentrum • NEMO • Technika 10 • het bedrijfsleven: via deelname aan het project Techniekambassadeurs • de Educatieve Hogeschool van Amsterdam (EHvA) / Expertisecentrum WNT en de Ipabo: De Neptunus biedt diverse mogelijkheden voor een stage- of afstudeeropdracht op gebied van wetenschap, natuur & techniek. Daarnaast wordt samenwerking met het voortgezet onderwijs (het IJburg College) op gebied van wetenschap, natuur & techniek onderzocht. Met name de school werkt veel met deze externe partijen samen. De bso zou ook wel meer willen samenwerken met andere partijen en dan met name met een kenniscentrum op het gebied van wetenschap en techniek: “Meer begeleiding vanuit een kenniscentrum bij het aanbieden van wetenschap en techniek binnen de bso is wenselijk. Op die manier zouden we meer kunnen doen met wetenschap, natuur en techniek in de bso. Nu zijn onze mogelijkheden soms beperkt.” Techniekambassadeurs De techniekcoördinator is betrokken bij het project techniekambassadeurs. Het project wil handvatten bieden voor scholen om de samenwerking met het bedrijfsleven te versterken en voor bedrijven om een relevante bijdrage te kunnen leveren aan het onderwijs. In het kader van dit project worden: • 12 modules samengesteld; • mogelijkheden voor excursies en bedrijfsbezoeken in kaart gebracht (letterlijk: in Google maps); • mogelijkheden voor gastlessen beschreven. Bij dit project zijn 24 scholen betrokken. De Neptunus is bij de ontwikkeling van twee modules betrokken: Techniek in het schoolgebouw en Techniek, weer en klimaat. Voor meer informatie over het project zie www.techniekambassadeur.nl. Meer afstemming Ondanks het gedeelde natuur- en techniekprofiel van de brede school gaan vooralsnog zowel de school als de bso ieder hun eigen weg bij het vormgeven van het techniekaanbod. Afstemming is voor beide partijen dan ook een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst. Dat dit niet vanzelf gaat ligt volgens beiden niet aan de welwillendheid van de school en de bso. Het heeft vooral te maken met gebrek aan tijd en het stellen van prioriteiten. Ook het feit dat de school vrij nieuw is en er vorig jaar twaalf nieuwe leerkrachten zijn bijgekomen belemmeren de continuïteit rondom wetenschap en techniek binnen de brede school. SWOT-analyse samenwerking school-buitenschoolse opvang Door de techniekcoördinator en locatiemanager van Partou is een SWOT7-analyse gemaakt van de samenwerking tussen de school en de bso. In dit overzicht zijn de sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen van deze samenwerking op een rijtje gezet. Kansen ziet de brede school vooral in: • Het uitgebreider ingaan op onderwerpen. • Het inzetten van afwisselende werkvormen, zoals excursies en gastlessen. • Het aanbieden van activiteiten die onder schooltijd soms onder druk komen te staan door een vol programma. 7 SWOT staat voor: Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats. Wetenschap en techniek in de brede school 17 • Het gebruik maken van techniektoren in de bso op het moment dat de onderbouw hier onvoldoende gebruik van maakt. • Het Masterplan van het Platform Bèta Techniek: dit kan een impuls geven aan wetenschap en techniek in de brede school. • Het versterken van de naschoolse activiteiten met behulp van aanbieders van naschoolse activiteiten. Zowel de school als de bso zien het belang ervan in dat er één pakket komt voor de hele brede school, dat thema’s tijdens en na schooltijd meer op elkaar aansluiten en dat er niet dezelfde activiteiten worden georganiseerd. “Als je tijdens en na schooltijd dezelfde activiteiten rondom wetenschap en techniek doet, dan is er geen uitdaging voor de kinderen. Als je op school al de hele dag met een raket bent bezig geweest, wil je na schooltijd ook wel eens iets anders”. Elkaar aanvullen De meerwaarde van meer afstemming van het aanbod in de brede school is dat de school en de bso elkaar kunnen aanvullen. Kinderopvangorganisatie Partou: “School is gericht op kennisoverdracht terwijl de bso meer op sociaal-emotionele ontwikkeling gericht is. Wetenschap- en techniekactiviteiten kunnen op deze aandachtspunten worden aangepast zodat ze beide aan bod komen binnen de brede school. Voor kinderen kan het leuk zijn om met een andere blik naar het onderwerp kijken. Maar ze moeten niet het gevoel krijgen dat ze weer meer moeten leren.” Techniek4U De techniekcoördinator werkt deels bij het Regionaal Technocentrum Amsterdam als projectcoördinator basisonderwijs. In het project Techniek4U wordt kinderen van basisscholen in Amsterdam Noord een buurtgericht en naschools techniekaanbod aangeboden in een talentlijn van basis naar vervolg- en topaanbod: basisaanbod op de school zelf, vervolgaanbod op een locatie in de wijk waar kinderen van verschillende scholen gebruik van maken en topaanbod op een plek in het stadsdeel. Voor meer informatie zie www.rtca.nl/projecten/detail/article/techniek4u.html. Daarnaast biedt meer afstemming kansen doordat er binnen de bso meer tijd is voor andere activiteiten waar de school niet altijd aan toekomt, zoals excursies. Tijdens het gesprek nemen beide partijen alvast een voorzichtig voorschot op een hechtere samenwerking: zo wordt de bso uitgenodigd voor een bijeenkomst van de stuurgroep WNT en voor een workshop wetenschap, natuur en techniek voor mensen van de pabo en leerkrachten van andere scholen. Stuurgroep Wetenschap, Natuur en Techniek De stuurgroep WNT bestaat uit directie, leerkracht, onderwijsassistent en coördinator WNT. De groep komt minimaal vier keer per jaar bij elkaar en maakt elk jaar een werkplan van één A4 met daarop een aantal actiepunten voor dat jaar. Kennismaken en ontdekken Ondanks dat er nog wat te winnen valt op het gebied van afstemming zijn de partijen over het algemeen heel tevreden over de opbrengsten van het wetenschap- en techniekaanbod binnen de brede school. Techniekcoördinator Rik Kuiper: “Talenten van leerlingen worden beter benut doordat ze op verschillende manieren en met gebruik van verschillende werkvormen leren. Daarbij vinden leerlingen het ontzettend leuk om met techniek en apparaten bezig te zijn en bijvoorbeeld iets te solderen, een stop-motion filmpje te maken, een vogelhuisje, een bootje van hout of een website te maken, onderzoek te doen en dingen te ontdekken. Ze komen in aanraking met dingen waar ze anders niet zo snel mee in aanraking komen.” 18 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Deze resultaten zijn niet vanzelf gerealiseerd en komen voort uit een aantal belangrijke aspecten binnen de brede school. Een uitdagende leeromgeving is daar één van. Doordat er een apart lokaal beschikbaar is voor wetenschap en techniek is altijd geschikte ruimte beschikbaar voor de activiteiten. Daarnaast is het belangrijk dat er binnen de school tijd wordt vrijgemaakt voor wetenschap en techniek, het liefst binnen de formatie voor een techniekcoördinator. De techniekcoördinator en de onderwijsassistent spelen op De Neptunus een belangrijke rol bij het begeleiden en ondersteunen van de wetenschap, natuur en techniekactiviteiten op school. Ook draagvlak onder medewerkers en regelmatig georganiseerd overleg spelen een rol bij de behaalde resultaten. Tips voor andere brede scholen • Zorg voor voldoende draagvlak binnen het team. Zij moeten de activiteiten immers uitvoeren. • Doe één ding tegelijk. Je kunt niet in een jaar klaar zijn. Maak een werkplan met bijvoorbeeld vijf punten, dat behapbaar is binnen een schooljaar. “Dat maakt dat wat je wilt doen overzichtelijk en je hebt niet continu het gevoel dat je van alles moet.” • Organiseer regelmatig een overleg over WNT binnen de brede school en betrek hierbij zowel de school als de bso. Bespreek daarin de stand van zaken en wat je de komende periode gaat doen aan activiteiten. • Zorg voor voldoende scholing. Scholing is geen voorwaarde om WNT-onderwijs goed op te zetten, maar geeft wel een positieve impuls aan de WNT-activiteiten op school. “Je krijgt weer inspiratie om nieuwe activiteiten op te zetten”. Succesfactoren van deze school: • Het aparte wetenschap- en technieklokaal zorgt samen met de diverse activiteiten voor een uitdagende leeromgeving. • De aanwezigheid van een techniekcoördinator op school, die naast zijn werk op school ook verbonden is met het technocentrum en deelneemt aan verschillende projecten. Hij fungeert daarmee als spil tussen de brede school en externe partijen en is goed op de hoogte van ontwikkelingen buiten de school. • Het WNT-profiel zorgt ervoor dat voor iedereen duidelijk is waar de brede school zich op richt. • De aanwezigheid van voldoende financiering voor aanschaf van materialen als een duidelijke keuze voor inzet van tijd (formatie) voor opzetten en verder verbeteren van het wetenschap-, natuur- en techniekonderwijs. Wetenschap en techniek in de brede school 19 De Regenboog, Assen Interview met techniekcoördinator en groepsleerkracht Casper van der Woude. Waarom is deze brede school interessant? Vanuit de brede school De Regenboog is er een enorme betrokkenheid bij wetenschap en techniek. Er is een sterke gedrevenheid om vanuit een nu nog klein aanbod te komen tot een doorontwikkeling op het terrein van wetenschap & techniek. De aanwezigheid van een technieklokaal, dat voor alle partners van de brede school toegankelijk is, biedt hiertoe alle mogelijkheden. Christelijke Jenaplanbasisschool De Regenboog staat in een wijk waar zowel kinderen van hoogals laagopgeleide ouders de school bezoeken. De partners in de brede school zijn onderwijs, kinderopvang en er worden naschoolse activiteiten aangeboden. De brede school is een netwerkorganisatie. In Assen-Oost, waar de brede school is gesitueerd, zijn drie speerpunten vastgelegd: 1. de verlengde schooldag; 2. de doorgaande lijn; 3. de toegankelijkheid tot verschillende instanties. De school heeft 160 leerlingen en werkt volgens het Jenaplanprincipe. In het Jenaplanonderwijs is wereldoriëntatie een heel belangrijk vormingsgebied. Hierbinnen valt ook wetenschap en techniek. De school heeft een prachtig technieklokaal dat voor alle partners van de brede school toegankelijk is. Het Schoolplan en wetenschap en techniek De Regenboog heeft wetenschap en techniek opgenomen in het schoolplan. In dit schoolplan worden de visie, plan van aanpak, doelen en ambities omschreven. Ook de motivatie om wetenschap en techniek aan te bieden staat hierin omschreven: “Techniek komt voor op veel plekken in ons dagelijks leven. Soms meer dan je denkt. Daarbij komt dat wij steeds meer afhankelijk worden van techniek. Kinderen groeien op in deze wereld vol techniek. Ze leven en spelen erin. Mensen worden steeds afhankelijker van techniek, maar dat realiseert men zich maar zelden. Het is daarom van belang dat het onderwijs kinderen bewuster in contact brengt met alle aspecten van de techniek. Het biedt kinderen veel kansen om op meerdere manieren te leren, bijvoorbeeld door aan te sluiten bij onderzoekend leren en niet alleen door overdragend leren centraal te stellen”. Bron: Schoolwerkplan VTB CJBS De Regenboog. Noodkreet uit het bedrijfsleven Extra aanleiding om met wetenschap en techniek te beginnen was een noodkreet van het bedrijfsleven in de regio. Tijdens een bijeenkomst, die was georganiseerd door het bedrijfsleven en waarvoor voortgezet onderwijs en primair onderwijs waren uitgenodigd, gaven bedrijven aan dat ze moeilijk aan goed technisch personeel konden komen en werd de behoefte uitgesproken aan technisch goed geschoolde leerlingen. 20 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Uitgangspunten wetenschap- en techniekonderwijs De Regenboog De Regenboog richt zich op een brede ontwikkeling van kinderen en biedt kinderen veel kansen om op meerdere manieren te leren. Bij de wetenschap- en technieklessen gaat ze uit van vijf aspecten: 1. Cognitief: het ontwikkelen van kennis en inzicht over technische toepassingen. 2. Sociaal-emotioneel: samenwerkend leren. 3. Zintuiglijk: hoe en op welke manier worden technische producten gemaakt of uitgeprobeerd? 4. Creatief: hoe worden vraagstukken en problemen aangepakt? 5. Attitude: hoe ervaren de kinderen persoonlijk wetenschap en techniek? Slag maken naar uitbreiding en samenwerking De organisatiestructuur en lesopzet is binnen het onderwijs van De Regenboog afgerond. Voor het onderwijs zijn methodes en materiaal aangeschaft. Nu moet er nog een slag gemaakt worden naar uitbreiding en samenwerking van wetenschap en techniek in de brede school. Er zijn op dit moment wel naschoolse wetenschap- en techniekactiviteiten, maar het aanbod moet nog beter op elkaar worden afgestemd. Het staat nu nog te los van elkaar. Hiervoor zijn verschillende ideeën binnen het schoolteam, maar die moeten nog uitgewerkt gaan worden. Het gezamenlijke technieklokaal biedt kansen om de doorgaande lijn en samenwerking met de bredeschoolpartners verder vorm te gaan geven. Door de gezamenlijke afstemming over het gebruik van het lokaal en de programmering vindt er een natuurlijk overleg plaats. De methodes en doorgaande lijn in het onderwijs Binnen het onderwijs is de doorgaande lijn al opgezet. In de groepen 1 t/m 4 wordt er met leskisten gewerkt en vanaf groep 5 met Techno Venturie, Techniek Coach en Nieuws uit de natuur. Binnen het Jenaplanonderwijs is het werken aan projecten een belangrijk onderdeel. Elk jaar is er één schoolbreed wetenschap- en techniekproject. Het technieklokaal wordt vanaf groep 5 ingezet. Hier krijgen de kinderen volgens de ontwikkelde leerlijn op vaste momenten diverse wetenschap- en techniekactiviteiten aangeboden. Een overzicht van de leerlijn is te vinden in onderstaande tabel. Wat? Hoe vaak? Groep Projecten (met een techniekonderdeel) ICT-project in combinatie W.O. Nieuws uit de natuur Techniek met pabostudenten Bedrijfsbezoeken Sciencecenter@school Lego mindstorms Techniekmiddag Voortgezet onderwijs Bezoek aan de Magneet (Hanzehogeschool) Techniekmiddagen (combinatie Techniek Coach) Techniek Coach vijf keer per jaar schoolbreed aantal dagdelen onbekend een keer per twee weken (20x) aantal dagdelen onbekend twee keer per jaar een keer per jaar groep 7 Gedurende het jaar twee keer per jaar een keer per jaar Periodiek 1-8 5-8 5-6 5-6 7 7 7-8 8 7-8 5-8 13 opdrachten groep 5 11 opdrachten groep 6 13 opdrachten groep 7 10 opdrachten groep 8 5-8 Wetenschap en techniek in de brede school 21 Een voorbeeldles uit de methode Techno Venturie Leerlingenparlement en wetenschap en techniek In het kader van burgerschap en integratie heeft de school een leerlingenparlement opgezet. Dit parlement bestaat uit acht gekozen leerlingen van de groepen 5 tot en met 8. Zij wonen teamvergaderingen bij en mogen hun ideeën inbrengen. Ook wordt hen gevraagd mee te denken en te participeren. De Regenboog gaat het leerlingenparlement vragen om samen met de buurt te kijken welke wetenschap- en techniekactiviteiten ze kunnen organiseren voor de kinderen, ouders en buurt. Wat zeggen de kinderen? De Regenboog vraagt bij de kinderen na hoe zij de lessen wetenschap en techniek ervaren. Dit doen ze door de tevredenheidtoets af te nemen. Hieruit blijkt dat de kinderen met heel veel plezier en enthousiasme aan de slag willen gaan met wetenschap en techniek en dat ze graag het technieklokaal bezoeken. Samenwerking met andere scholen, bedrijven en ouders De Regenboog werkt samen met het Agrarisch Opleidingscentrum waar ze gebruik mogen maken van de kooklokalen, bloemschiklokalen en ook technieklokalen. Groep 7 bezoekt ieder jaar “de Magneet” te Groningen. De Magneet is een sciencecentrum van de Pedagogische Academie van de Hanzehogeschool. De Magneet is ingericht met “doe-stations” waar kinderen actief en spelenderwijs aan de slag gaan met wetenschap en techniek. De groepen 5 en 6 gaan jaarlijks op bedrijfsbezoek naar Essent Milieu in Wijster. Daarnaast spelen de ouders ook een belangrijke rol bij wetenschap en techniek. Zij worden gevraagd voor ondersteuning tijdens excursies en tijdens projecten maar ook wordt er een beroep gedaan op hun expertise. Ouders helpen en ondersteunen bij techniekmiddagen. 22 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Netwerk VTB-Assen De Regenboog neemt deel aan het VTB-programma. Ze bezoeken de regiobijeenkomsten en op eigen initiatief is een overkoepelend netwerk VTB-Assen in het leven geroepen. In dit netwerk zit de pabo Assen, drie SBO-scholen, negen scholen voor primair onderwijs en twee scholen voor voortgezet onderwijs. Doel is om elkaar te ontmoeten, te versterken, ervaringen te delen, gezamenlijke projecten uit te voeren, et cetera. De techniekcoördinator van De Regenboog ervaart het netwerk als zeer positief, inspirerend, leerzaam en ondersteunend. Enthousiasme, randvoorwaarde nummer één Het enthousiasme van het personeel in de brede school is een belangrijke voorwaarde voor het mogelijk slagen van het programma. Volgens de techniekcoördinator is dit randvoorwaarde nummer één. Om wetenschap en techniek verder goed te kunnen implementeren binnen een brede school zijn er zeker nog drie randvoorwaarden die volgens hem belangrijk zijn: 1. Visie Het hebben van een goede visie die omschreven is in een visiedocument met helder benoemde doelen en resultaatverwachtingen is echt noodzakelijk. Deze visie moet passen binnen het hele kader van de brede school. De voorwaarden hiervoor zijn bij De Regenboog volop aanwezig. 2. Materiaal en financiën Er is aanvullend materiaal nodig en financiële mogelijkheden om dit aan te kunnen schaffen. De Regenboog bezit een technieklokaal en zij ervaren dagelijks de meerwaarde hiervan. 3. Techniekcoördinator De inzet van een techniek coördinator is essentieel voor het slagen en borgen van wetenschap en techniek. De inzet en inspanning van de coördinator kan door vrijstelling van lestaken of in taakuren worden omgezet. De techniekcoördinator van De Regenboog krijgt taakuren voor zijn werkzaamheden als techniekcoördinator. Tips voor andere brede scholen: • Betrek vanaf de eerste start bedrijven uit de omgeving bij het ontwikkelen van wetenschap en techniek in de brede school. • Stel je randvoorwaarden en doelen niet te hoog want hoe hoger je doelen, hoe eerder mensen afhaken en hoe eerder er teleurstellingen ontstaan. • Naast bovenstaande tips geeft de techniekcoördinator ook aan dat het in het algemeen belangrijk is te kijken naar de opleidingen van de toekomstige medewerkers in de brede school . Binnen de pabo’s en roc’s moet er meer aandacht zijn voor wetenschap en techniek en de mogelijkheden die wetenschap en techniek kunnen bieden bij te integreren in andere vakken en bij de verschillende partners binnen de brede school zoals kinderopvang, VVE en buurtwerk. Enthousiast de toekomst in In het gesprek met de techniekcoördinator van De Regenboog valt het enthousiasme van het personeel op. Het wordt duidelijk dat dit mede de reden is dat wetenschap en techniek veel kansen heeft om goed te worden geïmplementeerd. De faciliteiten van een technieklokaal bieden hiervoor veel mogelijkheden. De aanwezigheid van het lokaal geeft een extra stimulans om tot gezamenlijke programmering te komen. De hulpkreet vanuit het bedrijfsleven biedt een goede kans voor De Regenboog om volop in de actualiteit te blijven staan bij de doorontwikkeling van het aanbod. Aansluiting op het bedrijfsleven en een goede vertaling daarvan in het techniekaanbod biedt ook perspectief voor het aanbod van andere brede scholen elders in het land. Wetenschap en techniek in de brede school Succesfactoren van deze school: • Aanwezigheid van middelen en faciliteiten zoals het technieklokaal. • De betrokkenheid van kinderen door inzet van een leerlingenparlement. • Binding met de buurt. • Eigen initiatief bij opzet van netwerk in gemeente Assen. 