Wetenschap en techniek in de brede school

advertisement
Wetenschap en techniek in de
brede school
Startdocument voor scholen en partners
Wetenschap en techniek in de brede school
Startdocument voor scholen en partners
Opdrachtgever: Platform Bèta Techniek
Utrecht, mei 2011
© Oberon
Postbus 1423
3500 BK Utrecht
tel. 030-2306090
fax 030-2306080
e-mailadres: [email protected]
www.oberon.eu
Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Bezuidenhoutseweg 251-253
2594 AM Den Haag
tel. 070 - 3042010
[email protected]
www.bredeschool.nl
Wetenschap en techniek in de brede school
3
Inhoudsopgave 1 Inleiding .......................................................................................................................................... 5 1.1 Wat kunt u in dit startdocument vinden? .................................................................................. 5 1.2 Begripsbepaling ....................................................................................................................... 6 1.3 Wetenschap en techniek in de brede school: een kansrijke combinatie ................................. 8
2 Schoolportretten .......................................................................................................................... 11 Schoolportretten in vogelvlucht...................................................................................................... 12 De Neptunus, Amsterdam ............................................................................................................. 14 De Regenboog, Assen ................................................................................................................... 19 Het Krijt, Assen .............................................................................................................................. 24 De Spelelier, Boxtel ....................................................................................................................... 27 Titus Brandsmaschool, Delft .......................................................................................................... 32 Het Schateiland, locatie De Schakel, Gouda................................................................................. 36 De Driekleur, ’s-Gravenzande ....................................................................................................... 40 De Starter, partner in Vensterschool Stadspark Groningen .......................................................... 44 Wittering.nl, Rosmalen ................................................................................................................... 48 De Ynset, Rottum........................................................................................................................... 52 De IJsselhof, Zwolle ....................................................................................................................... 56
3 Conclusies en aanbevelingen: wat werkt en wat valt op? ...................................................... 59 3.1 Inhoud .................................................................................................................................... 59 3.2 Organisatie ............................................................................................................................. 60 3.3 Programma ............................................................................................................................ 61 3.4 Huisvesting en materialen ...................................................................................................... 62 3.5 Financiën ................................................................................................................................ 62 3.6 Succesfactoren ...................................................................................................................... 62 3.7 Tot slot.................................................................................................................................... 64
4 Bronnen ........................................................................................................................................ 65
Bijlage: lijst met deelnemers praktijkbijeenkomst ........................................................................... 67 4
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Wetenschap en techniek in de brede school
1
5
Inleiding
Wetenschap en techniek zijn de laatste tien jaar steeds duidelijker aanwezig binnen het
basisonderwijs, onder meer vanwege het inzicht dat er in Nederland steeds grotere behoefte is aan
geschoolde mensen op het gebied van wetenschap en technologie. In dit kader heeft het ministerie
van OCW van 2001 tot en met 2010 via het Programma VTB (Verbreding Techniek Basisonderwijs)
scholen financieel, organisatorisch en inhoudelijk ondersteund bij de implementatie van wetenschap
en techniek in het basisonderwijs. Daarnaast waren er scholingsarrangementen voor leerkrachten
(VTB-Pro). Aanleiding voor het programma was de ambitie vanuit de overheid en bedrijfsleven om
techniek een structurele plek te geven in het basisonderwijs. Het Masterplan “Ruimte voor Talent –
Ruimte voor Wetenschap en Techniek” borduurt voort op het Programma VTB en biedt scholen vanaf
1 januari 2011 de gelegenheid om wetenschap en techniek te implementeren. Doel van het
Masterplan is dat in 2016 alle basisscholen wetenschap en techniek kunnen inzetten om de talenten
van hun leerlingen tot ontwikkeling te laten komen. Talentontwikkeling is dan ook een belangrijk
achterliggend doel van het Masterplan.
Het voorliggende document heeft betrekking op de implementatie van wetenschap en techniek binnen
het domein van de brede school. Het uitgangspunt van brede scholen is dat leren niet alleen op
school plaatsvindt, maar ook bij de buitenschoolse opvang, naschoolse activiteiten kinderopvang en
peuterspeelzaal en thuis. De programmering van brede scholen biedt ruimte aan een veelheid van
onderwerpen, variërend van huiswerkbegeleiding, sport, cultuur tot opvoedingsondersteuning en
schoolmaatschappelijk werk. Het ligt voor de hand dat ook wetenschap en techniek in die
programma’s worden opgenomen. In dit startdocument ‘Wetenschap en techniek in de brede school’
worden hiervoor concrete handvatten en ideeën geboden.
1.1
Wat kunt u in dit startdocument vinden?
Dit startdocument is bedoeld voor brede scholen die (verder) aan de slag willen gaan met wetenschap
en techniek. De kern van dit document bestaat uit een elftal portretten van brede scholen die
wetenschap en techniek al hebben geïmplementeerd of bezig zijn daarmee (hoofdstuk 2). Deze
schoolportretten bieden andere brede scholen ideeën en concrete handvatten voor een gedegen
implementatie van wetenschap en techniek. Dat wil zeggen bredeschool-breed, als een vast en
geïntegreerd onderdeel van het programma.
De portretten zijn opgesteld op basis van gesprekken met schooldirecteuren, techniekcoördinatoren,
bredeschoolcoördinatoren, (techniek)leerkrachten en managers kinderopvang van elf brede scholen
door het hele land en een praktijkbijeenkomst met deskundigen1 op het gebied van de brede school
en/of wetenschap en techniek. In de portretten gaan we in op de ervaringen van brede scholen met
wetenschap- en techniekonderwijs en de belangrijkste succesfactoren bij de implementatie van
wetenschap en techniek in de brede school (hoofdstuk 2).
Het document wordt afgesloten met een praktische checklist voor de implementatie van wetenschap
en techniek binnen de context van de brede school (hoofdstuk 3) en een bronnenoverzicht van
relevante websites en externe aanbieders/partners op het gebied van wetenschap en techniek
(hoofdstuk 4).
1
Een lijst met deelnemers aan de praktijkbijeenkomst is te vinden in de bijlage.
6
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
1.2
Begripsbepaling
Voor een goed begrip van de portretten in dit document en de interpretatie van de uitkomsten is het
van belang dat duidelijk is wat er wordt verstaan onder een brede school en wetenschap en techniek.
Hier gaan wij in de volgende paragrafen eerst kort op in. Vervolgens schetsen we met behulp van een
onderzoeksmodel hoe de brede school en wetenschap en techniek met elkaar verbonden (kunnen)
zijn.
1.2.1
De brede school
Brede scholen zijn overal in Nederland te vinden. Inmiddels staan er brede scholen in negen van de
tien gemeenten en het aantal neemt nog steeds toe. Maar wat wordt er onder een brede school
verstaan? Alle brede scholen ontwikkelen zich op hun eigen manier en er zijn veel
verschijningsvormen. Er zijn echter wel een aantal ‘gemene delers’ die voor de meeste brede scholen
gelden2. Brede scholen worden gekenmerkt door:
•
verbreding van functie en doelstellingen;
•
verbreding van organisatie(s);
•
verbreding van het aanbod;
•
verbreding van de doelgroep.
De website van de Rijksoverheid geeft de volgende omschrijving:
Een brede school is een netwerk van voorzieningen voor kinderen, jongeren en gezinnen in de buurt,
met de school als middelpunt. Een brede school werkt samen met organisaties voor kinderopvang,
welzijnsinstellingen, peuterspeelzalen, bibliotheken en instellingen voor sport en cultuur. Brede
scholen komen vooral voor in het primair onderwijs maar ook steeds vaker in het voortgezet
onderwijs.
In het Jaarbericht Brede School (2009) wordt de volgende definitie gegeven:
Er is sprake van een brede school wanneer een school een bredere maatschappelijke functie heeft
dan die van onderwijsgever alleen, daarbij structureel samenwerkt met instellingen voor welzijn, zorg,
kinderopvang, sport en/of cultuur en samen met die voorzieningen zorg draagt voor een substantiële
uitbreiding van het aanbod.
In het onderstaande schema wordt de brede school gevisualiseerd.
Definitie brede school
Een netwerk van samenwerkende voorzieningen
voor kinderen, ouders en buurt.
ƒ samenhangende pedagogische visie
ƒ sluitend programma
ƒ integrale bedrijfsvoering
ƒ structurele financiering
2
Bron: Brede scholen in Nederland. Jaarbericht 2009 (Oberon, 2009).
Wetenschap en techniek in de brede school
7
Uit het schema blijkt dat het kind centraal staat in de brede school. De doelstellingen van de brede
school zijn dan ook vaak gericht op het bieden van kansen en/of de mogelijkheid tot verrijking en
brede talentontwikkeling voor de leerlingen.
1.2.2
Wetenschap en techniek
Wat verstaan we nu precies onder wetenschap en techniek? Uit de volgende omschrijving wordt
duidelijk dat het bij wetenschap- en techniekonderwijs niet zozeer of niet alleen gaat om het aanleren
van specifieke inhoudelijke kennis, maar juist ook om het aanleren en stimuleren van een
onderzoekende en probleemoplossende houding.
“Wetenschap en techniek is in de eerste plaats een houding. Het is nieuwsgierigheid, willen weten,
willen begrijpen, willen verbeteren. De ‘black box’ openmaken en kijken wat er in zit. Wetenschap en
techniek is verder een zoektocht en een praktijk”3.
Wetenschap en techniek sluiten goed aan bij de nieuwsgierigheid, creativiteit en het oplossend
vermogen van kinderen. In het kader van talentontwikkeling ligt bij het wetenschaps- en
techniekonderwijs de nadruk op onderzoekend en ontwerpend leren. Onderwijs in wetenschap en
techniek kan kinderen uitdagen tot rijk en gevarieerd leergedrag en het zet aan tot een
onderzoekende instelling. Het doel van onderwijs in wetenschap en techniek is om kinderen
wetenschappelijk en technisch ‘geletterd’ te maken, zodat ze zich in de hedendaagse maatschappij
kunnen redden4.
Binnen het basisonderwijs maken wetenschap en techniek vooral deel uit van het leergebied
‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’, maar met wetenschap en techniek kan ook worden aangesloten bij
andere leergebieden en domeinen, zoals taal, rekenen en wiskunde en kunstzinnige oriëntatie.
Wetenschap (en meer specifiek natuur) en techniek zijn ook opgenomen in de kerndoelen voor het
primair onderwijs. De kerndoelen in het leergebied ‘Oriëntatie op jezelf’ zijn de volgende:
Kerndoelen Primair Onderwijs met betrekking tot wetenschap en techniek
40
41
42
43
44
45
46
De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen
en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving.
De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun
onderdelen.
De leerlingen leren onderzoek doen naar materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid,
elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.
De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.
De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en
het materiaalgebruik.
De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te
evalueren.
De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, seizoenen en dag en nacht
veroorzaakt.
van de zon, seizoenen en dag en nacht veroorzaakt.
3
4
Hanno van Keulen (2010). Wetenschap en techniek. IJkpunten voor een domein in ontwikkeling. Den Haag: Platform
Bèta Techniek.
Hanno van Keulen & Ida Oosterheert (2011). Wetenschap en techniek op de basisschool. Groningen: Noordhoff (in
druk).
8
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
1.3
Wetenschap en techniek in de brede school: een kansrijke
combinatie
Uit het voorafgaande valt af te leiden dat brede scholen een uitstekende voedingsbodem vormen voor
de integratie van wetenschap en techniek in het basisonderwijs. De steeds intensievere
samenwerking binnen brede scholen tussen de disciplines onderwijs, kinderopvang en welzijn voorziet
in de daarvoor benodigde infrastructuur. Wetenschap en techniek bieden ook kansen om samen te
werken met het voortgezet onderwijs, ouders meer bij onderwijs te betrekken en het bedrijfsleven aan
de school te binden. De activiteitenprogramma’s en dagarrangementen van brede scholen bieden veel
inhoudelijke aangrijpingspunten voor wetenschap en techniek en dan met name de ambitie om
doorlopende leerlijnen en verbindingen tussen binnen- en buitenschools leren te realiseren.
En tot slot, brede scholen richten zich in toenemende mate op talentontwikkeling. Tekenend in dat
verband is dat twee derde van de brede scholen momenteel het verrijkingsprofiel als leidmotief
hanteert5. Al met al biedt het speelveld van de brede school daarmee goede mogelijkheden en kansen
om de positie van wetenschap en techniek – en in bredere zin talentontwikkeling – in het primair
onderwijs te versterken.
1.3.1
Analysekader
De factoren die een rol spelen bij de implementatie van wetenschap en techniek in de brede school
zijn weer te geven in een model met drie soorten variabelen (input - proces - rendement) (figuur 1).
Figuur 1 - Analysekader wetenschap en techniek in de brede school
INPUT PROCES Kenmerken van
• Kinderen 0-12
• Ouders
• Wijk(bewoners)
• Professionals
Inhoud:
• visie, doelen, profiel
Organisatie:
• partners, samenwerking,
deskundigheid
Programma:
• aanbod, activiteiten
Huisvesting:
• accommodaties,
buitenruimte
Financiën:
• investeringen, kosten,
lasten
RENDEMENT • Output:
deelname van kinderen aan
activiteiten en voorzieningen op
het vlak van wetenschap en
techniek
• Outcome:
effecten op de ontwikkeling van
- kinderen (cognitief, sociaalemotioneel, fysiek)
- ouders
- de wijk
- de samenleving
•
Aan de inputkant van het model gaat het om vragen als: in welke context en omgeving (bijv.
stad/platteland, achterstands-/voorsprongwijken) opereren de brede scholen? Welke
leerlingenpopulatie en doelgroepen bedienen zij?
•
Op procesniveau spelen vragen over welke visie, doelen en ambities brede scholen formuleren
ten aanzien van wetenschap en techniek. Daarnaast is relevant hoe de betrokken partners (o.a.
basisscholen, kinderopvang, welzijn en aanbieders van wetenschap- en techniekactiviteiten) hun
5
Zie Brede scholen in Nederland. Jaarbericht 2009 (Oberon, 2009).
Wetenschap en techniek in de brede school
9
samenwerking inrichten en hoe zij zorgen voor de benodigde deskundigheid. Hoe wordt één en
ander geconcretiseerd in de programmering van aanbod en activiteiten? Welke randvoorwaarden
ten aanzien van huisvesting en inrichting zijn van belang en welke investeringen en geldstromen
kunnen worden ingezet?
•
De inputvariabelen en het proces dragen bij aan het rendement, oftewel de opbrengsten van de
incorporatie van wetenschap en techniek in de brede school, vooral in termen van de deelname
van kinderen aan activiteiten en voorzieningen (output) en de effecten op de (talent)ontwikkeling
van de leerlingen (outcome).
In dit document gaan we vooral in op de proceskenmerken van het model, dus op inhoud, organisatie,
programma, huisvesting en financiën (het donker gearceerde deel van het analysekader), maar we
zullen daarbij wel kijken naar mogelijke of ervaren opbrengsten van wetenschap en techniek in de
brede school. Het volgende hoofdstuk bevat beschrijvingen van brede scholen die bezig zijn met
wetenschap en techniek. Met deze beschrijvingen kan meer zicht worden verkregen op welke factoren
bevorderend werken bij de implementatie van wetenschap en techniek in de brede school.
10
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Wetenschap en techniek in de brede school
2
11
Schoolportretten
Dit hoofdstuk bevat portretten van elf brede scholen die bezig zijn met de implementatie van
wetenschap en techniek binnen het onderwijs en met de bredeschoolpartners. De scholen variëren
van een kleine brede plattelandsschool tot multifunctionele accommodatie in een nieuwbouwwijk of
brede school in een (technische universiteit)stad. Ook is er variatie in de mate van implementatie van
wetenschap en techniek en de samenwerking op dat gebied met bredeschoolpartners en externe
aanbieders. Niet op alle scholen is wetenschap en techniek al helemaal uitontwikkeld. De portretten
geven hiermee een gevarieerd overzicht van de kansen en uitdagingen voor brede scholen bij de
inbedding van wetenschap en techniek. De portretten bieden op verschillende niveaus
aanknopingspunten voor scholen die de inzet van wetenschap en techniek (verder) willen vergroten.
Leeswijzer
We starten elk portret met een korte samenvatting van de belangrijkste kenmerken van de school en
een beknopte achtergrondschets. Elk portret wordt afgesloten met een kort overzicht van de
succesfactoren van de school. Deze succesfactoren bieden de lezer snel inzicht in de factoren die
bevorderend kunnen werken bij de invoering van wetenschap en techniek.
De belangrijkste kenmerken in vogelvlucht van de elf brede scholen en hun wetenschap- en
techniekonderwijs zijn terug te vinden in het volgende schema.
12
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Schoolportretten in vogelvlucht
Naam
De Neptunus
Amsterdam
De Regenboog
Profiel
Buurt-/wijkschool
met profiel
wetenschap,
natuur en techniek
(WNT)
Buurt-/wijkschool,
netwerkorganisatie
Assen
Het Krijt MFA
Boxtel
Titus
Brandsmaschool
Delft
1
Organisatievorm
• Groep 3/4 1x in de
twee weken
• Groep 5-8 één uur
in de week
• Bso biedt
cursussen aan in
de vorm van een
carrousel
• Doorgaande leerlijn
met technieklessen, activiteiten
en projecten
• Naschoolse
activiteiten
• 1x per week
keuzemenumiddag
in onderbouw
• Tweemaandelijkse
techniekmiddag
groep 3-8
• Naschoolse
activiteiten
Huisvesting
• Twee speciale
natuur- en
technieklokalen
• Weerstation
• Schooltuinen
Personele inzet
• Techniekcoördinator
• Onderwijsassistent
• Stuurgroep WNT
Financiën
• VTB
• Delta
• Technieklokaal
• Techniekcoördinator
• Locatiemanager
• Ouders
• VTB
• Technieklokaal
• Werkgroep
Wetenschap en
Techniek
• Twee techniekcoördinatoren
• Locatiemanager
• VTB
Buurt-/wijkschool
• Basisschool
• Brede school Assen
• Bedrijven
Buurt-/wijkschool,
profiel gericht op
verrijking, met
focus op Kunst en
Cultuur
• Basisonderwijs
• Bso
• Stichting Brede
Scholen Boxtel
• Externe aanbieders
(Mad Science,
Ontdekhoek) en
bedrijven
• Zoveel mogelijk
geïntegreerd in
reguliere lessen
• Techniekmethode
• Circuitmodel
• Naschoolse
activiteiten en
vakantieactiviteiten
• Geen apart
technieklokaal
• Bredeschoolcoördinator
• Techniekcoördinator/
leerkracht
• Stagiairs
• Vrijwilliger
• Ouders (incidenteel)
• VTB
• Schoolbestuur
• Subsidie
Cultuurnetwerk
Nederland
Buurt-/wijkschool
met focus op
techniek
• Basisschool
• Bso
• Gemeente/Brede
School Delft
• TU Delft (Science
Centre)
• Bedrijven
• Wetenschapsknooppunt Delft
• Natuur- en
techniekmethode
• 10x per jaar
techniekmiddag
• Techniekaanbod
Bso (in
ontwikkeling)
• Naschools aanbod
Brede School Delft
• Geen apart
technieklokaal
• Twee techniekcoördinatoren
(adjunct-directeur en
leerkracht)
• Externe
techniekcoach
• Beleidsadviseur
techniek/techniekmakelaar gemeente
• Ouders (incidenteel)
• VTB
• Subsidie
dagarrangementen vanuit
gemeente
Assen
De Spelelier
W&T-partners
• Basisschool
• Bso
• Externe partners
(o.a. NEMO,
Technika 10,
techniekambassadeurs, bedrijfsleven,
hbo, vo)
• Basisschool
• Aoc
• Sciencecentrum
Hanzehogeschool
• Bedrijven
Bijzonderheden
• Deelname aan project
techniekambassadeurs en
Techniek4U
• Samenwerking met
externe partners en
bedrijven
• Goede faciliteiten
• Opstartfase
Leerlingenparlement
• Eigen VTB-netwerk
Assen
• Plan van aanpak W&T
• Naschoolse activiteiten
via overkoepelende
brede school
• Technieklokaal voor
gezamenlijk gebruik
MFA-partners
• Deelname aan VTBnetwerk Assen
• W&T geïntegreerd in
kunst- en cultuur en
andere vakken.
• Principe van
drietrapsraket (schoolnaschools-thuis)
• Enthousiasmerende
externe aanbieders
• Sluitend
dagarrangement
school en bso met
W&T
• W&T-plan
• Actieve rol van de
gemeente
• Aanwezigheid TU Delft
Wetenschap en techniek in de brede school
Naam
Het Schateiland
Profiel
Buurtschool
Gouda
De Driekleur
Buurt-/wijkschool
’s-Gravenzande
De Starter
Vensterschool
Stadspark
Buurt-/wijkschool
Groningen
Wittering.nl
Rosmalen
De Ynset
MFA (formeel
geen brede
school), focus op
talentontwikkeling
Rottum
Kleine brede
school op het
platteland
De IJsselhof
Buurt-/wijkschool
Zwolle
1
13
W&T-partners
• Basisschool en Bso
• Brede School Gouda
• Buurt, ouders
• Vo, pabo’s
• Gemeente
• Bedrijven
• Basisschool
• Bso
• Gemeente
• Mbo/hbo (tuinbouw)
• Bedrijven
• Basisschool
• Peuterspeelzaal
• Bso
• Vensterschool
• Buurthuis
• Gemeente
• Bedrijven
Organisatievorm
• Techniekmethode
• Crearondes 1 x per
week voor gr. 5-8
• Thema’s lopen door
in de bso
Huisvesting
• Schoollaboratorium
• Techniekinstructielokaal (in
ontwikkeling)
Personele inzet
• Directeur/
techniekcoördinator
• Ouders
(incidenteel)
• Carrousel (in
ontwikkeling)
• Afgestemd
activiteiten-aanbod
bso
• Bso heeft
themalocaties,
waaronder de
Ontdekhoek W&T
• Scienceontdekplein
voor 2/3-jarigen
• Sciencelessen op
maat voor gr. 1-8
• Naschoolse
activiteiten in
scienceclubs
• Technieklokaal
• Rekenlokaal
• Ontdekspeelplein
voor peuters en
onderbouw
• Basisschool
• Bso
• Externe aanbieders
(o.a. TU Eindhoven,
NEMO)
• Bedrijven
• Ouders (incidenteel)
• Basisschool
• Gemeente
• Bedrijven
• W&T volledig
geïntegreerd in
curriculum
(kernconcepten)
• Buitenschools
aanbod
• Verspreid door
school (er zijn geen
klaslokalen)
• ‘Eurekaruimtes’
voor experimenteren en ontdekken
• Technieklessen
gr. 1-8
• Naschoolse
activiteiten
• Bezoek aan
ambachtelijke
bedrijven
• W&T-leerlijn gr. 1-8
• Basisschool
• Diverse instanties en • Themamiddagen
collegascholen
• Delta-activiteiten
• Bedrijven
• Naschools
activiteitenaanbod
(trap 1 en 2 van
drietrapsraket)
Naast reguliere groepsleerkrachten (en medewerkers bso).
1
Financiën
• VTB
• Subsidie gemeente
• Financiële
ondersteuning
woningcorporatie
“fietsreparatie”
Bijzonderheden
• Doorgaande leerlijn
W&T in
ontwikkeling
• Breed netwerk
samenwerkingspartners
• Projectgroep
Wetenschap en
Techniek
• VTB
• Themalocaties bso
• Samenwerking
tuinbouwsector
• Techniekcoördinator
• Werkgroep
Wetenschap &
Techniek
• Locatiemanager
• Stagiairs
• Vrijwilligers
• Directeur
• Techniekspecialist
• VTB
• Delta
• Concentrische
leerlijn van 2/3 t/m
15 jaar
• Gebruik van niettalige stuurkaarten
• Academische
school
• VTB
• Delta
• Bedrijven
• Innovatieve school
• “Eigen” bso met
afgestemde
aanpak.
• Ondernemende
school; veel
externe contacten
• Sterk onderbouwd
W&T-plan
• Afstand tot
voorzieningen
• Samenwerking
ambachtelijke
ondernemers
• W&T geïntegreerd
met kunst en
cultuur
• Sluitend aanbod
binnenschoolbuitenschools.