23 24 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Het Krijt, Assen Interview met leerkracht en werkgroeplid Wetenschap & Techniek Dineke Knol en techniekcoördinator en coach Leerafdeling Anneke Feenstra. Waarom is deze brede school interessant? CBS Het Krijt laat vanuit een enthousiast team zien hoe een wetenschap- en techniekprogramma wordt opgebouwd en in een plan van aanpak is uitgewerkt. Daarbij ligt vooralsnog de concentratie op het onderwijs. De uitgewerkte concretisering van doelen en plannen biedt ook voor andere partners in de brede school een mogelijke opzet. Er zijn concrete suggesties voor de indeling van het programma voor verschillende leeftijdsgroepen. Een locatiemanager draagt zorg voor het naschoolse aanbod en legt verbindingen tussen de wijk, de brede school en andere partners. De school heeft een technieklokaal voor gezamenlijk gebruik voor alle partners van de brede school. CBS Het Krijt staat in de vinex-wijk Kloosterveste in Assen en is aangesloten bij De Brede School Assen (http://www.assen.nl/bredeschool). Sinds januari 2010 zit Het Krijt in een nieuw MFA-gebouw. In het MFA zitten de volgende partners; kinderopvang, peuterspeelzaal, twee basisscholen, een wijkvereniging, een protestantse kerk, een bibliotheek en een dagvoorziening voor verstandelijke gehandicapten. In het gebouw zijn gezamenlijke ruimtes voor alle gebruikers ontwikkeld, zoals een lounge, technieklokaal, keuken en ontmoetingshal. Op Het Krijt zitten 403 leerlingen. Techniek zit in alles De titel van het plan van aanpak vertelt al veel over de visie en de doelen van Het Krijt: “Techniek zit in alles, Techniek is om ons heen”. Dit plan van aanpak omschrijft de motivatie en laat een zogenaamde foto zien van waar Het Krijt over twee jaar wil staan met wetenschap en techniek en welke doelen er bereikt moeten zijn in de brede school. Dit alles is uitgewerkt in een concrete planning. Het plan van aanpak biedt voor de teamleden een leidraad voor wetenschap en techniek. De relevante onderwijskerndoelen krijgen daarin ruimte voor uitwerking en zijn vertaald in project- en schooldoelen. Project- en schooldoelen • Per schooljaar is er een project met een techniekthema als doel. • Een gevarieerd aanbod van activiteiten in de groepen waarbij de vier kerndoelen als uitgangspunt genomen worden. • Doelen en toetsen op elkaar laten aansluiten. • Tegemoet komen aan verschillen tussen kinderen (gevarieerde keuzeopdrachten). • Vertrouwen in de zelfstandigheid van kinderen en respect voor elkaar geeft werk- en ontdekplezier. • Competentiegevoel vergroten in zelfstandigheid, samenwerken met maatjes, in groepjes of door variatie met andere werkvormen. • School is een lerende organisatie waarbij de kwaliteit van invoeren, implementeren en borgen steeds verbeterd wordt. • Stagiaires van de leerafdeling helpen bij het uitvoeren van technieklessen. • De betrokkenheid van ouders wordt gestimuleerd door ouders te vragen iets te komen vertellen, laten zien van hun beroep en door hen voor techniek ondersteuning te vragen. • Techniek verankeren in de schoolorganisatie en in het schoolplan. Bron: Plan van aanpak “Techniek zit in alles, techniek is om ons heen”. Wetenschap en techniek in de brede school 25 Enthousiasme van kinderen tijdens wetenschap- en technieklessen De eerste ervaringen van leerlingen op school met wetenschap en techniek waren zo positief dat de school werd gemotiveerd om wetenschap en techniek verder in school te implementeren en om hier nog meer op in te zetten in het onderwijs. De kinderen lieten een enorm enthousiasme zien tijdens de lessen wetenschap en techniek. De leerkrachten zagen talenten naar boven komen die tijdens andere vakken niet zichtbaar waren. Het enthousiasme van de kinderen had een wisselwerking op de leerkrachten, waardoor er een groot draagvlak binnen het team was. Keuzemenu en techniekmiddag Wetenschap & techniek wordt in alle groepen aangeboden. In de onderbouw wordt op één middag in de week een keuzemenu aangeboden. Kinderen gaan volgens een roulatiesysteem langs verschillende hoeken met activiteiten. Wetenschap en techniek is één onderdeel van dit totale systeem. De groepen 3 t/m groep 8 krijgen tweemaandelijks een techniekmiddag. Vanaf groep 5 zijn dit de lessen die begeleid/gecoacht worden vanuit het VTB-programma. Techniek is ook een onderdeel van het naschoolse activiteitenaanbod waar kinderen gebruik van kunnen maken. Afstemming over de inhoud en een doorgaande lijn in het naschoolse aanbod is er op dit moment nog niet, maar ligt wel in de mogelijkheid. Het Krijt heeft externe contacten met de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en Compaan, een carrosseriebouwer uit Assen. Deze bedrijven bieden vanuit de eigen deskundigheid een educatief wetenschap- en techniekprogramma aan. Voorbeeld techniekmiddag Energie groep 5 Het gaat om het omzetten van energie. Welke energie is nodig voor beweging? Er kan een leergesprek plaatsvinden, maar is er ook ruimte voor een excursie. Door de excursie zien de leerlingen wat er daadwerkelijk met het omzetten van energie gebeurt in een molen. Op school vindt de evaluatie plaats en zijn er verwerkingsvragen aan de hand van werkbladen. In het plan van aanpak is het hele aanbod inzichtelijk gemaakt. Hierin wordt per doel de actie de verantwoordelijke en de uitvoering beschreven. Ook de activiteiten zelf worden apart uitgelegd en beschreven. Voorwaarden: inzet en enthousiasme van alle professionals Om wetenschap en techniek te realiseren in de brede school zijn volgens Dineke Knol en Anneke Feenstra de volgende voorwaarden en stappen belangrijk: 1. Draagvlak: enthousiasme en inzet van alle professionals. 2. Visie: maak samen met de partners van de brede school een visiedocument. 3. Uitvoeringsplan: maak een plan voor het personeelsbeleid: wie doet wat, wat is je taakomschrijving en hoeveel uren staan daarvoor? 4. Tijd: neem de tijd voor het hele proces, zeker drie jaar. 5. Financiën: zorg dat je weet hoeveel financiën je hebt te besteden. 6. Materiaal: zorg dat het materiaal overzichtelijk en compleet en voor ieder bereikbaar is. 7. Ondersteuning en begeleiding van het VTB werkt voor het proces prettig en stimulerend. Zij dragen namelijk zorg voor de continuering van wetenschap- en techniekaanbod. 8. Het managementteam van de brede school moet het proces ondersteunen en dragen. Dit is de belangrijkste randvoorwaarde voor het succes van wetenschap en techniek in de brede school. “Je hoeft als professional niet zelf technisch te zijn om wetenschap en techniek aan kinderen aan te bieden”. Het team wil wetenschap en techniek verder ontwikkelen en implementeren in de brede school. Dit proces moet jaarlijks worden bijgesteld en vraagt constante aandacht. De jaarplanning waarin de overlegmomenten worden opgenomen zorgen ervoor dat wetenschap en techniek op de agenda blijft. “Wij willen graag een bewuste keuze en een doorlopende inzet van alle collega’s om vorm te geven 26 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen aan het vak wetenschap en techniek. Graag zien we een positieve verandering in een doorlopende leerlijn voor alle groepen”. De school neemt ook deel aan het netwerk VTB-Assen (zie portret basisschool De Regenboog, Assen). Naschoolse activiteiten De Brede School Assen organiseert naschoolse activiteiten voor alle brede scholen. Wetenschap en techniek is een onderdeel van het aanbod. Op een website kunnen kinderen en ouders zien welke activiteiten op welke brede school georganiseerd worden. De locatiemanagers die de inhoud van alle naschoolse activiteiten samen met de brede scholen en andere partners opstellen, willen de activiteiten van wetenschap en techniek meer uitbreiden en zo ook de aansluiting met het onderwijsaanbod. CBS Het Krijt biedt als brede school veel mogelijkheden omdat er een mooi ingericht technieklokaal is dat voor alle partners beschikbaar is. Opbrengsten De grootste opbrengst voor Het Krijt is dat het gelukt is om kinderen enorm enthousiast te laten zijn om met wetenschap en techniek aan de slag te gaan. Hun onderzoekende houding en hun verwondering van dingen, het ontdekken en ervaren, de talenten die naar boven komen zijn zeer grote opbrengsten die niet in een toets zijn te meten. Ook ontdekken de kinderen dat wetenschap en techniek overal aanwezig zijn, de hele dag door en dat dit ook verweven zit in andere leergebieden. Het enthousiasme van de kinderen wordt mede gevoed door de inzet en de actieve rol van begeleiders en management van de school. Verdere tips voor andere brede scholen • Begin en zet kleine stappen. Stel niet te grote doelen en durf ook voor de langere termijn te plannen • Kijk bij andere brede scholen die wetenschap en techniek al hebben ingevoerd. • Zorg dat de professionals er uren voor krijgen of vrij geroosterd zijn om de taken verder uit te voeren en door te ontwikkelen. • Leg contacten met de locatiemanager van de brede school, hierdoor kunnen ook contacten met andere partners beter worden gelegd. Succesfactoren van deze school: • Een plan van aanpak waar visie, planning, verantwoordelijkheden goed in staan geformuleerd. • Het plannen en vastleggen in jaarrooster van keuzemenumiddagen. • Bij start van nieuwbouw is meteen ingezet op het gezamenlijke gebruik van ruimtes waaronder het technieklokaal. • Locatiemanager zorgt voor de contacten tussen school en partijen in de buurt. Wetenschap en techniek in de brede school 27 De Spelelier, Boxtel Interview met directeur Liesbeth Prinsen en bredeschoolcoördinator Ghislaine de Brouwer. Waarom is deze brede school interessant? De Spelelier profileert zich als brede school met kunst en cultuur en probeert wetenschap en techniek daar zo veel mogelijk in te integreren. Er wordt binnen het binnen- en buitenschoolse aanbod wetenschap en techniek intensief samengewerkt met externe aanbieders, zoals Mad Science. De bredeschoolcoördinator speelt een actieve rol in het wetenschap- en techniekaanbod en bij de begeleiding van leerkrachten en (semi-)professionals. De Spelelier is een openbare basisschool in de wijk Oost van de gemeente Boxtel. De school telt bijna 300 leerlingen en maakt deel uit van Brede School De Wilgenbroek. De participanten van de brede school zijn het kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang, buurtsport en het Koning Willem I College (volwasseneneducatie). De school heeft ongeveer twaalf procent allochtone leerlingen. Er zijn relatief veel tweeverdieners onder de ouders, waardoor er veel gebruik wordt gemaakt van tussenschoolse en buitenschoolse opvang. Het bredeschoolprofiel van De Spelelier is verrijking, met als focus kunst en cultuur (K&C). Dat geldt voor de hele brede school: er is een gezamenlijke cultuureducatie-visie opgesteld. Alle brede scholen in Boxtel zijn ook wijkgeoriënteerd. Visie: techniek is overal Basisschool de Spelelier heeft een lange historie op het gebied van wetenschap en techniek. Twintig jaar geleden werkten ze al met ontdekdozen en opdrachten. De echte bewustwording over wetenschap en techniek en het gericht gaan werken hiermee en hieraan is echter met het VTB-project begonnen. De school is hier nu zo’n vier jaar mee bezig en bij de VTB-audit vorig jaar kreeg de school een ‘9’. In de visie van de school is wetenschap en techniek overal. Techniek is geen doel, maar een middel. De school probeert wetenschap en techniek dan ook zoveel mogelijk en op een natuurlijke manier te integreren in de reguliere lessen van de leerlingen (taal, rekenen) en in de naschoolse activiteiten: men wil geen versnipperd aanbod. Dit vergt wel extra inzet van de leerkrachten en activiteitenbegeleiders. Koken is ook techniek Een voorbeeld van hoe techniek geïntegreerd wordt in andere activiteiten is bij de naschoolse kooklessen. Dan wordt er tijdens het koken bijvoorbeeld ook gevraagd ‘hoe werkt een mixer?’, ‘wat is inductiekoken?’. Zo proberen leerkrachten dingen met elkaar in verband te brengen. Er wordt bij wetenschap en techniek ook zoveel mogelijk aansluiting gezocht met het kunst- en cultuurprofiel van de school. De doelen die de school met wetenschap en techniek wil bereiken sluiten aan op de doelen die ze met kunst en cultuur wil bereiken. Directeur Liesbeth Prinsen: “Kinderen moeten zich breed kunnen ontplooien, kennis maken met, leren “out of the box” te denken. Wetenschap en techniek bevordert net als kunst en cultuur het creatief denken. Dat is het belangrijkste uitgangspunt van de school”. Maar het gaat niet alleen om kennis maken met, maar ook goed leren doen. Het wetenschap- en techniekaanbod is niet vrijblijvend. Het wordt afgestemd op de kerndoelen en het is de bedoeling dat alle kerngebieden/domeinen worden behandeld. 28 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Drietrapsraket Binnen de bredeschoolvisie van de gemeente Boxtel zijn de scholen kartrekker op inhoudelijk gebied, dus ook wat betreft het aanbod gericht op wetenschap en techniek. In het kader van een geïntegreerd aanbod werkt men binnen de brede school aan de hand van een ‘drietrapsraket’ (inschools – naschools – thuis). Als kinderen binnenschools met iets van techniek kennismaken, kunnen ze daar naschools verder mee gaan. De derde trap is dat kinderen er ook buiten school mee verder gaan door bijvoorbeeld bij een sportclub of muziekschool te gaan. Deze laatste stap is voor techniek soms wel wat lastiger te bereiken. Een ander aandachtspunt bij deze aanpak is dat er kinderen van verschillende scholen deelnemen aan de naschoolse activiteiten. Als het onderwerp op hun school niet aan bod is gekomen, missen deze kinderen het eerste aanbod (inschools) van de drietrapsraket. Wetenschap krijgt misschien iets minder aandacht op school dan techniek. De school steekt wel in op een wetenschappelijke manier van denken; de leerkrachten proberen met de leerlingen te beargumenteren waarom iets op een bepaalde manier werkt. Dat ziet de directeur als de basis voor een wetenschappelijk-reflecterende houding. De leerlingen geven elkaar ook feedback en ze leren ook hoe ze dat moeten doen. Techniek is niet gek Voor de naschoolse activiteiten is de school op bredeschoolniveau een aantal jaar geleden begonnen met shows af te nemen van Mad Science, een organisatie die activiteiten en scholing verzorgt op het gebied van wetenschap en techniek, zoals shows, gastlessen en naschoolse cursussen. Om dit te bekostigen is gebruik gemaakt van de VTB-subsidie. Die shows waren introducerende activiteiten op het gebied van wetenschap en techniek. Dat hebben ze een jaar gedaan. Via het schoolbestuur zijn er ook workshops/studiedagen georganiseerd voor leerkrachten, waarin ze tools kregen aangereikt voor het onderwijs in wetenschap en techniek. De school neemt nu nog steeds naschoolse cursussen af van Mad Science. Door ook de leerkrachten erbij te betrekken, zien deze dat wetenschap en techniek wél leuk maar niet moeilijk hoeven te zijn. Afhankelijk van het aantal kinderen worden de activiteiten aan groep 3/4, 5/6 en 7/8 afzonderlijk aangeboden, zodat goed kan worden aangesloten op het niveau van de kinderen. Mad Science Gekleed in witte jassen met ‘mad scientist’ erop laten de medewerkers van Mad Science kinderen op proefondervindelijke manier kennis maken met wetenschap en techniek. Ze maken hier een echte show van: bij het onderwerp statische elektriciteit laten de ‘mad scientists’ zien dat je haren erdoor omhoog kunnen komen en voor het effect wordt er bijvoorbeeld ook nog wat knetterpoeder bijgevoegd. Meer info: http://www.madscience.org/locations/nederland/. Aanbod binnen de school Voor de technieklessen binnen schooltijd wordt een techniekmethode gebruikt (Naut). Alle domeinen en gebieden van wetenschap en techniek komen ook terug in ‘circuits’: gekoppeld aan de handvaardigheidslessen voeren de leerlingen gedurende 4-6 weken verschillende opdrachten uit over een bepaald techniekthema (bijv. beweging). Soms is techniek ook onderdeel van een kunst-encultuurproject. Als school met een kunst- en cultuurprofiel is men bewust bezig om de verbinding te zoeken tussen kunst & cultuur enerzijds en wetenschap en techniek anderzijds, bijv. bij digitale fotografie, zelf filmpjes maken (met Cinekid). “We doen heel veel op het snijvlak van kunst, cultuur en techniek”. Hiervoor wordt ook gebruik gemaakt van een nieuwe kunst- en cultuursubsidie die de school heeft gekregen. Wetenschap en techniek in de brede school 29 Er is een doorgaande lijn voor wetenschap en techniek vanaf groep 5 t/m 8. Tijdens projecten voor de hele school op het gebied van wetenschap en techniek proberen ze de lijn door te trekken met naschoolse activiteiten. De directeur van de school heeft niet zo’n behoefte aan een aparte doorgaande lijn voor wetenschap en techniek: “De school wil vooral gaan werken aan de doorgaande leerlijn ‘nieuwe media’ binnen ons kunst- en cultuurprofiel. Maar daar speelt techniek wel een belangrijke rol in”. De activiteiten binnen het naschoolse aanbod bestaan altijd uit vijf lessen. Het is de bedoeling dat de kinderen die zich hebben aangemeld bij alle lessen aanwezig zijn. Dat is een afspraak die met de kinderen wordt gemaakt. De naschoolse activiteiten lopen 8-10 weken en zijn voor alle kinderen uit de wijk, dus ook voor leerlingen van andere scholen. De kinderen kunnen zich daar vrij voor inschrijven. Techniek is wel een relatief prijzige activiteit, die niet voor alle ouders te betalen is. Daarom organiseren ze ook schoolbrede techniekactiviteiten, zoals de Ontdekhoek, voor alle kinderen. De naschoolse opvang is in het gebouw en maakt soms ook gebruik van de faciliteiten van de school. De school heeft een speciale techniekcoördinator en een techniekleerkracht en daarnaast is er vanuit Delta (welzijnsorganisatie) een vrijwilliger die assisteert bij het techniekonderwijs. De techniekcoördinator is ook betrokken bij het VTB-traject en bij het naschoolse deel op het gebied van wetenschap en techniek (naast de directeur en bredeschoolcoordinator). De Ontdekhoek De Ontdekhoek is een soort leercentrum voor techniek voor kinderen van 4-14 jaar. Kinderen kunnen in een werkplaats allerlei proefjes doen en daarmee experimenteren. Men werkt vanuit het concept denken-doen-verbeteren. De Ontdekhoek heeft ook een aanbod voor scholen. Er zijn Ontdekhoeken in Amsterdam, Rotterdam, Den Bosch, Zwolle en Sittard. www.ontdekhoek.nl Er vindt wel afstemming plaats van de na- en buitenschoolse activiteiten op wat er binnen school gebeurt en dan wordt er in overleg bekeken hoe verbindingen kunnen worden gelegd. Dit gebeurt via een jaarprogramma waarin de thema’s zijn opgenomen en waar techniekactiviteiten aan worden gekoppeld (bijv. Beeld/dans en beweging gekoppeld aan Beweging en techniek). Naast de naschoolse activiteiten worden vanuit de brede school ook vakantieactiviteiten aangeboden. Deze stonden vorig jaar ook in het kader van techniek. Daarin is samengewerkt met de Ontdekhoek in Den Bosch. Sociaal-cultureel werkers en stagiaires van de brede school zijn geschoold door de Ontdekhoek om de activiteiten te kunnen begeleiden en later hebben mensen van de Ontdekhoek weer meegekeken. Er zijn ook vaste bedrijven waar elk jaar leerlingen naartoe gaan voor een excursie en daarnaast is er een wisselend aanbod. Techniekpartners De school werkt het nauwst samen op het gebied van wetenschap en techniek met de bso. De school probeert ouders actief bij het activiteitenaanbod te betrekken. Als kinderen gebruik maken van het naschoolse aanbod van de brede school, is de afspraak dat ouders ook iets terugdoen, vanuit de gedachte dat de school geen buitenschoolse opvang is. Dit houdt in dat als ouders hun kinderen vijf keer voor een activiteit opgeven, er één keer iets vanuit de school wordt teruggevraagd. Op techniekgebied komt het dan voor dat ouders assisteren bij activiteiten of mee helpen iets te bedenken. Ze geven niet direct een techniekcursus, maar het is meer ondersteunend. Bij de afstemming van het aanbod op techniekgebied met de bredeschoolpartners ligt de nadruk op de bovenbouw, omdat men zich in de onderbouw meer wil concentreren op VVE/taalontwikkeling. Het gaat volgens de directeur vooral om “uitwisselen en kijken waar je elkaar kunt versterken”. 