• Deltakrant
• Colleges voor
leerkrachten
• Geen apart
technieklokaal
• Directeur
• Wetenschap- en
techniekcoördinator
• VTB
• Wetenschap- &
techniekhoeken
binnen de
klaslokalen
• Wetenschapscoördinator
• Bredeschoolcoördinator
• Kunst- en cultuurcoördinator
• VTB
• Delta
• Subsidie
cultuurfonds
14
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
De Neptunus, Amsterdam
Interview met Rik Kuiper (techniekcoördinator) van Daltonschool de Neptunus en Liesbert Dreijer
(locatiemanager) van kinderopvangorganisatie Partou.
Waarom is deze brede school interessant?
De Neptunus heeft zich vanaf het begin samen met de buitenschoolse opvang gericht op de thema’s
natuur, techniek en wetenschap. De randvoorwaarden om leerlingen te introduceren in de wereld van
wetenschap en techniek zijn aanwezig: er worden diverse activiteiten georganiseerd, er zijn twee
speciale lokalen ingericht en er is een coördinator wetenschap, natuur & techniek. Beide partijen
(onderwijs en opvang) realiseren zich dat er nog een wereld te winnen valt met een hechtere
samenwerking en hebben een lijst met actiepunten opgesteld om deze samenwerking verder te
versterken.
De Neptunus is een Daltonschool op IJburg in Amsterdam. De school is samen met buitenschoolse
opvang (bso) Partou in één gebouw gevestigd, waarin zij verschillende ruimtes met elkaar delen.
Deze bredeschoolconstructie bestaat inmiddels vijf jaar. De nieuwbouwwijk IJburg is inmiddels
uitgegroeid tot een wijk met een mix van koopwoningen en een ongeveer 30% gemengd
woningaanbod. Alle brede scholen op IJburg hebben een eigen “brede” schoolprofiel. De rol van het
stadsdeel Zeeburg en het schoolbestuur is sturend geweest bij het bepalen van de keuze voor deze
profielen. De Neptunus heeft zich vanaf het begin gericht op wetenschap en natuur & techniek (WNT).
Op de bovenverdieping van het gebouw zijn dan ook twee natuur- en technieklokalen geplaatst en op
het dak zijn een aantal tuintjes, een kas en een weerstation.
Onderzoekend en ontwerpend leren
Dat de Neptunus zich bezig houdt met wetenschap, natuur en techniek lijkt vanzelfsprekend. Volgens
de school sluit het profiel goed aan bij onderzoekend en ontwerpend leren. Beide vormen van leren
gaan uit van leren op basis van eigen ervaring en leren kinderen een probleem vanuit verschillende
optieken te laten bekijken en beschouwen. Op die manier leren kinderen probleemoplossend denken.
“Techniek is meer dan alleen iets moois maken, het is iets maken dat werkt.” De techniekcoördinator
is ervan overtuigd dat kinderen leren door te doen en praktisch aan de slag te gaan. Daar onthouden
ze het meest van. Daarnaast is wetenschap, natuur en techniekonderwijs heel erg geschikt voor het
gebruik van afwisselende werkvormen. De school vindt dit belangrijk, omdat kinderen op verschillende
manieren leren (het meervoudige-intelligentieprincipe).
“Bij onderzoekend leren, leren kinderen een stappenplan te maken. Ze doen daarbij allerlei
vaardigheden op. Bij ontwerpend leren laat je kinderen meer vrij, je geeft ze de materialen en laat ze
zelfstandig onderzoeken wat ze met die materialen kunnen doen of maken”.
De visie van de school komt deels overeen met die van de buitenschoolse opvang: ook zij hechten
waarde aan praktische en ondernemende activiteiten en aan variatie, maar kiezen voor een bredere
insteek. Kinderopvangorganisatie Partou: “We hebben iets met kunsttechniek en fotografie gedaan in
het kader van techniek, om ook eens iets anders te doen. Deze activiteiten zijn niet puur technisch,
omdat de bso niet te krampachtig alleen maar techniek wil doen. De bso wil wel aansluiten bij de
school, maar kinderen daarnaast op meerdere terreinen activiteiten aanbieden, die aansluiten bij hun
interesses.”
Wetenschap en techniek in de brede school
15
Subsidiebronnen
De Neptunus was een van de eerste scholen in Nederland die deelnam aan het VTB-project dat als
doelstelling had om wetenschap en techniek in het basisonderwijs te implementeren6. Via deze
subsidie werden de natuur- en technieklokalen ingericht. De Neptunus blijft zich echter richten op
wetenschap, natuur en techniek, onder meer als Deltaschool. Via het Deltaproject krijgen scholen een
subsidie om via extra lessen aandacht te besteden aan techniek en wetenschap, met speciale
aandacht voor de ruimtevaart. Het project is een initiatief van het ministerie van OCW, de Europese
Ruimtevaartorganisatie ESA en de NASA.
Van maquettes tot raketten
Zowel binnen de school als binnen de bso worden allerlei activiteiten aangeboden op het gebied van
wetenschap en techniek. Zo organiseert de school tijdens schooltijd wetenschap- en
techniekactiviteiten. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van bestaande methodes, zoals Naut, KOTotaal en de techniektoren. Daarnaast is er door de school voor elke groep een leerlijn opgesteld voor
wetenschap, natuur en techniek. Kinderen uit groepen 3 en 4 komen een keer per twee weken in het
technieklokaal, kinderen uit groepen 5 tot en met 8 elke week een uur. “Groep 3 begint na de
kerstvakantie, omdat het eerste half jaar meer gericht is op leren lezen en schrijven. Ze hebben dan al
genoeg te verwerken dat eerste half jaar.”
Eigen website natuur en techniek
De school heeft ook een eigen website voor leerlingen van de Neptunus (www.natuurentechniek.nl).
Hier zijn o.a. per groep 25 à 30 techniekopdrachten te vinden, een koppeling met het weerstation,
uitleg over gereedschap en een weblog ruimtevaart. Daarnaast is er een aparte website voor
leerkrachten en studenten van de pabo (http://www.natuurentechniek.nl/leerkracht).
WNT-aanbod school en bso
Voor het WNT-onderwijs wordt gebruik gemaakt van verschillende methodes en materialen. In groep
1 en 2 werken ze met de techniektoren, school TV (Koekeloere) en de methode KO-totaal, waarin een
onderdeel natuur/techniek is opgenomen. In groep 3 t/m 8 wordt gebruik gemaakt van de natuur- en
techniekmethode Naut en van het technieklokaal.
De bso verzorgt op maandag, dinsdag en donderdag naschoolse cursussen van een uur rondom
techniek: “We bouwen maquettes, maken lampen en allerlei andere dingen met een technische
insteek.” Er worden in de bso zes cursussen per week gegeven in de zogenaamde Carrousel:
• drie voor 4- en 5-jarigen;
• drie voor 6- t/m 8-jarigen.
Kinderen die ouder zijn dan 8 jaar worden op een andere locatie opgevangen. Voor deze kinderen
heeft de bso een speciaal concept ontwikkeld. De bso heeft bewust gekozen voor deze
leeftijdsindeling, omdat de interesses en mogelijkheden per groep verschillen.
De uitvoering van de wetenschap, natuur en techniekactiviteiten op de brede school is in handen van
verschillende personen en organisaties. De lessen onder schooltijd in het technieklokaal worden door
de techniekcoördinator en een onderwijsassistent gegeven. Ze werken daarbij met groepen van 25 tot
30 leerlingen. Dit is meestal een combinatie van twee groepen: bijvoorbeeld de helft uit groep 5 en de
andere helft uit groep 7. “Op het moment dat de helft van de groep aan het werk is in het
technieklokaal, werkt de andere helft van de groep in de klas met Naut. Op die manier is iedereen
bezig met wetenschap, natuur en techniek. In het technieklokaal kunnen de oudere leerlingen de
jongere leerlingen soms een handje helpen.” De cursussen in de bso worden verzorgd door zowel
medewerkers van de bso als vakkrachten van Theatraal IJburg.
6
Bron: Platform Pabo, Nieuwsmagazine voor docenten en opleidingsmanagement. Noordhoff, november 2009.
16
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Externe partners: de juiste mix
Op school worden samen met externe partners verschillende projecten rondom wetenschap en
techniek georganiseerd, zoals ‘weer en klimaat’ en ‘vliegen naar de sterren’ of ‘van zeewereld tot
wereldzee’. Vanuit de brede school wordt onder andere samengewerkt met:
• het Amsterdams Natuur & Milieu Educatiecentrum
• NEMO
• Technika 10
• het bedrijfsleven: via deelname aan het project Techniekambassadeurs
• de Educatieve Hogeschool van Amsterdam (EHvA) / Expertisecentrum WNT en de Ipabo: De
Neptunus biedt diverse mogelijkheden voor een stage- of afstudeeropdracht op gebied van
wetenschap, natuur & techniek.
Daarnaast wordt samenwerking met het voortgezet onderwijs (het IJburg College) op gebied van
wetenschap, natuur & techniek onderzocht.
Met name de school werkt veel met deze externe partijen samen. De bso zou ook wel meer willen
samenwerken met andere partijen en dan met name met een kenniscentrum op het gebied van
wetenschap en techniek: “Meer begeleiding vanuit een kenniscentrum bij het aanbieden van
wetenschap en techniek binnen de bso is wenselijk. Op die manier zouden we meer kunnen doen met
wetenschap, natuur en techniek in de bso. Nu zijn onze mogelijkheden soms beperkt.”
Techniekambassadeurs
De techniekcoördinator is betrokken bij het project techniekambassadeurs. Het project wil handvatten
bieden voor scholen om de samenwerking met het bedrijfsleven te versterken en voor bedrijven om
een relevante bijdrage te kunnen leveren aan het onderwijs.
In het kader van dit project worden:
• 12 modules samengesteld;
• mogelijkheden voor excursies en bedrijfsbezoeken in kaart gebracht (letterlijk: in Google maps);
• mogelijkheden voor gastlessen beschreven.
Bij dit project zijn 24 scholen betrokken. De Neptunus is bij de ontwikkeling van twee modules
betrokken: Techniek in het schoolgebouw en Techniek, weer en klimaat. Voor meer informatie over
het project zie www.techniekambassadeur.nl.
Meer afstemming
Ondanks het gedeelde natuur- en techniekprofiel van de brede school gaan vooralsnog zowel de
school als de bso ieder hun eigen weg bij het vormgeven van het techniekaanbod. Afstemming is voor
beide partijen dan ook een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst. Dat dit niet vanzelf gaat ligt
volgens beiden niet aan de welwillendheid van de school en de bso. Het heeft vooral te maken met
gebrek aan tijd en het stellen van prioriteiten. Ook het feit dat de school vrij nieuw is en er vorig jaar
twaalf nieuwe leerkrachten zijn bijgekomen belemmeren de continuïteit rondom wetenschap en
techniek binnen de brede school.
SWOT-analyse samenwerking school-buitenschoolse opvang
Door de techniekcoördinator en locatiemanager van Partou is een SWOT7-analyse gemaakt van de
samenwerking tussen de school en de bso. In dit overzicht zijn de sterkten, zwakten, kansen en
bedreigingen van deze samenwerking op een rijtje gezet. Kansen ziet de brede school vooral in:
• Het uitgebreider ingaan op onderwerpen.
• Het inzetten van afwisselende werkvormen, zoals excursies en gastlessen.
• Het aanbieden van activiteiten die onder schooltijd soms onder druk komen te staan door een vol
programma.
7
SWOT staat voor: Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats.
Wetenschap en techniek in de brede school
17
• Het gebruik maken van techniektoren in de bso op het moment dat de onderbouw hier
onvoldoende gebruik van maakt.
• Het Masterplan van het Platform Bèta Techniek: dit kan een impuls geven aan wetenschap en
techniek in de brede school.
• Het versterken van de naschoolse activiteiten met behulp van aanbieders van naschoolse
activiteiten.
Zowel de school als de bso zien het belang ervan in dat er één pakket komt voor de hele brede
school, dat thema’s tijdens en na schooltijd meer op elkaar aansluiten en dat er niet dezelfde
activiteiten worden georganiseerd. “Als je tijdens en na schooltijd dezelfde activiteiten rondom
wetenschap en techniek doet, dan is er geen uitdaging voor de kinderen. Als je op school al de hele
dag met een raket bent bezig geweest, wil je na schooltijd ook wel eens iets anders”.
Elkaar aanvullen
De meerwaarde van meer afstemming van het aanbod in de brede school is dat de school en de bso
elkaar kunnen aanvullen. Kinderopvangorganisatie Partou: “School is gericht op kennisoverdracht
terwijl de bso meer op sociaal-emotionele ontwikkeling gericht is. Wetenschap- en techniekactiviteiten
kunnen op deze aandachtspunten worden aangepast zodat ze beide aan bod komen binnen de brede
school. Voor kinderen kan het leuk zijn om met een andere blik naar het onderwerp kijken. Maar ze
moeten niet het gevoel krijgen dat ze weer meer moeten leren.”
Techniek4U
De techniekcoördinator werkt deels bij het Regionaal Technocentrum Amsterdam als
projectcoördinator basisonderwijs. In het project Techniek4U wordt kinderen van basisscholen in
Amsterdam Noord een buurtgericht en naschools techniekaanbod aangeboden in een talentlijn van
basis naar vervolg- en topaanbod: basisaanbod op de school zelf, vervolgaanbod op een locatie in de
wijk waar kinderen van verschillende scholen gebruik van maken en topaanbod op een plek in het
stadsdeel. Voor meer informatie zie www.rtca.nl/projecten/detail/article/techniek4u.html.
Daarnaast biedt meer afstemming kansen doordat er binnen de bso meer tijd is voor andere
activiteiten waar de school niet altijd aan toekomt, zoals excursies. Tijdens het gesprek nemen beide
partijen alvast een voorzichtig voorschot op een hechtere samenwerking: zo wordt de bso uitgenodigd
voor een bijeenkomst van de stuurgroep WNT en voor een workshop wetenschap, natuur en techniek
voor mensen van de pabo en leerkrachten van andere scholen.
Stuurgroep Wetenschap, Natuur en Techniek
De stuurgroep WNT bestaat uit directie, leerkracht, onderwijsassistent en coördinator WNT. De groep
komt minimaal vier keer per jaar bij elkaar en maakt elk jaar een werkplan van één A4 met daarop een
aantal actiepunten voor dat jaar.
Kennismaken en ontdekken
Ondanks dat er nog wat te winnen valt op het gebied van afstemming zijn de partijen over het
algemeen heel tevreden over de opbrengsten van het wetenschap- en techniekaanbod binnen de
brede school.
Techniekcoördinator Rik Kuiper: “Talenten van leerlingen worden beter benut doordat ze op
verschillende manieren en met gebruik van verschillende werkvormen leren. Daarbij vinden leerlingen
het ontzettend leuk om met techniek en apparaten bezig te zijn en bijvoorbeeld iets te solderen, een
stop-motion filmpje te maken, een vogelhuisje, een bootje van hout of een website te maken,
onderzoek te doen en dingen te ontdekken. Ze komen in aanraking met dingen waar ze anders niet zo
snel mee in aanraking komen.”
18
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Deze resultaten zijn niet vanzelf gerealiseerd en komen voort uit een aantal belangrijke aspecten
binnen de brede school. Een uitdagende leeromgeving is daar één van. Doordat er een apart lokaal
beschikbaar is voor wetenschap en techniek is altijd geschikte ruimte beschikbaar voor de activiteiten.
Daarnaast is het belangrijk dat er binnen de school tijd wordt vrijgemaakt voor wetenschap en
techniek, het liefst binnen de formatie voor een techniekcoördinator. De techniekcoördinator en de
onderwijsassistent spelen op De Neptunus een belangrijke rol bij het begeleiden en ondersteunen van
de wetenschap, natuur en techniekactiviteiten op school. Ook draagvlak onder medewerkers en
regelmatig georganiseerd overleg spelen een rol bij de behaalde resultaten.
Tips voor andere brede scholen
• Zorg voor voldoende draagvlak binnen het team. Zij moeten de activiteiten immers uitvoeren.
• Doe één ding tegelijk. Je kunt niet in een jaar klaar zijn. Maak een werkplan met bijvoorbeeld vijf
punten, dat behapbaar is binnen een schooljaar. “Dat maakt dat wat je wilt doen overzichtelijk en je
hebt niet continu het gevoel dat je van alles moet.”
• Organiseer regelmatig een overleg over WNT binnen de brede school en betrek hierbij zowel de
school als de bso. Bespreek daarin de stand van zaken en wat je de komende periode gaat doen
aan activiteiten.
• Zorg voor voldoende scholing. Scholing is geen voorwaarde om WNT-onderwijs goed op te zetten,
maar geeft wel een positieve impuls aan de WNT-activiteiten op school. “Je krijgt weer inspiratie
om nieuwe activiteiten op te zetten”.
Succesfactoren van deze school:
• Het aparte wetenschap- en technieklokaal zorgt samen met de diverse activiteiten voor een
uitdagende leeromgeving.
• De aanwezigheid van een techniekcoördinator op school, die naast zijn werk op school ook
verbonden is met het technocentrum en deelneemt aan verschillende projecten. Hij fungeert
daarmee als spil tussen de brede school en externe partijen en is goed op de hoogte van
ontwikkelingen buiten de school.
• Het WNT-profiel zorgt ervoor dat voor iedereen duidelijk is waar de brede school zich op richt.
• De aanwezigheid van voldoende financiering voor aanschaf van materialen als een duidelijke
keuze voor inzet van tijd (formatie) voor opzetten en verder verbeteren van het wetenschap-,
natuur- en techniekonderwijs.
Wetenschap en techniek in de brede school
19
De Regenboog, Assen
Interview met techniekcoördinator en groepsleerkracht Casper van der Woude.
Waarom is deze brede school interessant?
Vanuit de brede school De Regenboog is er een enorme betrokkenheid bij wetenschap en techniek.
Er is een sterke gedrevenheid om vanuit een nu nog klein aanbod te komen tot een doorontwikkeling
op het terrein van wetenschap & techniek. De aanwezigheid van een technieklokaal, dat voor alle
partners van de brede school toegankelijk is, biedt hiertoe alle mogelijkheden.
Christelijke Jenaplanbasisschool De Regenboog staat in een wijk waar zowel kinderen van hoogals laagopgeleide ouders de school bezoeken. De partners in de brede school zijn onderwijs,
kinderopvang en er worden naschoolse activiteiten aangeboden. De brede school is een
netwerkorganisatie. In Assen-Oost, waar de brede school is gesitueerd, zijn drie speerpunten
vastgelegd:
1. de verlengde schooldag;
2. de doorgaande lijn;
3. de toegankelijkheid tot verschillende instanties.
De school heeft 160 leerlingen en werkt volgens het Jenaplanprincipe. In het Jenaplanonderwijs is
wereldoriëntatie een heel belangrijk vormingsgebied. Hierbinnen valt ook wetenschap en techniek. De
school heeft een prachtig technieklokaal dat voor alle partners van de brede school toegankelijk is.
Het Schoolplan en wetenschap en techniek
De Regenboog heeft wetenschap en techniek opgenomen in het schoolplan. In dit schoolplan worden
de visie, plan van aanpak, doelen en ambities omschreven. Ook de motivatie om wetenschap en
techniek aan te bieden staat hierin omschreven:
“Techniek komt voor op veel plekken in ons dagelijks leven. Soms meer dan je denkt. Daarbij komt dat
wij steeds meer afhankelijk worden van techniek. Kinderen groeien op in deze wereld vol techniek. Ze
leven en spelen erin. Mensen worden steeds afhankelijker van techniek, maar dat realiseert men zich
maar zelden. Het is daarom van belang dat het onderwijs kinderen bewuster in contact brengt met alle
aspecten van de techniek. Het biedt kinderen veel kansen om op meerdere manieren te leren,
bijvoorbeeld door aan te sluiten bij onderzoekend leren en niet alleen door overdragend leren centraal
te stellen”.
Bron: Schoolwerkplan VTB CJBS De Regenboog.
Noodkreet uit het bedrijfsleven
Extra aanleiding om met wetenschap en techniek te beginnen was een noodkreet van het
bedrijfsleven in de regio. Tijdens een bijeenkomst, die was georganiseerd door het bedrijfsleven en
waarvoor voortgezet onderwijs en primair onderwijs waren uitgenodigd, gaven bedrijven aan dat ze
moeilijk aan goed technisch personeel konden komen en werd de behoefte uitgesproken aan
technisch goed geschoolde leerlingen.
20
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Uitgangspunten wetenschap- en techniekonderwijs De Regenboog
De Regenboog richt zich op een brede ontwikkeling van kinderen en biedt kinderen veel kansen om
op meerdere manieren te leren. Bij de wetenschap- en technieklessen gaat ze uit van vijf aspecten:
1. Cognitief: het ontwikkelen van kennis en inzicht over technische toepassingen.
2. Sociaal-emotioneel: samenwerkend leren.
3. Zintuiglijk: hoe en op welke manier worden technische producten gemaakt of uitgeprobeerd?
4. Creatief: hoe worden vraagstukken en problemen aangepakt?
5. Attitude: hoe ervaren de kinderen persoonlijk wetenschap en techniek?
Slag maken naar uitbreiding en samenwerking
De organisatiestructuur en lesopzet is binnen het onderwijs van De Regenboog afgerond. Voor het
onderwijs zijn methodes en materiaal aangeschaft. Nu moet er nog een slag gemaakt worden naar
uitbreiding en samenwerking van wetenschap en techniek in de brede school. Er zijn op dit moment
wel naschoolse wetenschap- en techniekactiviteiten, maar het aanbod moet nog beter op elkaar
worden afgestemd. Het staat nu nog te los van elkaar. Hiervoor zijn verschillende ideeën binnen het
schoolteam, maar die moeten nog uitgewerkt gaan worden. Het gezamenlijke technieklokaal biedt
kansen om de doorgaande lijn en samenwerking met de bredeschoolpartners verder vorm te gaan
geven. Door de gezamenlijke afstemming over het gebruik van het lokaal en de programmering vindt
er een natuurlijk overleg plaats.
De methodes en doorgaande lijn in het onderwijs
Binnen het onderwijs is de doorgaande lijn al opgezet. In de groepen 1 t/m 4 wordt er met leskisten
gewerkt en vanaf groep 5 met Techno Venturie, Techniek Coach en Nieuws uit de natuur. Binnen het
Jenaplanonderwijs is het werken aan projecten een belangrijk onderdeel. Elk jaar is er één
schoolbreed wetenschap- en techniekproject. Het technieklokaal wordt vanaf groep 5 ingezet. Hier
krijgen de kinderen volgens de ontwikkelde leerlijn op vaste momenten diverse wetenschap- en
techniekactiviteiten aangeboden.
Een overzicht van de leerlijn is te vinden in onderstaande tabel.
Wat?
Hoe vaak?
Groep
Projecten (met een techniekonderdeel)
ICT-project in combinatie W.O.
Nieuws uit de natuur
Techniek met pabostudenten
Bedrijfsbezoeken
Sciencecenter@school
Lego mindstorms
Techniekmiddag Voortgezet onderwijs
Bezoek aan de Magneet (Hanzehogeschool)
Techniekmiddagen
(combinatie Techniek Coach)
Techniek Coach
vijf keer per jaar schoolbreed
aantal dagdelen onbekend
een keer per twee weken (20x)
aantal dagdelen onbekend
twee keer per jaar
een keer per jaar groep 7
Gedurende het jaar
twee keer per jaar
een keer per jaar
Periodiek
1-8
5-8
5-6
5-6
7
7
7-8
8
7-8
5-8
13 opdrachten groep 5
11 opdrachten groep 6
13 opdrachten groep 7
10 opdrachten groep 8
5-8
Wetenschap en techniek in de brede school
21
Een voorbeeldles uit de methode Techno Venturie
Leerlingenparlement en wetenschap en techniek
In het kader van burgerschap en integratie heeft de school een leerlingenparlement opgezet. Dit
parlement bestaat uit acht gekozen leerlingen van de groepen 5 tot en met 8. Zij wonen
teamvergaderingen bij en mogen hun ideeën inbrengen. Ook wordt hen gevraagd mee te denken en
te participeren. De Regenboog gaat het leerlingenparlement vragen om samen met de buurt te kijken
welke wetenschap- en techniekactiviteiten ze kunnen organiseren voor de kinderen, ouders en buurt.