30 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen De bredeschoolcoördinator geeft aan dat het belangrijk is om een breed netwerk van mogelijke partners te hebben, zodat je op de hoogte blijft van nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden. Binnen de school gaat men zelf actief op zoek naar aanbieders, via contacten van de bredeschoolcoördinator, die veel naar studiedagen en bijeenkomsten gaat. Gebruik van materialen Via de VTB-subsidie zijn losse techniekmaterialen aangeschaft, bijvoorbeeld een kast waar ze lampjes in hebben gedaan. De school heeft bewust niet gekozen voor dure techniektorens. Het is nog een uitdaging om binnen de brede school materialen te delen met de andere participanten, zonder dat ze ‘het gebouw uitlopen’. Nu maakt de school kasten en kisten voor eigen gebruik. Ze lenen soms wel materialen uit aan de bso en de bso mag de computers van de school gebruiken. De directeur: “Het zou heel mooi zijn als alle materialen gedeeld konden worden, maar dan moet je ook iemand aanstellen die de materialen beheert”. Daar zijn niet altijd de (financiële) mogelijkheden voor. Scholing/professionalisering Twee leerkrachten hebben de VTB-Pro-scholing gevolgd. Leerkrachten hebben ook via studiedagen input gekregen om techniek in hun eigen lessen toe te passen. Dit werd verzorgd door Mad Science. De school maakt veel gebruik van stagiaires bij de ondersteuning van leerkrachten en is ook betrokken bij de begeleiding van leraren in opleiding. Daarbij proberen ze bewust te sturen op onderwerpen die voor de school relevant zijn. Zo heeft vorig jaar een lio’er haar afstudeerwerkstuk gemaakt over techniek in groep 1/2. De opbrengsten van het project zijn nu standaard in het werkplan van groep 1/2 van de school opgenomen. Door dit project is er binnen het team ook meer bewustwording gekomen over wat ze allemaal al hebben en doen op het gebied van techniek. Daarnaast hebben alle leerkrachten en een aantal bso-medewerkers een workshop gevolgd voorafgaand aan het nieuwe mediatraject van Cinekid waar de school aan meedoet. Dit is bekostigd vanuit de projectsubsidie die verstrekt is door Cultuurnetwerk Nederland. Meerwaarde De opbrengsten van het wetenschap- en techniekonderwijs zijn moeilijk meetbaar te maken. De directeur: “Dat is iets voor de lange termijn, als je bijvoorbeeld ziet dat er meer leerlingen voor het technasium gaan kiezen in het voortgezet onderwijs”. De activiteiten worden wel geëvalueerd en er vindt jaarlijks een attitudemeting plaats, waarin ook gekeken wordt naar techniek. Het blijkt wel dat de school op dat gebied iets hoger scoort dan de benchmark, vooral bij de meisjes. De directeur weet echter niet of dit heel veelzeggend is: “Het gaat er ons om dat kinderen zich bewust worden van: ‘dit is techniek’”. Duidelijk is wel dat de kinderen enthousiast zijn over de techniekactiviteiten: de groepen voor de naschoolse activiteiten zitten steeds vol en de vraag blijft groot. 1e prijs groep 5/6 met kunst/techniekproject “bewegende beelden” De vorige maand is er door [groep 5 en 6], met hulp van enkele ouders en oudere zussen en meester F., heel hard gewerkt aan een project waarbij met vooral afvalmaterialen een kunstwerk moest worden gemaakt waarin beweging een belangrijke rol speelde. Met oude fietswielen, skeelers, elektrische tandenborstels en nog veel meer spullen die niet meer gebruikt werden, is uiteindelijk een soort van ruimtevoorstelling gemaakt, waarin het lijkt alsof planeten en luchtschepen hun rondjes maken. Het geheel werd verlicht door een knipperend licht en glazen potjes gevuld met water, waar een spijker tegen tikte, zorgden voor het geluid. Van 26 t/m 29 november heeft dit bouwwerk in het SM’s te ’s-Hertogenbosch gestaan, waar het te bewonderen was. Bij de prijsuitreiking bleek dat de jury behoorlijk onder de indruk was van het groepsproces en de creativiteit van de kinderen en kregen de vier kinderen die namens de groep aanwezig waren de 1e prijs uitgereikt. Bron: Info-bulletin o.b.s. De Spelelier, december 2009 Wetenschap en techniek in de brede school 31 De meerwaarde van wetenschap en techniek binnen de brede school is volgens de directeur ook dat het gerelateerd kan worden aan andere onderwerpen. Dit werkt ook stimulerend voor de leerlingen. Zo hebben de leerlingen van groep 5/6 vorig jaar een prijs gewonnen met een project dat op het snijvlak ligt van kunst en techniek. Winnen met techniek Om de betrokkenheid van de leerlingen, het team en ouders bij wetenschap en techniek te vergroten doet de school regelmatig mee met wedstrijden. Dit jaar doet de school mee met de landelijke techniekdag met een afvaardiging van leerkrachten en leerlingen uit een aantal groepen en met Techperience. En de kunstprijs van het Stedelijk Museum in Den Bosch was ook een behoorlijke opsteker. Tips voor andere brede scholen “Het is belangrijk dat je als directie zelf het nut van wetenschap en techniek inziet. Je hebt goede basics nodig in houding, materiaal en personeel. Net als met kleding: ‘de duurdere stukken koop je goed en dan ga je bijshoppen bij de Zara om het op te leuken’”. • • • • • • • • • Zorg voor een goed aanbod een goed netwerk (weet waar je wat kunt halen). Maak gebruik van de overlap tussen kunst & cultuur en wetenschap en techniek. Wees creatief met het aanvragen van subsidies (de school kan via een Cultuurnetwerksubsidie webcams kopen; deze zijn ook bruikbaar voor techniekonderwijs) Zorg voor een goede ondersteuning: binnen de brede school werkt men veel met stagiaires (ca. 20!), die de professionals ondersteunen. Dit vergt wel een goede organisatie en begeleiding. Het werken met vrijwilligers kan voor taakverlichting van het team zorgen, maar vraagt (in het begin) vaak ook een investering wat betreft het op peil brengen van didactische vaardigheden. Op de Spelelier speelt de bredeschoolcoördinator hier een belangrijke rol in. Zorg voor goede kasten met materialen. Steek tijd in de selectie van materialen en maak gebruik van je netwerk. Zo heeft de directeur van De Spelelier via een tip van een ouder op Marktplaats dozen K’nex opgekocht. Zorg voor voldoende ruimte voor het wetenschap- en techniekonderwijs (en weet daar als directie en leerkracht flexibel mee om te gaan). Zorg voor een goede organisatie en probeer de leerkrachten niet teveel te belasten. De inzet van organisaties als Mad Science of De Ontdekhoek vraagt bijvoorbeeld niets extra van leerkrachten, maar wel bezetting van lokalen. Zorg voor een aanspreekpunt, bijvoorbeeld een techniekcoördinator, en bespreek techniek regelmatig met het team. Succesfactoren van deze school: • De koppeling van wetenschap en techniek met het kunst- en cultuurprofiel van de school en de natuurlijke manier waarop techniek in het lesprogramma wordt geïntegreerd. “Techniek is al heel lang ‘gewoon’”. • Inzet van externe aanbieders naast het aanbod binnen de brede school zorgt voor draagvlak bij het team en werkt enthousiasmerend voor de leerlingen. • De deelname aan wedstrijden en techniekactiviteiten buiten de school zetten wetenschap en techniek extra op de kaart en zorgen voor betrokkenheid bij het team, de leerlingen en ouders. 32 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Titus Brandsmaschool, Delft Interview met adjunct-directeur/techniekcoördinator Daniëlle van Zundert en de directeur van Kinderopvang Durfal Gaitrie Ghoerbien Waarom is deze brede school interessant? Naast de reguliere technieklessen organiseert de Titus Brandsmaschool tien keer per jaar zogenaamde ‘techniekmiddagen’ waarin men met de hele school met wetenschap en techniek aan de slag gaat. Binnen de brede school werkt de Titus Brandsmaschool samen met de buitenschoolse opvang aan een dagarrangement met wetenschap en techniek. De nabijheid van de Technische Universiteit Delft en de betrokkenheid van de gemeente zijn belangrijke stimulerende factoren voor het wetenschap- en techniekonderwijs op de school. De Titus Brandsmaschool is een katholieke basisschool in Delft. De school is aangesloten bij de Brede School Delft. Als brede school profileert de Titus Brandsmaschool zich sinds 2010 met een buurtprofiel met een focus op techniek. De school is verdeeld over twee locaties: een dependance (groep 1 en 2) en een hoofdlocatie (groep 3 t/m 8). De school staat op de grens van twee wijken en heeft een gemêleerde leerlingpopulatie. Visie en doelen Sinds 2008 ontvangt de school subsidie vanuit het VTB-programma om wetenschap en techniek een structurele plek in het onderwijs te geven. De school wil door het wetenschap- en techniekonderwijs de kinderen leren omgaan met een maatschappij waarin techniek een steeds grotere plaats inneemt. Hierdoor denkt de school een positieve bijdrage aan het imago van techniek te leveren, waardoor kinderen meer geïnteresseerd raken in techniek en wetenschap, ook met het oog op het vervolgonderwijs8. In het onderwijs wordt expliciet aangesloten bij de kerndoelen voor het primair onderwijs die aansluiten bij wetenschap en techniek. Bij activiteiten van de brede school ligt de nadruk op techniek. Techniekmiddagen Wetenschap en techniek springt op de Titus Brandsmaschool het meest in het oog tijdens de ‘techniekmiddagen’. De school heeft bewust gekozen voor deze vaste middag, die volledig gewijd is aan wetenschap en techniek. De techniekmiddagen worden tien keer per jaar georganiseerd voor de hele school (leerlingen én leerkrachten). De leerlingen gaan op deze middagen in drie clusters (groep 1 en 2, groep 3 t/m 5 en groep 6 t/m 8) aan de slag met verschillende techniekactiviteiten. De leerlingen rouleren gedurende het schooljaar over de activiteiten. De activiteiten vinden in wisselende groepjes plaats waarbij alles op wetenschappelijke wijze wordt benaderd. Dat wil zeggen dat het ontwerpen, analyseren en evalueren een centrale plek innemen. Het feit dat de hele school tegelijkertijd met techniek bezig is maakt de middagen extra bijzonder. Iedereen op school doet mee – van leerling tot leerkracht – en techniek is op deze manier van en voor iedereen. Om de techniekmiddagen nog meer cachet te geven heeft de school onlangs een aantal witte stofjassen aangeschaft voor de leerkrachten, waarmee zij een extra wetenschappelijk tintje krijgen. 8 Bron: Wetenschap en Techniek op de Titus Brandsmaschool (Wetenschap- en Techniekplan, concept nov. 2010). Wetenschap en techniek in de brede school 33 De techniekmiddagen vinden niet alleen binnen de school plaats. Soms gaan de leerlingen bij een bedrijf op bezoek, bijvoorbeeld bij de bouwgroep BAM of het Nederlands Forensisch Instituut. Het Science Centre van de TU Delft organiseert ook activiteiten en workshops. Elk schooljaar staan twee techniekmiddagen in het teken van het techniektoernooi. Dit jaar doet een groep van de buitenschoolse opvang ook mee met de Junior First Lego League. Verder zijn er leskisten voor wetenschap en techniek en komen er soms gastdocenten. Buiten de techniekmiddagen wordt er aandacht aan wetenschap en techniek besteed via de natuuren techniekmethode Leefwereld. Deze methode sluit aan op de nieuwe kerndoelen voor natuuronderwijs en techniek. De school probeert in de lessen wetenschap en techniek ook aandacht te besteden aan taal. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de methode TICA (talige technieklessen voor groep 1 t/m 8), dat in het kader van het landelijke VTB-programma is ontwikkeld door het CED. Gebruikte onderwijsleermiddelen voor wetenschap en techniek per onderwerp Constructie: constructiebox uit de Heutink Techniekset, K’nex, Bblocks Elektriciteit: box communicatie en elektriciteit uit de Heutink Techniekset, Spektro, Elektronische start Productie: box productie uit de Heutink Techniekset Beweging: box transport en beweging uit de Heutink Techniekset, GIGO kogelbaansets Dagarrangement met techniek Sinds 2007 biedt de Titus Brandsmaschool samen met kinderopvangorganisatie Durfal dagarrangementen aan voor leerlingen van de school. Doel van het dagarrangement is het zorgen voor een betere aansluiting tussen onderwijs en kinderopvang (bso). De school en de bso bieden in nauwe samenwerking een sluitend aanbod aan van 7.30 tot 18.30. Ongeveer een jaar geleden zijn de school en de bso binnen het dagarrangement begonnen met het opzetten en afstemmen van het aanbod wetenschap en techniek. In dat kader is eerst een pilot uitgevoerd om te bekijken of er belangstelling is voor technische activiteiten na schooltijd. Er bleek veel animo voor deze activiteiten te zijn en zowel kinderen als ouders waren zeer enthousiast. Nu wordt het techniekaanbod in de bso stapsgewijs uitgebreid, waarbij het aanbod en lesmateriaal van de school leidend is. Het techniekaanbod van de bso is dus nog in ontwikkeling. In eerste instantie zullen alleen de leerlingen uit groep 5 gebruik kunnen maken van het buitenschoolse techniekaanbod. Maar uiteindelijk is het streven dat het structureel wordt opgenomen in het aanbod voor alle leerlingen uit groep 1 t/m 8 die naar de bso gaan. Bij de bso ligt de nadruk op techniek en niet zozeer op het wetenschappelijke aspect. De bso wil de kinderen een leuke vrijetijdsbesteding aanbieden die kinderen samen kunnen doen. Het techniekaanbod staat ook open voor kinderen uit de buurt, vanwege het buurtprofiel van de brede school. Brede School Delft De Titus Brandsmaschool is als brede school ook aangesloten bij de overkoepelende Brede School Delft, een samenwerkingsverband tussen Delftse brede scholen, buitenschoolse opvang, Delftse vrijetijdsorganisaties en de gemeente Delft. Een keer per half jaar (in september en februari) starten op wijkniveau gratis naschoolse cursussen voor kinderen, waarbij ook gekozen kan worden voor activiteiten op het gebied van wetenschap en techniek, zoals Technika 10 (techniek voor meisjes), Techniboys (techniek voor jongens) en Mechatronics. Scholing en begeleiding Scholing op het gebied van wetenschap en techniek vindt plaats door individuele trajecten en op teamniveau. Een deel van de scholing heeft via het VTB-traject, zowel op teamniveau als op individueel niveau, plaatsgevonden. In totaal heeft een kwart van het team de VTB-scholing gevolgd. 34 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen In het schooljaar 2009-2010 is er een studiedag geweest waarin met het hele team de visie op het gebied van wetenschap en techniek is bepaald. De adjunct-directeur benadrukt het belang van een ‘trekker’ binnen de school voor wetenschap en techniek. De school heeft twee techniekcoördinatoren, waaronder de adjunct-directeur zelf en een leerkracht van groep 3. De techniekcoördinatoren zorgen voor de visievorming, evalueren de lesmaterialen en stellen zo nodig de lesplannen en de activiteiten bij. De leerkrachten krijgen ook ondersteuning van een techniekcoach van Bureau Top9 bij het geven van de technieklessen. Klaargestoomd voor techniek De leerkrachten uit groep 5 t/m 8 worden door een techniekcoach klaargestoomd voor het geven van de technieklessen. Dit gebeurt door middel van een driejarig traject, dat is gestart in schooljaar 20092010 en in 2011-2012 wordt afgerond. In het eerste jaar kwam de techniekcoach op school om de technieklessen uit te voeren. De groepsleerkracht fungeerde daarbij als assistent. In het tweede jaar van het coachingstraject bereidt de leerkracht het thema van de technieklessen voor in de klas. Vervolgens voert de leerkracht de technieklessen samen uit met de techniekcoach. In het derde jaar voeren de leerkrachten de technieklessen op eigen kracht uit. De techniekcoach is wel aanwezig en geeft daar waar nodig assistentie. Rol van de gemeente De gemeente Delft speelt een actieve rol op wetenschap- en techniekgebied. Binnen de gemeente is er een beleidsadviseur techniek. Daarnaast is er een techniekmakelaar, die fungeert als de neutrale tussenpersoon tussen de scholen en de aanbieders van techniekactiviteiten. De techniekmakelaar brengt scholen en aanbieders bij elkaar en begeleidt scholen bij het maken van keuzes op het gebied van techniekeducatie. Daarnaast probeert zij scholen te enthousiasmeren voor wetenschap en techniek. De beleidsadviseur techniek en de techniekmakelaar zijn samen verantwoordelijk voor de structurering en organisatie van het totale aanbod in de gemeente (onder meer via de Brede School Delft). Externe partners/aanbieders Mede vanwege de nabijheid van de Technische Universiteit Delft is er een groot technieknetwerk in Delft. De Titus Brandsmaschool heeft goede banden met het Science Centre van de TU Delft. Dit centrum biedt een uitgebreid educatief (en gratis) programma voor leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs. Het aanbod – dat erg leuk wordt gevonden door de leerlingen – varieert van speciale workshops bij de TU Delft tot projectkoffers en technokisten voor gebruik in de klas. Daarnaast zijn er het Wetenschapsknooppunt Delft10, een samenwerkingsverband in de regio Delft/Haaglanden waar de TU Delft en het Kenniscentrum Wetenschap Techniek West (KWT West)11 ook in vertegenwoordigd zijn. Geld Voldoende financiële middelen zijn een belangrijke randvoorwaarde voor de implementatie van wetenschaps- en techniekonderwijs. De subsidiegelden vanuit het VTB-programma zijn gebruikt voor de aanschaf van leuke en uitdagende leermaterialen. Naast de VTB-subsidie zet de school ook de subsidie dagarrangementen van de gemeente Delft in voor het wetenschap- en techniekonderwijs. 9 10 11 Een samenwerkingsverband gericht op de bevordering van de instroom van jongeren in de technische beroepen en opleidingen en het verbeteren van het imago van de sectoren metaal en elektro. Zie ook www.bureautop.nl. Er zijn nog tien andere Wetenschapsknooppunten in Nederland, allen verbonden aan een universiteit. De wetenschapsknooppunten zijn een initiatief van het Platform Bèta Techniek. Zie ook: http://www.orionprogramma.nl/?pid=14&page=Wetenschapsknooppunt Het KWT West is een van de vijf Kenniscentra Wetenschap en Techniek in Nederland die de scholing van leerkrachten in het kader van het VTB-Pro-programma verzorgt. Wetenschap en techniek in de brede school 35 Draagvlak Naast financiële middelen is het uiteraard ook belangrijk dat er voldoende draagvlak is binnen de school voor wetenschap en techniek. Daarvoor is het belangrijk dat er een trekker of aanspreekpunt is binnen de school die het team informeert en stimuleert om met wetenschap en techniek aan de slag te gaan. Sommige leerkrachten kunnen wat ‘koudwatervrees’ hebben. In Delft is de gemeente ook actief bezig om wetenschap en techniek te stimuleren. Hierover is ook een workshop georganiseerd, wat goed heeft gewerkt. Er moet ook voldoende ruimte in het rooster worden ingebouwd voor wetenschap en techniek. Het lesprogramma mag niet overladen worden. Op de Titus Brandsmaschool is men wat dat betreft zeer tevreden over de vaste techniekmiddagen; de hele school is erbij betrokken. “Het voordeel van de vaste techniekmiddag is dat het er niet zomaar ‘bij’ komt. Er is ruimte voor in het rooster en je kunt er ook niet omheen, ook de leerkrachten niet”. Opbrengsten Door de speciale techniekmiddagen en de aandacht voor wetenschap en techniek gaat het onderwerp steeds meer leven onder de leerlingen. Door de expliciete aandacht voor het onderwerp en de ruimte die hiervoor is ingeruimd in het rooster zijn de leerlingen zich steeds meer van bewust van wat wetenschap en techniek is en dat zij daar mee bezig zijn. Ze zijn enthousiast en heel trots op hun werk. De leerlingen worden ook gestimuleerd mee te denken over wetenschap en techniek op school. Een aantal kinderen heeft ook meegedacht met de inrichting van het Science Centre van de TU Delft in het project ‘Ietsenmakers’. Door het wetenschap- en techniekaanbod leren kinderen op een bepaalde manier denken en ook samenwerken, wat ook positief kan werken voor de prestaties op het gebied van taal en rekenen. Wetenschap en techniek kan indirect ook een manier zijn om de betrokkenheid van ouders bij de school te vergroten. Op de Titus Brandsmaschool kunnen ouders ideeën aandragen voor projecten of geven zelf een gastles. Ook bij de bso merkt men dat ouders enthousiast zijn over het aanbod wetenschap en techniek. Ouders worden ook aangemoedigd om te helpen bij de techniekmiddagen. Tips voor andere brede scholen • Denk bij de aanschaf van materialen vanuit de vraag (‘Wat willen we met ons wetenschap- en techniekonderwijs?’); en niet vanuit het aanbod. • Dus ook: schaf niet te snel allerlei materialen aan: ga eerst bij andere scholen kijken, voordat je geld uitgeeft. • Zorg dat je een netwerk heb en goede contacten met organisaties, kenniscentra en aanbieders op het gebied van wetenschap en techniek. • Stem goed af met de buitenschoolse opvang over de doorgaande lijn en overleg hier regelmatig over (bijv. eens in de twee weken). • Stel een wetenschap- en techniekcoördinator aan op school, zorg voor een centraal aanspreekpunt. Succesfactoren van deze school: • Het werken met vaste techniekmiddagen zorgt voor zichtbaarheid van en draagvlak voor wetenschap en techniek binnen de school. • Het dagarrangement met de bso waarin ook wordt afgestemd op het gebied van wetenschap en techniek. • De scholing en begeleiding van leerkrachten door een techniekcoach. • De aanwezigheid van ‘trekkers’ binnen de school in de vorm van techniekcoördinatoren. • De betrokkenheid van externe aanbieders en partners, zoals de TU Delft en de gemeente (Brede School Delft) zorgt voor een ‘techniekvriendelijke’ omgeving. 36 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Het Schateiland, locatie De Schakel, Gouda Interview met directeur/techniekcoördinator Mireille van Duuren Waarom is deze brede school interessant? In 2009 is de school door het Platform Bèta Techniek uitgeroepen tot voorbeeldschool ‘Wetenschap en techniek’. De school zoekt binnen de brede school actief en creatief naar participatie van en met de directe omgeving – ouders, middenstand, woningbouwvereniging, vo-scholen, pabo’s – op het gebied van wetenschap en techniek. Openbare basisschool Het Schateiland, locatie De Schakel is een kleine buurtschool met 160 leerlingen. Sinds 2006 is de school een brede school met een buurtprofiel. Ongeveer 80% van de leerlingen is van autochtone afkomst. De leerlingen van allochtone afkomst zijn vrijwel allemaal van Marokkaanse herkomst. Naast de brede school profileert de school zich als ‘Een school vol van verhalen’. Dit betekent dat de kinderen zich leren uiten in woord, schrift en gebaar. Daarnaast is er veel aandacht voor wetenschap en techniek. Maximale ontwikkeling De school is sinds circa 2006 bezig met wetenschap en techniek. De visie van de school op wetenschap en techniek is dat kinderen zich maximaal moeten kunnen ontwikkelen op dit gebied, ze uitdagen en prikkelen en plezier daarin geven. Directeur Mireille van Duuren: “Techniek is iets wat je moet doen en ervaren. Zelfstandig kunnen werken is daarbij een voorwaarde”. Op het moment dat de leerlingen de school verlaten moeten ze weten wat wetenschap en techniek inhoudt en of ze daar in de toekomst verder mee willen gaan. De visie op wetenschap en techniek wordt breed gedragen in het team. Het team is hier tijdens een studiedag met zijn allen voor gaan zitten. Ook heeft 90% van het team een cursus gevolgd gedurende zeven woensdagmiddagen. Wetenschap en techniek sluiten aan bij de interesses van kinderen en er zijn veel dwarsverbanden te leggen met andere vakken. Naar een doorgaande lijn Het team is bezig om een doorgaande lijn te maken vanaf de onderbouw naar de bovenbouw, om zo bij elke groep de kennis en vaardigheden op een hoger plan te kunnen brengen. De directeur: “door het maken van een doorgaande lijn weet je wat er al gegeven is en waar de kinderen al kennis van hebben, daar kun je dan vervolgens in verbreden of verdiepen”. Binnen de doorgaande lijn moeten de vier techniekdomeinen (constructie, overbrenging, sturing en energie) goed terugkomen. De groepsleerkrachten houden nu al in ordners bij welke onderwerpen zijn behandeld. Het ultieme doel van de school is dat de doorgaande lijn niet alleen binnen de school wordt afgestemd, maar ook met andere partijen, zoals de kinderopvang, peuterspeelzaal en externe partners. Wetenschap en techniek in de brede school 37 Stimuleren en onderzoekend leren “De kinderen vinden het echt heel leuk, dat zie je aan hoe ze met elkaar overleggen, ze kunnen erover vertellen, het houdt ze bezig. Ze vinden het ook interessant om dingen vooraf in te schatten en daarover na te denken. Bijvoorbeeld hoe ze een papieren vliegtuig kunnen vouwen. Ze moeten dan eerst bedenken welke het verst kan komen en gaan dat vervolgens uitproberen”. Die ‘wetenschappelijke’ kant vinden de kinderen ook heel interessant, om te bedenken wat het resultaat zal zijn. De leerkrachten besteden daar bewust aandacht aan tijdens het leerproces door feedback te geven en achteraf te evalueren. De directeur geeft aan dat de leerkrachten daar zeer zorgvuldig in zijn. “Ze zeggen niet: ‘Dat heb je fout ingeschat’, maar ‘Jouw manier was een andere manier van benaderen en bij deze situatie was dat niet de juiste manier van benaderen, maar bij een andere situatie misschien wel’”. Zo houd je de kinderen geïnteresseerd en gemotiveerd. Crearonde en wetenschap- en techniekronde Iedere woensdag is er voor groep 5-8 van 11.30-12.15 tijd voor activiteiten op het gebied van wetenschap en techniek en/of creatieve activiteiten. De leerlingen uit deze groepen gaan dan aan de slag met een activiteit waarvoor ze zich hebben opgegeven, zoals draadfiguren maken, figuurzagen en ‘warhoofd’. Ook kunnen ze een fietsreparatiecursus volgen en soms worden de activiteiten afgestemd op een bepaald schoolbreed thema, zoals Sinterklaas. De leerlingen kiezen elke vier weken voor een andere activiteit. De leerkrachten van onderbouw springen bij, want groep 1-4 heeft dan geen les. De onderbouw krijgt op vaste momenten in de klas ook een soort circuit, dat is opgenomen in het lesprogramma. De school heeft ook een schoollaboratorium en er wordt gewerkt aan een apart technieklokaal, waarin een wand komt met transparante dozen waarin alle materialen overzichtelijk en zichtbaar voor de kinderen worden opgeslagen. Het warhoofd Een project in de crearonde dat kinderen erg aanspreekt is het ‘warhoofd’. Via een projectiescherm projecteren de kinderen hun eigen hoofd. Andere kinderen tekenen de contouren van hun hoofd over op een plaat. Het silhouet wordt uitgezaagd en vervolgens gaan de kinderen apparaten ‘slopen’ – dat wil zeggen gericht uit elkaar halen (uiteraard met veiligheidsbril). Ze monteren de draadjes en onderdelen vervolgens aan hun ‘eigen’ hoofd. Een lift voor Sint en een strooigoedmachine voor Piet Tijdens een rondje door de school met de directeur vertellen leerlingen enthousiast over waar ze mee bezig zijn op het gebied van techniek. Het is eind november en het thema is Sinterklaas. Alle leerlingen – van groep 1 t/m 8 – zijn in kleine groepjes bezig met uitvindingen waarmee ze Sinterklaas en Zwarte Piet kunnen helpen om hun werk wat makkelijker te maken. Bijvoorbeeld een strooigoedmachine voor Zwarte Piet en een lift om Sinterklaas het dak te helpen. Samenwerkingspartners en externe aanbieders De belangrijkste samenwerkingspartners van de school op het gebied van wetenschap en techniek zijn de buitenschoolse opvang en de Brede School Gouda. De kinderen kunnen onder schooltijd proeven aan de verschillende mogelijkheden. Na school kunnen ze zich daar verder op inschrijven. Buitenschoolse opvang Op het gebied van techniek werkt de school intensief samen met de bso, die fysiek verbonden is met de school. De bso is met dezelfde onderwerpen en thema’s bezig als de school. Als kinderen verder willen met een onderwerp dat onder schooltijd is aangeboden, dan kan dat in de ‘club’. Kinderen kunnen dan bijvoorbeeld 10 lessen volgen na schooltijd. Er is uitwisseling van ruimtes, activiteiten, mensen en kennis met de bso. Met de bso is een keer in de vier tot zes weken overleg, waarin zo nodig ook over het aanbod wetenschap en techniek wordt gesproken. 38 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Brede School Gouda De Brede School Gouda is een overkoepelend netwerk van brede scholen van drie Goudse schoolbesturen. De Brede School Gouda biedt een activiteitenaanbod aan voor de kinderen van de deelnemende scholen en dit schooljaar zijn er op initiatief van de directeur voor het eerst ook activiteiten op techniekgebied. De activiteiten vanuit de brede school waren bijv. ruimtelijke vormen en techniek-op-maat-kisten voor groep 8. Deze activiteiten zijn gesubsidieerd door de gemeente en de kosten voor ouders zijn beperkt (ca. € 2,50 per keer). De directeur verwacht wel dat hier vanuit de gemeente op gekort gaat worden vanwege de bezuinigingsmaatregelen. Er is brede-school-breed ook overleg tussen scholen uit dezelfde wijk. Met ingang van 1 januari 2011 is in Gouda één centraal cöordinatiepunt techniek en kinderen ingesteld. Andere partners Buiten de bso en de Brede School Gouda heeft de school nog andere partners, al dan niet structureel. Dit kan variëren tot de eerder genoemde fietsreparatiecursus door de fietsenmaker uit de buurt tot een excursie naar een waterzuiveringsbedrijf en van een gastles door een vader die kapitein is tot samenwerking met vo-scholen en studenten van pabo’s. Figuur1 - Overzicht samenwerkingspartners van Het Schateiland, locatie de Schakel pabo's vo‐scholen buurt (middenstand, verenigingen) organisaties en bedrijven woningbouw‐ vereniging gemeente Brede School Gouda Schateiland, loc. de Schakel ouders Project Energieke Scholen De school doet mee aan het project Energieke scholen, een landelijke campagne waarbij basisschoolleerlingen aan de slag gaan om hun school energiezuiniger en gezonder te maken qua binnenmilieu. De school krijgt hier vanuit de gemeente subsidie en materialen voor. Bij dit project komt veel wetenschap en techniek kijken. Alle leerlingen van groep 5-8 zijn erbij betrokken. Ze moeten met apparaten metingen verrichten, bijv. naar het CO2-gehalte binnen de school en allerlei opdrachten maken. De ouders helpen ook mee, bijvoorbeeld met materialen en apparaten. Samenwerking met het voortgezet onderwijs De school heeft een samenwerkingsverband afgesloten met vier vo-scholen. Vanaf begin 2011 gaan de leerlingen van groep 8 onder begeleiding van een vo-docent allerlei techniekopdrachten maken in een leslokaal van een van de vo-scholen. De leerkracht van groep 8 gaat ook mee. Voor de financiering van dit project maakt de school gebruik van een subsidie in het kader van het project Onderwijstijdverlenging van het ministerie van OCW. Wetenschap en techniek in de brede school 39 Samenwerking met een woningbouwvereniging Een woningbouwvereniging moet 1% van zijn inkomsten besteden aan maatschappelijke doelen. Een basisschool kan daar ook onder vallen. De fietsreparatiecursus wordt betaald door de woningbouwvereniging uit de buurt. Vanuit de bredeschoolgedachte is dit een fraaie constructie: de fietsenmaker van om de hoek geeft de cursus, de fietswinkel in de buurt leent de spullen uit en de woningbouwvereniging zorgt voor de financiën. Professionalisering De school heeft een VTB-subsidie gehad voor de ontwikkeling van wetenschap en techniek op school en 90% van de leerkrachten heeft de techniekscholing afgerond (VTB-Pro). De directeur vond dat van grote waarde, om zodoende wetenschap en techniek verder te kunnen brengen op school. De leerkrachten waren heel tevreden over de scholing. Het draagvlak voor wetenschap en techniek is daardoor vergroot. De directeur is de techniekcoördinator en houdt in deze twee rollen in de gaten dat techniek goed op het netvlies staat van het team, onder andere door het organiseren van studiedagen. Ook zorgt ze ervoor dat het materiaal op orde is, dat er iemand naar relevante bijeenkomsten gaat en onderhoudt ze relaties met externe partijen. Materialen Tijdens de VTB-scholing hebben ze goede adviezen gekregen over de aanschaf van de materialen. Ze hebben zich hier van tevoren goed op georiënteerd, onder andere door andere scholen te bezoeken om dingen te bekijken, bijv. de techniektorens. Uiteindelijk hebben ze besloten om deze niet te nemen, omdat het onderhoud veel tijd zou kosten. Er is gekozen voor thematische dozen (bijv. over het onderwerp elektriciteit) van Heutink, die ook zijn afgestemd op de vier leerlijnen. Deze dozen werken ook goed en kunnen worden aangevuld als je iets gebruikt hebt. Alle materialen worden in transparante dozen (in een kastenwand) in het lokaal geplaatst. Binnenkort wordt ook een techniekinstructielokaal geopend. Tips voor andere brede scholen • Leg het niet op aan het team, het moet uit de mensen zelf komen. • Ga voor deelname van 70% van de leerkrachten, ze hoeven niet allemaal mee te gaan. • Werk met een circuit met verschillende activiteiten. Dit werkt stimulerend voor de leerlingen. • Werk aan de hand van de vier leerlijnen op het gebied van wetenschap en techniek (constructie, overbrenging, sturing, energie). • Denk na over de doorgaande lijn van groep 1 t/m 8 en met andere partners, zoals de buitenschoolse opvang. • Pas de methode van verhalend ontwerpen toe in het techniekonderwijs (met behulp van een verhaal, projectonderwijs voor leerlingen ontwikkelingsgericht en boeiend laten verlopen). Succesfactoren van deze school: • De gecombineerde directeur/techniekcoördinator met een uitgebreid netwerk op het gebied van wetenschap en techniek. • De actieve benutting van lokale partners en organisaties. • Het slim inzetten en benutten van mogelijke subsidies en financiële mogelijkheden. • Het werken aan een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8. 40 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen De Driekleur, ’s-Gravenzande Interview met directeur van OBS De Driekleur Erik de Jong en leidinggevende Elly Aalbrecht van kinderopvang Okidoki. Waarom is deze brede school interessant? De brede school valt vooral op, door de specifieke aandacht voor wetenschap en techniek in de vorm van workshops voor zowel kinderen van school als van de naschoolse opvang. Deze workshops worden georganiseerd door De Driekleur en Okidoki onder de naam Driekleur/Okidoki Xtra. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zowel school- als van themalocaties van Okidoki. Daarnaast werkt Okidoki met themalocaties vanuit het uitgangspunt ‘Ontdek het talent dat je bent’. Brede School De Driekleur is gevestigd op twee locaties in ’s-Gravenzande. De brede school bestaat uit een openbare basisschool (De Driekleur), peuterspeelzaal Paraplu en kinderopvang Okidoki. Tussen deze partners wordt onderling nauw samengewerkt. De kinderopvang Okidoki speelt een centrale rol in het buitenschoolse aanbod op het gebied van wetenschap en techniek. De brede school maakt voor activiteiten gebruik van locaties die themagericht vanuit de kinderopvang zijn ingevuld. Voorbeeld is de ontdekhoek, een ruimte waar 20 kinderen wetenschap- en techniekactiviteiten kunnen doen. Andere themalocaties zijn: Kookidoki, een kookstudio; een sportlocatie op het Sportpark; Strandjutters, een natuurlocatie; en Atelier, een creatieve locatie. Kinderen vanaf acht jaar die deelnemen aan de buitenschoolse opvang kunnen voor een bepaalde periode deelnemen aan één themalocatie. Wetenschap en techniek in onderwijs, kinderopvang en buitenschoolse opvang De inzet van wetenschap en techniek vindt in het onderwijs plaats, maar vooral ook in de buitenschoolse opvang. Waarom is er gekozen voor wetenschap- en techniekactiviteiten in de buitenschoolse opvang? • • • • Techniekactiviteiten zijn leuk en plezierig Techniekactiviteiten is doen waar je zin in hebt. Met techniekactiviteiten kun je eindeloos variëren. Van techniekactiviteiten leer je hoe dingen werken. Bron: pedagogische werkinstructies bso Okidoki De visie voor het gehele onderwijs is verder uitgewerkt in het schoolplan en in de uitwerking voor de kinderopvang. Het onderwijs hanteert de kerndoelen en doelen uit de methode uit zowel rekenen als wereldoriëntatie. Binnen de kinderopvang staat het ontdekken van talent van de kinderen centraal. Dit houdt in dat ze kinderen wetenschap en techniek laten ontdekken en ervaren door het aanbieden van verschillende technieken. Het gaat vooral om dingen maken. Het wordt als wenselijk ervaren om ook de doorgaande lijn nog verder uit te werken tussen het onderwijs en de kinderopvang. Deelname aan het VTB-programma De reden dat De Driekleur is gestart met wetenschap en techniek is dat via het VTB-programma een mooi en goed aanbod kwam. Daarnaast had men in het achterhoofd dat vanaf 2007 wetenschap en techniek een verplicht vak zou worden. In aansluiting hierop was het voor de kinderopvang een goede reden dat ze leuke en kwalitatief goede vrijetijdsbesteding wilde aanbieden om kinderen meer Wetenschap en techniek in de brede school 41 uitdaging te bieden. Buitenschoolse opvang kon hiermee verder inspelen op het ontwikkelen van talenten van kinderen, ook op gebied van wetenschap en techniek. “Wetenschap & techniek is interessant omdat het goed is toe te passen in het reguliere onderwijsaanbod. Binnen De Driekleur wordt met thema’s gewerkt en de ervaring is dat techniek heel makkelijk is toe te passen in de verschillende thema’s, al leent het ene thema zich hier meer voor dan het andere. Je merkt ook dat kinderen wetenschap en techniek erg interessant en leuk vinden, ze zijn geïnteresseerd en enthousiast tijdens de lessen”, aldus directeur Erik de Jong. Zoeken naar plaats van wetenschap en techniek Wetenschap en techniek is in het reguliere onderwijsprogramma opgenomen. De lessen uit de wereldoriëntatiemethode “Leefwereld” worden hiervoor ingezet. In de kleuterbouw wordt wetenschap en techniek volgens het onderwijsprincipe van de Basisontwikkeling aangeboden. In de kleuterbouw werkt men volgens het principe van Basisontwikkeling, waarbij de leerdoelen worden vertaald naar de belevingswereld van het kind. Bij de voorbereiding van een thema wordt bij de onderdelen spelactiviteiten, onderzoeksactiviteiten, constructieve en beeldende activiteiten en leesen schrijfactiviteiten gekeken waar wetenschap- en techniekactiviteiten aangeboden kunnen worden. Omdat de huidige organisatie van het wetenschap- en techniekonderwijs te leerkrachtafhankelijk blijkt te zijn, is de school van plan om wetenschap en techniek te implementeren in een carrousel. Dit houdt in dat alle kinderen van zes t/m twaalf jaar op een vast moment in de maand, week of het kwartaal (dit moet nog ontwikkeld en besproken worden met het team) verschillende wetenschap- en techniekopdrachten wordt aangeboden. Kinderen lopen volgens een rooster alle wetenschap- en techniekactiviteiten langs. De leerkracht bereidt een opdracht voor en biedt dit meerdere keren in de carrousel aan. De kinderopvang Okidoki biedt op een themalocatie het thema wetenschap en techniek aan. Kinderen gaan na schooltijd naar één van de vijf themalocaties. Het personeel van de kinderopvang wordt intern opgeleid en bijgeschoold op de thema’s. Daarnaast heeft iedere themalocatie een medewerker, die activiteiten voorbereidt en zorgdraagt voor een rijk aanbod voor de themalocatie. Projectgroep Wetenschap & Techniek Binnen het onderwijs is een projectgroep die wetenschap en techniek verder uitwerkt, onder de aandacht brengt van het team en activiteiten organiseert. De projectgroep gaat de komende tijd kijken naar een andere organisatievorm voor het wetenschap- en techniekonderwijs, zoals de eerder genoemde “carrousel”. Verregaande samenwerking noodzaak voor vernieuwende activiteiten De Driekleur/Okidoki Xtra is een goed voorbeeld van vergaande samenwerking tussen een basisschool en kinderopvang. Gezamenlijk zijn er originele naschoolse activiteiten opgezet die exclusief zijn voorbehouden aan kinderen van De Driekleur en Okidoki. Op woensdagmiddag kunnen kinderen ondermeer deelnemen aan een kookworkshop bij Kookidoki of klussen bij meester Leen. Ook zijn er creatieve en muzikale lessen. Dit is een groot succes. Volgens de twee bredeschoolpartners is vernieuwend bezig zijn niet alleen leuk, maar ook noodzakelijk. In de toekomst verwacht het onderwijs inhoudelijk steeds meer afstemming te kunnen bereiken, mede doordat men in hetzelfde gebouw is gesitueerd. 42 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen “Door contacten tussen Okidoki-leidsters en onze onderbouwleidsters zijn er mogelijkheden om steeds meer naar elkaar toe te groeien. Zonder dat het schools wordt kunnen bepaalde activiteiten met peuters een bijdrage te leveren aan een verbetering in de doorstroming naar de kleutergroepen”. Bron: “Ondek het talent dat je bent” pagina 19. Samenwerking gemeente Westland en tuinbouwsector De basisscholen in 's-Gravenzande, waaronder De Driekleur, werken samen met de gemeente Westland, de Hogeschool Rotterdam, het Mondriaan College, de Haagse Hogeschool en het bedrijfsleven. Deze samenwerking heeft als doel jonge kinderen al vroeg kennis te laten maken met de mogelijkheden die de tuinbouwsector in de omgeving biedt. Men ervaart dat er een tekort aan gekwalificeerd personeel is dat voldoet aan de eisen van deze tijd. Door een bezoek te brengen aan een bedrijf hopen de partners dat er – zowel onder jongens als meisjes – meer interesse komt voor technische opleidingen, zodat er arbeidspotentieel ontstaat voor de tuinbouw. Het activiteitenprogramma bestaat uit een bezoek aan de tuinbouwsector. De tuinder laat tijdens het bezoek zien dat techniek een grote rol speelt in het bedrijf. De tuinder is niet meer degene die de hele dag in de grond woelt, maar laat zien dat via een chip de groei van een plant in de pot wordt gevolgd. De beregening, bemesting, bestrijdingsmiddel, de kleur, het volume van de plant, alles is geautomatiseerd. Randvoorwaarden De directeur noemt een aantal randvoorwaarden voor een goede implementatie van wetenschap en techniek in de brede school: • De brede school moet samen met de partners goed nagaan wat voor type brede school ze willen zijn. • Financiële middelen zijn nodig om wetenschap en techniek te implementeren en om materiaal aan te schaffen. • Het is wenselijk om een “kartrekker” te hebben. Hierdoor ontstaat ruimte in tijd. Deze investering in tijd is nodig. Om wetenschap en techniek goed te implementeren moet je binnen je brede school de tijd en rust hebben op dit goed op te zetten. Bij de opleidingen beginnen De Driekleur heeft meegedaan aan het VTB-programma en hier hebben leerkrachten begeleiding en ondersteuning gekregen. “Maar eigenlijk”, zo zegt directeur Erik, “moet je beginnen bij de roc’s en pabo’s waar de toekomstige professionals van de brede school worden opgeleid”. Opbrengsten De Driekleur neemt geen toets af voor wetenschap en techniek, maar wel een tevredenheidstoets. Bij de kinderopvang wordt er per kind een kinderenquête afgenomen waar kinderen kunnen aangeven hoe ze het vinden op de kinderopvang. Ook wordt er specifiek naar de themalocaties gevraagd. Hierdoor is er meer aandacht voor de inzet op de themalocaties en de verdere uitwerking daarvan. “Ontdek het talent dat je bent” Bij de kinderopvang kunnen kinderen een talent bij zich zelf ontdekken en daar merk je ook dat sommige kinderen wetenschap en techniek erg leuk vinden, ze zijn geïnteresseerd en willen nieuwe dingen ontdekken, stellen vragen en zijn verwonderd. Ambities De themalocaties bieden volgens de school en de kinderopvang een goede mogelijkheid om optimale resultaten te behalen. Wel kan binnen de themalocaties bij de kinderopvang en het thematisch werken in het onderwijs nog meer worden afgestemd. Het optimaal gebruik maken van elkaars ruimte en faciliteiten levert voor iedereen een grote meerwaarde op. De Driekleur heeft de ambitie de Wetenschap en techniek in de brede school 43 samenwerking verder te intensiveren en gaat de komende tijd volop verder om deze ambitie waar te maken. Erik de Jong: “Ik ben trots op dat wat Okidoki/Driekleur Xtra aanbiedt. Dit is een hoogwaardig aanbod voor de kinderen van onze school en opvang”. Tips voor andere brede scholen: • Omschrijf haalbare doelen. Het doel bij brede school De Driekleur was eerst wetenschap en techniek in alle vakken terug te laten komen. Dit bleek te idealistisch en leerkrachtafhankelijk. Nu wordt er gezocht naar een in de praktijk goed uitvoerbare organisatie in de vorm van een carrousel. • De kinderopvang ervaart dat de gekozen vorm van themalocaties heel goed verloopt en vindt dit een aanrader voor andere brede scholen. Succesfactoren van deze school: • Kinderopvang werkt vanuit themalocaties. • Inzet op talentontwikkeling van kinderen. • Wetenschap en techniek wordt aangeboden vanaf de kinderopvang. • Medewerkers kinderopvang zijn geschoold voor themalocaties. 44 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen De Starter, partner in Vensterschool Stadspark Groningen Interview met Folkert Oldersma, techniekcoördinator en leerkracht. Waarom is deze brede school interessant? Vensterschool Stadspark biedt mede vanuit het Dalton-principe onderwijs aan op het gebied van wetenschap en techniek in een concentrische leerlijn rond thema’s met daarnaast een aanpak voor wetenschappelijk denken en de cyclus van technisch handelen. Deze lijn start bij de peuterspeelzaal en gaat door tot het voortgezet onderwijs. Wetenschap en techniek is voor Stadspark niet een los gegeven, maar is ook geïntegreerd in andere vakken. De Starter is een zogenaamde academische school, hetgeen resulteert in opleidings-, onderzoeks- en innovatiepraktijken. Dit biedt extra kansen voor het aanbod en de implementatie van wetenschap en techniek. Openbare basisschool De Starter is onderdeel van Vensterschool Stadspark in Groningen. De Vensterschool is gestart vanuit een achterstandssituatie. Inmiddels is de wijk veranderd in een wijk waar hoog opgeleide en veelal tweeverdieners wonen. Op dit moment zitten er ongeveer 450 leerlingen op de school. De Starter werkt nauw samen met het buurthuis (naschools aanbod), de peuterspeelzaal en de naschoolse opvang. De Starter is een gecertificeerde Daltonschool en door de inspectie uitgeroepen tot een excellente school. Inspiratie over de grens Rond 2004 nam De Starter deel aan een internationaal programma over het klaslokaal van de toekomst. In Engeland werden ideeën opgedaan voor het vak Science. Wetende dat in 2007 techniek een verplicht vak op de basisschool zou worden, is De Starter vanaf 2005 begonnen met het ontwikkelen van een science-leerlijn. Van meet af aan heeft de school wetenschap toegevoegd aan techniek. Wetenschap en techniek zijn verbonden doordat de school een academische school is. Dit betekent dat studenten van Hogeschool Groningen stage lopen, onderzoek doen op gebied van wetenschap en techniek en programma’s ontwikkelen. Doorgaande concentrische leerlijn De Starter heeft destijds in een beleidsplan de doelen en visie met betrekking tot wetenschap en techniek omschreven. Een belangrijk uitgangspunt van de school is een doorgaande concentrische leerlijn. Deze concentrische leerlijn is vanuit thema’s omschreven voor de vakken natuurkunde, scheikunde, biologie, verzorging en techniek voor 2/3-jarigen tot en met 15-jarigen. Uitgangspunten zijn onder meer leren door doen en dat taal geen barrière mag vormen voor deelname. Dat betekent dat er met “stuurkaarten” wordt gewerkt die de zelfstandigheid bevorderen en waarbij een minimum aan taal wordt gebruikt. Deze opzet van stuurkaarten wordt op de school gebruikt, maar komt ook terug in het naschoolse aanbod. De concentrische leerlijn in de praktijk De concentrische leerlijn wordt gevuld met thema’s als lucht, elektriciteit, magnetisme en pneumatiek. Bij de peuters (waar de conceptvorming begint) staat het opdoen van ervaringen centraal, bij de kleuters wordt er al vanuit gegaan dat voor ze iets doen een “verwachting” uitspreken, in groep 3, 4 en 5 staat “het verklaren” centraal. In groep 6 wordt de kinderen “het doen van een eerlijke proef” geleerd. Zo wordt de kinderen in stappen een wetenschappelijke aanpak aangeleerd. Daarnaast leren de kinderen te werken volgens de cyclus van technisch handelen (van probleem/idee naar een product). Voor de meer- en hoogbegaafde leerlingen wordt een “uitbouwprogramma” ontwikkeld. Wetenschap en techniek in de brede school 45 Voorbeeld van een stuurkaart Van vrij experimenteren naar een volwaardig programma De Starter is onderdeel van de Vensterschool Stadspark, die structureel wetenschap en techniek aanbiedt aan kinderen van 2 t/m 15 jaar. Dit gebeurt zowel onder als na schooltijd. Op de peuterspeelzaal, voor 2/3-jarigen, wordt de mogelijkheid gecreëerd om ervaringen op te doen op het gebied van wetenschap en techniek. Daarnaast is voor deze leeftijdsgroep een speciaal science/ontdekplein ontwikkeld. De peuters kunnen op het plein ervaringen opdoen en experimenteren. Het plein bevat de vier elementen lucht, aarde, water en vuur. Bij deze vier elementen zijn allerlei ontdek- en doematerialen gezocht. In de kleutergroepen en groep 3 staat het vrij experimenteren centraal. Er zijn voor diverse onderdelen stuurkaarten (magnetisme, statische elektriciteit, zinken -drijven, spiegelen) ontwikkeld, waarbij het begin van wetenschappelijk denken aan bod komt door vooraf een verwachting uit te spreken. Voor groep 4 t/m 8 is een jaarprogramma opgesteld dat onder meer in het technieklokaal kan worden uitgevoerd. Voor deze leeftijdsgroepen zijn er ook na schooltijd techniekactiviteiten, in de scienceclubs. In het onderwijs staat het proces centraal terwijl bij het naschools aanbod het juist gaat om het product, het resultaat. Het technieklokaal kent drie onderdelen: 1. de onderzoekshoeken met de proefjes; 2. de techniekhoek met het ontwerpen en bouwen; 3. koken. 46 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Science op school Uitgangspunt bij het wetenschap- en techniekonderwijs is dat kinderen praktisch bezig zijn, leren door doen en zelfstandig onderzoeken en zelf ontwerpen. De opbouw van het aanbod heeft de Starter zelf ontwikkeld. In de groepen 1 t/m 8 wordt gewerkt met ontdekdozen. De dozen kunnen zelfstandig door de leerlingen worden gebruikt en zijn geschikt voor diverse didactische toepassingen. De leerlingen kunnen zelfstandig zaken ontdekken door aanwijzingen op de stuurkaarten of het (powerpoint)stuurprogramma op de computer te volgen. Dit proces dient altijd gevolgd te worden door de reflectiefase waar de leerkracht met de leerlingen de ontdekkingen bespreekt. Steeds wordt geprobeerd te integreren met andere vakken zoals wereldverkenning, maar ook rekenen (met name het metriek stelsel bij techniek- en kooklessen). Bron: www.scienceopschool.nl. Van werkgroep naar coördinator Voor het ontwikkelen, het opzetten, organiseren en implementeren van wetenschap en techniek is in de beginfase een werkgroep in het leven geroepen. Een techniekcoördinator zorgt nu voor continuering. De uren van deze coördinator vallen onder het taakbeleid van het onderwijs. Mobiel leren en ontwikkelen In de wijk waar de vensterschool is gevestigd, bieden bedrijven mogelijkheden voor bezoek in het kader van wetenschap en techniek. De Hanzehogeschool Groningen heeft voor de Vensterschool een overzicht gemaakt van deze bedrijven. Voor bedrijfsbezoek en veldwerk heeft de school geëxperimenteerd met mobiel leren. Met een fietskar met zender wordt buiten met kleine laptops en GPS gewerkt om het Wierdenlandschap te verkennen. Ook wordt in dit kader een bedrijf door een paar leerlingen met webcamera bezocht. Live werden hun beelden in de klas op het digitale schoolbord geprojecteerd. Vanuit de klas konden de kinderen vragen naar de interviewers sturen via Livestream. Geïntegreerd rekenonderwijs door wetenschap en techniek Tijdens de sciencelessen wordt gewerkt volgens de aanpak van “leren door doen, leren door zelf te ervaren”. De Starter zag mogelijkheden om deze aanpak ook in te zetten in het rekenonderwijs, vooral rond de onderwerpen meten, meetkunde, geld en tijd. Reden was ook dat de rekenmethode ‘Rekenrijk” voor zwakke rekenaars in groep 3 voor problemen zorgde, omdat er geen keuze was voor één duidelijke context van waaruit de zaken onderzocht c.q. uitgelegd konden worden. Er is gekozen voor een winkel als eenduidige context. In de klas wordt tijdens de rekenlessen steeds van de winkel uitgegaan. De rekenmethode wordt nog steeds gebruikt, maar daar waar mogelijk worden in de instructiefase onderdelen aangepast met behulp van de science-aanpak (ervaren-onderzoekenverklaren) met stuurkaarten als ondersteuning die het ontdekkend leren moeten stimuleren. Randvoorwaarden De techniekcoördinator benadrukt het belang van het hebben van een gezamenlijke visie voor de gehele brede school. Om wetenschap en techniek in de brede school te implementeren moet je deze als eerste opstellen. Hiertoe heeft De Starter destijds een visiewijzer opgesteld. Ook van groot belang is het kunnen beschikken over materiaal en de inzet en tijd van personeel. Met de VTB-subsidie is er tijd en materiaal ‘gekocht’ en zijn er enkele personeelsleden geschoold. Richting opleiding van de “toekomstige professionals zou het zeer wenselijk zijn dat er in de opleiding van de pabo meer aandacht zou komen voor wetenschap en techniek en een geïntegreerd curriculum. Binnen de organisatie ervaart de techniekcoördinator dat de voortgang en kwaliteit van wetenschap en techniek persoonsafhankelijk is. Pedagogische medewerkers van de peuterspeelzaal krijgen geen extra tijd voor scholing. Bij wisseling van personeel moeten mensen opnieuw geschoold worden en geënthousiasmeerd. De naschoolse activiteiten worden veelal door stagiairs begeleid. Omdat de Wetenschap en techniek in de brede school 47 wisseling van stagiairs groot is, zijn de stuurkaarten voor deze activiteit “stagiair-onafhankelijk” gemaakt. De kinderen kunnen er zelfstandig mee werken. Opbrengsten en ambitie De vensterschool kan nog niets melden over opbrengsten, maar is er op grond van het enthousiasme van de kinderen van overtuigd dat hun structurele aanbod van wetenschap en techniek effect heeft op de ontwikkeling van de kinderen. De meerwaarde zit erin dat wetenschap en techniek als geïntegreerd leergebied bij alle partners in de vensterschool wordt aangeboden. De ambitie van de school is om wetenschap en techniek nog verder te ontwikkelen in de Vensterschool Stadspark: “Het is nog lang niet af, maar we zijn heel goed op weg”. Tips voor andere brede scholen: • Om wetenschap en techniek, maar ook een ander leergebied, in een brede school te implementeren moet de school leidend zijn, maar wel in nauwe samenwerking met de andere partners. • Probeer wetenschap en techniek te integreren in andere vakken. Het kan echter soms belangrijk zijn om de prioriteit eerst alleen bij wetenschap en techniek te leggen en de verbinding met de andere vakken wellicht later tot stand te brengen. • Een bepalende factor voor het succes van de “Starter” is de aanwezigheid van het technieklokaal. Het is een belangrijke schakel in het succes van wetenschap & techniek op deze brede school. Het technieklokaal zorgt er ook voor dat er ruimte is voor kinderen om handelend bezig te zijn. Succesfactoren van deze school: • De werkwijze is vanuit een aangepast aanbod voor de diverse leeftijdsgroepen sterk verwoord en zichtbaar in de organisatie. De stuurkaarten zijn hiervan een goed voorbeeld. • De aansluiting van wetenschap en techniek doordat de school een academische school is. De opleiding onderzoek en innovatiepraktijk versterkt de programmering van wetenschap en techniek. • Wetenschap en techniek start al onderbouwd in visiedocument en uitvoering bij de peuters. • Een stevige koppeling tussen wetenschap en techniek en het rekenonderwijs. • Naast het technieklokaal is er ook een rekenlokaal aanwezig. • De aanwezigheid van een ontdekplein. Het plein bevat de vier elementen, lucht, aarde water en vuur waar ontdek- en doematerialen bij zijn gezocht. • Taal vormt geen barrière bij het begrijpen van de stuurkaarten. 