Wat zeggen de kinderen?
De Regenboog vraagt bij de kinderen na hoe zij de lessen wetenschap en techniek ervaren. Dit doen
ze door de tevredenheidtoets af te nemen. Hieruit blijkt dat de kinderen met heel veel plezier en
enthousiasme aan de slag willen gaan met wetenschap en techniek en dat ze graag het
technieklokaal bezoeken.
Samenwerking met andere scholen, bedrijven en ouders
De Regenboog werkt samen met het Agrarisch Opleidingscentrum waar ze gebruik mogen maken van
de kooklokalen, bloemschiklokalen en ook technieklokalen. Groep 7 bezoekt ieder jaar “de Magneet”
te Groningen. De Magneet is een sciencecentrum van de Pedagogische Academie van de
Hanzehogeschool. De Magneet is ingericht met “doe-stations” waar kinderen actief en spelenderwijs
aan de slag gaan met wetenschap en techniek. De groepen 5 en 6 gaan jaarlijks op bedrijfsbezoek
naar Essent Milieu in Wijster. Daarnaast spelen de ouders ook een belangrijke rol bij wetenschap en
techniek. Zij worden gevraagd voor ondersteuning tijdens excursies en tijdens projecten maar ook
wordt er een beroep gedaan op hun expertise. Ouders helpen en ondersteunen bij techniekmiddagen.
22
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Netwerk VTB-Assen
De Regenboog neemt deel aan het VTB-programma. Ze bezoeken de regiobijeenkomsten en op
eigen initiatief is een overkoepelend netwerk VTB-Assen in het leven geroepen. In dit netwerk zit de
pabo Assen, drie SBO-scholen, negen scholen voor primair onderwijs en twee scholen voor
voortgezet onderwijs. Doel is om elkaar te ontmoeten, te versterken, ervaringen te delen,
gezamenlijke projecten uit te voeren, et cetera. De techniekcoördinator van De Regenboog ervaart het
netwerk als zeer positief, inspirerend, leerzaam en ondersteunend.
Enthousiasme, randvoorwaarde nummer één
Het enthousiasme van het personeel in de brede school is een belangrijke voorwaarde voor het
mogelijk slagen van het programma. Volgens de techniekcoördinator is dit randvoorwaarde nummer
één. Om wetenschap en techniek verder goed te kunnen implementeren binnen een brede school zijn
er zeker nog drie randvoorwaarden die volgens hem belangrijk zijn:
1. Visie
Het hebben van een goede visie die omschreven is in een visiedocument met helder benoemde
doelen en resultaatverwachtingen is echt noodzakelijk. Deze visie moet passen binnen het hele
kader van de brede school. De voorwaarden hiervoor zijn bij De Regenboog volop aanwezig.
2. Materiaal en financiën
Er is aanvullend materiaal nodig en financiële mogelijkheden om dit aan te kunnen schaffen. De
Regenboog bezit een technieklokaal en zij ervaren dagelijks de meerwaarde hiervan.
3. Techniekcoördinator
De inzet van een techniek coördinator is essentieel voor het slagen en borgen van wetenschap
en techniek. De inzet en inspanning van de coördinator kan door vrijstelling van lestaken of in
taakuren worden omgezet. De techniekcoördinator van De Regenboog krijgt taakuren voor zijn
werkzaamheden als techniekcoördinator.
Tips voor andere brede scholen:
•
Betrek vanaf de eerste start bedrijven uit de omgeving bij het ontwikkelen van wetenschap en
techniek in de brede school.
•
Stel je randvoorwaarden en doelen niet te hoog want hoe hoger je doelen, hoe eerder mensen
afhaken en hoe eerder er teleurstellingen ontstaan.
•
Naast bovenstaande tips geeft de techniekcoördinator ook aan dat het in het algemeen belangrijk
is te kijken naar de opleidingen van de toekomstige medewerkers in de brede school . Binnen de
pabo’s en roc’s moet er meer aandacht zijn voor wetenschap en techniek en de mogelijkheden
die wetenschap en techniek kunnen bieden bij te integreren in andere vakken en bij de
verschillende partners binnen de brede school zoals kinderopvang, VVE en buurtwerk.
Enthousiast de toekomst in
In het gesprek met de techniekcoördinator van De Regenboog valt het enthousiasme van het
personeel op. Het wordt duidelijk dat dit mede de reden is dat wetenschap en techniek veel kansen
heeft om goed te worden geïmplementeerd. De faciliteiten van een technieklokaal bieden hiervoor
veel mogelijkheden. De aanwezigheid van het lokaal geeft een extra stimulans om tot gezamenlijke
programmering te komen. De hulpkreet vanuit het bedrijfsleven biedt een goede kans voor De
Regenboog om volop in de actualiteit te blijven staan bij de doorontwikkeling van het aanbod.
Aansluiting op het bedrijfsleven en een goede vertaling daarvan in het techniekaanbod biedt ook
perspectief voor het aanbod van andere brede scholen elders in het land.
Wetenschap en techniek in de brede school
Succesfactoren van deze school:
• Aanwezigheid van middelen en faciliteiten zoals het technieklokaal.
• De betrokkenheid van kinderen door inzet van een leerlingenparlement.
• Binding met de buurt.
• Eigen initiatief bij opzet van netwerk in gemeente Assen.
23
24
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Het Krijt, Assen
Interview met leerkracht en werkgroeplid Wetenschap & Techniek Dineke Knol en techniekcoördinator
en coach Leerafdeling Anneke Feenstra.
Waarom is deze brede school interessant?
CBS Het Krijt laat vanuit een enthousiast team zien hoe een wetenschap- en techniekprogramma
wordt opgebouwd en in een plan van aanpak is uitgewerkt. Daarbij ligt vooralsnog de concentratie op
het onderwijs. De uitgewerkte concretisering van doelen en plannen biedt ook voor andere partners in
de brede school een mogelijke opzet. Er zijn concrete suggesties voor de indeling van het programma
voor verschillende leeftijdsgroepen. Een locatiemanager draagt zorg voor het naschoolse aanbod en
legt verbindingen tussen de wijk, de brede school en andere partners. De school heeft een
technieklokaal voor gezamenlijk gebruik voor alle partners van de brede school.
CBS Het Krijt staat in de vinex-wijk Kloosterveste in Assen en is aangesloten bij De Brede School
Assen (http://www.assen.nl/bredeschool). Sinds januari 2010 zit Het Krijt in een nieuw MFA-gebouw.
In het MFA zitten de volgende partners; kinderopvang, peuterspeelzaal, twee basisscholen, een
wijkvereniging, een protestantse kerk, een bibliotheek en een dagvoorziening voor verstandelijke
gehandicapten. In het gebouw zijn gezamenlijke ruimtes voor alle gebruikers ontwikkeld, zoals een
lounge, technieklokaal, keuken en ontmoetingshal. Op Het Krijt zitten 403 leerlingen.
Techniek zit in alles
De titel van het plan van aanpak vertelt al veel over de visie en de doelen van Het Krijt: “Techniek zit
in alles, Techniek is om ons heen”. Dit plan van aanpak omschrijft de motivatie en laat een
zogenaamde foto zien van waar Het Krijt over twee jaar wil staan met wetenschap en techniek en
welke doelen er bereikt moeten zijn in de brede school. Dit alles is uitgewerkt in een concrete
planning. Het plan van aanpak biedt voor de teamleden een leidraad voor wetenschap en techniek.
De relevante onderwijskerndoelen krijgen daarin ruimte voor uitwerking en zijn vertaald in project- en
schooldoelen.
Project- en schooldoelen
• Per schooljaar is er een project met een techniekthema als doel.
• Een gevarieerd aanbod van activiteiten in de groepen waarbij de vier kerndoelen als uitgangspunt
genomen worden.
• Doelen en toetsen op elkaar laten aansluiten.
• Tegemoet komen aan verschillen tussen kinderen (gevarieerde keuzeopdrachten).
• Vertrouwen in de zelfstandigheid van kinderen en respect voor elkaar geeft werk- en ontdekplezier.
• Competentiegevoel vergroten in zelfstandigheid, samenwerken met maatjes, in groepjes of door
variatie met andere werkvormen.
• School is een lerende organisatie waarbij de kwaliteit van invoeren, implementeren en borgen
steeds verbeterd wordt.
• Stagiaires van de leerafdeling helpen bij het uitvoeren van technieklessen.
• De betrokkenheid van ouders wordt gestimuleerd door ouders te vragen iets te komen vertellen,
laten zien van hun beroep en door hen voor techniek ondersteuning te vragen.
• Techniek verankeren in de schoolorganisatie en in het schoolplan.
Bron: Plan van aanpak “Techniek zit in alles, techniek is om ons heen”.
Wetenschap en techniek in de brede school
25
Enthousiasme van kinderen tijdens wetenschap- en technieklessen
De eerste ervaringen van leerlingen op school met wetenschap en techniek waren zo positief dat de
school werd gemotiveerd om wetenschap en techniek verder in school te implementeren en om hier
nog meer op in te zetten in het onderwijs. De kinderen lieten een enorm enthousiasme zien tijdens de
lessen wetenschap en techniek. De leerkrachten zagen talenten naar boven komen die tijdens andere
vakken niet zichtbaar waren. Het enthousiasme van de kinderen had een wisselwerking op de
leerkrachten, waardoor er een groot draagvlak binnen het team was.
Keuzemenu en techniekmiddag
Wetenschap & techniek wordt in alle groepen aangeboden. In de onderbouw wordt op één middag in
de week een keuzemenu aangeboden. Kinderen gaan volgens een roulatiesysteem langs
verschillende hoeken met activiteiten. Wetenschap en techniek is één onderdeel van dit totale
systeem. De groepen 3 t/m groep 8 krijgen tweemaandelijks een techniekmiddag. Vanaf groep 5 zijn
dit de lessen die begeleid/gecoacht worden vanuit het VTB-programma. Techniek is ook een
onderdeel van het naschoolse activiteitenaanbod waar kinderen gebruik van kunnen maken.
Afstemming over de inhoud en een doorgaande lijn in het naschoolse aanbod is er op dit moment nog
niet, maar ligt wel in de mogelijkheid. Het Krijt heeft externe contacten met de Nederlandse Aardolie
Maatschappij (NAM) en Compaan, een carrosseriebouwer uit Assen. Deze bedrijven bieden vanuit de
eigen deskundigheid een educatief wetenschap- en techniekprogramma aan.
Voorbeeld techniekmiddag Energie groep 5
Het gaat om het omzetten van energie. Welke energie is nodig voor beweging? Er kan een
leergesprek plaatsvinden, maar is er ook ruimte voor een excursie. Door de excursie zien de
leerlingen wat er daadwerkelijk met het omzetten van energie gebeurt in een molen. Op school vindt
de evaluatie plaats en zijn er verwerkingsvragen aan de hand van werkbladen.
In het plan van aanpak is het hele aanbod inzichtelijk gemaakt. Hierin wordt per doel de actie de
verantwoordelijke en de uitvoering beschreven. Ook de activiteiten zelf worden apart uitgelegd en
beschreven.
Voorwaarden: inzet en enthousiasme van alle professionals
Om wetenschap en techniek te realiseren in de brede school zijn volgens Dineke Knol en Anneke
Feenstra de volgende voorwaarden en stappen belangrijk:
1. Draagvlak: enthousiasme en inzet van alle professionals.
2. Visie: maak samen met de partners van de brede school een visiedocument.
3. Uitvoeringsplan: maak een plan voor het personeelsbeleid: wie doet wat, wat is je taakomschrijving
en hoeveel uren staan daarvoor?
4. Tijd: neem de tijd voor het hele proces, zeker drie jaar.
5. Financiën: zorg dat je weet hoeveel financiën je hebt te besteden.
6. Materiaal: zorg dat het materiaal overzichtelijk en compleet en voor ieder bereikbaar is.
7. Ondersteuning en begeleiding van het VTB werkt voor het proces prettig en stimulerend. Zij dragen
namelijk zorg voor de continuering van wetenschap- en techniekaanbod.
8. Het managementteam van de brede school moet het proces ondersteunen en dragen. Dit is de
belangrijkste randvoorwaarde voor het succes van wetenschap en techniek in de brede school.
“Je hoeft als professional niet zelf technisch te zijn om wetenschap en techniek aan kinderen aan te
bieden”.
Het team wil wetenschap en techniek verder ontwikkelen en implementeren in de brede school. Dit
proces moet jaarlijks worden bijgesteld en vraagt constante aandacht. De jaarplanning waarin de
overlegmomenten worden opgenomen zorgen ervoor dat wetenschap en techniek op de agenda blijft.
“Wij willen graag een bewuste keuze en een doorlopende inzet van alle collega’s om vorm te geven
26
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
aan het vak wetenschap en techniek. Graag zien we een positieve verandering in een doorlopende
leerlijn voor alle groepen”. De school neemt ook deel aan het netwerk VTB-Assen (zie portret
basisschool De Regenboog, Assen).
Naschoolse activiteiten
De Brede School Assen organiseert naschoolse activiteiten voor alle brede scholen. Wetenschap en
techniek is een onderdeel van het aanbod. Op een website kunnen kinderen en ouders zien welke
activiteiten op welke brede school georganiseerd worden. De locatiemanagers die de inhoud van alle
naschoolse activiteiten samen met de brede scholen en andere partners opstellen, willen de
activiteiten van wetenschap en techniek meer uitbreiden en zo ook de aansluiting met het
onderwijsaanbod. CBS Het Krijt biedt als brede school veel mogelijkheden omdat er een mooi
ingericht technieklokaal is dat voor alle partners beschikbaar is.
Opbrengsten
De grootste opbrengst voor Het Krijt is dat het gelukt is om kinderen enorm enthousiast te laten zijn
om met wetenschap en techniek aan de slag te gaan. Hun onderzoekende houding en hun
verwondering van dingen, het ontdekken en ervaren, de talenten die naar boven komen zijn zeer grote
opbrengsten die niet in een toets zijn te meten. Ook ontdekken de kinderen dat wetenschap en
techniek overal aanwezig zijn, de hele dag door en dat dit ook verweven zit in andere leergebieden.
Het enthousiasme van de kinderen wordt mede gevoed door de inzet en de actieve rol van
begeleiders en management van de school.
Verdere tips voor andere brede scholen
• Begin en zet kleine stappen. Stel niet te grote doelen en durf ook voor de langere termijn te
plannen
• Kijk bij andere brede scholen die wetenschap en techniek al hebben ingevoerd.
• Zorg dat de professionals er uren voor krijgen of vrij geroosterd zijn om de taken verder uit te
voeren en door te ontwikkelen.
• Leg contacten met de locatiemanager van de brede school, hierdoor kunnen ook contacten met
andere partners beter worden gelegd.
Succesfactoren van deze school:
• Een plan van aanpak waar visie, planning, verantwoordelijkheden goed in staan geformuleerd.
• Het plannen en vastleggen in jaarrooster van keuzemenumiddagen.
• Bij start van nieuwbouw is meteen ingezet op het gezamenlijke gebruik van ruimtes waaronder het
technieklokaal.
• Locatiemanager zorgt voor de contacten tussen school en partijen in de buurt.
Wetenschap en techniek in de brede school
27
De Spelelier, Boxtel
Interview met directeur Liesbeth Prinsen en bredeschoolcoördinator Ghislaine de Brouwer.
Waarom is deze brede school interessant?
De Spelelier profileert zich als brede school met kunst en cultuur en probeert wetenschap en techniek
daar zo veel mogelijk in te integreren. Er wordt binnen het binnen- en buitenschoolse aanbod
wetenschap en techniek intensief samengewerkt met externe aanbieders, zoals Mad Science. De
bredeschoolcoördinator speelt een actieve rol in het wetenschap- en techniekaanbod en bij de
begeleiding van leerkrachten en (semi-)professionals.
De Spelelier is een openbare basisschool in de wijk Oost van de gemeente Boxtel. De school telt
bijna 300 leerlingen en maakt deel uit van Brede School De Wilgenbroek. De participanten van de
brede school zijn het kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang, buurtsport en het
Koning Willem I College (volwasseneneducatie). De school heeft ongeveer twaalf procent allochtone
leerlingen. Er zijn relatief veel tweeverdieners onder de ouders, waardoor er veel gebruik wordt
gemaakt van tussenschoolse en buitenschoolse opvang. Het bredeschoolprofiel van De Spelelier is
verrijking, met als focus kunst en cultuur (K&C). Dat geldt voor de hele brede school: er is een
gezamenlijke cultuureducatie-visie opgesteld. Alle brede scholen in Boxtel zijn ook wijkgeoriënteerd.
Visie: techniek is overal
Basisschool de Spelelier heeft een lange historie op het gebied van wetenschap en techniek. Twintig
jaar geleden werkten ze al met ontdekdozen en opdrachten. De echte bewustwording over
wetenschap en techniek en het gericht gaan werken hiermee en hieraan is echter met het VTB-project
begonnen. De school is hier nu zo’n vier jaar mee bezig en bij de VTB-audit vorig jaar kreeg de school
een ‘9’.
In de visie van de school is wetenschap en techniek overal. Techniek is geen doel, maar een middel.
De school probeert wetenschap en techniek dan ook zoveel mogelijk en op een natuurlijke manier te
integreren in de reguliere lessen van de leerlingen (taal, rekenen) en in de naschoolse activiteiten:
men wil geen versnipperd aanbod. Dit vergt wel extra inzet van de leerkrachten en
activiteitenbegeleiders.
Koken is ook techniek
Een voorbeeld van hoe techniek geïntegreerd wordt in andere activiteiten is bij de naschoolse
kooklessen. Dan wordt er tijdens het koken bijvoorbeeld ook gevraagd ‘hoe werkt een mixer?’, ‘wat is
inductiekoken?’. Zo proberen leerkrachten dingen met elkaar in verband te brengen.
Er wordt bij wetenschap en techniek ook zoveel mogelijk aansluiting gezocht met het kunst- en
cultuurprofiel van de school. De doelen die de school met wetenschap en techniek wil bereiken sluiten
aan op de doelen die ze met kunst en cultuur wil bereiken. Directeur Liesbeth Prinsen: “Kinderen
moeten zich breed kunnen ontplooien, kennis maken met, leren “out of the box” te denken.
Wetenschap en techniek bevordert net als kunst en cultuur het creatief denken. Dat is het
belangrijkste uitgangspunt van de school”. Maar het gaat niet alleen om kennis maken met, maar ook
goed leren doen. Het wetenschap- en techniekaanbod is niet vrijblijvend. Het wordt afgestemd op de
kerndoelen en het is de bedoeling dat alle kerngebieden/domeinen worden behandeld.
28
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Drietrapsraket
Binnen de bredeschoolvisie van de gemeente Boxtel zijn de scholen kartrekker op inhoudelijk gebied,
dus ook wat betreft het aanbod gericht op wetenschap en techniek. In het kader van een geïntegreerd
aanbod werkt men binnen de brede school aan de hand van een ‘drietrapsraket’ (inschools –
naschools – thuis). Als kinderen binnenschools met iets van techniek kennismaken, kunnen ze daar
naschools verder mee gaan. De derde trap is dat kinderen er ook buiten school mee verder gaan door
bijvoorbeeld bij een sportclub of muziekschool te gaan. Deze laatste stap is voor techniek soms wel
wat lastiger te bereiken. Een ander aandachtspunt bij deze aanpak is dat er kinderen van
verschillende scholen deelnemen aan de naschoolse activiteiten. Als het onderwerp op hun school
niet aan bod is gekomen, missen deze kinderen het eerste aanbod (inschools) van de drietrapsraket.
Wetenschap krijgt misschien iets minder aandacht op school dan techniek. De school steekt wel in op
een wetenschappelijke manier van denken; de leerkrachten proberen met de leerlingen te
beargumenteren waarom iets op een bepaalde manier werkt. Dat ziet de directeur als de basis voor
een wetenschappelijk-reflecterende houding. De leerlingen geven elkaar ook feedback en ze leren
ook hoe ze dat moeten doen.
Techniek is niet gek
Voor de naschoolse activiteiten is de school op bredeschoolniveau een aantal jaar geleden begonnen
met shows af te nemen van Mad Science, een organisatie die activiteiten en scholing verzorgt op het
gebied van wetenschap en techniek, zoals shows, gastlessen en naschoolse cursussen. Om dit te
bekostigen is gebruik gemaakt van de VTB-subsidie. Die shows waren introducerende activiteiten op
het gebied van wetenschap en techniek. Dat hebben ze een jaar gedaan. Via het schoolbestuur zijn er
ook workshops/studiedagen georganiseerd voor leerkrachten, waarin ze tools kregen aangereikt voor
het onderwijs in wetenschap en techniek. De school neemt nu nog steeds naschoolse cursussen af
van Mad Science. Door ook de leerkrachten erbij te betrekken, zien deze dat wetenschap en techniek
wél leuk maar niet moeilijk hoeven te zijn. Afhankelijk van het aantal kinderen worden de activiteiten
aan groep 3/4, 5/6 en 7/8 afzonderlijk aangeboden, zodat goed kan worden aangesloten op het niveau
van de kinderen.
Mad Science
Gekleed in witte jassen met ‘mad scientist’ erop laten de medewerkers van Mad Science kinderen op
proefondervindelijke manier kennis maken met wetenschap en techniek. Ze maken hier een echte
show van: bij het onderwerp statische elektriciteit laten de ‘mad scientists’ zien dat je haren erdoor
omhoog kunnen komen en voor het effect wordt er bijvoorbeeld ook nog wat knetterpoeder
bijgevoegd.
Meer info: http://www.madscience.org/locations/nederland/.
Aanbod binnen de school
Voor de technieklessen binnen schooltijd wordt een techniekmethode gebruikt (Naut). Alle domeinen
en gebieden van wetenschap en techniek komen ook terug in ‘circuits’: gekoppeld aan de
handvaardigheidslessen voeren de leerlingen gedurende 4-6 weken verschillende opdrachten uit over
een bepaald techniekthema (bijv. beweging). Soms is techniek ook onderdeel van een kunst-encultuurproject. Als school met een kunst- en cultuurprofiel is men bewust bezig om de verbinding te
zoeken tussen kunst & cultuur enerzijds en wetenschap en techniek anderzijds, bijv. bij digitale
fotografie, zelf filmpjes maken (met Cinekid). “We doen heel veel op het snijvlak van kunst, cultuur en
techniek”. Hiervoor wordt ook gebruik gemaakt van een nieuwe kunst- en cultuursubsidie die de
school heeft gekregen.
Wetenschap en techniek in de brede school
29
Er is een doorgaande lijn voor wetenschap en techniek vanaf groep 5 t/m 8. Tijdens projecten voor de
hele school op het gebied van wetenschap en techniek proberen ze de lijn door te trekken met
naschoolse activiteiten. De directeur van de school heeft niet zo’n behoefte aan een aparte
doorgaande lijn voor wetenschap en techniek: “De school wil vooral gaan werken aan de doorgaande
leerlijn ‘nieuwe media’ binnen ons kunst- en cultuurprofiel. Maar daar speelt techniek wel een
belangrijke rol in”.
De activiteiten binnen het naschoolse aanbod bestaan altijd uit vijf lessen. Het is de bedoeling dat de
kinderen die zich hebben aangemeld bij alle lessen aanwezig zijn. Dat is een afspraak die met de
kinderen wordt gemaakt. De naschoolse activiteiten lopen 8-10 weken en zijn voor alle kinderen uit de
wijk, dus ook voor leerlingen van andere scholen. De kinderen kunnen zich daar vrij voor inschrijven.
Techniek is wel een relatief prijzige activiteit, die niet voor alle ouders te betalen is. Daarom
organiseren ze ook schoolbrede techniekactiviteiten, zoals de Ontdekhoek, voor alle kinderen. De
naschoolse opvang is in het gebouw en maakt soms ook gebruik van de faciliteiten van de school. De
school heeft een speciale techniekcoördinator en een techniekleerkracht en daarnaast is er vanuit
Delta (welzijnsorganisatie) een vrijwilliger die assisteert bij het techniekonderwijs. De
techniekcoördinator is ook betrokken bij het VTB-traject en bij het naschoolse deel op het gebied van
wetenschap en techniek (naast de directeur en bredeschoolcoordinator).