48 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Wittering.nl, Rosmalen Interview met Ton van Rijn, directeur en Marion Nelissen, specialist techniek. Waarom is deze brede school interessant? Wetenschap en techniek zijn alom tegenwoordig op deze school. Het onderwijs vindt plaats aan de hand van ‘kernconcepten’, waarbij de kinderen gedurende een bepaalde periode ondergedompeld worden in een onderwerp (bijv. energie, materie). De algemene vakken (basisdomeinen) worden zoveel mogelijk afgestemd op het kernconcept dat op dat moment aan de orde is. Er is veel ruimte voor zelf doen en ontdekken, bijv. in de speciale ‘eurekaruimtes’, en er is een gespecialiseerde leerkracht voor wetenschap en techniek voor meer professionele ondersteuning. De school maakt minder gebruik van schoolboeken, waardoor er meer geld is voor de aanschaf van andere materialen. De buitenschoolse opvang is ‘van de school’. Dit is bevorderlijk voor de inhoudelijke en pedagogische afstemming. Wittering.nl bestaat ruim zes jaar en werkt met een zeer innovatief onderwijsconcept; ‘Anders leren’. Dit houdt in dat de leerling zelf centraal staat (en niet de leerstof) en dat leerlingen leren in hun eigen tempo. Uitgangspunt is talentontwikkeling. De school is een initiatief van de KPC Groep en schoolbestuur Signum. Wittering.nl is formeel geen brede school, maar de school is sinds een jaar wel gehuisvest in een multifunctionele accommodatie en heeft een eigen buitenschoolse opvang. In de MFA zijn in totaal drie basisscholen, twee buitenschoolse opvangorganisaties en een sportzaal gehuisvest. Hoe werkt Wittering.nl? De leerlingen zijn ingedeeld in drie ‘units’: unit 1 is voor kinderen van 4-6 jaar, unit 2 is voor kinderen van 6-9 jaar en unit 3 voor kinderen van 9-12 jaar. Binnen elke unit zijn de leerlingen ingedeeld in heterogene basisgroepen en tussen de units is sprake van een doorgaande ontwikkelingslijn. Elke unit wordt begeleid door een team, bestaande uit een regisseur, mentor en één of meer begeleiders (onderwijsassistenten). Binnen de school zijn er daarnaast vijf specialisten die voor verschillende vakgebieden (techniek/eureka, beeldende vorming, dans/drama, muziek, bewegingsonderwijs) en deskundigheden worden ingezet. Het curriculum is opgebouwd rondom een tiental kernconcepten binnen de stromen natuur & techniek en mens & maatschappij en een aantal basisdomeinen, waaronder taal (communicatie) en rekenenwiskunde (getalbegrip). Voor elke leerling is een individuele leerlijn bepaald. Binnen deze leerlijn kunnen ze zelf bepalen wanneer ze waar aan werken. De leeractiviteiten hebben in elke unit een ander accent, dat aansluit bij de ontwikkelingsfase van de kinderen. Bij de jongste kinderen in unit 1 ligt de aandacht bij kennismaken met; bij unit 2 bij oefenen en onderzoeken en bij de oudere leerlingen in unit 3 verschuift de aandacht naar inzicht krijgen. Bij elk kernconcept begint de leerkracht met een ‘trigger’; een activiteit waarmee de nieuwsgierigheid van de leerling geprikkeld wordt. Bijvoorbeeld door een kopje met water te laten zien en daar losse suiker aan toe te voegen. “Wat gebeurt er als je in plaats van losse suiker een klontje suiker toevoegt?” Wetenschap en techniek in de brede school 49 Kernconcepten Wittering.nl A. Mens en maatschappij • Macht (bv. “Wie is de baas?”) • Binding (bv. “Bij wie hoor ik?”) • Evenwicht en kringloop (bv. “Waarom zien we steeds hetzelfde patroon?”) • Communicatie (bv. “Hoe breng ik mijn boodschap over?”) B. Natuur en Techniek • Energie (bv. “Waarom ‘werkt’ iets?”) • Materie (bv. “Waar is het van gemaakt?”) • Groei en leven (bv. “Wat is leven en hoe ontwikkelt iets?”) • Kracht en Golven (bv. “Hoe sterk is iets?”) • Tijd en ruimte (bv. “Hoe ontstaat tijd, hoe groot is onze aarde?”) • Getalbegrip (bv. “Hoe ver is het naar huis?”) Plaats van wetenschap en techniek In de visie van de school zijn wetenschap en techniek integraal en een belangrijk onderdeel van de samenleving. Daarom zijn deze onderwerpen volledig geïntegreerd in het curriculum en komen ze systematisch in alle kernconcepten terug. Het jaar is opgedeeld in vier kwartalen, waarin bepaalde kernconcepten steeds terugkomen (getalbegrip en communicatie) en andere kernconcepten variabel (cyclisch) worden aangeboden. Het programma van Wittering.nl voor de kernconcepten voor schooljaar 2010-2011 Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4 • • • • • • • • • • • • • • • • Getalbegrip Communicatie Kracht en Golven Macht Getalbegrip Communicatie Tijd en ruimte Binding Getalbegrip Communicatie Groei en leven Energie Getalbegrip Communicatie Evenwicht/kringloop Materie De algemene vakken (basisdomeinen) worden zoveel mogelijk afgestemd op het kernconcept dat op dat moment aan de orde is. Een paar concrete voorbeelden van hoe deze verbindingen op Wittering.nl vorm kunnen krijgen: • Aan het spelen in de bouwhoek kun je allerlei leerfacetten koppelen, zoals: - bouwen vanaf een tekening (tekening leren lezen), - instructies geven via een leesblad (leren lezen), - een bouwtekening maken van je eigen bouwwerk (analytisch nadenken in welke volgorde een gebouw gebouwd moet worden), - een verslag maken van de bouwactiviteiten (schrijven), - een klok in het bouwwerk maken (leren klokkijken). • Bij rekenen kun je aandacht besteden aan maten. Dit helpt weer als de kinderen vloeistoffen moeten afmeten bij een proefje of met het kernconcept tijd en ruimte bezig gaan (lengtematen). • Je kunt natuurkundige verschijnselen zoals het ‘licht’ van de maan behandelen door het in een thema te vervlechten zoals Sinterklaas (‘Zie de maan schijnt door de bomen’ – Hoe kan dat?). Het idee is dat er door een breed aanbod en een gevarieerde manier van werken de kinderen een veel bredere kennis opdoen van natuur en techniek. Ruimte voor wetenschap en techniek De school is in verschillende functionele ruimtes opgedeeld die voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Er zijn geen traditionele klaslokalen; de ruimtes worden afgescheiden door bijvoorbeeld 50 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen kasten of wanden. Een belangrijk uitgangspunt in het onderwijsconcept is het leren door te doen: “Hoe kun je magnetisme begrijpen als je nooit met magneten speelt?” (Schoolgids Wittering.nl 2010-2011). De leerlingen hebben dan ook een enorme hoeveelheid aan materialen tot hun beschikking, van eenvoudige houten blokken tot technisch bouwmateriaal en computers en er is zelfs een afzuiginstallatie voor wanneer er met chemische stoffen wordt gewerkt. Voor techniek zijn er zogenoemde ‘eurekaruimtes’, waar de leerlingen aan de hand van stappenplannen zelf kunnen experimenteren en ontdekken. Rondje door de school Bij een rondgang door de school zie je kinderen van alles doen met techniek. Van het bouwen van een meerverdiepingenhuis met houten blokken in unit 1 tot de virtuele constructie van een brug op de computer in unit 3. Een groepje leerlingen uit unit 3 werkt onder begeleiding van de techniekspecialist aan een project voor de First Lego League. De leerlingen zijn geconcentreerd bezig en vertellen enthousiast wat ze aan het doen zijn. Excursies en gastlessen Naast de geïntegreerde aandacht voor wetenschap en techniek in het curriculum zijn er ook regelmatig excursies op het gebied van wetenschap en techniek, zoals een bezoek aan NEMO in Amsterdam (door leerlingen én het team) of het jeugdlab in Utrecht. De techniekspecialist van de school zoekt via haar netwerk het aanbod uit. De school maakt ook gebruik van het aanbod van de Technische Universiteit in Eindhoven (chemieshow, natuurkundecircus). Dit aanbod wordt door studenten verzorgd. Men probeert ook actief ouders bij wetenschap en techniek te betrekken. Soms is er een ouder die een gastles geeft, bijvoorbeeld een vader die natuurkundige is en kinderen iets over lichtstralen komt vertellen of een vader die bij de brandweer zit en uitlegt wat daar bij komt kijken. Eigen buitenschoolse opvang Wittering.nl heeft een eigen buitenschoolse opvang, waarvan de pedagogische leerlijn volledig is afgestemd met die van de school. Net zoals de ruimtes van de school door de bso-kinderen kunnen worden gebruikt, lopen ook de activiteiten waar de kinderen mee bezig zijn op school, ook op het gebied van wetenschap en techniek, over in de bso. Het verschil tussen de school en de bso is dat er in de bso meer de nadruk ligt op spelen. Ondernemerschap Wittering.nl is een ondernemende school en probeert op verschillende manieren (extra) financiën te genereren voor het onderwijs. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van speciale subsidies zoals het Deltaproject12. De school is ook bezig met een projectaanvraag voor een Europese subsidie. Deze is voornamelijk bedoeld om het vervoer naar “de praktijk” (bedrijven en dergelijke) mogelijk te maken. Wat de school ook financiële middelen oplevert is dat ze minder gebruik maken van schoolboeken. Daardoor is er geld over voor bijvoorbeeld de aanschaf van technische materialen. De school heeft bij de start ook contact gezocht met bedrijven voor de inrichting van de school die (mede) gespecialiseerd zijn in inrichting van technische ruimtes. Zo was Ahrend verantwoordelijk voor het totaalconcept van de school en heeft Eurofysica het deel van de eurekaruimtes ingericht, inclusief de plaatsing van een hightech afzuiginstallatie voor wanneer de leerlingen werken met chemische stoffen. Professioneler door specialisten Binnen de innovatieve aanpak van Wittering.nl is een belangrijke rol weggelegd voor gespecialiseerde leerkrachten. Deze specialisten (minimaal hbo-niveau) zijn deskundig in minstens een vakgebied. Het werken met gespecialiseerde leerkrachten, zoals bij techniek, is volgens de directeur bevorderlijk voor 12 Via http://www.deltaopschool.nl is lesmateriaal te downloaden dat is ontwikkeld door de scholen die aan het project hebben deelgenomen. Wetenschap en techniek in de brede school 51 het niveau dat leerlingen kunnen bereiken. De techniekspecialist zorgt ook voor verdiepende scholing en workshops op het gebied van wetenschap en techniek voor de andere leden van het team en onderhoudt een breed netwerk aan externe contacten (o.a. met NEMO, Netherlands Space Office (NSO), Brabant Techniek Platform, VONK). Om binnen het onderwijsconcept van Wittering.nl te kunnen werken heeft het team veel extra scholing gehad. Negen keer per jaar worden er studiedagen georganiseerd. Specifiek voor wetenschap en techniek heeft ook scholing via het Deltaproject en het VTB-Pro-programma plaatsgevonden. De school wordt begeleid door adviseurs van de KPC Groep en staat ook in contact met onderwijsdeskundigen. Wat levert het op? Wittering.nl is nog een jonge school en er zijn nog niet veel leerlingen die de overstap hebben gemaakt naar het voortgezet onderwijs. Er valt dus nog niet veel te zeggen over wat het onderwijsconcept op de langere termijn oplevert op het gebied van wetenschap en techniek. De directeur ziet dat de leerlingen een enorme slag maken in het beredeneren en benoemen van zaken. Dit heeft ook een positieve invloed op de taalvaardigheid van de kinderen. Door kinderen te laten kijken, onderzoeken en vragen te laten stellen worden ze ook eigenaar gemaakt van hun eigen leerproces. Soms komen ze ook inhoudelijk zo ver, dat de leerkrachten ze niet kunnen bijhouden. Vorig jaar waren enkele kinderen er zelfs in geslaagd DNA uit een kiwi te halen. Voor de directeur een teken dat als je de kinderen de ruimte geeft, ze zo veel meer kunnen bereiken. Om de leerlingen extra te stimuleren wordt er soms een expert van buiten ingevlogen. Tips voor andere brede scholen • Zorg voor een structurele inbedding van wetenschap en techniek in de school en laat wetenschap en techniek niet rusten op één persoon. • Begin jong en begin klein! Werk vanuit de verwondering (Hoe komt dat?). De ingang bij wetenschap en techniek is dat je kinderen aan het denken zet. • Verzamel veel materialen. Dit hoeven geen ingewikkelde dingen te zijn. Met wat plastic boterhamzakjes en touwtjes kun je bijvoorbeeld al aan de slag om de windrichting te bepalen. Succesfactoren van deze school: • Visie op wetenschap en techniek als integraal onderdeel van de samenleving (geen doel op zich). • Volledige integratie van wetenschap en techniek in het onderwijsconcept. • Ruimte voor leerlingen om zelf te ontdekken. • De inzet van een gespecialiseerde leerkracht voor techniek. • Een buitenschoolse opvang ‘van’ en in de school met afgestemde pedagogische aanpak en aanbod. • De ondernemende houding van de school. 52 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen De Ynset, Rottum Interview met Henk Velkers, directeur Waarom is deze brede school interessant? De Ynset is een kleine brede school waar de gemeente een duidelijke regierol heeft en de regio een belangrijke rol speelt in het aanbod van wetenschap en techniek (ambachtelijk ondernemen). De inzet op onderwerpen op het terrein van wetenschap en techniek zijn sterk verbonden aan wat er in de eigen omgeving van leerlingen gebeurt. Dit is ook gekoppeld aan de economische en ambachtelijke partners van de school die zich in de eigen omgeving aan elkaar weten te verbinden. De leerlingen nemen o.a. deel aan excursies naar werkplaatsen in de regio. De Ynset geeft hiermee als relatief kleine brede school een voorbeeld van hoe je vanuit eigen context kunt verder bouwen met de omgevingsfactoren die als zeer bepalend worden ervaren voor de ontwikkeling van de school. De Ynset heeft ook een sterk onderbouwd Wetenschap- en Techniekplan. OBS “De Ynset” staat in plattelandsgemeenschap Rottum en behoort tot de gemeente Skarsterlân, hieronder vallen 12 kleine dorpjes en Joure. De leerlingen die op de Ynset zitten zijn vooral dorpsleerlingen. De laatste jaren zijn er forensen vanuit Heerenveen komen wonen in Rottum, dit zijn de hoger opgeleide tweeverdienende ouders. Deze ouders hadden behoefte aan kinderopvang en sinds 2008 noemt de Ynset zich een “kleine brede school”. De brede school bestaat uit 70 leerlingen. In maart 2009 is de school gestart met het VTB-programma. In mei 2010 heeft de Ynset het predikaat “Techniekschool “gekregen van het VTB-projectbureau. Ambachtelijk ondernemen van belang voor de school en de gemeente De gemeente Skarsterlân heeft als doel “ambachtelijk ondernemen” waar wetenschap en techniek een grote rol in speelt. Gemeente Skarsterlân wil zich profileren als “ambachtstad”. Hiervoor is een netwerk in het leven geroepen waar gemeente, het voortgezet onderwijs, een welzijnsorganisatie, de bibliotheek, een museum en acht basisscholen zijn vertegenwoordigd. Via het netwerk worden excursies voor kinderen naar bedrijven georganiseerd onder en na schooltijd. Dit kan bijvoorbeeld een bezoek zijn aan een botenbouwer of een klokkenmaker. Er wordt samengewerkt met het platform “Jong ondernemen ” waarin diverse ambachtslieden en partijen samenwerken om jong ondernemen te stimuleren. Kinderen krijgen workshops van ondernemers en gaan uiteindelijk zelf een onderneming opzetten. Leerlingen uit het voorgezet onderwijs lopen snuffelstages bij ambachtelijke ondernemers. De gemeente heeft voor dit project een subsidie ontvangen uit de regeling “Onderwijs Netwerk Ondernemen”13. Missie “Iedere leerling is uniek” Brede school De Ynset gaat uit van het mission statement “iedere leerling is uniek”. Deze missie is vertaald in een wetenschap- en techniekplan”. Hierin staat zeer uitgebreid omschreven hoe de Ynset wetenschap en techniek aanbiedt binnen het onderwijs. In de visie van de school moet het aanbod in wetenschap en techniek voldoen aan de volgende drie kenmerken: 1. betekenisvol; aansluiten bij de belevingswereld van het kind. 2. strategisch; onderzoekend en ontdekkend leren (ik doe en ik begrijp) 3. sociaal; communicatie, samenwerken en verantwoordelijkheid nemen. 