De Ontdekhoek
De Ontdekhoek is een soort leercentrum voor techniek voor kinderen van 4-14 jaar. Kinderen kunnen
in een werkplaats allerlei proefjes doen en daarmee experimenteren. Men werkt vanuit het concept
denken-doen-verbeteren. De Ontdekhoek heeft ook een aanbod voor scholen. Er zijn Ontdekhoeken
in Amsterdam, Rotterdam, Den Bosch, Zwolle en Sittard.
www.ontdekhoek.nl
Er vindt wel afstemming plaats van de na- en buitenschoolse activiteiten op wat er binnen school
gebeurt en dan wordt er in overleg bekeken hoe verbindingen kunnen worden gelegd. Dit gebeurt via
een jaarprogramma waarin de thema’s zijn opgenomen en waar techniekactiviteiten aan worden
gekoppeld (bijv. Beeld/dans en beweging gekoppeld aan Beweging en techniek). Naast de
naschoolse activiteiten worden vanuit de brede school ook vakantieactiviteiten aangeboden. Deze
stonden vorig jaar ook in het kader van techniek. Daarin is samengewerkt met de Ontdekhoek in Den
Bosch. Sociaal-cultureel werkers en stagiaires van de brede school zijn geschoold door de
Ontdekhoek om de activiteiten te kunnen begeleiden en later hebben mensen van de Ontdekhoek
weer meegekeken. Er zijn ook vaste bedrijven waar elk jaar leerlingen naartoe gaan voor een excursie
en daarnaast is er een wisselend aanbod.
Techniekpartners
De school werkt het nauwst samen op het gebied van wetenschap en techniek met de bso. De school
probeert ouders actief bij het activiteitenaanbod te betrekken. Als kinderen gebruik maken van het
naschoolse aanbod van de brede school, is de afspraak dat ouders ook iets terugdoen, vanuit de
gedachte dat de school geen buitenschoolse opvang is. Dit houdt in dat als ouders hun kinderen vijf
keer voor een activiteit opgeven, er één keer iets vanuit de school wordt teruggevraagd. Op
techniekgebied komt het dan voor dat ouders assisteren bij activiteiten of mee helpen iets te
bedenken. Ze geven niet direct een techniekcursus, maar het is meer ondersteunend.
Bij de afstemming van het aanbod op techniekgebied met de bredeschoolpartners ligt de nadruk op de
bovenbouw, omdat men zich in de onderbouw meer wil concentreren op VVE/taalontwikkeling. Het
gaat volgens de directeur vooral om “uitwisselen en kijken waar je elkaar kunt versterken”.
30
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
De bredeschoolcoördinator geeft aan dat het belangrijk is om een breed netwerk van mogelijke
partners te hebben, zodat je op de hoogte blijft van nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden. Binnen
de school gaat men zelf actief op zoek naar aanbieders, via contacten van de bredeschoolcoördinator,
die veel naar studiedagen en bijeenkomsten gaat.
Gebruik van materialen
Via de VTB-subsidie zijn losse techniekmaterialen aangeschaft, bijvoorbeeld een kast waar ze
lampjes in hebben gedaan. De school heeft bewust niet gekozen voor dure techniektorens. Het is nog
een uitdaging om binnen de brede school materialen te delen met de andere participanten, zonder dat
ze ‘het gebouw uitlopen’. Nu maakt de school kasten en kisten voor eigen gebruik. Ze lenen soms wel
materialen uit aan de bso en de bso mag de computers van de school gebruiken. De directeur: “Het
zou heel mooi zijn als alle materialen gedeeld konden worden, maar dan moet je ook iemand
aanstellen die de materialen beheert”. Daar zijn niet altijd de (financiële) mogelijkheden voor.
Scholing/professionalisering
Twee leerkrachten hebben de VTB-Pro-scholing gevolgd. Leerkrachten hebben ook via studiedagen
input gekregen om techniek in hun eigen lessen toe te passen. Dit werd verzorgd door Mad Science.
De school maakt veel gebruik van stagiaires bij de ondersteuning van leerkrachten en is ook
betrokken bij de begeleiding van leraren in opleiding. Daarbij proberen ze bewust te sturen op
onderwerpen die voor de school relevant zijn. Zo heeft vorig jaar een lio’er haar afstudeerwerkstuk
gemaakt over techniek in groep 1/2. De opbrengsten van het project zijn nu standaard in het werkplan
van groep 1/2 van de school opgenomen. Door dit project is er binnen het team ook meer
bewustwording gekomen over wat ze allemaal al hebben en doen op het gebied van techniek.
Daarnaast hebben alle leerkrachten en een aantal bso-medewerkers een workshop gevolgd
voorafgaand aan het nieuwe mediatraject van Cinekid waar de school aan meedoet. Dit is bekostigd
vanuit de projectsubsidie die verstrekt is door Cultuurnetwerk Nederland.
Meerwaarde
De opbrengsten van het wetenschap- en techniekonderwijs zijn moeilijk meetbaar te maken. De
directeur: “Dat is iets voor de lange termijn, als je bijvoorbeeld ziet dat er meer leerlingen voor het
technasium gaan kiezen in het voortgezet onderwijs”. De activiteiten worden wel geëvalueerd en er
vindt jaarlijks een attitudemeting plaats, waarin ook gekeken wordt naar techniek. Het blijkt wel dat de
school op dat gebied iets hoger scoort dan de benchmark, vooral bij de meisjes. De directeur weet
echter niet of dit heel veelzeggend is: “Het gaat er ons om dat kinderen zich bewust worden van: ‘dit is
techniek’”. Duidelijk is wel dat de kinderen enthousiast zijn over de techniekactiviteiten: de groepen
voor de naschoolse activiteiten zitten steeds vol en de vraag blijft groot.
1e prijs groep 5/6 met kunst/techniekproject “bewegende beelden”
De vorige maand is er door [groep 5 en 6], met hulp van enkele ouders en oudere zussen en meester
F., heel hard gewerkt aan een project waarbij met vooral afvalmaterialen een kunstwerk moest worden
gemaakt waarin beweging een belangrijke rol speelde. Met oude fietswielen, skeelers, elektrische
tandenborstels en nog veel meer spullen die niet meer gebruikt werden, is uiteindelijk een soort van
ruimtevoorstelling gemaakt, waarin het lijkt alsof planeten en luchtschepen hun rondjes maken. Het
geheel werd verlicht door een knipperend licht en glazen potjes gevuld met water, waar een spijker
tegen tikte, zorgden voor het geluid.
Van 26 t/m 29 november heeft dit bouwwerk in het SM’s te ’s-Hertogenbosch gestaan, waar het te
bewonderen was. Bij de prijsuitreiking bleek dat de jury behoorlijk onder de indruk was van het
groepsproces en de creativiteit van de kinderen en kregen de vier kinderen die namens de groep
aanwezig waren de 1e prijs uitgereikt.
Bron: Info-bulletin o.b.s. De Spelelier, december 2009
Wetenschap en techniek in de brede school
31
De meerwaarde van wetenschap en techniek binnen de brede school is volgens de directeur ook dat
het gerelateerd kan worden aan andere onderwerpen. Dit werkt ook stimulerend voor de leerlingen.
Zo hebben de leerlingen van groep 5/6 vorig jaar een prijs gewonnen met een project dat op het
snijvlak ligt van kunst en techniek.
Winnen met techniek
Om de betrokkenheid van de leerlingen, het team en ouders bij wetenschap en techniek te vergroten
doet de school regelmatig mee met wedstrijden. Dit jaar doet de school mee met de landelijke
techniekdag met een afvaardiging van leerkrachten en leerlingen uit een aantal groepen en met
Techperience. En de kunstprijs van het Stedelijk Museum in Den Bosch was ook een behoorlijke
opsteker.
Tips voor andere brede scholen
“Het is belangrijk dat je als directie zelf het nut van wetenschap en techniek inziet. Je hebt goede
basics nodig in houding, materiaal en personeel. Net als met kleding: ‘de duurdere stukken koop je
goed en dan ga je bijshoppen bij de Zara om het op te leuken’”.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Zorg voor een goed aanbod een goed netwerk (weet waar je wat kunt halen).
Maak gebruik van de overlap tussen kunst & cultuur en wetenschap en techniek.
Wees creatief met het aanvragen van subsidies (de school kan via een Cultuurnetwerksubsidie
webcams kopen; deze zijn ook bruikbaar voor techniekonderwijs)
Zorg voor een goede ondersteuning: binnen de brede school werkt men veel met stagiaires (ca.
20!), die de professionals ondersteunen. Dit vergt wel een goede organisatie en begeleiding.
Het werken met vrijwilligers kan voor taakverlichting van het team zorgen, maar vraagt (in het
begin) vaak ook een investering wat betreft het op peil brengen van didactische vaardigheden.
Op de Spelelier speelt de bredeschoolcoördinator hier een belangrijke rol in.
Zorg voor goede kasten met materialen. Steek tijd in de selectie van materialen en maak gebruik
van je netwerk. Zo heeft de directeur van De Spelelier via een tip van een ouder op Marktplaats
dozen K’nex opgekocht.
Zorg voor voldoende ruimte voor het wetenschap- en techniekonderwijs (en weet daar als directie
en leerkracht flexibel mee om te gaan).
Zorg voor een goede organisatie en probeer de leerkrachten niet teveel te belasten. De inzet van
organisaties als Mad Science of De Ontdekhoek vraagt bijvoorbeeld niets extra van leerkrachten,
maar wel bezetting van lokalen.
Zorg voor een aanspreekpunt, bijvoorbeeld een techniekcoördinator, en bespreek techniek
regelmatig met het team.
Succesfactoren van deze school:
•
De koppeling van wetenschap en techniek met het kunst- en cultuurprofiel van de school en de
natuurlijke manier waarop techniek in het lesprogramma wordt geïntegreerd. “Techniek is al heel
lang ‘gewoon’”.
•
Inzet van externe aanbieders naast het aanbod binnen de brede school zorgt voor draagvlak bij
het team en werkt enthousiasmerend voor de leerlingen.
•
De deelname aan wedstrijden en techniekactiviteiten buiten de school zetten wetenschap en
techniek extra op de kaart en zorgen voor betrokkenheid bij het team, de leerlingen en ouders.
32
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Titus Brandsmaschool, Delft
Interview met adjunct-directeur/techniekcoördinator Daniëlle van Zundert en de directeur van
Kinderopvang Durfal Gaitrie Ghoerbien
Waarom is deze brede school interessant?
Naast de reguliere technieklessen organiseert de Titus Brandsmaschool tien keer per jaar
zogenaamde ‘techniekmiddagen’ waarin men met de hele school met wetenschap en techniek aan de
slag gaat. Binnen de brede school werkt de Titus Brandsmaschool samen met de buitenschoolse
opvang aan een dagarrangement met wetenschap en techniek. De nabijheid van de Technische
Universiteit Delft en de betrokkenheid van de gemeente zijn belangrijke stimulerende factoren voor het
wetenschap- en techniekonderwijs op de school.
De Titus Brandsmaschool is een katholieke basisschool in Delft. De school is aangesloten bij de
Brede School Delft. Als brede school profileert de Titus Brandsmaschool zich sinds 2010 met een
buurtprofiel met een focus op techniek. De school is verdeeld over twee locaties: een dependance
(groep 1 en 2) en een hoofdlocatie (groep 3 t/m 8). De school staat op de grens van twee wijken en
heeft een gemêleerde leerlingpopulatie.
Visie en doelen
Sinds 2008 ontvangt de school subsidie vanuit het VTB-programma om wetenschap en techniek een
structurele plek in het onderwijs te geven. De school wil door het wetenschap- en techniekonderwijs
de kinderen leren omgaan met een maatschappij waarin techniek een steeds grotere plaats inneemt.
Hierdoor denkt de school een positieve bijdrage aan het imago van techniek te leveren, waardoor
kinderen meer geïnteresseerd raken in techniek en wetenschap, ook met het oog op het
vervolgonderwijs8. In het onderwijs wordt expliciet aangesloten bij de kerndoelen voor het primair
onderwijs die aansluiten bij wetenschap en techniek. Bij activiteiten van de brede school ligt de nadruk
op techniek.
Techniekmiddagen
Wetenschap en techniek springt op de Titus Brandsmaschool het meest in het oog tijdens de
‘techniekmiddagen’. De school heeft bewust gekozen voor deze vaste middag, die volledig gewijd is
aan wetenschap en techniek. De techniekmiddagen worden tien keer per jaar georganiseerd voor de
hele school (leerlingen én leerkrachten). De leerlingen gaan op deze middagen in drie clusters (groep
1 en 2, groep 3 t/m 5 en groep 6 t/m 8) aan de slag met verschillende techniekactiviteiten. De
leerlingen rouleren gedurende het schooljaar over de activiteiten. De activiteiten vinden in wisselende
groepjes plaats waarbij alles op wetenschappelijke wijze wordt benaderd. Dat wil zeggen dat het
ontwerpen, analyseren en evalueren een centrale plek innemen.
Het feit dat de hele school tegelijkertijd met techniek bezig is maakt de middagen extra bijzonder.
Iedereen op school doet mee – van leerling tot leerkracht – en techniek is op deze manier van en voor
iedereen. Om de techniekmiddagen nog meer cachet te geven heeft de school onlangs een aantal
witte stofjassen aangeschaft voor de leerkrachten, waarmee zij een extra wetenschappelijk tintje
krijgen.
8
Bron: Wetenschap en Techniek op de Titus Brandsmaschool (Wetenschap- en Techniekplan, concept nov. 2010).
Wetenschap en techniek in de brede school
33
De techniekmiddagen vinden niet alleen binnen de school plaats. Soms gaan de leerlingen bij een
bedrijf op bezoek, bijvoorbeeld bij de bouwgroep BAM of het Nederlands Forensisch Instituut. Het
Science Centre van de TU Delft organiseert ook activiteiten en workshops. Elk schooljaar staan twee
techniekmiddagen in het teken van het techniektoernooi. Dit jaar doet een groep van de
buitenschoolse opvang ook mee met de Junior First Lego League. Verder zijn er leskisten voor
wetenschap en techniek en komen er soms gastdocenten.
Buiten de techniekmiddagen wordt er aandacht aan wetenschap en techniek besteed via de natuuren techniekmethode Leefwereld. Deze methode sluit aan op de nieuwe kerndoelen voor
natuuronderwijs en techniek. De school probeert in de lessen wetenschap en techniek ook aandacht
te besteden aan taal. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de methode TICA (talige technieklessen
voor groep 1 t/m 8), dat in het kader van het landelijke VTB-programma is ontwikkeld door het CED.
Gebruikte onderwijsleermiddelen voor wetenschap en techniek per onderwerp
Constructie: constructiebox uit de Heutink Techniekset, K’nex, Bblocks
Elektriciteit: box communicatie en elektriciteit uit de Heutink Techniekset, Spektro, Elektronische start
Productie: box productie uit de Heutink Techniekset
Beweging: box transport en beweging uit de Heutink Techniekset, GIGO kogelbaansets
Dagarrangement met techniek
Sinds 2007 biedt de Titus Brandsmaschool samen met kinderopvangorganisatie Durfal
dagarrangementen aan voor leerlingen van de school. Doel van het dagarrangement is het zorgen
voor een betere aansluiting tussen onderwijs en kinderopvang (bso). De school en de bso bieden in
nauwe samenwerking een sluitend aanbod aan van 7.30 tot 18.30. Ongeveer een jaar geleden zijn de
school en de bso binnen het dagarrangement begonnen met het opzetten en afstemmen van het
aanbod wetenschap en techniek. In dat kader is eerst een pilot uitgevoerd om te bekijken of er
belangstelling is voor technische activiteiten na schooltijd. Er bleek veel animo voor deze activiteiten
te zijn en zowel kinderen als ouders waren zeer enthousiast. Nu wordt het techniekaanbod in de bso
stapsgewijs uitgebreid, waarbij het aanbod en lesmateriaal van de school leidend is.
Het techniekaanbod van de bso is dus nog in ontwikkeling. In eerste instantie zullen alleen de
leerlingen uit groep 5 gebruik kunnen maken van het buitenschoolse techniekaanbod. Maar
uiteindelijk is het streven dat het structureel wordt opgenomen in het aanbod voor alle leerlingen uit
groep 1 t/m 8 die naar de bso gaan. Bij de bso ligt de nadruk op techniek en niet zozeer op het
wetenschappelijke aspect. De bso wil de kinderen een leuke vrijetijdsbesteding aanbieden die
kinderen samen kunnen doen. Het techniekaanbod staat ook open voor kinderen uit de buurt,
vanwege het buurtprofiel van de brede school.
Brede School Delft
De Titus Brandsmaschool is als brede school ook aangesloten bij de overkoepelende Brede School
Delft, een samenwerkingsverband tussen Delftse brede scholen, buitenschoolse opvang, Delftse
vrijetijdsorganisaties en de gemeente Delft. Een keer per half jaar (in september en februari) starten
op wijkniveau gratis naschoolse cursussen voor kinderen, waarbij ook gekozen kan worden voor
activiteiten op het gebied van wetenschap en techniek, zoals Technika 10 (techniek voor meisjes),
Techniboys (techniek voor jongens) en Mechatronics.
Scholing en begeleiding
Scholing op het gebied van wetenschap en techniek vindt plaats door individuele trajecten en op
teamniveau. Een deel van de scholing heeft via het VTB-traject, zowel op teamniveau als op
individueel niveau, plaatsgevonden. In totaal heeft een kwart van het team de VTB-scholing gevolgd.
34
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
In het schooljaar 2009-2010 is er een studiedag geweest waarin met het hele team de visie op het
gebied van wetenschap en techniek is bepaald.
De adjunct-directeur benadrukt het belang van een ‘trekker’ binnen de school voor wetenschap en
techniek. De school heeft twee techniekcoördinatoren, waaronder de adjunct-directeur zelf en een
leerkracht van groep 3. De techniekcoördinatoren zorgen voor de visievorming, evalueren de
lesmaterialen en stellen zo nodig de lesplannen en de activiteiten bij. De leerkrachten krijgen ook
ondersteuning van een techniekcoach van Bureau Top9 bij het geven van de technieklessen.
Klaargestoomd voor techniek
De leerkrachten uit groep 5 t/m 8 worden door een techniekcoach klaargestoomd voor het geven van
de technieklessen. Dit gebeurt door middel van een driejarig traject, dat is gestart in schooljaar 20092010 en in 2011-2012 wordt afgerond. In het eerste jaar kwam de techniekcoach op school om de
technieklessen uit te voeren. De groepsleerkracht fungeerde daarbij als assistent. In het tweede jaar
van het coachingstraject bereidt de leerkracht het thema van de technieklessen voor in de klas.
Vervolgens voert de leerkracht de technieklessen samen uit met de techniekcoach. In het derde jaar
voeren de leerkrachten de technieklessen op eigen kracht uit. De techniekcoach is wel aanwezig en
geeft daar waar nodig assistentie.
Rol van de gemeente
De gemeente Delft speelt een actieve rol op wetenschap- en techniekgebied. Binnen de gemeente is
er een beleidsadviseur techniek. Daarnaast is er een techniekmakelaar, die fungeert als de neutrale
tussenpersoon tussen de scholen en de aanbieders van techniekactiviteiten. De techniekmakelaar
brengt scholen en aanbieders bij elkaar en begeleidt scholen bij het maken van keuzes op het gebied
van techniekeducatie. Daarnaast probeert zij scholen te enthousiasmeren voor wetenschap en
techniek. De beleidsadviseur techniek en de techniekmakelaar zijn samen verantwoordelijk voor de
structurering en organisatie van het totale aanbod in de gemeente (onder meer via de Brede School
Delft).
Externe partners/aanbieders
Mede vanwege de nabijheid van de Technische Universiteit Delft is er een groot technieknetwerk in
Delft. De Titus Brandsmaschool heeft goede banden met het Science Centre van de TU Delft. Dit
centrum biedt een uitgebreid educatief (en gratis) programma voor leerlingen in het primair en
voortgezet onderwijs. Het aanbod – dat erg leuk wordt gevonden door de leerlingen – varieert van
speciale workshops bij de TU Delft tot projectkoffers en technokisten voor gebruik in de klas.
Daarnaast zijn er het Wetenschapsknooppunt Delft10, een samenwerkingsverband in de regio
Delft/Haaglanden waar de TU Delft en het Kenniscentrum Wetenschap Techniek West (KWT West)11
ook in vertegenwoordigd zijn.
Geld
Voldoende financiële middelen zijn een belangrijke randvoorwaarde voor de implementatie van
wetenschaps- en techniekonderwijs. De subsidiegelden vanuit het VTB-programma zijn gebruikt voor
de aanschaf van leuke en uitdagende leermaterialen. Naast de VTB-subsidie zet de school ook de
subsidie dagarrangementen van de gemeente Delft in voor het wetenschap- en techniekonderwijs.
9
10
11
Een samenwerkingsverband gericht op de bevordering van de instroom van jongeren in de technische beroepen en
opleidingen en het verbeteren van het imago van de sectoren metaal en elektro. Zie ook www.bureautop.nl.
Er zijn nog tien andere Wetenschapsknooppunten in Nederland, allen verbonden aan een universiteit. De
wetenschapsknooppunten zijn een initiatief van het Platform Bèta Techniek. Zie ook:
http://www.orionprogramma.nl/?pid=14&page=Wetenschapsknooppunt
Het KWT West is een van de vijf Kenniscentra Wetenschap en Techniek in Nederland die de scholing van
leerkrachten in het kader van het VTB-Pro-programma verzorgt.
Wetenschap en techniek in de brede school
35
Draagvlak
Naast financiële middelen is het uiteraard ook belangrijk dat er voldoende draagvlak is binnen de
school voor wetenschap en techniek. Daarvoor is het belangrijk dat er een trekker of aanspreekpunt is
binnen de school die het team informeert en stimuleert om met wetenschap en techniek aan de slag te
gaan. Sommige leerkrachten kunnen wat ‘koudwatervrees’ hebben. In Delft is de gemeente ook actief
bezig om wetenschap en techniek te stimuleren. Hierover is ook een workshop georganiseerd, wat
goed heeft gewerkt. Er moet ook voldoende ruimte in het rooster worden ingebouwd voor wetenschap
en techniek. Het lesprogramma mag niet overladen worden. Op de Titus Brandsmaschool is men wat
dat betreft zeer tevreden over de vaste techniekmiddagen; de hele school is erbij betrokken. “Het
voordeel van de vaste techniekmiddag is dat het er niet zomaar ‘bij’ komt. Er is ruimte voor in het
rooster en je kunt er ook niet omheen, ook de leerkrachten niet”.
Opbrengsten
Door de speciale techniekmiddagen en de aandacht voor wetenschap en techniek gaat het onderwerp
steeds meer leven onder de leerlingen. Door de expliciete aandacht voor het onderwerp en de ruimte
die hiervoor is ingeruimd in het rooster zijn de leerlingen zich steeds meer van bewust van wat
wetenschap en techniek is en dat zij daar mee bezig zijn. Ze zijn enthousiast en heel trots op hun
werk. De leerlingen worden ook gestimuleerd mee te denken over wetenschap en techniek op school.
Een aantal kinderen heeft ook meegedacht met de inrichting van het Science Centre van de TU Delft
in het project ‘Ietsenmakers’. Door het wetenschap- en techniekaanbod leren kinderen op een
bepaalde manier denken en ook samenwerken, wat ook positief kan werken voor de prestaties op het
gebied van taal en rekenen.
Wetenschap en techniek kan indirect ook een manier zijn om de betrokkenheid van ouders bij de
school te vergroten. Op de Titus Brandsmaschool kunnen ouders ideeën aandragen voor projecten of
geven zelf een gastles. Ook bij de bso merkt men dat ouders enthousiast zijn over het aanbod
wetenschap en techniek. Ouders worden ook aangemoedigd om te helpen bij de techniekmiddagen.
Tips voor andere brede scholen
• Denk bij de aanschaf van materialen vanuit de vraag (‘Wat willen we met ons wetenschap- en
techniekonderwijs?’); en niet vanuit het aanbod.
• Dus ook: schaf niet te snel allerlei materialen aan: ga eerst bij andere scholen kijken, voordat je
geld uitgeeft.
• Zorg dat je een netwerk heb en goede contacten met organisaties, kenniscentra en aanbieders op
het gebied van wetenschap en techniek.
• Stem goed af met de buitenschoolse opvang over de doorgaande lijn en overleg hier regelmatig
over (bijv. eens in de twee weken).
• Stel een wetenschap- en techniekcoördinator aan op school, zorg voor een centraal
aanspreekpunt.
Succesfactoren van deze school:
• Het werken met vaste techniekmiddagen zorgt voor zichtbaarheid van en draagvlak voor
wetenschap en techniek binnen de school.
• Het dagarrangement met de bso waarin ook wordt afgestemd op het gebied van wetenschap en
techniek.
• De scholing en begeleiding van leerkrachten door een techniekcoach.
• De aanwezigheid van ‘trekkers’ binnen de school in de vorm van techniekcoördinatoren.
• De betrokkenheid van externe aanbieders en partners, zoals de TU Delft en de gemeente (Brede
School Delft) zorgt voor een ‘techniekvriendelijke’ omgeving.
36
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Het Schateiland, locatie De Schakel, Gouda
Interview met directeur/techniekcoördinator Mireille van Duuren
Waarom is deze brede school interessant?
In 2009 is de school door het Platform Bèta Techniek uitgeroepen tot voorbeeldschool ‘Wetenschap
en techniek’. De school zoekt binnen de brede school actief en creatief naar participatie van en met de
directe omgeving – ouders, middenstand, woningbouwvereniging, vo-scholen, pabo’s – op het gebied
van wetenschap en techniek.
Openbare basisschool Het Schateiland, locatie De Schakel is een kleine buurtschool met 160
leerlingen. Sinds 2006 is de school een brede school met een buurtprofiel. Ongeveer 80% van de
leerlingen is van autochtone afkomst. De leerlingen van allochtone afkomst zijn vrijwel allemaal van
Marokkaanse herkomst. Naast de brede school profileert de school zich als ‘Een school vol van
verhalen’. Dit betekent dat de kinderen zich leren uiten in woord, schrift en gebaar. Daarnaast is er
veel aandacht voor wetenschap en techniek.
Maximale ontwikkeling
De school is sinds circa 2006 bezig met wetenschap en techniek. De visie van de school op
wetenschap en techniek is dat kinderen zich maximaal moeten kunnen ontwikkelen op dit gebied, ze
uitdagen en prikkelen en plezier daarin geven. Directeur Mireille van Duuren: “Techniek is iets wat je
moet doen en ervaren. Zelfstandig kunnen werken is daarbij een voorwaarde”. Op het moment dat de
leerlingen de school verlaten moeten ze weten wat wetenschap en techniek inhoudt en of ze daar in
de toekomst verder mee willen gaan.
De visie op wetenschap en techniek wordt breed gedragen in het team. Het team is hier tijdens een
studiedag met zijn allen voor gaan zitten. Ook heeft 90% van het team een cursus gevolgd gedurende
zeven woensdagmiddagen. Wetenschap en techniek sluiten aan bij de interesses van kinderen en er
zijn veel dwarsverbanden te leggen met andere vakken.
Naar een doorgaande lijn
Het team is bezig om een doorgaande lijn te maken vanaf de onderbouw naar de bovenbouw, om zo
bij elke groep de kennis en vaardigheden op een hoger plan te kunnen brengen. De directeur: “door
het maken van een doorgaande lijn weet je wat er al gegeven is en waar de kinderen al kennis van
hebben, daar kun je dan vervolgens in verbreden of verdiepen”. Binnen de doorgaande lijn moeten de
vier techniekdomeinen (constructie, overbrenging, sturing en energie) goed terugkomen. De
groepsleerkrachten houden nu al in ordners bij welke onderwerpen zijn behandeld. Het ultieme doel
van de school is dat de doorgaande lijn niet alleen binnen de school wordt afgestemd, maar ook met
andere partijen, zoals de kinderopvang, peuterspeelzaal en externe partners.
Wetenschap en techniek in de brede school
37
Stimuleren en onderzoekend leren
“De kinderen vinden het echt heel leuk, dat zie je aan hoe ze met elkaar overleggen, ze kunnen erover
vertellen, het houdt ze bezig. Ze vinden het ook interessant om dingen vooraf in te schatten en
daarover na te denken. Bijvoorbeeld hoe ze een papieren vliegtuig kunnen vouwen. Ze moeten dan
eerst bedenken welke het verst kan komen en gaan dat vervolgens uitproberen”. Die
‘wetenschappelijke’ kant vinden de kinderen ook heel interessant, om te bedenken wat het resultaat
zal zijn. De leerkrachten besteden daar bewust aandacht aan tijdens het leerproces door feedback te
geven en achteraf te evalueren. De directeur geeft aan dat de leerkrachten daar zeer zorgvuldig in
zijn. “Ze zeggen niet: ‘Dat heb je fout ingeschat’, maar ‘Jouw manier was een andere manier van
benaderen en bij deze situatie was dat niet de juiste manier van benaderen, maar bij een andere
situatie misschien wel’”. Zo houd je de kinderen geïnteresseerd en gemotiveerd.
Crearonde en wetenschap- en techniekronde
Iedere woensdag is er voor groep 5-8 van 11.30-12.15 tijd voor activiteiten op het gebied van
wetenschap en techniek en/of creatieve activiteiten. De leerlingen uit deze groepen gaan dan aan de
slag met een activiteit waarvoor ze zich hebben opgegeven, zoals draadfiguren maken, figuurzagen
en ‘warhoofd’. Ook kunnen ze een fietsreparatiecursus volgen en soms worden de activiteiten
afgestemd op een bepaald schoolbreed thema, zoals Sinterklaas. De leerlingen kiezen elke vier
weken voor een andere activiteit. De leerkrachten van onderbouw springen bij, want groep 1-4 heeft
dan geen les. De onderbouw krijgt op vaste momenten in de klas ook een soort circuit, dat is
opgenomen in het lesprogramma. De school heeft ook een schoollaboratorium en er wordt gewerkt
aan een apart technieklokaal, waarin een wand komt met transparante dozen waarin alle materialen
overzichtelijk en zichtbaar voor de kinderen worden opgeslagen.
Het warhoofd
Een project in de crearonde dat kinderen erg aanspreekt is het ‘warhoofd’. Via een projectiescherm
projecteren de kinderen hun eigen hoofd. Andere kinderen tekenen de contouren van hun hoofd over
op een plaat. Het silhouet wordt uitgezaagd en vervolgens gaan de kinderen apparaten ‘slopen’ – dat
wil zeggen gericht uit elkaar halen (uiteraard met veiligheidsbril). Ze monteren de draadjes en
onderdelen vervolgens aan hun ‘eigen’ hoofd.
Een lift voor Sint en een strooigoedmachine voor Piet
Tijdens een rondje door de school met de directeur vertellen leerlingen enthousiast over waar ze mee
bezig zijn op het gebied van techniek. Het is eind november en het thema is Sinterklaas. Alle
leerlingen – van groep 1 t/m 8 – zijn in kleine groepjes bezig met uitvindingen waarmee ze Sinterklaas
en Zwarte Piet kunnen helpen om hun werk wat makkelijker te maken. Bijvoorbeeld een
strooigoedmachine voor Zwarte Piet en een lift om Sinterklaas het dak te helpen.
Samenwerkingspartners en externe aanbieders
De belangrijkste samenwerkingspartners van de school op het gebied van wetenschap en techniek
zijn de buitenschoolse opvang en de Brede School Gouda. De kinderen kunnen onder schooltijd
proeven aan de verschillende mogelijkheden. Na school kunnen ze zich daar verder op inschrijven.
Buitenschoolse opvang
Op het gebied van techniek werkt de school intensief samen met de bso, die fysiek verbonden is met
de school. De bso is met dezelfde onderwerpen en thema’s bezig als de school. Als kinderen verder
willen met een onderwerp dat onder schooltijd is aangeboden, dan kan dat in de ‘club’. Kinderen
kunnen dan bijvoorbeeld 10 lessen volgen na schooltijd. Er is uitwisseling van ruimtes, activiteiten,
mensen en kennis met de bso. Met de bso is een keer in de vier tot zes weken overleg, waarin zo
nodig ook over het aanbod wetenschap en techniek wordt gesproken.
38
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Brede School Gouda
De Brede School Gouda is een overkoepelend netwerk van brede scholen van drie Goudse
schoolbesturen. De Brede School Gouda biedt een activiteitenaanbod aan voor de kinderen van de
deelnemende scholen en dit schooljaar zijn er op initiatief van de directeur voor het eerst ook
activiteiten op techniekgebied. De activiteiten vanuit de brede school waren bijv. ruimtelijke vormen en
techniek-op-maat-kisten voor groep 8. Deze activiteiten zijn gesubsidieerd door de gemeente en de
kosten voor ouders zijn beperkt (ca. € 2,50 per keer). De directeur verwacht wel dat hier vanuit de
gemeente op gekort gaat worden vanwege de bezuinigingsmaatregelen. Er is brede-school-breed ook
overleg tussen scholen uit dezelfde wijk. Met ingang van 1 januari 2011 is in Gouda één centraal
cöordinatiepunt techniek en kinderen ingesteld.
Andere partners
Buiten de bso en de Brede School Gouda heeft de school nog andere partners, al dan niet structureel.
Dit kan variëren tot de eerder genoemde fietsreparatiecursus door de fietsenmaker uit de buurt tot een
excursie naar een waterzuiveringsbedrijf en van een gastles door een vader die kapitein is tot
samenwerking met vo-scholen en studenten van pabo’s.
Figuur1 - Overzicht samenwerkingspartners van Het Schateiland, locatie de Schakel
pabo's
vo‐scholen
buurt (middenstand, verenigingen)
organisaties en bedrijven
woningbouw‐
vereniging
gemeente
Brede School Gouda
Schateiland, loc. de Schakel
ouders
Project Energieke Scholen
De school doet mee aan het project Energieke scholen, een landelijke campagne waarbij
basisschoolleerlingen aan de slag gaan om hun school energiezuiniger en gezonder te maken qua
binnenmilieu. De school krijgt hier vanuit de gemeente subsidie en materialen voor. Bij dit project komt
veel wetenschap en techniek kijken. Alle leerlingen van groep 5-8 zijn erbij betrokken. Ze moeten met
apparaten metingen verrichten, bijv. naar het CO2-gehalte binnen de school en allerlei opdrachten
maken. De ouders helpen ook mee, bijvoorbeeld met materialen en apparaten.
Samenwerking met het voortgezet onderwijs
De school heeft een samenwerkingsverband afgesloten met vier vo-scholen. Vanaf begin 2011 gaan
de leerlingen van groep 8 onder begeleiding van een vo-docent allerlei techniekopdrachten maken in
een leslokaal van een van de vo-scholen. De leerkracht van groep 8 gaat ook mee. Voor de
financiering van dit project maakt de school gebruik van een subsidie in het kader van het project
Onderwijstijdverlenging van het ministerie van OCW.
Wetenschap en techniek in de brede school
39
Samenwerking met een woningbouwvereniging
Een woningbouwvereniging moet 1% van zijn inkomsten besteden aan maatschappelijke doelen. Een
basisschool kan daar ook onder vallen. De fietsreparatiecursus wordt betaald door de
woningbouwvereniging uit de buurt. Vanuit de bredeschoolgedachte is dit een fraaie constructie: de
fietsenmaker van om de hoek geeft de cursus, de fietswinkel in de buurt leent de spullen uit en de
woningbouwvereniging zorgt voor de financiën.
Professionalisering
De school heeft een VTB-subsidie gehad voor de ontwikkeling van wetenschap en techniek op school
en 90% van de leerkrachten heeft de techniekscholing afgerond (VTB-Pro). De directeur vond dat van
grote waarde, om zodoende wetenschap en techniek verder te kunnen brengen op school. De
leerkrachten waren heel tevreden over de scholing. Het draagvlak voor wetenschap en techniek is
daardoor vergroot.
De directeur is de techniekcoördinator en houdt in deze twee rollen in de gaten dat techniek goed op
het netvlies staat van het team, onder andere door het organiseren van studiedagen. Ook zorgt ze
ervoor dat het materiaal op orde is, dat er iemand naar relevante bijeenkomsten gaat en onderhoudt
ze relaties met externe partijen.
Materialen
Tijdens de VTB-scholing hebben ze goede adviezen gekregen over de aanschaf van de materialen.
Ze hebben zich hier van tevoren goed op georiënteerd, onder andere door andere scholen te
bezoeken om dingen te bekijken, bijv. de techniektorens. Uiteindelijk hebben ze besloten om deze niet
te nemen, omdat het onderhoud veel tijd zou kosten. Er is gekozen voor thematische dozen (bijv. over
het onderwerp elektriciteit) van Heutink, die ook zijn afgestemd op de vier leerlijnen. Deze dozen
werken ook goed en kunnen worden aangevuld als je iets gebruikt hebt. Alle materialen worden in
transparante dozen (in een kastenwand) in het lokaal geplaatst. Binnenkort wordt ook een techniekinstructielokaal geopend.
Tips voor andere brede scholen
•
Leg het niet op aan het team, het moet uit de mensen zelf komen.
•
Ga voor deelname van 70% van de leerkrachten, ze hoeven niet allemaal mee te gaan.
•
Werk met een circuit met verschillende activiteiten. Dit werkt stimulerend voor de leerlingen.
•
Werk aan de hand van de vier leerlijnen op het gebied van wetenschap en techniek (constructie,
overbrenging, sturing, energie).
•
Denk na over de doorgaande lijn van groep 1 t/m 8 en met andere partners, zoals de
buitenschoolse opvang.
•
Pas de methode van verhalend ontwerpen toe in het techniekonderwijs (met behulp van een
verhaal, projectonderwijs voor leerlingen ontwikkelingsgericht en boeiend laten verlopen).
Succesfactoren van deze school:
• De gecombineerde directeur/techniekcoördinator met een uitgebreid netwerk op het gebied van
wetenschap en techniek.
• De actieve benutting van lokale partners en organisaties.
• Het slim inzetten en benutten van mogelijke subsidies en financiële mogelijkheden.
• Het werken aan een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8.
40
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
De Driekleur, ’s-Gravenzande
Interview met directeur van OBS De Driekleur Erik de Jong en leidinggevende Elly Aalbrecht van
kinderopvang Okidoki.
Waarom is deze brede school interessant?
De brede school valt vooral op, door de specifieke aandacht voor wetenschap en techniek in de vorm
van workshops voor zowel kinderen van school als van de naschoolse opvang. Deze workshops
worden georganiseerd door De Driekleur en Okidoki onder de naam Driekleur/Okidoki Xtra. Hierbij
wordt gebruik gemaakt van zowel school- als van themalocaties van Okidoki. Daarnaast werkt Okidoki
met themalocaties vanuit het uitgangspunt ‘Ontdek het talent dat je bent’.
Brede School De Driekleur is gevestigd op twee locaties in ’s-Gravenzande. De brede school
bestaat uit een openbare basisschool (De Driekleur), peuterspeelzaal Paraplu en kinderopvang
Okidoki. Tussen deze partners wordt onderling nauw samengewerkt. De kinderopvang Okidoki speelt
een centrale rol in het buitenschoolse aanbod op het gebied van wetenschap en techniek. De brede
school maakt voor activiteiten gebruik van locaties die themagericht vanuit de kinderopvang zijn
ingevuld. Voorbeeld is de ontdekhoek, een ruimte waar 20 kinderen wetenschap- en
techniekactiviteiten kunnen doen. Andere themalocaties zijn: Kookidoki, een kookstudio; een
sportlocatie op het Sportpark; Strandjutters, een natuurlocatie; en Atelier, een creatieve locatie.
Kinderen vanaf acht jaar die deelnemen aan de buitenschoolse opvang kunnen voor een bepaalde
periode deelnemen aan één themalocatie.
Wetenschap en techniek in onderwijs, kinderopvang en buitenschoolse opvang
De inzet van wetenschap en techniek vindt in het onderwijs plaats, maar vooral ook in de
buitenschoolse opvang. Waarom is er gekozen voor wetenschap- en techniekactiviteiten in de
buitenschoolse opvang?
•
•
•
•
Techniekactiviteiten zijn leuk en plezierig
Techniekactiviteiten is doen waar je zin in hebt.
Met techniekactiviteiten kun je eindeloos variëren.
Van techniekactiviteiten leer je hoe dingen werken.
Bron: pedagogische werkinstructies bso Okidoki
De visie voor het gehele onderwijs is verder uitgewerkt in het schoolplan en in de uitwerking voor de
kinderopvang. Het onderwijs hanteert de kerndoelen en doelen uit de methode uit zowel rekenen als
wereldoriëntatie. Binnen de kinderopvang staat het ontdekken van talent van de kinderen centraal. Dit
houdt in dat ze kinderen wetenschap en techniek laten ontdekken en ervaren door het aanbieden van
verschillende technieken. Het gaat vooral om dingen maken. Het wordt als wenselijk ervaren om ook
de doorgaande lijn nog verder uit te werken tussen het onderwijs en de kinderopvang.
Deelname aan het VTB-programma
De reden dat De Driekleur is gestart met wetenschap en techniek is dat via het VTB-programma een
mooi en goed aanbod kwam. Daarnaast had men in het achterhoofd dat vanaf 2007 wetenschap en
techniek een verplicht vak zou worden. In aansluiting hierop was het voor de kinderopvang een goede
reden dat ze leuke en kwalitatief goede vrijetijdsbesteding wilde aanbieden om kinderen meer
Wetenschap en techniek in de brede school
41
uitdaging te bieden. Buitenschoolse opvang kon hiermee verder inspelen op het ontwikkelen van
talenten van kinderen, ook op gebied van wetenschap en techniek.
“Wetenschap & techniek is interessant omdat het goed is toe te passen in het reguliere
onderwijsaanbod. Binnen De Driekleur wordt met thema’s gewerkt en de ervaring is dat techniek heel
makkelijk is toe te passen in de verschillende thema’s, al leent het ene thema zich hier meer voor dan
het andere. Je merkt ook dat kinderen wetenschap en techniek erg interessant en leuk vinden, ze zijn
geïnteresseerd en enthousiast tijdens de lessen”, aldus directeur Erik de Jong.
Zoeken naar plaats van wetenschap en techniek
Wetenschap en techniek is in het reguliere onderwijsprogramma opgenomen. De lessen uit de
wereldoriëntatiemethode “Leefwereld” worden hiervoor ingezet. In de kleuterbouw wordt wetenschap
en techniek volgens het onderwijsprincipe van de Basisontwikkeling aangeboden.
In de kleuterbouw werkt men volgens het principe van Basisontwikkeling, waarbij de leerdoelen
worden vertaald naar de belevingswereld van het kind. Bij de voorbereiding van een thema wordt bij
de onderdelen spelactiviteiten, onderzoeksactiviteiten, constructieve en beeldende activiteiten en leesen schrijfactiviteiten gekeken waar wetenschap- en techniekactiviteiten aangeboden kunnen worden.
Omdat de huidige organisatie van het wetenschap- en techniekonderwijs te leerkrachtafhankelijk blijkt
te zijn, is de school van plan om wetenschap en techniek te implementeren in een carrousel. Dit houdt
in dat alle kinderen van zes t/m twaalf jaar op een vast moment in de maand, week of het kwartaal (dit
moet nog ontwikkeld en besproken worden met het team) verschillende wetenschap- en
techniekopdrachten wordt aangeboden. Kinderen lopen volgens een rooster alle wetenschap- en
techniekactiviteiten langs. De leerkracht bereidt een opdracht voor en biedt dit meerdere keren in de
carrousel aan.
De kinderopvang Okidoki biedt op een themalocatie het thema wetenschap en techniek aan. Kinderen
gaan na schooltijd naar één van de vijf themalocaties. Het personeel van de kinderopvang wordt
intern opgeleid en bijgeschoold op de thema’s. Daarnaast heeft iedere themalocatie een medewerker,
die activiteiten voorbereidt en zorgdraagt voor een rijk aanbod voor de themalocatie.
Projectgroep Wetenschap & Techniek
Binnen het onderwijs is een projectgroep die wetenschap en techniek verder uitwerkt, onder de
aandacht brengt van het team en activiteiten organiseert. De projectgroep gaat de komende tijd kijken
naar een andere organisatievorm voor het wetenschap- en techniekonderwijs, zoals de eerder
genoemde “carrousel”.
Verregaande samenwerking noodzaak voor vernieuwende activiteiten
De Driekleur/Okidoki Xtra is een goed voorbeeld van vergaande samenwerking tussen een
basisschool en kinderopvang. Gezamenlijk zijn er originele naschoolse activiteiten opgezet die
exclusief zijn voorbehouden aan kinderen van De Driekleur en Okidoki. Op woensdagmiddag kunnen
kinderen ondermeer deelnemen aan een kookworkshop bij Kookidoki of klussen bij meester Leen.
Ook zijn er creatieve en muzikale lessen. Dit is een groot succes.
Volgens de twee bredeschoolpartners is vernieuwend bezig zijn niet alleen leuk, maar ook
noodzakelijk. In de toekomst verwacht het onderwijs inhoudelijk steeds meer afstemming te kunnen
bereiken, mede doordat men in hetzelfde gebouw is gesitueerd.
42
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
“Door contacten tussen Okidoki-leidsters en onze onderbouwleidsters zijn er mogelijkheden om
steeds meer naar elkaar toe te groeien. Zonder dat het schools wordt kunnen bepaalde activiteiten
met peuters een bijdrage te leveren aan een verbetering in de doorstroming naar de kleutergroepen”.
Bron: “Ondek het talent dat je bent” pagina 19.
Samenwerking gemeente Westland en tuinbouwsector
De basisscholen in 's-Gravenzande, waaronder De Driekleur, werken samen met de gemeente
Westland, de Hogeschool Rotterdam, het Mondriaan College, de Haagse Hogeschool en het
bedrijfsleven. Deze samenwerking heeft als doel jonge kinderen al vroeg kennis te laten maken met
de mogelijkheden die de tuinbouwsector in de omgeving biedt. Men ervaart dat er een tekort aan
gekwalificeerd personeel is dat voldoet aan de eisen van deze tijd. Door een bezoek te brengen aan
een bedrijf hopen de partners dat er – zowel onder jongens als meisjes – meer interesse komt voor
technische opleidingen, zodat er arbeidspotentieel ontstaat voor de tuinbouw. Het
activiteitenprogramma bestaat uit een bezoek aan de tuinbouwsector. De tuinder laat tijdens het
bezoek zien dat techniek een grote rol speelt in het bedrijf. De tuinder is niet meer degene die de hele
dag in de grond woelt, maar laat zien dat via een chip de groei van een plant in de pot wordt gevolgd.
De beregening, bemesting, bestrijdingsmiddel, de kleur, het volume van de plant, alles is
geautomatiseerd.
Randvoorwaarden
De directeur noemt een aantal randvoorwaarden voor een goede implementatie van wetenschap en
techniek in de brede school:
• De brede school moet samen met de partners goed nagaan wat voor type brede school ze willen
zijn.
• Financiële middelen zijn nodig om wetenschap en techniek te implementeren en om materiaal aan
te schaffen.
• Het is wenselijk om een “kartrekker” te hebben. Hierdoor ontstaat ruimte in tijd. Deze investering in
tijd is nodig. Om wetenschap en techniek goed te implementeren moet je binnen je brede school
de tijd en rust hebben op dit goed op te zetten.
Bij de opleidingen beginnen
De Driekleur heeft meegedaan aan het VTB-programma en hier hebben leerkrachten begeleiding en
ondersteuning gekregen. “Maar eigenlijk”, zo zegt directeur Erik, “moet je beginnen bij de roc’s en
pabo’s waar de toekomstige professionals van de brede school worden opgeleid”.
Opbrengsten
De Driekleur neemt geen toets af voor wetenschap en techniek, maar wel een tevredenheidstoets. Bij
de kinderopvang wordt er per kind een kinderenquête afgenomen waar kinderen kunnen aangeven
hoe ze het vinden op de kinderopvang. Ook wordt er specifiek naar de themalocaties gevraagd.
Hierdoor is er meer aandacht voor de inzet op de themalocaties en de verdere uitwerking daarvan.
“Ontdek het talent dat je bent”
Bij de kinderopvang kunnen kinderen een talent bij zich zelf ontdekken en daar merk je ook dat
sommige kinderen wetenschap en techniek erg leuk vinden, ze zijn geïnteresseerd en willen nieuwe
dingen ontdekken, stellen vragen en zijn verwonderd.