13 Meer informatie hierover is te verkrijgen bij A. Postma van het Cedin, Drachten. Wetenschap en techniek in de brede school 53 Naast deze aspecten komen in het wetenschap- en techniekplan de volgende onderwerpen aan bod: • doelen; • didactische onderbouwing; • pedagogische voorwaarden (zie kader), de organisatie, basismaterialen en hulpmiddelen, jaarplanning en begroting. Pedagogische voorwaarden Bezig zijn met wetenschap en techniek is iets wat sommige leerkrachten angst inboezemt. Veelal speelt gebrek aan kennis van wetenschap en techniek een rol en daardoor ook de angst dat daardoor de les kan mislukken of dat de leerlingen met vragen komen, waar één-twee-drie geen antwoord op gegeven kan worden. Maar kinderen zijn van nature onderzoekend, zij willen zelf uitvinden waarom iets zo en zo werkt. De taak van de leerkracht is daarbij, niet voor de kinderen de antwoorden te verzinnen, maar de goede vragen te stellen waardoor het kind zelf op het antwoord komt. En het vertrouwen te geven dat kinderen dat ook kunnen! Verder is het belangrijk dat kinderen ook worden geprikkeld tot het onderzoeken dat er een omgeving is die hen daartoe uitnodigt. Bron: Wetenschap- en techniekplan De Ynset. Wat wil de school bereiken met wetenschap en techniek? De voornaamste reden voor het starten met wetenschap & techniek was om een onderzoekende houding bij kinderen te stimuleren en talentontwikkeling te bevorderen. Directeur Henk Velkers: “Kinderen moeten al jong in aanraking komen met wetenschap & techniek”. Daarnaast speelt het voorbereiden op de maatschappij een belangrijke rol. “Techniek is overal om ons heen. Het heeft een grote invloed op ons leven. Wie in de maatschappij succesvol wil zijn, zal kennis moeten hebben van techniek in de breedste zin van het woord. Wij willen kinderen optimaal voorbereiden op de maatschappij van de toekomst”. De te behandelen onderwerpen zijn verspreid over de volgende domeinen: 1. Constructie: bruggen, gebouwen, voertuigen, wegen, meubels, apparaten, gereedschap 2. Transport/overbrenging: voertuigen, transport (land, water, lucht, leidingen, buizen) 3. Communicatie: kennis over de informatiemaatschappij, toepassingsmogelijkheden van informatie en communicatiewetenschap en technieken 4. Productie: gebruiksvoorwerpen, toiletartikelen, consumptiegoederen Vanuit Mindmappen komen tot inhoud van werken Vanwege de omvang van de school wordt op De Ynset gewerkt met combinatiegroepen (groep 1-2, 3-4, 5-6 en 7-8). Vanaf groep 5 werken ze met de methode Naut. In groepen 1 t/m 4 wordt thematisch gewerkt en hier gebruiken ze onder andere De Schatkist. De beide methodes worden aangevuld met de techniekbladen van Heutink. Een wetenschap- en techniekles op De Ynset bestaat uit zeven fases: 1. probleem verkennen; 2. oplossingen bedenken; 3. het beste idee; 4. van schets naar prototype; 5. test en evaluatie; 6. presentatie aan de groep; 7. verdiepingsfase. De werkvorm die voorafgaat aan deze zeven fases is het bedenken en tekenen van een mindmap. Daarop staan alle associaties die bij kinderen opkomen in relatie tot het onderwerp. De lijn die men hiervoor op school hanteert staat per groep beschreven. 54 Groep 0 ervaren Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Groep 1/2/3 verwachten Groep 4/5 verklaren Groep 6/7 eerlijk zijn Groep 8 eigen onderzoek Groep 8/vo abstraheren, experimenteren, ontwerpen Wie is verantwoordelijk? In het wetenschap- en techniekplan staan alle verantwoordelijkheden per onderdeel benoemd. De directeur is algemeen verantwoordelijk en er is een wetenschap- en techniekcoördinator. Beiden dragen ook zorg voor de ontwikkeling en doorontwikkeling van de visie. De schoolbegeleider van Cedin (educatieve dienstverlening) biedt ondersteuning. Andere personeelsleden hebben een eigen taak en verantwoordelijkheid en deze is beschreven. De zorg voor de scholing van de teamleden vanaf groep 5 t/m 8 is ondergebracht bij Bureau Top Techniek. Middelen en materialen zijn aanwezig om tot uitvoering van de programma’s over te kunnen gaan. Henk Velkers wil er meer naar toe dat de leerkrachten zijn taak als algemeen verantwoordelijke over gaan nemen. In het taakbeleid staat ieders verantwoordelijkheid omschreven. Gebruikte methodes en materialen Methodes • Naut, Werkbladen “Werken met Wetenschap en techniek” (Heutink) • Additionele materialen en hulpmiddelen: Digitaal schoolbord t.b.v. visualiseren van wetenschap en technieklessen, Digibordsoftware t.b.v. Naut, Mindstorms • Mappen van CEDIN en Museum Joure (Boten, Productie, Molen, Klokken) Materialen • Groep 1 en 2: Technido, Bee-Bot (Heutink) • Groep 3 en 4: Technido, Heutink techniekset, techniekset elektronica • Groep 5 t/m 8: Heutink techniekset, techniekset elektronica, LEGO Mindstorms. • Ladenkast voor het opbergen van materialen • LEGO en K’nex sets als zelfstandig materiaal in de kieskast in de diverse groepen. Randvoorwaarden Volgens directeur Henk Velkers is het opstellen van een gezamenlijke visie een belangrijke randvoorwaarde voor je gaat starten met wetenschap en techniek in de brede school. Daarnaast moeten de professionals kennis hebben, geïnteresseerd en nieuwsgierig zijn en durf hebben. Er is ook materiaal nodig om wetenschap & techniek uit te kunnen voeren en een ruimte om het materiaal goed op te bergen. Een technieklokaal is geen vereiste, maar wel tafels waar kinderen aan mogen werken en die ook vies mogen worden. Daarnaast is ondersteuning en begeleiding van externen ook een randvoorwaarde en het bijwonen van regiobijeenkomsten. “Wetenschap en techniek is typisch een leergebied waar je veel over moet uitwisselen”. Opbrengsten De school probeert wetenschap en techniek steeds verder te ontwikkelen en de resultaten worden steeds zichtbaarder. Om de resultaten in beeld te brengen is de Cito-toets wetenschap & techniek aangeschaft, maar deze is nog niet afgenomen. Opvallend is dat de naschoolse wetenschap- en techniekactiviteiten, die ook openstaan voor kinderen van andere scholen, grotendeels door kinderen van De Ynset worden bezocht. Het enthousiasme onder de leerkrachten en leerlingen is dan ook groot en de inzet om het aanbod te versterken is volop aanwezig. In de planning is een uitvoerige motivatie en uitwerking zichtbaar die het implementeren van het aanbod beter laat verlopen. De aansluiting met andere partners in de brede school kan nog worden versterkt. Wetenschap en techniek in de brede school 55 Naschools aanbod wetenschap en techniek uitdaging voor een kleine brede school In het huidige naschoolse aanbod worden wetenschap- en techniekactiviteiten aangeboden, maar er is geen afstemming/aansluiting met het activiteitenjaarplan van De Ynset. Dit komt doordat de naschoolse activiteiten voor alle twaalf dorpen van de gemeente Skarsterlân gezamenlijk worden georganiseerd en afstemming hierdoor moeilijk te realiseren is. De grote afstanden tussen de scholen werken ook belemmerend voor de organisatie van het naschoolse aanbod. Ambities De Ynset heeft als ambitie om binnen hun schoolbestuur voorloper te zijn als brede school op het leergebied wetenschap en techniek en wil graag kennis delen met andere (brede) scholen. Dit alles binnen de context van de ambachtelijke omgeving. Hierin sluit de Ynset goed aan bij de omgeving en de regie daarop van de gemeente. Tips voor andere brede scholen: • Ga niet zelf het wiel opnieuw uitvinden. • Zoek aansluiting bij andere brede scholen. • Zorg dat je team openstaat voor verandering. • Zie het maatschappelijk belang van wetenschap en techniek in deze tijd (de arbeidsmarkt heeft behoefte aan leerlingen die technisch zijn opgeleid). Succesfactoren van deze school: • De successen van de Ynset zijn te vinden in de aanhaking als kleine brede school met de eigen directe economische en ambachtelijke omgeving. • De goede contacten met de omgeving zorgen ook voor een doorgaande ontwikkeling van het aanbod. • Een succes is ook dat er gewerkt wordt vanuit een grote motivatie en wil om er met elkaar wat van te maken, terwijl de school als kleine brede plattelandsschool ook voor een behoorlijke uitdaging staat. 56 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen De IJsselhof, Zwolle Interview met Arjan Broer, coördinator brede school IJsselhof; Marian Lamberts, wetenschapcoördinator en Judith Pool, kunst- en cultuurcoördinator. Waarom is deze brede school interessant? Brede School de IJsselhof kent al een lange geschiedenis met wetenschap en techniek. In 2005 werd de school één van de 45 Deltabasisscholen, daarna is het wetenschap- en techniekprogramma overgegaan in het VTB-programma. Wetenschap en techniek is binnen het onderwijs geïmplementeerd en een vervolg van de lessen gaat door in het naschoolse aanbod. De doorontwikkeling van het aanbod vindt nu plaats in het kader van de integratie van wetenschap en techniek in kunst en cultuur. De IJsselhof bestaat sinds 1992 en is vanaf 2005 een brede school geworden. De school heeft 470 leerlingen. De brede school houdt in dat de school een buurtschool wil zijn met voorziening voor school, gezin en buurt. In het gebouw wordt samengewerkt tussen kinderopvang, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en de school als lesplaats. Het naschoolse aanbod ontstaat in samenwerking met diverse instanties en collegascholen. Dit aanbod is voor alle kinderen uit de wijk toegankelijk (zie www.stadskids.nl). “We willen kinderen iets meegeven waardoor ze opgroeien tot wereldburgers die iets begrijpen van de wereld om hen heen” Marian Lamberts, wetenschapcoördinator. Professionalisering ligt aan de basis Niet iedere leerkracht of begeleider heeft vanuit eigen opleiding de kennis van wetenschap of techniek om vanuit die kennis zaken te kunnen overdragen. Dat is de reden dat alle leerkrachten college krijgen voordat er een nieuw aanbod wordt uitgevoerd. Marian Lamberts verwoordt het als volgt: “het is niet de bedoeling dat we kinderen omvormen tot kleine geleerden. Wel willen we bereiken dat ze om zich heenkijken, zich afvragen waarom de dingen zijn zoals ze zijn.” Sinds 2005 doet De IJsselhof mee aan het Deltaproject14. Reden voor De IJsselhof om de subsidie voor Deltaschool aan te vragen was om de interesse in bètavakken te verhogen, door middel van extra aandacht voor ruimtevaart. Voorafgaande aan de Deltalessen krijgen alle leerkrachten een college van een consulent op het gebied van ruimtevaart en grote wetenschappelijke projecten. Zo hebben de leerkrachten voldoende achtergrondinformatie om de les te geven. Wetenschapcoördinator Marian Lamberts heeft aanvullend een week in de Verenigde Staten doorgebracht om bij NASA de nodige kennis op te doen. De projectorganisatie van de Deltascholen is in handen van Science Centre NEMO in Amsterdam. Ook leerlingen worden actief betrokken bij het Deltaproject; ze geven ook zelf les en doen daar, net als andere betrokkenen, verslag over in de Deltakrant. 14 Meer informatie over het Deltaproject is te vinden bij o.a. de portretten van De Neptunus en Wittering.nl. Wetenschap en techniek in de brede school 57 Verslag van de Deltales van Nick en Luuk “Wij hebben een les gegeven over raketten. Dat deden wij bij de groepen 4. We hebben ’s ochtends een filmpje laten zien over de raket. Diezelfde ochtend hebben we ook nog proefjes gedaan”. Het verhaal wordt ondersteund door foto’s van kinderen die met elkaar de proefjes uitvoeren. In de hele krant wordt de visie op wetenschap en techniek duidelijk door de concreetheid van het aanbod. Gastles, Youri vertelt In de groepen 7 werden dit jaar workshops gegeven. Eén van deze workshops ging over het scheiden van stoffen en werd gegeven door Urenco. Er kwam een mevrouw en zij gaf een PowerPointpresentatie. Urenco is een fabriek waar ze uranium verrijken en grondstoffen centrifugeren. Met Urenco gingen we allemaal stoffen scheiden met o.a. magnetisme, statische elektriciteit en centrifugeren. Urenco uit Almelo verzorgt elk jaar een gastles op de IJsselhof. Uit de Deltakrant van 19 mei 2010. Goede voorbereiding en organisatie In de afgelopen jaar heeft de school een leerlijn ontwikkeld voor de groepen 1 t/m 8. In de leerlijn staan thema’s vermeld die volgens een bepaalde cyclus aan alle kinderen worden aangeboden. Iedere week is er één middag speciaal voor wetenschap en techniek, kunst en cultuur en Burgerschapskunde. Maar de hele organisatie van de IJsselhof is doordrenkt van de aanwezigheid van vooral wetenschap. “Wetenschap is abstract en gaat over het ‘waarom’, techniek kan je beetpakken en gaat over het ‘hoe’!” Wetenschapcoördinator Marian Lamberts Er wordt toegewerkt naar een dagelijks aanbod dat ook in de organisatie van lokalen uiterlijk zichtbaar is. Ieder lokaal heeft een techniekhoek. Vanuit vier leerteams (groepen 1-2, 3-4, 5-6 7-8) wordt de inhoud van de thema’s van wetenschap en techniek bepaald. De inhoudelijke voorbereiding vindt gezamenlijk plaats. Wetenschap en techniek verbonden aan kunst en cultuur De IJsselhof heeft een subsidie van het cultuurfonds ontvangen voor het plan om de leerlijn, die ze voor wetenschap en techniek al hadden ontwikkeld, uit te breiden en te integreren in de kunst en cultuureducatie. Dit geldt niet alleen voor het binnenschools aanbod maar ook voor het buitenschools aanbod. De samenwerking tussen de verschillende vakgebieden versterkt daarmee de visie van de brede school en de inzet op het leeraanbod. Samenwerking in aanbod via drietrapsraket Het aanbod van wetenschap en techniek vindt plaats op school en in het naschoolse aanbod; de eerste twee trappen van de zogenaamde ‘drietrapsraket’. Bij het naschoolse activiteitenaanbod wordt zoveel mogelijk aangesloten bij thema’s die de kinderen onder schooltijd krijgen. De voorbereiding op het aanbod verloopt goed maar de terugkoppeling en evaluatie kan aangescherpt en verbeterd worden. De derde trap van de drietrapsraket (bijv. lid worden van een club) is bij wetenschap en techniek moeilijker te realiseren dan bij bijvoorbeeld muziek, sport en kunst en cultuur. Dit geldt niet alleen voor Zwolle. Ook elders in het land ervaart men dat het aanbod op het vervolg voor wetenschap en techniek beperkt is. De IJsselhof speelt een grote rol bij de doorontwikkeling, thema’s en de ideeënvorming van het naschools aanbod. Als brede school in de wijk bepalen zij samen met de coördinator van de brede school IJsselhof het aanbod. 58 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Voorbeeld naschoolse activiteit Sterrenstof We gaan weer beginnen met de naschoolse activiteiten van Stadskids voor groep 3 en 4! Dit blok gaan we weer aan de slag met het binnenschools thema van de IJsselhof 'astronomie'. Het onderwerp waar wij het over gaan hebben is: ‘de ruimte'. Elke vrijdagmiddag gaan we leuke activiteiten doen die te maken hebben met dit thema. Bron: www.stadskids.nl Rol van de bredeschoolcoördinator en netwerk De coördinatie en verbinding tussen de drie trappen en met de wijk wordt gedaan door de coördinator brede school. Dit is een rol van grote betekenis omdat het specifiek tijd vraagt om alles aan elkaar te koppelen en om nieuw aanbod te ontwikkelen. De coördinator brede school is een netwerker bij uitstek, maar het programma vraagt van de hele organisatie en van de partners een actieve instelling. De school probeert ouders bij het programma te betrekken en ook buurtbewoners met specifieke kennis en ervaring op bepaalde terreinen. Om dit voor elkaar te krijgen is een permanente netwerkorganisatie vereist, die verantwoordelijk is voor de kwaliteitsbewaking die de doorgaande leerlijn in het oog houdt en bijdraagt aan nieuwe ontwikkelingen. Succesfactoren van deze school: • De jarenlange inzet op het terrein van wetenschap en techniek geeft de IJsselhof een enorme voorsprong op het inhoud en de vorm van het aanbod. • De aanhaking met kunst en cultuur creëert extra kansen voor het wetenschap- en techniekonderwijs en zorgt voor een versterking van het aanbod. • De verslaglegging via onder andere de Deltakrant geeft aan hoe stevig het programma over de brede linie van deze brede school wordt gedragen. De IJsselhof kan daarin een voorbeeld zijn voor andere scholen. Het werkt erg aanstekelijk om de programmaonderdelen te zien en te ervaren. • Ook de begeleiding van de leerkrachten door de inhoudelijke collega’s die direct op de inhoud van het programma zijn gericht geeft een handvat voor andere brede scholen. • Het hebben van een groot netwerk van bedrijven, verenigingen, ouders en vrijwilligers. Wetenschap en techniek in de brede school 3 59 Conclusies en aanbevelingen: wat werkt en wat valt op? We sluiten dit startdocument af met de belangrijkste conclusies en aanbevelingen die uit de portretten zijn af te leiden. We gebruiken daarbij het analysekader dat in hoofdstuk 1 is gepresenteerd als handvat. Aan de hand van de procesbox van het model daarvan presenteren we een checklist die kan worden gebruikt bij het implementeren van wetenschap en techniek in de brede school. Figuur 2 – Checklist implementatie van wetenschap en techniek in de brede school PROCES: CHECKLIST W&T IN DE BREDE SCHOOL Inhoud 1. Begin met een visie 2. School selecteert aanbod en aanbieders 3. Geef leiding en houd de regie INPUT Organisatie 4. Professionalisering en specialisatie 5. Realiseren doorgaande lijn RENDE‐ MENT Programma 6. Van carrousel tot volledig geïntegreerd 7. Geleidelijke opbouw en aansluiten bij ontwikkelingsfase Huisvesting 8. Eigen ruimte vergroot zichtbaarheid 9. Materialen gericht aanschaffen Financiën 10. Slim organiseren van extra handen, middelen en materialen 3.1 Inhoud Begin met een visie Een visie op de plek van wetenschap en techniek binnen de brede school is een eerste vereiste. Het gaat erom dat motivatie en ambities duidelijk verwoord worden en gedeeld worden door de partners. De meerwaarde van wetenschap en techniek in relatie tot de doelstellingen van de brede school moet helder zijn. Van de brede scholen die wij voor dit startdocument hebben bezocht richt een aanzienlijk deel zich via het aanbod wetenschap en techniek op de optimale talentontwikkeling van alle leerlingen. Daarnaast wil men de kinderen door het wetenschap- en techniekaanbod meer kansen bieden in het vervolgonderwijs (daarbij inspringend op een maatschappelijke vraag) en uiteindelijk op de arbeidsmarkt. Het opstellen van een wetenschap- en techniekplan – waarbij bij voorkeur alle relevante bredeschoolpartners zijn betrokken – kan helpen om het implementatieproces richting te 60 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen geven (zie bijv. de portretten van Het Krijt in Assen, de Titus Brandsmaschool in Delft en De Ynset in Rottum). School selecteert aanbod en aanbieders In de brede school staat het kind centraal en het onderwijs is binnen de brede school meestal de kernpartner, ook bij wetenschap en techniek. De school is over het algemeen dan ook leidend bij het bepalen van het aanbod en de keuze van het lesmateriaal, maar zeker ook als het gaat om de selectie van aanbieders van activiteiten. Breng in kaart wat de brede school eventueel al aanbiedt aan activiteiten op het terrein van wetenschap en techniek, welke mogelijkheden en partners al in beeld zijn en wat er daarbuiten nog nodig is. Eventuele partners, zoals de buitenschoolse opvang, stemmen hun aanbod af op dat van de school. In sommige gevallen is de afstemming nog beperkt en wordt er hierdoor niet optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden van alle (relevante) partners van de brede school. De Titus Brandsmaschool in Delft is een goed voorbeeld van hoe de school en de buitenschoolse opvang samenwerken om via een dagarrangement een sluitend aanbod op het gebied van wetenschap en techniek te creëren. Geef leiding en houd de regie Regie op het proces is een belangrijke voorwaarde voor een goede implementatie van wetenschap en techniek. Dat voorkomt dat er langs elkaar heen wordt gewerkt, dat afspraken verwateren of initiatieven stuklopen op een gebrek aan communicatie. Regie is geen abstract begrip, het gaat er heel concreet om dat iemand de leiding neemt en houdt. Iemand die initiatief neemt, inspireert en de vinger aan de pols houdt. De regie kan op verschillende manieren worden belegd. Zo wordt er vanuit een aantal gemeenten door de inzet van locatiemanagers, een bredeschoolcoördinator of een techniekcoördinator (die daarvoor ook aan- of vrijgesteld zijn) een goede voorwaarde geschapen om deze regiefunctie uit te voeren. In onder andere Assen, Boxtel en Groningen wordt hierdoor verbinding gelegd met het bedrijfsleven en met andere samenwerkende partners. Een andere wijze van regievoering vindt plaats op de aansluiting van het programma door vrijgestelde functionarissen vanuit de regio of door taakuren vanuit de brede school zelf. Sommige brede scholen hebben een speciale stuur- of werkgroep wetenschap en techniek, waarin een aantal teamleden vertegenwoordigd zijn en waarin overleg plaatsvindt over bijv. het programma. Het is belangrijk dat er voldoende tijd en ruimte wordt ingeruimd om samen met de bredeschoolpartners om tafel te gaan zitten, zowel in de startfase als periodiek. Om het aanbod af te stemmen maar ook om deelname, bereik en opbrengsten op leerling-, school- en wijkniveau in kaart te brengen en beleid en uitvoering waar nodig bij te stellen. 