Ambities
De themalocaties bieden volgens de school en de kinderopvang een goede mogelijkheid om optimale
resultaten te behalen. Wel kan binnen de themalocaties bij de kinderopvang en het thematisch werken
in het onderwijs nog meer worden afgestemd. Het optimaal gebruik maken van elkaars ruimte en
faciliteiten levert voor iedereen een grote meerwaarde op. De Driekleur heeft de ambitie de
Wetenschap en techniek in de brede school
43
samenwerking verder te intensiveren en gaat de komende tijd volop verder om deze ambitie waar te
maken. Erik de Jong: “Ik ben trots op dat wat Okidoki/Driekleur Xtra aanbiedt. Dit is een hoogwaardig
aanbod voor de kinderen van onze school en opvang”.
Tips voor andere brede scholen:
• Omschrijf haalbare doelen. Het doel bij brede school De Driekleur was eerst wetenschap en
techniek in alle vakken terug te laten komen. Dit bleek te idealistisch en leerkrachtafhankelijk. Nu
wordt er gezocht naar een in de praktijk goed uitvoerbare organisatie in de vorm van een carrousel.
• De kinderopvang ervaart dat de gekozen vorm van themalocaties heel goed verloopt en vindt dit
een aanrader voor andere brede scholen.
Succesfactoren van deze school:
• Kinderopvang werkt vanuit themalocaties.
• Inzet op talentontwikkeling van kinderen.
• Wetenschap en techniek wordt aangeboden vanaf de kinderopvang.
• Medewerkers kinderopvang zijn geschoold voor themalocaties.
44
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
De Starter, partner in Vensterschool Stadspark Groningen
Interview met Folkert Oldersma, techniekcoördinator en leerkracht.
Waarom is deze brede school interessant?
Vensterschool Stadspark biedt mede vanuit het Dalton-principe onderwijs aan op het gebied van
wetenschap en techniek in een concentrische leerlijn rond thema’s met daarnaast een aanpak voor
wetenschappelijk denken en de cyclus van technisch handelen. Deze lijn start bij de peuterspeelzaal
en gaat door tot het voortgezet onderwijs. Wetenschap en techniek is voor Stadspark niet een los
gegeven, maar is ook geïntegreerd in andere vakken. De Starter is een zogenaamde academische
school, hetgeen resulteert in opleidings-, onderzoeks- en innovatiepraktijken. Dit biedt extra kansen
voor het aanbod en de implementatie van wetenschap en techniek.
Openbare basisschool De Starter is onderdeel van Vensterschool Stadspark in Groningen. De
Vensterschool is gestart vanuit een achterstandssituatie. Inmiddels is de wijk veranderd in een wijk
waar hoog opgeleide en veelal tweeverdieners wonen. Op dit moment zitten er ongeveer 450
leerlingen op de school. De Starter werkt nauw samen met het buurthuis (naschools aanbod), de
peuterspeelzaal en de naschoolse opvang. De Starter is een gecertificeerde Daltonschool en door de
inspectie uitgeroepen tot een excellente school.
Inspiratie over de grens
Rond 2004 nam De Starter deel aan een internationaal programma over het klaslokaal van de
toekomst. In Engeland werden ideeën opgedaan voor het vak Science. Wetende dat in 2007 techniek
een verplicht vak op de basisschool zou worden, is De Starter vanaf 2005 begonnen met het
ontwikkelen van een science-leerlijn. Van meet af aan heeft de school wetenschap toegevoegd aan
techniek. Wetenschap en techniek zijn verbonden doordat de school een academische school is. Dit
betekent dat studenten van Hogeschool Groningen stage lopen, onderzoek doen op gebied van
wetenschap en techniek en programma’s ontwikkelen.
Doorgaande concentrische leerlijn
De Starter heeft destijds in een beleidsplan de doelen en visie met betrekking tot wetenschap en
techniek omschreven. Een belangrijk uitgangspunt van de school is een doorgaande concentrische
leerlijn. Deze concentrische leerlijn is vanuit thema’s omschreven voor de vakken natuurkunde,
scheikunde, biologie, verzorging en techniek voor 2/3-jarigen tot en met 15-jarigen. Uitgangspunten
zijn onder meer leren door doen en dat taal geen barrière mag vormen voor deelname. Dat betekent
dat er met “stuurkaarten” wordt gewerkt die de zelfstandigheid bevorderen en waarbij een minimum
aan taal wordt gebruikt. Deze opzet van stuurkaarten wordt op de school gebruikt, maar komt ook
terug in het naschoolse aanbod.
De concentrische leerlijn in de praktijk
De concentrische leerlijn wordt gevuld met thema’s als lucht, elektriciteit, magnetisme en pneumatiek.
Bij de peuters (waar de conceptvorming begint) staat het opdoen van ervaringen centraal, bij de
kleuters wordt er al vanuit gegaan dat voor ze iets doen een “verwachting” uitspreken, in groep 3, 4 en
5 staat “het verklaren” centraal. In groep 6 wordt de kinderen “het doen van een eerlijke proef”
geleerd. Zo wordt de kinderen in stappen een wetenschappelijke aanpak aangeleerd. Daarnaast leren
de kinderen te werken volgens de cyclus van technisch handelen (van probleem/idee naar een
product). Voor de meer- en hoogbegaafde leerlingen wordt een “uitbouwprogramma” ontwikkeld.
Wetenschap en techniek in de brede school
45
Voorbeeld van een stuurkaart
Van vrij experimenteren naar een volwaardig programma
De Starter is onderdeel van de Vensterschool Stadspark, die structureel wetenschap en techniek
aanbiedt aan kinderen van 2 t/m 15 jaar. Dit gebeurt zowel onder als na schooltijd. Op de
peuterspeelzaal, voor 2/3-jarigen, wordt de mogelijkheid gecreëerd om ervaringen op te doen op het
gebied van wetenschap en techniek. Daarnaast is voor deze leeftijdsgroep een speciaal
science/ontdekplein ontwikkeld. De peuters kunnen op het plein ervaringen opdoen en
experimenteren. Het plein bevat de vier elementen lucht, aarde, water en vuur. Bij deze vier
elementen zijn allerlei ontdek- en doematerialen gezocht. In de kleutergroepen en groep 3 staat het
vrij experimenteren centraal. Er zijn voor diverse onderdelen stuurkaarten (magnetisme, statische
elektriciteit, zinken -drijven, spiegelen) ontwikkeld, waarbij het begin van wetenschappelijk denken aan
bod komt door vooraf een verwachting uit te spreken.
Voor groep 4 t/m 8 is een jaarprogramma opgesteld dat onder meer in het technieklokaal kan worden
uitgevoerd. Voor deze leeftijdsgroepen zijn er ook na schooltijd techniekactiviteiten, in de
scienceclubs. In het onderwijs staat het proces centraal terwijl bij het naschools aanbod het juist gaat
om het product, het resultaat. Het technieklokaal kent drie onderdelen:
1. de onderzoekshoeken met de proefjes;
2. de techniekhoek met het ontwerpen en bouwen;
3. koken.
46
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Science op school
Uitgangspunt bij het wetenschap- en techniekonderwijs is dat kinderen praktisch bezig zijn, leren door
doen en zelfstandig onderzoeken en zelf ontwerpen. De opbouw van het aanbod heeft de Starter zelf
ontwikkeld. In de groepen 1 t/m 8 wordt gewerkt met ontdekdozen. De dozen kunnen zelfstandig door
de leerlingen worden gebruikt en zijn geschikt voor diverse didactische toepassingen. De leerlingen
kunnen zelfstandig zaken ontdekken door aanwijzingen op de stuurkaarten of het
(powerpoint)stuurprogramma op de computer te volgen. Dit proces dient altijd gevolgd te worden door
de reflectiefase waar de leerkracht met de leerlingen de ontdekkingen bespreekt. Steeds wordt
geprobeerd te integreren met andere vakken zoals wereldverkenning, maar ook rekenen (met name
het metriek stelsel bij techniek- en kooklessen).
Bron: www.scienceopschool.nl.
Van werkgroep naar coördinator
Voor het ontwikkelen, het opzetten, organiseren en implementeren van wetenschap en techniek is in
de beginfase een werkgroep in het leven geroepen. Een techniekcoördinator zorgt nu voor
continuering. De uren van deze coördinator vallen onder het taakbeleid van het onderwijs.
Mobiel leren en ontwikkelen
In de wijk waar de vensterschool is gevestigd, bieden bedrijven mogelijkheden voor bezoek in het
kader van wetenschap en techniek. De Hanzehogeschool Groningen heeft voor de Vensterschool een
overzicht gemaakt van deze bedrijven.
Voor bedrijfsbezoek en veldwerk heeft de school geëxperimenteerd met mobiel leren. Met een fietskar
met zender wordt buiten met kleine laptops en GPS gewerkt om het Wierdenlandschap te verkennen.
Ook wordt in dit kader een bedrijf door een paar leerlingen met webcamera bezocht. Live werden hun
beelden in de klas op het digitale schoolbord geprojecteerd. Vanuit de klas konden de kinderen
vragen naar de interviewers sturen via Livestream.
Geïntegreerd rekenonderwijs door wetenschap en techniek
Tijdens de sciencelessen wordt gewerkt volgens de aanpak van “leren door doen, leren door zelf te
ervaren”. De Starter zag mogelijkheden om deze aanpak ook in te zetten in het rekenonderwijs, vooral
rond de onderwerpen meten, meetkunde, geld en tijd. Reden was ook dat de rekenmethode
‘Rekenrijk” voor zwakke rekenaars in groep 3 voor problemen zorgde, omdat er geen keuze was voor
één duidelijke context van waaruit de zaken onderzocht c.q. uitgelegd konden worden. Er is gekozen
voor een winkel als eenduidige context. In de klas wordt tijdens de rekenlessen steeds van de winkel
uitgegaan. De rekenmethode wordt nog steeds gebruikt, maar daar waar mogelijk worden in de
instructiefase onderdelen aangepast met behulp van de science-aanpak (ervaren-onderzoekenverklaren) met stuurkaarten als ondersteuning die het ontdekkend leren moeten stimuleren.
Randvoorwaarden
De techniekcoördinator benadrukt het belang van het hebben van een gezamenlijke visie voor de
gehele brede school. Om wetenschap en techniek in de brede school te implementeren moet je deze
als eerste opstellen. Hiertoe heeft De Starter destijds een visiewijzer opgesteld. Ook van groot belang
is het kunnen beschikken over materiaal en de inzet en tijd van personeel. Met de VTB-subsidie is er
tijd en materiaal ‘gekocht’ en zijn er enkele personeelsleden geschoold. Richting opleiding van de
“toekomstige professionals zou het zeer wenselijk zijn dat er in de opleiding van de pabo meer
aandacht zou komen voor wetenschap en techniek en een geïntegreerd curriculum.
Binnen de organisatie ervaart de techniekcoördinator dat de voortgang en kwaliteit van wetenschap
en techniek persoonsafhankelijk is. Pedagogische medewerkers van de peuterspeelzaal krijgen geen
extra tijd voor scholing. Bij wisseling van personeel moeten mensen opnieuw geschoold worden en
geënthousiasmeerd. De naschoolse activiteiten worden veelal door stagiairs begeleid. Omdat de
Wetenschap en techniek in de brede school
47
wisseling van stagiairs groot is, zijn de stuurkaarten voor deze activiteit “stagiair-onafhankelijk”
gemaakt. De kinderen kunnen er zelfstandig mee werken.
Opbrengsten en ambitie
De vensterschool kan nog niets melden over opbrengsten, maar is er op grond van het enthousiasme
van de kinderen van overtuigd dat hun structurele aanbod van wetenschap en techniek effect heeft op
de ontwikkeling van de kinderen. De meerwaarde zit erin dat wetenschap en techniek als geïntegreerd
leergebied bij alle partners in de vensterschool wordt aangeboden.
De ambitie van de school is om wetenschap en techniek nog verder te ontwikkelen in de
Vensterschool Stadspark: “Het is nog lang niet af, maar we zijn heel goed op weg”.
Tips voor andere brede scholen:
• Om wetenschap en techniek, maar ook een ander leergebied, in een brede school te
implementeren moet de school leidend zijn, maar wel in nauwe samenwerking met de andere
partners.
• Probeer wetenschap en techniek te integreren in andere vakken. Het kan echter soms belangrijk
zijn om de prioriteit eerst alleen bij wetenschap en techniek te leggen en de verbinding met de
andere vakken wellicht later tot stand te brengen.
• Een bepalende factor voor het succes van de “Starter” is de aanwezigheid van het technieklokaal.
Het is een belangrijke schakel in het succes van wetenschap & techniek op deze brede school. Het
technieklokaal zorgt er ook voor dat er ruimte is voor kinderen om handelend bezig te zijn.
Succesfactoren van deze school:
• De werkwijze is vanuit een aangepast aanbod voor de diverse leeftijdsgroepen sterk verwoord en
zichtbaar in de organisatie. De stuurkaarten zijn hiervan een goed voorbeeld.
• De aansluiting van wetenschap en techniek doordat de school een academische school is. De
opleiding onderzoek en innovatiepraktijk versterkt de programmering van wetenschap en techniek.
• Wetenschap en techniek start al onderbouwd in visiedocument en uitvoering bij de peuters.
• Een stevige koppeling tussen wetenschap en techniek en het rekenonderwijs.
• Naast het technieklokaal is er ook een rekenlokaal aanwezig.
• De aanwezigheid van een ontdekplein. Het plein bevat de vier elementen, lucht, aarde water en
vuur waar ontdek- en doematerialen bij zijn gezocht.
• Taal vormt geen barrière bij het begrijpen van de stuurkaarten.
48
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Wittering.nl, Rosmalen
Interview met Ton van Rijn, directeur en Marion Nelissen, specialist techniek.
Waarom is deze brede school interessant?
Wetenschap en techniek zijn alom tegenwoordig op deze school. Het onderwijs vindt plaats aan de
hand van ‘kernconcepten’, waarbij de kinderen gedurende een bepaalde periode ondergedompeld
worden in een onderwerp (bijv. energie, materie). De algemene vakken (basisdomeinen) worden
zoveel mogelijk afgestemd op het kernconcept dat op dat moment aan de orde is. Er is veel ruimte
voor zelf doen en ontdekken, bijv. in de speciale ‘eurekaruimtes’, en er is een gespecialiseerde
leerkracht voor wetenschap en techniek voor meer professionele ondersteuning. De school maakt
minder gebruik van schoolboeken, waardoor er meer geld is voor de aanschaf van andere materialen.
De buitenschoolse opvang is ‘van de school’. Dit is bevorderlijk voor de inhoudelijke en pedagogische
afstemming.
Wittering.nl bestaat ruim zes jaar en werkt met een zeer innovatief onderwijsconcept; ‘Anders leren’.
Dit houdt in dat de leerling zelf centraal staat (en niet de leerstof) en dat leerlingen leren in hun eigen
tempo. Uitgangspunt is talentontwikkeling. De school is een initiatief van de KPC Groep en
schoolbestuur Signum. Wittering.nl is formeel geen brede school, maar de school is sinds een jaar wel
gehuisvest in een multifunctionele accommodatie en heeft een eigen buitenschoolse opvang. In de
MFA zijn in totaal drie basisscholen, twee buitenschoolse opvangorganisaties en een sportzaal
gehuisvest.
Hoe werkt Wittering.nl?
De leerlingen zijn ingedeeld in drie ‘units’: unit 1 is voor kinderen van 4-6 jaar, unit 2 is voor kinderen
van 6-9 jaar en unit 3 voor kinderen van 9-12 jaar. Binnen elke unit zijn de leerlingen ingedeeld in
heterogene basisgroepen en tussen de units is sprake van een doorgaande ontwikkelingslijn. Elke unit
wordt begeleid door een team, bestaande uit een regisseur, mentor en één of meer begeleiders
(onderwijsassistenten). Binnen de school zijn er daarnaast vijf specialisten die voor verschillende
vakgebieden (techniek/eureka, beeldende vorming, dans/drama, muziek, bewegingsonderwijs) en
deskundigheden worden ingezet.
Het curriculum is opgebouwd rondom een tiental kernconcepten binnen de stromen natuur & techniek
en mens & maatschappij en een aantal basisdomeinen, waaronder taal (communicatie) en rekenenwiskunde (getalbegrip). Voor elke leerling is een individuele leerlijn bepaald. Binnen deze leerlijn
kunnen ze zelf bepalen wanneer ze waar aan werken. De leeractiviteiten hebben in elke unit een
ander accent, dat aansluit bij de ontwikkelingsfase van de kinderen. Bij de jongste kinderen in unit 1
ligt de aandacht bij kennismaken met; bij unit 2 bij oefenen en onderzoeken en bij de oudere
leerlingen in unit 3 verschuift de aandacht naar inzicht krijgen. Bij elk kernconcept begint de leerkracht
met een ‘trigger’; een activiteit waarmee de nieuwsgierigheid van de leerling geprikkeld wordt.
Bijvoorbeeld door een kopje met water te laten zien en daar losse suiker aan toe te voegen. “Wat
gebeurt er als je in plaats van losse suiker een klontje suiker toevoegt?”
Wetenschap en techniek in de brede school
49
Kernconcepten Wittering.nl
A. Mens en maatschappij
• Macht (bv. “Wie is de baas?”)
• Binding (bv. “Bij wie hoor ik?”)
• Evenwicht en kringloop (bv. “Waarom zien we steeds hetzelfde patroon?”)
• Communicatie (bv. “Hoe breng ik mijn boodschap over?”)
B. Natuur en Techniek
• Energie (bv. “Waarom ‘werkt’ iets?”)
• Materie (bv. “Waar is het van gemaakt?”)
• Groei en leven (bv. “Wat is leven en hoe ontwikkelt iets?”)
• Kracht en Golven (bv. “Hoe sterk is iets?”)
• Tijd en ruimte (bv. “Hoe ontstaat tijd, hoe groot is onze aarde?”)
• Getalbegrip (bv. “Hoe ver is het naar huis?”)
Plaats van wetenschap en techniek
In de visie van de school zijn wetenschap en techniek integraal en een belangrijk onderdeel van de
samenleving. Daarom zijn deze onderwerpen volledig geïntegreerd in het curriculum en komen ze
systematisch in alle kernconcepten terug. Het jaar is opgedeeld in vier kwartalen, waarin bepaalde
kernconcepten steeds terugkomen (getalbegrip en communicatie) en andere kernconcepten variabel
(cyclisch) worden aangeboden.
Het programma van Wittering.nl voor de kernconcepten voor schooljaar 2010-2011
Kwartaal 1
Kwartaal 2
Kwartaal 3
Kwartaal 4
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Getalbegrip
Communicatie
Kracht en Golven
Macht
Getalbegrip
Communicatie
Tijd en ruimte
Binding
Getalbegrip
Communicatie
Groei en leven
Energie
Getalbegrip
Communicatie
Evenwicht/kringloop
Materie
De algemene vakken (basisdomeinen) worden zoveel mogelijk afgestemd op het kernconcept dat op
dat moment aan de orde is. Een paar concrete voorbeelden van hoe deze verbindingen op
Wittering.nl vorm kunnen krijgen:
• Aan het spelen in de bouwhoek kun je allerlei leerfacetten koppelen, zoals:
- bouwen vanaf een tekening (tekening leren lezen),
- instructies geven via een leesblad (leren lezen),
- een bouwtekening maken van je eigen bouwwerk (analytisch nadenken in welke volgorde een
gebouw gebouwd moet worden),
- een verslag maken van de bouwactiviteiten (schrijven),
- een klok in het bouwwerk maken (leren klokkijken).
• Bij rekenen kun je aandacht besteden aan maten. Dit helpt weer als de kinderen vloeistoffen
moeten afmeten bij een proefje of met het kernconcept tijd en ruimte bezig gaan (lengtematen).
• Je kunt natuurkundige verschijnselen zoals het ‘licht’ van de maan behandelen door het in een
thema te vervlechten zoals Sinterklaas (‘Zie de maan schijnt door de bomen’ – Hoe kan dat?).
Het idee is dat er door een breed aanbod en een gevarieerde manier van werken de kinderen een
veel bredere kennis opdoen van natuur en techniek.
Ruimte voor wetenschap en techniek
De school is in verschillende functionele ruimtes opgedeeld die voor verschillende doeleinden worden
gebruikt. Er zijn geen traditionele klaslokalen; de ruimtes worden afgescheiden door bijvoorbeeld
50
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
kasten of wanden. Een belangrijk uitgangspunt in het onderwijsconcept is het leren door te doen: “Hoe
kun je magnetisme begrijpen als je nooit met magneten speelt?” (Schoolgids Wittering.nl 2010-2011).
De leerlingen hebben dan ook een enorme hoeveelheid aan materialen tot hun beschikking, van
eenvoudige houten blokken tot technisch bouwmateriaal en computers en er is zelfs een
afzuiginstallatie voor wanneer er met chemische stoffen wordt gewerkt. Voor techniek zijn er
zogenoemde ‘eurekaruimtes’, waar de leerlingen aan de hand van stappenplannen zelf kunnen
experimenteren en ontdekken.
Rondje door de school
Bij een rondgang door de school zie je kinderen van alles doen met techniek. Van het bouwen van
een meerverdiepingenhuis met houten blokken in unit 1 tot de virtuele constructie van een brug op de
computer in unit 3. Een groepje leerlingen uit unit 3 werkt onder begeleiding van de techniekspecialist
aan een project voor de First Lego League. De leerlingen zijn geconcentreerd bezig en vertellen
enthousiast wat ze aan het doen zijn.
Excursies en gastlessen
Naast de geïntegreerde aandacht voor wetenschap en techniek in het curriculum zijn er ook
regelmatig excursies op het gebied van wetenschap en techniek, zoals een bezoek aan NEMO in
Amsterdam (door leerlingen én het team) of het jeugdlab in Utrecht. De techniekspecialist van de
school zoekt via haar netwerk het aanbod uit. De school maakt ook gebruik van het aanbod van de
Technische Universiteit in Eindhoven (chemieshow, natuurkundecircus). Dit aanbod wordt door
studenten verzorgd. Men probeert ook actief ouders bij wetenschap en techniek te betrekken. Soms is
er een ouder die een gastles geeft, bijvoorbeeld een vader die natuurkundige is en kinderen iets over
lichtstralen komt vertellen of een vader die bij de brandweer zit en uitlegt wat daar bij komt kijken.
Eigen buitenschoolse opvang
Wittering.nl heeft een eigen buitenschoolse opvang, waarvan de pedagogische leerlijn volledig is
afgestemd met die van de school. Net zoals de ruimtes van de school door de bso-kinderen kunnen
worden gebruikt, lopen ook de activiteiten waar de kinderen mee bezig zijn op school, ook op het
gebied van wetenschap en techniek, over in de bso. Het verschil tussen de school en de bso is dat er
in de bso meer de nadruk ligt op spelen.
Ondernemerschap
Wittering.nl is een ondernemende school en probeert op verschillende manieren (extra) financiën te
genereren voor het onderwijs. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van speciale subsidies zoals het
Deltaproject12. De school is ook bezig met een projectaanvraag voor een Europese subsidie. Deze is
voornamelijk bedoeld om het vervoer naar “de praktijk” (bedrijven en dergelijke) mogelijk te maken.
Wat de school ook financiële middelen oplevert is dat ze minder gebruik maken van schoolboeken.
Daardoor is er geld over voor bijvoorbeeld de aanschaf van technische materialen. De school heeft bij
de start ook contact gezocht met bedrijven voor de inrichting van de school die (mede)
gespecialiseerd zijn in inrichting van technische ruimtes. Zo was Ahrend verantwoordelijk voor het
totaalconcept van de school en heeft Eurofysica het deel van de eurekaruimtes ingericht, inclusief de
plaatsing van een hightech afzuiginstallatie voor wanneer de leerlingen werken met chemische
stoffen.
Professioneler door specialisten
Binnen de innovatieve aanpak van Wittering.nl is een belangrijke rol weggelegd voor gespecialiseerde
leerkrachten. Deze specialisten (minimaal hbo-niveau) zijn deskundig in minstens een vakgebied. Het
werken met gespecialiseerde leerkrachten, zoals bij techniek, is volgens de directeur bevorderlijk voor
12
Via http://www.deltaopschool.nl is lesmateriaal te downloaden dat is ontwikkeld door de scholen die aan het project
hebben deelgenomen.
Wetenschap en techniek in de brede school
51
het niveau dat leerlingen kunnen bereiken. De techniekspecialist zorgt ook voor verdiepende scholing
en workshops op het gebied van wetenschap en techniek voor de andere leden van het team en
onderhoudt een breed netwerk aan externe contacten (o.a. met NEMO, Netherlands Space Office
(NSO), Brabant Techniek Platform, VONK).
Om binnen het onderwijsconcept van Wittering.nl te kunnen werken heeft het team veel extra scholing
gehad. Negen keer per jaar worden er studiedagen georganiseerd. Specifiek voor wetenschap en
techniek heeft ook scholing via het Deltaproject en het VTB-Pro-programma plaatsgevonden. De
school wordt begeleid door adviseurs van de KPC Groep en staat ook in contact met
onderwijsdeskundigen.
Wat levert het op?
Wittering.nl is nog een jonge school en er zijn nog niet veel leerlingen die de overstap hebben
gemaakt naar het voortgezet onderwijs. Er valt dus nog niet veel te zeggen over wat het
onderwijsconcept op de langere termijn oplevert op het gebied van wetenschap en techniek. De
directeur ziet dat de leerlingen een enorme slag maken in het beredeneren en benoemen van zaken.
Dit heeft ook een positieve invloed op de taalvaardigheid van de kinderen. Door kinderen te laten
kijken, onderzoeken en vragen te laten stellen worden ze ook eigenaar gemaakt van hun eigen
leerproces. Soms komen ze ook inhoudelijk zo ver, dat de leerkrachten ze niet kunnen bijhouden.
Vorig jaar waren enkele kinderen er zelfs in geslaagd DNA uit een kiwi te halen. Voor de directeur een
teken dat als je de kinderen de ruimte geeft, ze zo veel meer kunnen bereiken. Om de leerlingen extra
te stimuleren wordt er soms een expert van buiten ingevlogen.
Tips voor andere brede scholen
• Zorg voor een structurele inbedding van wetenschap en techniek in de school en laat wetenschap
en techniek niet rusten op één persoon.
• Begin jong en begin klein! Werk vanuit de verwondering (Hoe komt dat?). De ingang bij
wetenschap en techniek is dat je kinderen aan het denken zet.
• Verzamel veel materialen. Dit hoeven geen ingewikkelde dingen te zijn. Met wat plastic
boterhamzakjes en touwtjes kun je bijvoorbeeld al aan de slag om de windrichting te bepalen.
Succesfactoren van deze school:
• Visie op wetenschap en techniek als integraal onderdeel van de samenleving (geen doel op zich).
• Volledige integratie van wetenschap en techniek in het onderwijsconcept.
• Ruimte voor leerlingen om zelf te ontdekken.
• De inzet van een gespecialiseerde leerkracht voor techniek.
• Een buitenschoolse opvang ‘van’ en in de school met afgestemde pedagogische aanpak en
aanbod.
• De ondernemende houding van de school.
52
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
De Ynset, Rottum
Interview met Henk Velkers, directeur
Waarom is deze brede school interessant?
De Ynset is een kleine brede school waar de gemeente een duidelijke regierol heeft en de regio een
belangrijke rol speelt in het aanbod van wetenschap en techniek (ambachtelijk ondernemen). De inzet
op onderwerpen op het terrein van wetenschap en techniek zijn sterk verbonden aan wat er in de
eigen omgeving van leerlingen gebeurt. Dit is ook gekoppeld aan de economische en ambachtelijke
partners van de school die zich in de eigen omgeving aan elkaar weten te verbinden. De leerlingen
nemen o.a. deel aan excursies naar werkplaatsen in de regio. De Ynset geeft hiermee als relatief
kleine brede school een voorbeeld van hoe je vanuit eigen context kunt verder bouwen met de
omgevingsfactoren die als zeer bepalend worden ervaren voor de ontwikkeling van de school. De
Ynset heeft ook een sterk onderbouwd Wetenschap- en Techniekplan.
OBS “De Ynset” staat in plattelandsgemeenschap Rottum en behoort tot de gemeente Skarsterlân,
hieronder vallen 12 kleine dorpjes en Joure. De leerlingen die op de Ynset zitten zijn vooral
dorpsleerlingen. De laatste jaren zijn er forensen vanuit Heerenveen komen wonen in Rottum, dit zijn
de hoger opgeleide tweeverdienende ouders. Deze ouders hadden behoefte aan kinderopvang en
sinds 2008 noemt de Ynset zich een “kleine brede school”. De brede school bestaat uit 70 leerlingen.
In maart 2009 is de school gestart met het VTB-programma. In mei 2010 heeft de Ynset het predikaat
“Techniekschool “gekregen van het VTB-projectbureau.
Ambachtelijk ondernemen van belang voor de school en de gemeente
De gemeente Skarsterlân heeft als doel “ambachtelijk ondernemen” waar wetenschap en techniek
een grote rol in speelt. Gemeente Skarsterlân wil zich profileren als “ambachtstad”. Hiervoor is een
netwerk in het leven geroepen waar gemeente, het voortgezet onderwijs, een welzijnsorganisatie, de
bibliotheek, een museum en acht basisscholen zijn vertegenwoordigd. Via het netwerk worden
excursies voor kinderen naar bedrijven georganiseerd onder en na schooltijd. Dit kan bijvoorbeeld een
bezoek zijn aan een botenbouwer of een klokkenmaker. Er wordt samengewerkt met het platform
“Jong ondernemen ” waarin diverse ambachtslieden en partijen samenwerken om jong ondernemen te
stimuleren. Kinderen krijgen workshops van ondernemers en gaan uiteindelijk zelf een onderneming
opzetten. Leerlingen uit het voorgezet onderwijs lopen snuffelstages bij ambachtelijke ondernemers.
De gemeente heeft voor dit project een subsidie ontvangen uit de regeling “Onderwijs Netwerk
Ondernemen”13.
Missie “Iedere leerling is uniek”
Brede school De Ynset gaat uit van het mission statement “iedere leerling is uniek”. Deze missie is
vertaald in een wetenschap- en techniekplan”. Hierin staat zeer uitgebreid omschreven hoe de Ynset
wetenschap en techniek aanbiedt binnen het onderwijs. In de visie van de school moet het aanbod in
wetenschap en techniek voldoen aan de volgende drie kenmerken:
1. betekenisvol; aansluiten bij de belevingswereld van het kind.
2. strategisch; onderzoekend en ontdekkend leren (ik doe en ik begrijp)
3. sociaal; communicatie, samenwerken en verantwoordelijkheid nemen.
13
Meer informatie hierover is te verkrijgen bij A. Postma van het Cedin, Drachten.
Wetenschap en techniek in de brede school
53
Naast deze aspecten komen in het wetenschap- en techniekplan de volgende onderwerpen aan bod:
• doelen;
• didactische onderbouwing;
• pedagogische voorwaarden (zie kader), de organisatie, basismaterialen en hulpmiddelen,
jaarplanning en begroting.
Pedagogische voorwaarden
Bezig zijn met wetenschap en techniek is iets wat sommige leerkrachten angst inboezemt. Veelal
speelt gebrek aan kennis van wetenschap en techniek een rol en daardoor ook de angst dat daardoor
de les kan mislukken of dat de leerlingen met vragen komen, waar één-twee-drie geen antwoord op
gegeven kan worden. Maar kinderen zijn van nature onderzoekend, zij willen zelf uitvinden waarom
iets zo en zo werkt. De taak van de leerkracht is daarbij, niet voor de kinderen de antwoorden te
verzinnen, maar de goede vragen te stellen waardoor het kind zelf op het antwoord komt. En het
vertrouwen te geven dat kinderen dat ook kunnen! Verder is het belangrijk dat kinderen ook worden
geprikkeld tot het onderzoeken dat er een omgeving is die hen daartoe uitnodigt.
Bron: Wetenschap- en techniekplan De Ynset.
Wat wil de school bereiken met wetenschap en techniek?
De voornaamste reden voor het starten met wetenschap & techniek was om een onderzoekende
houding bij kinderen te stimuleren en talentontwikkeling te bevorderen. Directeur Henk Velkers:
“Kinderen moeten al jong in aanraking komen met wetenschap & techniek”. Daarnaast speelt het
voorbereiden op de maatschappij een belangrijke rol. “Techniek is overal om ons heen. Het heeft een
grote invloed op ons leven. Wie in de maatschappij succesvol wil zijn, zal kennis moeten hebben van
techniek in de breedste zin van het woord. Wij willen kinderen optimaal voorbereiden op de
maatschappij van de toekomst”.
De te behandelen onderwerpen zijn verspreid over de volgende domeinen:
1. Constructie: bruggen, gebouwen, voertuigen, wegen, meubels, apparaten, gereedschap
2. Transport/overbrenging: voertuigen, transport (land, water, lucht, leidingen, buizen)
3. Communicatie: kennis over de informatiemaatschappij, toepassingsmogelijkheden van informatie
en communicatiewetenschap en technieken
4. Productie: gebruiksvoorwerpen, toiletartikelen, consumptiegoederen
Vanuit Mindmappen komen tot inhoud van werken
Vanwege de omvang van de school wordt op De Ynset gewerkt met combinatiegroepen (groep 1-2,
3-4, 5-6 en 7-8). Vanaf groep 5 werken ze met de methode Naut. In groepen 1 t/m 4 wordt thematisch
gewerkt en hier gebruiken ze onder andere De Schatkist. De beide methodes worden aangevuld met
de techniekbladen van Heutink. Een wetenschap- en techniekles op De Ynset bestaat uit zeven fases:
1. probleem verkennen;
2. oplossingen bedenken;
3. het beste idee;
4. van schets naar prototype;
5. test en evaluatie;
6. presentatie aan de groep;
7. verdiepingsfase.
De werkvorm die voorafgaat aan deze zeven fases is het bedenken en tekenen van een mindmap.
Daarop staan alle associaties die bij kinderen opkomen in relatie tot het onderwerp. De lijn die men
hiervoor op school hanteert staat per groep beschreven.
54
Groep 0
ervaren
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Groep 1/2/3
verwachten
Groep 4/5
verklaren
Groep 6/7
eerlijk zijn
Groep 8
eigen
onderzoek
Groep 8/vo
abstraheren,
experimenteren,
ontwerpen
Wie is verantwoordelijk?
In het wetenschap- en techniekplan staan alle verantwoordelijkheden per onderdeel benoemd. De
directeur is algemeen verantwoordelijk en er is een wetenschap- en techniekcoördinator. Beiden
dragen ook zorg voor de ontwikkeling en doorontwikkeling van de visie. De schoolbegeleider van
Cedin (educatieve dienstverlening) biedt ondersteuning. Andere personeelsleden hebben een eigen
taak en verantwoordelijkheid en deze is beschreven. De zorg voor de scholing van de teamleden
vanaf groep 5 t/m 8 is ondergebracht bij Bureau Top Techniek. Middelen en materialen zijn aanwezig
om tot uitvoering van de programma’s over te kunnen gaan. Henk Velkers wil er meer naar toe dat de
leerkrachten zijn taak als algemeen verantwoordelijke over gaan nemen. In het taakbeleid staat ieders
verantwoordelijkheid omschreven.
Gebruikte methodes en materialen
Methodes
• Naut, Werkbladen “Werken met Wetenschap en techniek” (Heutink)
• Additionele materialen en hulpmiddelen: Digitaal schoolbord t.b.v. visualiseren van wetenschap en
technieklessen, Digibordsoftware t.b.v. Naut, Mindstorms
• Mappen van CEDIN en Museum Joure (Boten, Productie, Molen, Klokken)
Materialen
• Groep 1 en 2: Technido, Bee-Bot (Heutink)
• Groep 3 en 4: Technido, Heutink techniekset, techniekset elektronica
• Groep 5 t/m 8: Heutink techniekset, techniekset elektronica, LEGO Mindstorms.
• Ladenkast voor het opbergen van materialen
• LEGO en K’nex sets als zelfstandig materiaal in de kieskast in de diverse groepen.
Randvoorwaarden
Volgens directeur Henk Velkers is het opstellen van een gezamenlijke visie een belangrijke
randvoorwaarde voor je gaat starten met wetenschap en techniek in de brede school. Daarnaast
moeten de professionals kennis hebben, geïnteresseerd en nieuwsgierig zijn en durf hebben. Er is
ook materiaal nodig om wetenschap & techniek uit te kunnen voeren en een ruimte om het materiaal
goed op te bergen. Een technieklokaal is geen vereiste, maar wel tafels waar kinderen aan mogen
werken en die ook vies mogen worden. Daarnaast is ondersteuning en begeleiding van externen ook
een randvoorwaarde en het bijwonen van regiobijeenkomsten. “Wetenschap en techniek is typisch
een leergebied waar je veel over moet uitwisselen”.
Opbrengsten
De school probeert wetenschap en techniek steeds verder te ontwikkelen en de resultaten worden
steeds zichtbaarder. Om de resultaten in beeld te brengen is de Cito-toets wetenschap & techniek
aangeschaft, maar deze is nog niet afgenomen. Opvallend is dat de naschoolse wetenschap- en
techniekactiviteiten, die ook openstaan voor kinderen van andere scholen, grotendeels door kinderen
van De Ynset worden bezocht. Het enthousiasme onder de leerkrachten en leerlingen is dan ook
groot en de inzet om het aanbod te versterken is volop aanwezig. In de planning is een uitvoerige
motivatie en uitwerking zichtbaar die het implementeren van het aanbod beter laat verlopen. De
aansluiting met andere partners in de brede school kan nog worden versterkt.
Wetenschap en techniek in de brede school
55
Naschools aanbod wetenschap en techniek uitdaging voor een kleine brede school
In het huidige naschoolse aanbod worden wetenschap- en techniekactiviteiten aangeboden, maar er
is geen afstemming/aansluiting met het activiteitenjaarplan van De Ynset. Dit komt doordat de
naschoolse activiteiten voor alle twaalf dorpen van de gemeente Skarsterlân gezamenlijk worden
georganiseerd en afstemming hierdoor moeilijk te realiseren is. De grote afstanden tussen de scholen
werken ook belemmerend voor de organisatie van het naschoolse aanbod.
Ambities
De Ynset heeft als ambitie om binnen hun schoolbestuur voorloper te zijn als brede school op het
leergebied wetenschap en techniek en wil graag kennis delen met andere (brede) scholen. Dit alles
binnen de context van de ambachtelijke omgeving. Hierin sluit de Ynset goed aan bij de omgeving en
de regie daarop van de gemeente.
Tips voor andere brede scholen:
• Ga niet zelf het wiel opnieuw uitvinden.
• Zoek aansluiting bij andere brede scholen.
• Zorg dat je team openstaat voor verandering.
• Zie het maatschappelijk belang van wetenschap en techniek in deze tijd (de arbeidsmarkt heeft
behoefte aan leerlingen die technisch zijn opgeleid).
Succesfactoren van deze school:
• De successen van de Ynset zijn te vinden in de aanhaking als kleine brede school met de eigen
directe economische en ambachtelijke omgeving.
• De goede contacten met de omgeving zorgen ook voor een doorgaande ontwikkeling van het
aanbod.
• Een succes is ook dat er gewerkt wordt vanuit een grote motivatie en wil om er met elkaar wat van
te maken, terwijl de school als kleine brede plattelandsschool ook voor een behoorlijke uitdaging
staat.
56
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
De IJsselhof, Zwolle
Interview met Arjan Broer, coördinator brede school IJsselhof; Marian Lamberts,
wetenschapcoördinator en Judith Pool, kunst- en cultuurcoördinator.
Waarom is deze brede school interessant?
Brede School de IJsselhof kent al een lange geschiedenis met wetenschap en techniek. In 2005 werd
de school één van de 45 Deltabasisscholen, daarna is het wetenschap- en techniekprogramma
overgegaan in het VTB-programma. Wetenschap en techniek is binnen het onderwijs
geïmplementeerd en een vervolg van de lessen gaat door in het naschoolse aanbod. De
doorontwikkeling van het aanbod vindt nu plaats in het kader van de integratie van wetenschap en
techniek in kunst en cultuur.
De IJsselhof bestaat sinds 1992 en is vanaf 2005 een brede school geworden. De school heeft 470
leerlingen. De brede school houdt in dat de school een buurtschool wil zijn met voorziening voor
school, gezin en buurt. In het gebouw wordt samengewerkt tussen kinderopvang, peuterspeelzaal,
buitenschoolse opvang en de school als lesplaats. Het naschoolse aanbod ontstaat in samenwerking
met diverse instanties en collegascholen. Dit aanbod is voor alle kinderen uit de wijk toegankelijk (zie
www.stadskids.nl).
“We willen kinderen iets meegeven waardoor ze opgroeien tot wereldburgers die iets begrijpen van de
wereld om hen heen” Marian Lamberts, wetenschapcoördinator.
Professionalisering ligt aan de basis
Niet iedere leerkracht of begeleider heeft vanuit eigen opleiding de kennis van wetenschap of techniek
om vanuit die kennis zaken te kunnen overdragen. Dat is de reden dat alle leerkrachten college
krijgen voordat er een nieuw aanbod wordt uitgevoerd. Marian Lamberts verwoordt het als volgt: “het
is niet de bedoeling dat we kinderen omvormen tot kleine geleerden. Wel willen we bereiken dat ze
om zich heenkijken, zich afvragen waarom de dingen zijn zoals ze zijn.”
Sinds 2005 doet De IJsselhof mee aan het Deltaproject14. Reden voor De IJsselhof om de subsidie
voor Deltaschool aan te vragen was om de interesse in bètavakken te verhogen, door middel van
extra aandacht voor ruimtevaart. Voorafgaande aan de Deltalessen krijgen alle leerkrachten een
college van een consulent op het gebied van ruimtevaart en grote wetenschappelijke projecten. Zo
hebben de leerkrachten voldoende achtergrondinformatie om de les te geven. Wetenschapcoördinator
Marian Lamberts heeft aanvullend een week in de Verenigde Staten doorgebracht om bij NASA de
nodige kennis op te doen. De projectorganisatie van de Deltascholen is in handen van Science Centre
NEMO in Amsterdam.
Ook leerlingen worden actief betrokken bij het Deltaproject; ze geven ook zelf les en doen daar, net
als andere betrokkenen, verslag over in de Deltakrant.
14
Meer informatie over het Deltaproject is te vinden bij o.a. de portretten van De Neptunus en Wittering.nl.
Wetenschap en techniek in de brede school
57
Verslag van de Deltales van Nick en Luuk
“Wij hebben een les gegeven over raketten. Dat deden wij bij de groepen 4. We hebben ’s ochtends
een filmpje laten zien over de raket. Diezelfde ochtend hebben we ook nog proefjes gedaan”.
Het verhaal wordt ondersteund door foto’s van kinderen die met elkaar de proefjes uitvoeren. In de
hele krant wordt de visie op wetenschap en techniek duidelijk door de concreetheid van het aanbod.
Gastles, Youri vertelt
In de groepen 7 werden dit jaar workshops gegeven. Eén van deze workshops ging over het scheiden
van stoffen en werd gegeven door Urenco. Er kwam een mevrouw en zij gaf een PowerPointpresentatie. Urenco is een fabriek waar ze uranium verrijken en grondstoffen centrifugeren. Met
Urenco gingen we allemaal stoffen scheiden met o.a. magnetisme, statische elektriciteit en
centrifugeren.
Urenco uit Almelo verzorgt elk jaar een gastles op de IJsselhof.
Uit de Deltakrant van 19 mei 2010.
Goede voorbereiding en organisatie
In de afgelopen jaar heeft de school een leerlijn ontwikkeld voor de groepen 1 t/m 8. In de leerlijn
staan thema’s vermeld die volgens een bepaalde cyclus aan alle kinderen worden aangeboden.
Iedere week is er één middag speciaal voor wetenschap en techniek, kunst en cultuur en
Burgerschapskunde. Maar de hele organisatie van de IJsselhof is doordrenkt van de aanwezigheid
van vooral wetenschap.
“Wetenschap is abstract en gaat over het ‘waarom’, techniek kan je beetpakken en gaat over het
‘hoe’!” Wetenschapcoördinator Marian Lamberts
Er wordt toegewerkt naar een dagelijks aanbod dat ook in de organisatie van lokalen uiterlijk zichtbaar
is. Ieder lokaal heeft een techniekhoek. Vanuit vier leerteams (groepen 1-2, 3-4, 5-6 7-8) wordt de
inhoud van de thema’s van wetenschap en techniek bepaald. De inhoudelijke voorbereiding vindt
gezamenlijk plaats.
Wetenschap en techniek verbonden aan kunst en cultuur
De IJsselhof heeft een subsidie van het cultuurfonds ontvangen voor het plan om de leerlijn, die ze
voor wetenschap en techniek al hadden ontwikkeld, uit te breiden en te integreren in de kunst en
cultuureducatie. Dit geldt niet alleen voor het binnenschools aanbod maar ook voor het buitenschools
aanbod. De samenwerking tussen de verschillende vakgebieden versterkt daarmee de visie van de
brede school en de inzet op het leeraanbod.
Samenwerking in aanbod via drietrapsraket
Het aanbod van wetenschap en techniek vindt plaats op school en in het naschoolse aanbod; de
eerste twee trappen van de zogenaamde ‘drietrapsraket’. Bij het naschoolse activiteitenaanbod wordt
zoveel mogelijk aangesloten bij thema’s die de kinderen onder schooltijd krijgen. De voorbereiding op
het aanbod verloopt goed maar de terugkoppeling en evaluatie kan aangescherpt en verbeterd
worden. De derde trap van de drietrapsraket (bijv. lid worden van een club) is bij wetenschap en
techniek moeilijker te realiseren dan bij bijvoorbeeld muziek, sport en kunst en cultuur. Dit geldt niet
alleen voor Zwolle. Ook elders in het land ervaart men dat het aanbod op het vervolg voor wetenschap
en techniek beperkt is. De IJsselhof speelt een grote rol bij de doorontwikkeling, thema’s en de
ideeënvorming van het naschools aanbod. Als brede school in de wijk bepalen zij samen met de
coördinator van de brede school IJsselhof het aanbod.
58
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Voorbeeld naschoolse activiteit Sterrenstof
We gaan weer beginnen met de naschoolse activiteiten van Stadskids voor groep 3 en 4! Dit blok
gaan we weer aan de slag met het binnenschools thema van de IJsselhof 'astronomie'. Het onderwerp
waar wij het over gaan hebben is: ‘de ruimte'. Elke vrijdagmiddag gaan we leuke activiteiten doen die
te maken hebben met dit thema.
Bron: www.stadskids.nl
Rol van de bredeschoolcoördinator en netwerk
De coördinatie en verbinding tussen de drie trappen en met de wijk wordt gedaan door de coördinator
brede school. Dit is een rol van grote betekenis omdat het specifiek tijd vraagt om alles aan elkaar te
koppelen en om nieuw aanbod te ontwikkelen. De coördinator brede school is een netwerker bij
uitstek, maar het programma vraagt van de hele organisatie en van de partners een actieve instelling.
De school probeert ouders bij het programma te betrekken en ook buurtbewoners met specifieke
kennis en ervaring op bepaalde terreinen. Om dit voor elkaar te krijgen is een permanente
netwerkorganisatie vereist, die verantwoordelijk is voor de kwaliteitsbewaking die de doorgaande
leerlijn in het oog houdt en bijdraagt aan nieuwe ontwikkelingen.
Succesfactoren van deze school:
• De jarenlange inzet op het terrein van wetenschap en techniek geeft de IJsselhof een enorme
voorsprong op het inhoud en de vorm van het aanbod.
• De aanhaking met kunst en cultuur creëert extra kansen voor het wetenschap- en
techniekonderwijs en zorgt voor een versterking van het aanbod.
• De verslaglegging via onder andere de Deltakrant geeft aan hoe stevig het programma over de
brede linie van deze brede school wordt gedragen. De IJsselhof kan daarin een voorbeeld zijn voor
andere scholen. Het werkt erg aanstekelijk om de programmaonderdelen te zien en te ervaren.
• Ook de begeleiding van de leerkrachten door de inhoudelijke collega’s die direct op de inhoud van
het programma zijn gericht geeft een handvat voor andere brede scholen.