3.2 Organisatie Professionalisering en specialisatie De meeste brede scholen uit onze portretten hebben via het VTB-programma, het Deltaproject, een externe techniekcoach of op een andere wijze het team extra geschoold op het gebied van wetenschap en techniek. Meestal gaat het dan om scholing van de leerkrachten. Na- of bijscholing van het personeel van bijvoorbeeld de peuterspeelzaal of de kinderopvang vindt minder vaak plaats. Scholing van leerkrachten en ander personeel is belangrijk om de drempel te verlagen om wetenschap en techniek te gebruiken en ze hiervoor te enthousiasmeren. Teamscholing en -workshops helpen bij het creëren van een gezamenlijk draagvlak. De regievoerder (techniekcoördinator, bredeschoolcoördinator, etc.) speelt een belangrijke rol bij de professionalisering van het bredeschoolpersoneel. Enkele scholen hebben een gespecialiseerde techniekleerkracht (bijv. Wittering.nl; De Neptunus) of een gecombineerde functie van techniekcoördinator en leerkracht of techniekcoördinator/directeur (Het Schateiland). Wetenschap en techniek in de brede school 61 Doorgaande lijn: wel overal nagestreefd, maar niet altijd gerealiseerd De meeste brede scholen die we hebben bezocht zijn bezig met een doorgaande leerlijn, maar dit vormt voor velen nog wel een uitdaging. Vooral het realiseren van een doorgaande leerlijn met de bredeschoolpartners (meestal de buitenschoolse opvang) is een aandachtspunt. Goede voorbeelden zijn de concentrische leerlijn voor 2/3- t/m 15-jarigen van De Starter en het eerder genoemde dagarrangement van de Titus Brandsmaschool in samenwerking met de buitenschoolse opvang. Een aantal scholen streeft ernaar te werken via het principe van de ‘drietrapsraket’: binnen de school (trap 1), buiten/na school (trap 2) en thuis/via een club/vereniging (trap 3). Hierbij blijkt wel dat de derde trap in de praktijk bij wetenschap en techniek moeilijk te realiseren is omdat er het aanbod op dit gebied vaak beperkt is. Creatief omgaan met externe partners Er zijn vele manieren van samenwerken met meerwaarde tussen scholen, organisaties, ouders en bedrijven mogelijk. Sommige brede scholen zijn zeer creatief en succesvol in het vinden van externe aanbieders en samenwerkingspartners en weten bedrijven aan zich te verbinden die bijvoorbeeld een educatief programma bieden of waar naartoe excursies worden georganiseerd. Andere brede scholen schakelen ouders in (voor gastlessen) of de buurt (bijv. voor een fietsreparatiecursus). Een aantal brede scholen werkt samen met pabo’s, roc’s of hogescholen in het kader van projecten, stages en afstudeeropdrachten op het gebied van wetenschap en techniek. Scholen die in de buurt staan van een science centre, zoals NEMO in Amsterdam, of een van de technische universiteiten kunnen relatief gemakkelijk gebruik maken van de activiteiten die deze instellingen aanbieden. Scholen op het platteland hebben hier soms minder mogelijkheden toe door grote afstanden tussen en naar voorzieningen en een beperkt aantal leerlingen. De gemene deler is echter dat het belangrijk is dat er een goed netwerk van contacten wordt opgebouwd en dat je als brede school zelf actief daarin bent. De gemeente kan ook een belangrijke rol spelen in het aanbod. In sommige gemeenten is er een naschools activiteitenaanbod vanuit een overkoepelende brede school en/of is er bijvoorbeeld een techniekmakelaar die kan bemiddelen. 3.3 Programma Van carrousel tot volledig geïntegreerd Wetenschap en techniek kan op allerlei manieren in het onderwijs worden ingepast. De meeste scholen hebben technieklessen opgenomen in het reguliere lesprogramma. Een aantal scholen werkt (daarnaast) met een carrousel of themamiddag met wisselende activiteiten op het gebied van wetenschap en techniek (o.a. de Titus Brandsmaschool, Het Schateiland). Enkele scholen bieden een volledig geïntegreerd programma waarbij wetenschap en techniek zoveel mogelijk verweven is in andere vakken en activiteiten (Wittering.nl, De Starter). Er zijn ook scholen die wetenschap en techniek combineren met kunst en cultuur (De Spelelier, De IJsselhof). Er zijn dus vele varianten mogelijk. Uitgangspunt bij de keuze is dat het programma is afgestemd op de aard van het onderwijs, de achtergrond van de leerlingen (taal mag bijv. geen barrière zijn voor de uitvoer van het programma), de competenties en draagvlak binnen het team, de bredeschoolpartners, organisaties buiten de school en de financiële en fysieke mogelijkheden. Geleidelijke opbouw en aansluiten bij ontwikkelingsfase Als wetenschap en techniek binnen een bestaand curriculum moet worden ingepast is het aan te raden dit met kleine, geleidelijke stappen te doen, maar dit wel te verbinden aan het totale onderwijsprogramma. Op veel scholen is ook een opbouw in het programma zichtbaar, zodat het aanbod aansluit bij de ontwikkelingsfase van het kind. Bij de jongste kinderen ligt het accent meer op spelen en kennismaken en in de bovenbouw meer op oplossen en inzicht krijgen. Daarnaast hebben de activiteiten die plaatsvinden binnen een peuterspeelzaal of kinderopvang ook een ander 62 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen uitgangspunt (spelend leren, ontspannen) dan het programma op de basisschool (meer gericht op kennisoverdracht). 3.4 Huisvesting en materialen Eigen ruimte vergroot de zichtbaarheid De wetenschap- en techniekactiviteiten vinden vaak plaats in een apart techniek- of natuurlokaal of een andere ruimte (bijv. Eurekaruimte, ontdekspeelplein, ontdekhoek). Dit komt de zichtbaarheid van wetenschap en techniek zeker ten goede, maar het is geen vereiste om goed wetenschap- en techniekonderwijs te kunnen geven. Enkele van de geportretteerde brede scholen hebben een technieklokaal dat toegankelijk is voor andere bredeschoolpartners (Het Krijt, De Regenboog). Dit vraagt wel om het maken van duidelijke afspraken over het gebruik ervan. Materialen: gericht aanschaffen Uit de schoolportretten komt naar voren dat het van belang is om veel materialen te verzamelen en te gebruiken. Dit hoeven niet altijd de duurste of meest geavanceerde materialen te zijn. Het is belangrijk eerst een visie te ontwikkelen op wat je als school wilt met wetenschap en techniek en daar het materiaal op af te stemmen. Een relevante vraag voor brede scholen is of het materiaal gedeeld wordt met de bredeschoolpartners en welke afspraken je hierover maakt. Enkele uitzonderingen daargelaten lijkt dit op het merendeel van de geportretteerde brede scholen niet of nauwelijks te gebeuren. 3.5 Financiën Slim organiseren van extra handen, middelen en materialen Een belangrijke voorwaarde voor een aanbod wetenschap en techniek binnen de brede school is uiteraard dat er voldoende financiële middelen zijn. Niet alleen voor de aanschaf van materialen, maar ook voor scholing en het aanstellen of vrijroosteren van personeel. De brede scholen die wij hebben gesproken proberen hier ook creatief mee om te gaan, door voor het reguliere onderwijs bijvoorbeeld (waar mogelijk) ook gebruik te maken van stagiairs, vrijwilligers en onderwijsassistenten. Zo heeft een van de geportretteerde scholen door minder gebruik te maken van schoolboeken meer geld beschikbaar voor de aanschaf van materialen (Wittering.nl). Vrijwel alle brede scholen uit de portretten maken gebruik van subsidies als VTB (wetenschap en techniek) en/of Delta (ruimtevaart). Een creatieve oplossing is de financiële ondersteuning voor een fietsreparatiecursus door een woningcorporatie, die 1% van zijn inkomsten moet besteden aan maatschappelijke doelen (Het Schateiland). Twee scholen hebben de verbinding gezocht met het domein kunst en cultuur, waardoor ze gebruik kunnen maken van een kunst-/cultuursubsidie (De Spelelier, De IJsselhof). Aandachtspunt voor het aanbod van naschoolse activiteiten is dat deze voor techniek vaak relatief duur zijn. Als er een bijdrage wordt gevraagd van ouders, kan dit betekenen dat bepaalde leerlingen niet kunnen deelnemen. 3.6 Succesfactoren Welke lessen kunnen we nu trekken uit de portretten van de elf scholen? Over het algemeen kunnen we zeggen dat de brede school met meerdere partners naast het onderwijs veel kansen en mogelijkheden biedt om kinderen via een doorgaande lijn wetenschap en techniek aan te bieden tijdens onderwijs, opvang, naschoolse activiteiten en ontspanning. Het is echter wel zaak om hier met alle partners van de brede school aan te werken, om zo het potentieel van de brede school optimaal te kunnen benutten. Wetenschap en techniek in de brede school 63 We zetten de belangrijkste succesfactoren die uit de portretten naar voren zijn gekomen nog eens op een rij: Succesfactoren bij implementatie van wetenschap en techniek in de brede school: ­ Visie Een duidelijke visie op wetenschap en techniek binnen de brede school, die is vastgelegd en uitgewerkt in een beleidsplan. ­ Financiële ruimte en zekerheid De beschikking over voldoende middelen om het W&T-onderwijs structureel vorm te geven. Creatief omgaan met eigen financiële middelen en externe subsidies. ­ Geïntegreerd aanbod Integratie van wetenschap en techniek in het reguliere onderwijsprogramma, vanuit het principe ‘wetenschap en techniek zijn overal’. ­ Afstemming Een afgestemd aanbod met bredeschoolpartners (via de zogenaamde ‘drietrapsraket’, doorgaande (concentrische) leerlijn, waarbij de leerling centraal staat. ­ Aanspreekpunt / ‘projecteigenaar’ De aanwezigheid van een techniekcoördinator en/of techniekleerkracht of een bredeschoolcoördinator die verantwoordelijk is voor techniek. ­ Deskundigheidsbevordering Professionalisering van de teamleden op het gebied van wetenschap en techniek, eventueel gecombineerd met een techniekspecialist. ­ Breed draagvlak Betrokkenheid van het schoolteam, bredeschoolpartners, leerlingen, ouders en buurt faciliteert de implementatie van wetenschap en techniek. ­ Ruimte voor wetenschap en techniek Niet alleen in de vorm van een fysiek lokaal, maar ook bewuste aandacht voor wetenschap en techniek in het curriculum. ­ Ondernemerschap en netwerk Actieve houding van directeur of techniekverantwoordelijke bij het betrekken van externe aanbieders, gemeente en andere contacten. Breder kijken dan de brede school. ­ Inhoudelijke ondersteuning vanuit gemeente of expertisecentra Inschakelen van expertise van buiten de brede school in de vorm van bijv. een techniekmakelaar, -adviseur of -coach. 64 3.7 Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Tot slot Terugkijkend naar het analysekader dat we in hoofdstuk 1 presenteerden, constateren we dat wetenschap en techniek heel goed geïncorporeerd kunnen worden in de programmering van brede scholen. De scholen die in dit startdocument geportretteerd worden, zijn daar stuk voor stuk in geslaagd. Tegelijkertijd zien we dat er (deels ook voor deze koplopers) nog een wereld te winnen is. Bijvoorbeeld op het vlak van lokale infrastructuur voor wetenschap en techniek, samenwerking tussen de bredeschoolpartners, het realiseren van een doorgaande lijn, relaties met het bedrijfsleven, et cetera. Daarmee hebben we in dit document vooral ingezoomd op de proceskant. Wat betreft de beoogde output (kinderen in de brede school laten kennismaken met wetenschap en techniek, spelenderwijs verbinding leren leggen tussen ervaringen op school en thuis en in de naschoolse activiteiten) moet nader onderzoek uitsluitsel geven. We kunnen wel zeggen dat leerlingen over het algemeen zeer enthousiast zijn over wetenschap en techniek. Zowel in formele (op school) als in informele context (na of buiten school) leren ze op een bepaalde manier redeneren, onderzoeken en vragen stellen. Voor de betrokkenen op de geportretteerde scholen is het duidelijk dat wetenschap en techniek onvermoede talenten in leerlingen naar boven brengen. Het is aannemelijk dat brede scholen daar met geïntegreerde wetenschap- & techniekprogrammering een belangrijke bijdrage aan kunnen leveren. Wetenschap en techniek in de brede school 4 Bronnen In dit hoofdstuk geven we een overzicht van relevante informatie en aanbieders op het gebied van wetenschap en techniek. Het gaat om bronnen die in de portretten van de elf brede scholen aan de orde zijn gekomen. Het biedt dus geen volledig overzicht van alle programma’s, initiatieven, aanbieders, methodes in die er in Nederland zijn op dit gebied. Landelijke en regionale programma’s, ondersteuning en informatie • Manifest Ruimte voor Talent (http://www.manifestwt.nl/) • Platform Bèta Techniek (www.platformbetatechniek.nl) • Talentenkracht (www.talentenkracht.nl) • Programma VTB (www.vtb.nl) • Programma VTB-Pro (www.vtbpro.nl) • Wetenschap- en techniekwijzer (www.wtwijzer.nl/) • Deltaproject (www.deltaopschool.nl) • Orionprogramma/Wetenschapsknooppunten (www.orionprogramma.nl) • Kenniscentra Wetenschap en Techniek (http://www.kwtg.nl/sites/kwtg/landelijk-1/anderekenniscentra/) • Brabants Techniek Platform (www.brabantvoortechniek.nl) • Regionaal Techniekcentrum Amsterdam (http://www.rtca.nl) • Techniekambassadeurs Amsterdam (www.techniekambassadeur.nl) • VONK – Vereniging van Techniek in het primair onderwijs (www.vonk.nl) • KPC Groep (http://www.kpcgroep.nl) Aanbieders van wetenschap- en techniekactiviteiten • Bureau Top (www.bureautop.nl) • Technika 10 (voor meisjes) www.technika10.nl • Mad Science (www.madscience.org/locations/nederland/) • De Ontdekhoek (www.ontdekhoek.nl), leercentrum voor techniek 4 t/m 14 jaar. • Landelijke campagne Energieke Scholen (www.energiekescholen.nl) • Techniek Coach (www.techniekcoach.nl), gratis gastlessen vanaf groep 5 • De Magneet (www.hanze.nl/magneet), Hanzehogeschool Groningen • Cedin Drachten (www.cedin.nl) • Netherlands Space Office (www.spaceoffice.nl) • Stichting Techniekpromotie, samenwerkingsverband technische universiteiten (www.techniekpromotie.nl/) Methodes en (les)materiaal • Techniekset Heutink (http://www.methodewereld.nl/common/downloads/techniekbrochure.pdf) • Techniektorens (www.techniektorens.nl) • TICA, talige technieklessen voor groep 1 t/m 8 CED groep (www.cedgroep.nl) • Naut, methode voor natuur, biologie en techniek voor groep 3 t/m 8 (http://www.malmberg.nl) • Leefwereld, natuur- en techniekmethode voor groep 5 t/m 8 (www.noordhoffuitgevers.nl) • TOM-kisten (techniek op maat) (www.techniekopmaat.nl) • Nieuws uit de Natuur-lessen (www.nieuwsuitdenatuur.nl) • Techno Venturie (www.technoventurie.nl) • Techniekmappen van Cedin (www.cedin.nl) • Lego Mindstorms (www.mindstorms.lego.com ) • Lesmateriaal van Delta op school (http://www.deltaopschool.nl/lesmateriaal) 65 66 • • • • • • • Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen Eurofysica (www.eurofysica.nl) K’nex, constructiespeeldgoed voor kinderen vanaf vijf jaar (www.knex.nl) Gigo Kogelbaanset (o.a. www.schoolmaterialen.nl), BBlocks, houten bouwplankjes (o.a. www.bblocks.nl) Spektro, elektrodoos (http://www.spektroshop.eu) Technido, techniekkisten voor de onderbouw (www.heutink.nl) Bee-Bot, leren programmeren (www.heutink.nl) Science centra en lokale bedrijven • Science Centre van de TU Delft (www.sciencecentre.tudelft.nl) • Science Center NEMO (www.e-nemo.nl) • Technische Universiteit Eindhoven (www.tue.nl / www.techniekpromotie.nl) • De Magneet (www.hanze.nl/magneet/) • Techperience (www.techperience.nl) • Essent Milieu te Wijster (www.essent.nl) • NAM (www.nam.nl) • BAM (www.bam.nl) • Nederlands Forensisch Instituut (www.nfi.nl) • Compaan (www.compaan.nl) Gebruikte documenten van de elf brede scholen • SWOT-analyse De Neptunus, Amsterdam • Schoolwerkplan VTB – De Regenboog, Assen • Plan van aanpak “techniek zit in alles, techniek is om ons heen” – Het Krijt, Assen • Wetenschap- en Techniekplan nov. 2010 – Titus Brandsmaschool, Delft • Pedagogische werkinstructies bso – kinderopvang Okidoki – ‘s-Gravenzande • Ontdek het talent dat je bent - kinderopvang Okidoki – ’s-Gravenzande • Concentrische leerlijn – De Starter, Groningen • Wetenschap- en techniekplan – De Ynset, Rottum • Schoolgids 2010-2011 – Wittering.nl, Rosmalen • Deltakrant mei 2010 – IJsselhof, Zwolle Websites geïnterviewde brede scholen en partners • www.daltonschoolneptunus.nl en www.partou.nl • www.cbshetkrijt.nl • www.regenboogassen.nl • www.spelelier.nl • www.titusbrandsmadelft.nl en www.bsodurfal.nl • http://schateiland.klaskompas.nl/index.php?id=38 • www.obsdedriekleur.nl en www.okidoki-kdv.nl • www.destarter.nl • www.wittering.nl • www.de-ynset.nl • www.obs-ijsselhof.nl Wetenschap en techniek in de brede school Bijlage: lijst met deelnemers praktijkbijeenkomst Deelnemers praktijkbijeenkomst ‘Wetenschap en techniek in de brede school’ Casper van de Woude, Basisschool De Regenboog, Assen Corrie van Houwelingen, techniekproject Brede School Gouda Jan de Wild, techniekproject Brede School Gouda Henk Velkers, basisschool De Ynset, Rottum Ingrid Veeke, KPC Groep, Den Bosch Jan Noordam, Platform Bèta Techniek, Den Haag Liesbert Dreijer, Kinderopvang Partou, Amsterdam Maarten Reichwein, Wetenschapsknooppunt Universiteit Utrecht Roos den Houdijker Regionaal Steunpunt VTB Utrecht / Techniekpunt Utrecht Plus Willem van Eijk, WAVE Communicatie, Zwolle 67