• Het hebben van een groot netwerk van bedrijven, verenigingen, ouders en vrijwilligers.
Wetenschap en techniek in de brede school
3
59
Conclusies en aanbevelingen: wat werkt en wat
valt op?
We sluiten dit startdocument af met de belangrijkste conclusies en aanbevelingen die uit de portretten
zijn af te leiden. We gebruiken daarbij het analysekader dat in hoofdstuk 1 is gepresenteerd als
handvat. Aan de hand van de procesbox van het model daarvan presenteren we een checklist die kan
worden gebruikt bij het implementeren van wetenschap en techniek in de brede school.
Figuur 2 – Checklist implementatie van wetenschap en techniek in de brede school
PROCES: CHECKLIST W&T IN DE BREDE SCHOOL Inhoud
1. Begin met een visie
2. School selecteert aanbod en aanbieders
3. Geef leiding en houd de regie
INPUT Organisatie
4. Professionalisering en specialisatie
5. Realiseren doorgaande lijn
RENDE‐
MENT Programma
6. Van carrousel tot volledig geïntegreerd
7. Geleidelijke opbouw en aansluiten bij ontwikkelingsfase
Huisvesting
8. Eigen ruimte vergroot zichtbaarheid
9. Materialen gericht aanschaffen
Financiën
10. Slim organiseren van extra handen, middelen en
materialen
3.1
Inhoud
Begin met een visie
Een visie op de plek van wetenschap en techniek binnen de brede school is een eerste vereiste. Het
gaat erom dat motivatie en ambities duidelijk verwoord worden en gedeeld worden door de partners.
De meerwaarde van wetenschap en techniek in relatie tot de doelstellingen van de brede school moet
helder zijn. Van de brede scholen die wij voor dit startdocument hebben bezocht richt een aanzienlijk
deel zich via het aanbod wetenschap en techniek op de optimale talentontwikkeling van alle
leerlingen. Daarnaast wil men de kinderen door het wetenschap- en techniekaanbod meer kansen
bieden in het vervolgonderwijs (daarbij inspringend op een maatschappelijke vraag) en uiteindelijk op
de arbeidsmarkt. Het opstellen van een wetenschap- en techniekplan – waarbij bij voorkeur alle
relevante bredeschoolpartners zijn betrokken – kan helpen om het implementatieproces richting te
60
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
geven (zie bijv. de portretten van Het Krijt in Assen, de Titus Brandsmaschool in Delft en De Ynset in
Rottum).
School selecteert aanbod en aanbieders
In de brede school staat het kind centraal en het onderwijs is binnen de brede school meestal de
kernpartner, ook bij wetenschap en techniek. De school is over het algemeen dan ook leidend bij het
bepalen van het aanbod en de keuze van het lesmateriaal, maar zeker ook als het gaat om de selectie
van aanbieders van activiteiten. Breng in kaart wat de brede school eventueel al aanbiedt aan
activiteiten op het terrein van wetenschap en techniek, welke mogelijkheden en partners al in beeld
zijn en wat er daarbuiten nog nodig is. Eventuele partners, zoals de buitenschoolse opvang, stemmen
hun aanbod af op dat van de school. In sommige gevallen is de afstemming nog beperkt en wordt er
hierdoor niet optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden van alle (relevante) partners van de
brede school. De Titus Brandsmaschool in Delft is een goed voorbeeld van hoe de school en de
buitenschoolse opvang samenwerken om via een dagarrangement een sluitend aanbod op het gebied
van wetenschap en techniek te creëren.
Geef leiding en houd de regie
Regie op het proces is een belangrijke voorwaarde voor een goede implementatie van wetenschap en
techniek. Dat voorkomt dat er langs elkaar heen wordt gewerkt, dat afspraken verwateren of
initiatieven stuklopen op een gebrek aan communicatie. Regie is geen abstract begrip, het gaat er
heel concreet om dat iemand de leiding neemt en houdt. Iemand die initiatief neemt, inspireert en de
vinger aan de pols houdt. De regie kan op verschillende manieren worden belegd. Zo wordt er vanuit
een aantal gemeenten door de inzet van locatiemanagers, een bredeschoolcoördinator of een
techniekcoördinator (die daarvoor ook aan- of vrijgesteld zijn) een goede voorwaarde geschapen om
deze regiefunctie uit te voeren. In onder andere Assen, Boxtel en Groningen wordt hierdoor verbinding
gelegd met het bedrijfsleven en met andere samenwerkende partners. Een andere wijze van
regievoering vindt plaats op de aansluiting van het programma door vrijgestelde functionarissen vanuit
de regio of door taakuren vanuit de brede school zelf. Sommige brede scholen hebben een speciale
stuur- of werkgroep wetenschap en techniek, waarin een aantal teamleden vertegenwoordigd zijn en
waarin overleg plaatsvindt over bijv. het programma. Het is belangrijk dat er voldoende tijd en ruimte
wordt ingeruimd om samen met de bredeschoolpartners om tafel te gaan zitten, zowel in de startfase
als periodiek. Om het aanbod af te stemmen maar ook om deelname, bereik en opbrengsten op
leerling-, school- en wijkniveau in kaart te brengen en beleid en uitvoering waar nodig bij te stellen.
3.2
Organisatie
Professionalisering en specialisatie
De meeste brede scholen uit onze portretten hebben via het VTB-programma, het Deltaproject, een
externe techniekcoach of op een andere wijze het team extra geschoold op het gebied van
wetenschap en techniek. Meestal gaat het dan om scholing van de leerkrachten. Na- of bijscholing
van het personeel van bijvoorbeeld de peuterspeelzaal of de kinderopvang vindt minder vaak plaats.
Scholing van leerkrachten en ander personeel is belangrijk om de drempel te verlagen om
wetenschap en techniek te gebruiken en ze hiervoor te enthousiasmeren. Teamscholing en
-workshops helpen bij het creëren van een gezamenlijk draagvlak. De regievoerder
(techniekcoördinator, bredeschoolcoördinator, etc.) speelt een belangrijke rol bij de professionalisering
van het bredeschoolpersoneel. Enkele scholen hebben een gespecialiseerde techniekleerkracht (bijv.
Wittering.nl; De Neptunus) of een gecombineerde functie van techniekcoördinator en leerkracht of
techniekcoördinator/directeur (Het Schateiland).
Wetenschap en techniek in de brede school
61
Doorgaande lijn: wel overal nagestreefd, maar niet altijd gerealiseerd
De meeste brede scholen die we hebben bezocht zijn bezig met een doorgaande leerlijn, maar dit
vormt voor velen nog wel een uitdaging. Vooral het realiseren van een doorgaande leerlijn met de
bredeschoolpartners (meestal de buitenschoolse opvang) is een aandachtspunt. Goede voorbeelden
zijn de concentrische leerlijn voor 2/3- t/m 15-jarigen van De Starter en het eerder genoemde
dagarrangement van de Titus Brandsmaschool in samenwerking met de buitenschoolse opvang. Een
aantal scholen streeft ernaar te werken via het principe van de ‘drietrapsraket’: binnen de school (trap
1), buiten/na school (trap 2) en thuis/via een club/vereniging (trap 3). Hierbij blijkt wel dat de derde
trap in de praktijk bij wetenschap en techniek moeilijk te realiseren is omdat er het aanbod op dit
gebied vaak beperkt is.
Creatief omgaan met externe partners
Er zijn vele manieren van samenwerken met meerwaarde tussen scholen, organisaties, ouders en
bedrijven mogelijk. Sommige brede scholen zijn zeer creatief en succesvol in het vinden van externe
aanbieders en samenwerkingspartners en weten bedrijven aan zich te verbinden die bijvoorbeeld een
educatief programma bieden of waar naartoe excursies worden georganiseerd. Andere brede scholen
schakelen ouders in (voor gastlessen) of de buurt (bijv. voor een fietsreparatiecursus). Een aantal
brede scholen werkt samen met pabo’s, roc’s of hogescholen in het kader van projecten, stages en
afstudeeropdrachten op het gebied van wetenschap en techniek. Scholen die in de buurt staan van
een science centre, zoals NEMO in Amsterdam, of een van de technische universiteiten kunnen
relatief gemakkelijk gebruik maken van de activiteiten die deze instellingen aanbieden. Scholen op het
platteland hebben hier soms minder mogelijkheden toe door grote afstanden tussen en naar
voorzieningen en een beperkt aantal leerlingen. De gemene deler is echter dat het belangrijk is dat er
een goed netwerk van contacten wordt opgebouwd en dat je als brede school zelf actief daarin bent.
De gemeente kan ook een belangrijke rol spelen in het aanbod. In sommige gemeenten is er een
naschools activiteitenaanbod vanuit een overkoepelende brede school en/of is er bijvoorbeeld een
techniekmakelaar die kan bemiddelen.
3.3
Programma
Van carrousel tot volledig geïntegreerd
Wetenschap en techniek kan op allerlei manieren in het onderwijs worden ingepast. De meeste
scholen hebben technieklessen opgenomen in het reguliere lesprogramma. Een aantal scholen werkt
(daarnaast) met een carrousel of themamiddag met wisselende activiteiten op het gebied van
wetenschap en techniek (o.a. de Titus Brandsmaschool, Het Schateiland). Enkele scholen bieden een
volledig geïntegreerd programma waarbij wetenschap en techniek zoveel mogelijk verweven is in
andere vakken en activiteiten (Wittering.nl, De Starter). Er zijn ook scholen die wetenschap en
techniek combineren met kunst en cultuur (De Spelelier, De IJsselhof). Er zijn dus vele varianten
mogelijk. Uitgangspunt bij de keuze is dat het programma is afgestemd op de aard van het onderwijs,
de achtergrond van de leerlingen (taal mag bijv. geen barrière zijn voor de uitvoer van het
programma), de competenties en draagvlak binnen het team, de bredeschoolpartners, organisaties
buiten de school en de financiële en fysieke mogelijkheden.
Geleidelijke opbouw en aansluiten bij ontwikkelingsfase
Als wetenschap en techniek binnen een bestaand curriculum moet worden ingepast is het aan te
raden dit met kleine, geleidelijke stappen te doen, maar dit wel te verbinden aan het totale
onderwijsprogramma. Op veel scholen is ook een opbouw in het programma zichtbaar, zodat het
aanbod aansluit bij de ontwikkelingsfase van het kind. Bij de jongste kinderen ligt het accent meer op
spelen en kennismaken en in de bovenbouw meer op oplossen en inzicht krijgen. Daarnaast hebben
de activiteiten die plaatsvinden binnen een peuterspeelzaal of kinderopvang ook een ander
62
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
uitgangspunt (spelend leren, ontspannen) dan het programma op de basisschool (meer gericht op
kennisoverdracht).
3.4
Huisvesting en materialen
Eigen ruimte vergroot de zichtbaarheid
De wetenschap- en techniekactiviteiten vinden vaak plaats in een apart techniek- of natuurlokaal of
een andere ruimte (bijv. Eurekaruimte, ontdekspeelplein, ontdekhoek). Dit komt de zichtbaarheid van
wetenschap en techniek zeker ten goede, maar het is geen vereiste om goed wetenschap- en
techniekonderwijs te kunnen geven. Enkele van de geportretteerde brede scholen hebben een
technieklokaal dat toegankelijk is voor andere bredeschoolpartners (Het Krijt, De Regenboog). Dit
vraagt wel om het maken van duidelijke afspraken over het gebruik ervan.
Materialen: gericht aanschaffen
Uit de schoolportretten komt naar voren dat het van belang is om veel materialen te verzamelen en te
gebruiken. Dit hoeven niet altijd de duurste of meest geavanceerde materialen te zijn. Het is belangrijk
eerst een visie te ontwikkelen op wat je als school wilt met wetenschap en techniek en daar het
materiaal op af te stemmen. Een relevante vraag voor brede scholen is of het materiaal gedeeld wordt
met de bredeschoolpartners en welke afspraken je hierover maakt. Enkele uitzonderingen daargelaten
lijkt dit op het merendeel van de geportretteerde brede scholen niet of nauwelijks te gebeuren.
3.5
Financiën
Slim organiseren van extra handen, middelen en materialen
Een belangrijke voorwaarde voor een aanbod wetenschap en techniek binnen de brede school is
uiteraard dat er voldoende financiële middelen zijn. Niet alleen voor de aanschaf van materialen, maar
ook voor scholing en het aanstellen of vrijroosteren van personeel. De brede scholen die wij hebben
gesproken proberen hier ook creatief mee om te gaan, door voor het reguliere onderwijs bijvoorbeeld
(waar mogelijk) ook gebruik te maken van stagiairs, vrijwilligers en onderwijsassistenten. Zo heeft een
van de geportretteerde scholen door minder gebruik te maken van schoolboeken meer geld
beschikbaar voor de aanschaf van materialen (Wittering.nl). Vrijwel alle brede scholen uit de portretten
maken gebruik van subsidies als VTB (wetenschap en techniek) en/of Delta (ruimtevaart). Een
creatieve oplossing is de financiële ondersteuning voor een fietsreparatiecursus door een
woningcorporatie, die 1% van zijn inkomsten moet besteden aan maatschappelijke doelen (Het
Schateiland). Twee scholen hebben de verbinding gezocht met het domein kunst en cultuur, waardoor
ze gebruik kunnen maken van een kunst-/cultuursubsidie (De Spelelier, De IJsselhof). Aandachtspunt
voor het aanbod van naschoolse activiteiten is dat deze voor techniek vaak relatief duur zijn. Als er
een bijdrage wordt gevraagd van ouders, kan dit betekenen dat bepaalde leerlingen niet kunnen
deelnemen.
3.6
Succesfactoren
Welke lessen kunnen we nu trekken uit de portretten van de elf scholen? Over het algemeen kunnen
we zeggen dat de brede school met meerdere partners naast het onderwijs veel kansen en
mogelijkheden biedt om kinderen via een doorgaande lijn wetenschap en techniek aan te bieden
tijdens onderwijs, opvang, naschoolse activiteiten en ontspanning. Het is echter wel zaak om hier met
alle partners van de brede school aan te werken, om zo het potentieel van de brede school optimaal
te kunnen benutten.
Wetenschap en techniek in de brede school
63
We zetten de belangrijkste succesfactoren die uit de portretten naar voren zijn gekomen nog eens op
een rij:
Succesfactoren bij implementatie van wetenschap en techniek in de brede school:
­ Visie
Een duidelijke visie op wetenschap en techniek binnen de brede school, die is vastgelegd en
uitgewerkt in een beleidsplan.
­ Financiële ruimte en zekerheid
De beschikking over voldoende middelen om het W&T-onderwijs structureel vorm te geven. Creatief
omgaan met eigen financiële middelen en externe subsidies.
­ Geïntegreerd aanbod
Integratie van wetenschap en techniek in het reguliere onderwijsprogramma, vanuit het principe
‘wetenschap en techniek zijn overal’.
­ Afstemming
Een afgestemd aanbod met bredeschoolpartners (via de zogenaamde ‘drietrapsraket’, doorgaande
(concentrische) leerlijn, waarbij de leerling centraal staat.
­ Aanspreekpunt / ‘projecteigenaar’
De aanwezigheid van een techniekcoördinator en/of techniekleerkracht of een bredeschoolcoördinator
die verantwoordelijk is voor techniek.
­ Deskundigheidsbevordering
Professionalisering van de teamleden op het gebied van wetenschap en techniek, eventueel
gecombineerd met een techniekspecialist.
­ Breed draagvlak
Betrokkenheid van het schoolteam, bredeschoolpartners, leerlingen, ouders en buurt faciliteert de
implementatie van wetenschap en techniek.
­ Ruimte voor wetenschap en techniek
Niet alleen in de vorm van een fysiek lokaal, maar ook bewuste aandacht voor wetenschap en
techniek in het curriculum.
­ Ondernemerschap en netwerk
Actieve houding van directeur of techniekverantwoordelijke bij het betrekken van externe aanbieders,
gemeente en andere contacten. Breder kijken dan de brede school.
­ Inhoudelijke ondersteuning vanuit gemeente of expertisecentra
Inschakelen van expertise van buiten de brede school in de vorm van bijv. een techniekmakelaar,
-adviseur of -coach.
64
3.7
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Tot slot
Terugkijkend naar het analysekader dat we in hoofdstuk 1 presenteerden, constateren we dat
wetenschap en techniek heel goed geïncorporeerd kunnen worden in de programmering van brede
scholen. De scholen die in dit startdocument geportretteerd worden, zijn daar stuk voor stuk in
geslaagd. Tegelijkertijd zien we dat er (deels ook voor deze koplopers) nog een wereld te winnen is.
Bijvoorbeeld op het vlak van lokale infrastructuur voor wetenschap en techniek, samenwerking tussen
de bredeschoolpartners, het realiseren van een doorgaande lijn, relaties met het bedrijfsleven, et
cetera. Daarmee hebben we in dit document vooral ingezoomd op de proceskant. Wat betreft de
beoogde output (kinderen in de brede school laten kennismaken met wetenschap en techniek,
spelenderwijs verbinding leren leggen tussen ervaringen op school en thuis en in de naschoolse
activiteiten) moet nader onderzoek uitsluitsel geven. We kunnen wel zeggen dat leerlingen over het
algemeen zeer enthousiast zijn over wetenschap en techniek. Zowel in formele (op school) als in
informele context (na of buiten school) leren ze op een bepaalde manier redeneren, onderzoeken en
vragen stellen. Voor de betrokkenen op de geportretteerde scholen is het duidelijk dat wetenschap en
techniek onvermoede talenten in leerlingen naar boven brengen. Het is aannemelijk dat brede scholen
daar met geïntegreerde wetenschap- & techniekprogrammering een belangrijke bijdrage aan kunnen
leveren.
Wetenschap en techniek in de brede school
4
Bronnen
In dit hoofdstuk geven we een overzicht van relevante informatie en aanbieders op het gebied van
wetenschap en techniek. Het gaat om bronnen die in de portretten van de elf brede scholen aan de
orde zijn gekomen. Het biedt dus geen volledig overzicht van alle programma’s, initiatieven,
aanbieders, methodes in die er in Nederland zijn op dit gebied.
Landelijke en regionale programma’s, ondersteuning en informatie
• Manifest Ruimte voor Talent (http://www.manifestwt.nl/)
• Platform Bèta Techniek (www.platformbetatechniek.nl)
• Talentenkracht (www.talentenkracht.nl)
• Programma VTB (www.vtb.nl)
• Programma VTB-Pro (www.vtbpro.nl)
• Wetenschap- en techniekwijzer (www.wtwijzer.nl/)
• Deltaproject (www.deltaopschool.nl)
• Orionprogramma/Wetenschapsknooppunten (www.orionprogramma.nl)
• Kenniscentra Wetenschap en Techniek (http://www.kwtg.nl/sites/kwtg/landelijk-1/anderekenniscentra/)
• Brabants Techniek Platform (www.brabantvoortechniek.nl)
• Regionaal Techniekcentrum Amsterdam (http://www.rtca.nl)
• Techniekambassadeurs Amsterdam (www.techniekambassadeur.nl)
• VONK – Vereniging van Techniek in het primair onderwijs (www.vonk.nl)
• KPC Groep (http://www.kpcgroep.nl)
Aanbieders van wetenschap- en techniekactiviteiten
• Bureau Top (www.bureautop.nl)
• Technika 10 (voor meisjes) www.technika10.nl
• Mad Science (www.madscience.org/locations/nederland/)
• De Ontdekhoek (www.ontdekhoek.nl), leercentrum voor techniek 4 t/m 14 jaar.
• Landelijke campagne Energieke Scholen (www.energiekescholen.nl)
• Techniek Coach (www.techniekcoach.nl), gratis gastlessen vanaf groep 5
• De Magneet (www.hanze.nl/magneet), Hanzehogeschool Groningen
• Cedin Drachten (www.cedin.nl)
• Netherlands Space Office (www.spaceoffice.nl)
• Stichting Techniekpromotie, samenwerkingsverband technische universiteiten
(www.techniekpromotie.nl/)
Methodes en (les)materiaal
•
Techniekset Heutink (http://www.methodewereld.nl/common/downloads/techniekbrochure.pdf)
•
Techniektorens (www.techniektorens.nl)
•
TICA, talige technieklessen voor groep 1 t/m 8 CED groep (www.cedgroep.nl)
•
Naut, methode voor natuur, biologie en techniek voor groep 3 t/m 8 (http://www.malmberg.nl)
•
Leefwereld, natuur- en techniekmethode voor groep 5 t/m 8 (www.noordhoffuitgevers.nl)
•
TOM-kisten (techniek op maat) (www.techniekopmaat.nl)
•
Nieuws uit de Natuur-lessen (www.nieuwsuitdenatuur.nl)
•
Techno Venturie (www.technoventurie.nl)
•
Techniekmappen van Cedin (www.cedin.nl)
•
Lego Mindstorms (www.mindstorms.lego.com )
•
Lesmateriaal van Delta op school (http://www.deltaopschool.nl/lesmateriaal)
65
66
•
•
•
•
•
•
•
Oberon en Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Eurofysica (www.eurofysica.nl)
K’nex, constructiespeeldgoed voor kinderen vanaf vijf jaar (www.knex.nl)
Gigo Kogelbaanset (o.a. www.schoolmaterialen.nl),
BBlocks, houten bouwplankjes (o.a. www.bblocks.nl)
Spektro, elektrodoos (http://www.spektroshop.eu)
Technido, techniekkisten voor de onderbouw (www.heutink.nl)
Bee-Bot, leren programmeren (www.heutink.nl)
Science centra en lokale bedrijven
•
Science Centre van de TU Delft (www.sciencecentre.tudelft.nl)
•
Science Center NEMO (www.e-nemo.nl)
•
Technische Universiteit Eindhoven (www.tue.nl / www.techniekpromotie.nl)
•
De Magneet (www.hanze.nl/magneet/)
•
Techperience (www.techperience.nl)
•
Essent Milieu te Wijster (www.essent.nl)
•
NAM (www.nam.nl)
•
BAM (www.bam.nl)
•
Nederlands Forensisch Instituut (www.nfi.nl)
•
Compaan (www.compaan.nl)
Gebruikte documenten van de elf brede scholen
•
SWOT-analyse De Neptunus, Amsterdam
•
Schoolwerkplan VTB – De Regenboog, Assen
•
Plan van aanpak “techniek zit in alles, techniek is om ons heen” – Het Krijt, Assen
•
Wetenschap- en Techniekplan nov. 2010 – Titus Brandsmaschool, Delft
•
Pedagogische werkinstructies bso – kinderopvang Okidoki – ‘s-Gravenzande
•
Ontdek het talent dat je bent - kinderopvang Okidoki – ’s-Gravenzande
•
Concentrische leerlijn – De Starter, Groningen
•
Wetenschap- en techniekplan – De Ynset, Rottum
•
Schoolgids 2010-2011 – Wittering.nl, Rosmalen
•
Deltakrant mei 2010 – IJsselhof, Zwolle
Websites geïnterviewde brede scholen en partners
•
www.daltonschoolneptunus.nl en www.partou.nl
•
www.cbshetkrijt.nl
•
www.regenboogassen.nl
•
www.spelelier.nl
•
www.titusbrandsmadelft.nl en www.bsodurfal.nl
•
http://schateiland.klaskompas.nl/index.php?id=38
•
www.obsdedriekleur.nl en www.okidoki-kdv.nl
•
www.destarter.nl
•
www.wittering.nl
•
www.de-ynset.nl
•
www.obs-ijsselhof.nl
Wetenschap en techniek in de brede school
Bijlage: lijst met deelnemers praktijkbijeenkomst
Deelnemers praktijkbijeenkomst ‘Wetenschap en techniek in de brede school’
Casper van de Woude, Basisschool De Regenboog, Assen
Corrie van Houwelingen, techniekproject Brede School Gouda
Jan de Wild, techniekproject Brede School Gouda
Henk Velkers, basisschool De Ynset, Rottum
Ingrid Veeke, KPC Groep, Den Bosch Jan Noordam, Platform Bèta Techniek, Den Haag
Liesbert Dreijer, Kinderopvang Partou, Amsterdam
Maarten Reichwein, Wetenschapsknooppunt Universiteit Utrecht
Roos den Houdijker Regionaal Steunpunt VTB Utrecht / Techniekpunt Utrecht Plus
Willem van Eijk, WAVE Communicatie, Zwolle
67
Download