De Pinkstergeest zal overtuigen Ds. M. Karens – Johannes 16:8-11 (Pinksteren) Zingen: Lezen: Zingen: Zingen: Zingen: Psalm 119: 3 Johannes 16: 1-15 Psalm 45: 2, 3 Psalm 45: 1 Gebed des Heeren: 9 Geliefden, de tekstwoorden vindt u in het u voorgelezen hoofdstuk, Johannes 16, en daarvan de verzen 8 tot en met 11, waar Gods Woord aldus luidt: En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel. Van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; En van gerechtigheid, omdat Ik tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij niet meer zien; En van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is. Gemeente, we beluisteren in dit gedeelte: De Pinkstergeest zal overtuigen. En onder biddend opzien om diezelfde Geest willen we u wijzen op drie gedachten. 1. De Pinkstergeest zal overtuigen van de zonde van ongeloof. Er staat: En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde. En dat wordt in het negende vers toegelicht, namelijk: Van zonde, omdat zij in Mij niet geloven. Dus de Pinkstergeest zal overtuigen van de zonde van ongeloof. 2. De Pinkstergeest zal overtuigen van de gerechtigheid van Christus. Er staat: En van gerechtigheid. En dat wordt in het tiende vers verklaard: Van gerechtigheid, omdat Ik tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij niet meer zien. 3. De Pinkstergeest zal overtuigen van het oordeel over de satan. Er staat: En van oordeel. En dan gaat het elfde vers dat toelichten: En van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is. 1. De Pinkstergeest zal overtuigen van de zonde van ongeloof Gemeente, de Heere Jezus staat op het punt om van Zijn discipelen te scheiden. Onze tekstwoorden zijn genomen uit de afscheidswoorden van de Heere Jezus. We zien ze in onze gedachten wandelen: twaalf mannen, die nacht van donderdag op vrijdag. Daar gaan ze de Oostpoort van Jeruzalem uit, door het Kedrondal, in de richting van Gethsémané. En daar tussen de paaszaal in Jeruzalem en de olijvenhof van Gethsémané heeft Christus deze afscheidswoorden gesproken, Johannes 14, 15 en 16. Twaalf wandelaars onderweg, bij het maanovergoten Kedrondal. Eigenlijk is er maar één onderwerp van gesprek; dat is Zijn heengaan. Johannes, de discipel der liefde, heeft waarschijnlijk naast de Meester www.prekenweb.nl 1/12 Ds. M. Karens – De Pinkstergeest zal overtuigen gewandeld en die tere afscheidswoorden opgetekend, door de Heilige Geest geïnspireerd. En dan blijkt dat er droefheid in de harten van de discipelen is over Zijn scheiden, over Zijn heengaan. Zo heeft de droefheid uw hart vervuld, lezen we in vers 6. En in het veertiende hoofdstuk staat: Uw hart worde niet ontroerd. (Joh.14:1) En dan staat er eigenlijk in het Grieks: Uw hart worde niet geschokt, uw hart rake niet verward. Ze zijn bedroefd, ontroerd, omdat Hij heengaat. Maar, gemeente, ze zijn ook bedroefd vanwege ‘deze dingen’. Dat staat opmerkelijk vaak in deze hoofdstukken, en het is u zojuist ook verschillende keren gelezen. Vers 12: Nog vele dingen heb Ik u te zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen. Hun hart is ook ontroerd vanwege ‘deze dingen’. Wat waren dat dan voor dingen? Dat waren de vervolging en de haat van de wereld, die zouden komen als Hij weg was. Indien u de wereld haat, zo weet dat zij Mij eer dan u gehaat heeft. Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld. (Joh.15:18-19) Al deze dingen zullen zij doen om Mijns Naams wil, omdat zij Hem niet kennen, Die Mij gezonden heeft. (Joh.15:21) O, al deze dingen, de verdrukking, de vervolging, de haat, die zal komen… En dan de Meester weg! En dan de Zaligmaker er niet meer zijn! En dan de vervolging van deze wereld, van de goddeloze wereld en van de godsdienstige wereld. Die antichristelijke wereld die zich zal openbaren, niet alleen in de brute goddeloosheid, maar ook in de godsdienstigheid vanuit de mens. Want waar heeft Jezus nu de meeste last van gehad tijdens Zijn omwandeling op aarde? Wie heeft Christus nu uiteindelijk aan het kruis genageld? Dat waren niet de openbare goddelozen, maar dat waren de schriftgeleerden, de overpriesters en de farizeeën. En nu heeft Hij hier Zijn discipelen gezegd, en dat voorspelt Hij voor Zijn Kerk van alle eeuwen: ‘Deze dingen heb Ik u gezegd. Nu zal verdrukking, vervolging, strijd en haat komen, ook van de godsdienstige wereld.’ Hun hart is ontroerd... En nu gaat Christus hen troosten. Nu blijkt de liefde en de ontferming in het hart van de Zaligmaker. Hij zegt: Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden. Doch Ik zeg u de waarheid. Het is alsof Hij zweert: ‘Discipelen, het is de waarheid, want Ik ben de Mond der waarheid. Ik ben de getrouwe Getuige. Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Ik zeg u de waarheid.’ Het is Mij nut dat Ik wegga…. Nee, dat staat er niet. Wat is het een wonder, gemeente, dat Christus in dit bange uur, op weg naar Gethsémané, niet denkt aan Zijn eigen nut, niet denkt aan Zijn eigen zorg, niet denkt aan Zijn eigen lijden en sterven dat op Hem afkomt. Hij denkt niet aan Zichzelf. Hij zegt: ‘Jongeren, ontroerde, bedroefde Kerk, het is ú nut dat Ik wegga.’ Hij is als de grote Herder der schapen begaan met het nut van al de Hem toebetrouwde schapen. Hij zegt: ‘Discipelen, jullie zijn wel bedroefd dat Ik wegga, maar het is in jullie voordeel, het is jullie profijt, het is jullie nut, het is jullie ten beste. Jullie worden er beter van! Dat Ik wegga is geen aanleiding tot verdriet en tot droefheid, maar dat Ik heenga is eigenlijk oorzaak tot blijdschap.’ www.prekenweb.nl 2/12 Ds. M. Karens – De Pinkstergeest zal overtuigen In die woordjes ‘dat Ik wegga’ tekent Hij de hele weg die komt. Het is u nut Ik wegga naar Gethsémané, om de lijdensbeker door de Vader op Mijn hand gesteld, te drinken. Het is u nut, discipelen, het is u nut, Kerk van alle eeuwen, dat Ik wegga, om als een worm en geen man de vloek te gaan dragen die u voor eeuwig zou hebben verdiend. Het is u nut dat Ik wegga naar Gabbatha, om Mij daar in het gericht te stellen, opdat Ik u van het gericht over de zonde en het oordeel, zou bevrijden. Het is u nut Ik wegga naar de vloekheuvel Golgotha, om daar het enige slachtoffer te brengen tot voldoening van al de zonden. Het is u nut dat Ik wegga, wegga om in de hof van Jozef van Arimathea de dood te overwinnen. Om op te staan tot uw rechtvaardigmaking. Het is u nut dat Ik opvaar tot de Vader, om als de Hogepriester te bidden aan de rechterhand des Vaders. Mijn heengaan is u tot nut, opdat de Heilige Geest zou worden gezonden. Dan zal het vervuld worden: Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd zijnde, en de belofte des Heiligen Geestes ontvangen hebbende van de Vader, heeft dit uitgestort dat gij nu ziet en hoort. (Hand.2:33) Zo zal de Trooster tot u komen. Zo zal het Pinksteren kunnen worden voor de Kerk, want Pinksteren rust op het volbrachte werk van Christus. Pinksteren is Christusfeest. Pinksteren is het feest, de voltooiing en het stempel op al Zijn middelaarsarbeid. Daarom gaat Hij in die donkere nacht waarin Hij verraden zal worden, Zijn discipelen troosten met het nut van Zijn heengaan. Hij zegt dat de Trooster tot hen zal komen. De Trooster! En u weet waarschijnlijk dat daar het Griekse woord ‘paraklètos’ staat; Parakleet. En dat betekent eigenlijk letterlijk: de erbij geroepene, de voorspraak, degene die erbij geroepen is om je advocaat te zijn, die tot je hulp erbij geroepen is. Onze Statenvertalers hebben het vertaald met ‘de Trooster’. En in dat woord ligt nu alles verklaard: de Advocaat, de erbij Geroepene, de Verdediger in de rechtszaak. Nu zal er Eén komen en Die zal het voor jullie opnemen in al je strijd en in al je omstandigheden en in al je verdrukking. De Trooster! Nu zal de Vader, discipelen, straks in jullie hart de Heilige Geest geven. En Die zal in jullie hart altijd de Zaakwaarnemer zijn van de hemel. Die zal het Tegenpand zijn vanuit de hemel in je hart. Die zal de Pleitbezorger zijn hier op aarde. Daarom, de Kerk is van Hemelvaart niet minder geworden. De Kerk des Heeren is van dat afscheid op de Olijfberg niet minder geworden, maar juist beter. Want na Pinksteren hebben de discipelen een Voorspraak aan de rechterhand van de Vader en een Voorspreker in het hart. Nu hebben ze een Zaligmaker, die grote Hogepriester, in het binnenste heiligdom. Nu geldt voor de Kerk: ‘Kinderkens, indien wij gezondigd hebben, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, een Parakleet, een Trooster, een Voorspraak bij de Vader: Jezus Christus, de Rechtvaardige. En Hij is een volkomen verzoening voor al onze zonden.’ Maar nu mogen ze ook een Voorspraak in het hart hebben, een Vertrooster in het hart. Zoals ook het veertiende hoofdstuk zegt: Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven. Dus niet meer Christus alleen als Trooster, maar Hij zal een andere Trooster geven. Opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid. (Joh.14:16) De Trooster, de Heilige Geest, Welke de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren en zal u indachtig maken alles wat Ik u gezegd heb. (Joh.14:26) www.prekenweb.nl 3/12 Ds. M. Karens – De Pinkstergeest zal overtuigen Hij gaat hen vertroosten met de toezegging van de Heilige Geest. En wat is dat een onuitsprekelijke troost voor de bedroefde, verontruste en ontroerde harten van Gods kinderen. Wat is dat een wonder! Het is de Heilige Geest, Die tezamen met de Vader en de Zoon waarachtig God is en Die ook mij gegeven is, opdat Hij mij door een waar geloof Christus en al Zijn weldaden deelachtig make, mij in al de waarheid leidt, mij troost en eeuwig bij mij blijven zal. Die gekomen zijnde. Christus gaat spreken over het werk van de Pinkstergeest. Wat zal die Geest komen doen? Wat is nu Zijn werk? Gemeente, dat werk van de Heilige Geest is veelomvattend. Dat werk van de Heilige Geest is zo onuitsprekelijk groot. Dat is een werk in de schepping en een werk in de genade. Dat werk is ook soeverein. Dat is ondoorgrondelijk. Dat is onwederstandelijk. Christus gaat Zijn discipelen voorzeggen wat het werk van de Heilige Geest zal zijn in hun hart. Vanaf het dertiende vers van ons hoofdstuk wordt er gesproken over het werk van de Heilige Geest in het hart van Gods kinderen, in het hart van Gods Kerk hier op aarde. Maar nu zal de Heilige Geest niet alleen in het hart van de discipelen gaan troosten en in al de waarheid leiden, maar nu zal die Geest van Pinksteren ook in de wereld Zijn werk gaan doen. Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel. Onze tekst is een belofte van Christus over wat de Heilige Geest in de wereld zal gaan doen. Er staat ‘Die’ met een hoofdletter. Er staat eigenlijk in de oorspronkelijke taal: Die daar! Met heel veel nadruk aangewezen. ‘Die’, dat ziet op de Heilige Geest. Het woord geeft aan dat het een Persoon is. Alleen in dit woord, in de oorspronkelijke taal, heb je al een bewijs dat de Heilige Geest geen kracht is, maar dat de Heilige Geest een Persoon is. Want dit woord wordt alleen voor personen gebruikt. Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen. Nu ligt er sterke nadruk op de Persoon van de Heilige Geest. Die gekomen zijnde. Het heilsfeit van Pinksteren is weer herdacht. De Geest is gekomen. En wat gaat Hij dan doen? De wereld overtuigen, zegt Christus. De wereld… Wat wordt daar nu mee bedoeld, als de Heere Jezus zegt: ‘Die Geest van Pinksteren zal de wereld overtuigen’? Het woordje ‘wereld’ in de Heilige Schrift heeft verschillende betekenissen. Maar hier wordt bedoeld: de Gode vijandige wereld; die ongelovige wereld die daar verloren ligt in zonde en schuld; die onboetvaardige wereld van de vijandschap tegen God; die wereld die zich heeft overgeleverd aan de overste dezer wereld, die beheerst wordt door de vorst der duisternis. Het is de wereld waar de doodsstaat heerst, waar de zonde heerschappij voert. Het is die godloze wereld die zich uitleeft in zijn goddeloze vijandschap. En daar maakt u en daar maak jij en daar maak ik van nature deel van uit, gemeente. Wij liggen in onze doodsstaat, met ons vijandig bestaan, met de wapens naar de hemel. Ontzettend, de wereld…! Maar Christus belooft: Nu zal die Geest van Pinksteren niet alleen in de harten van de discipelen gaan werken, maar nu zal die Pinkstergeest midden in die Gode vijandige wereld Zijn werk gaan doen. Nu zal Hij Zijn werk gaan volvoeren, na Pinksteren, in die Gode vijandige wereld. En wat zal Hij dan gaan doen? Wat is dan Zijn werk ? ‘Ja, troosten…!’ Ja, maar wacht even. Het eerste wat de Heilige Geest in die Gode vijandige wereld van jouw en uw hart www.prekenweb.nl 4/12 Ds. M. Karens – De Pinkstergeest zal overtuigen gaat doen, is niet troosten. Troosten is niet het eerste werk. De Trooster is wel een kostelijke Naam van de Heilige Geest, maar dat is niet het eerste werk. De Heilige Geest laat niet verkondigen: ‘Vrede, vrede, en geen gevaar!’ De Heilige Geest laat niet verkondigen dat de Heere Jezus voor u allen gestorven is en dat het allemaal wel goed komt. Maar Christus zegt: ‘Dit zal nu Zijn eerste werk zijn: Hij zal de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel.’ Overtuigen van drie dingen: van zonde, van gerechtigheid en van oordeel. Overtuigen betekent eigenlijk: met bewijzen iemand inwinnen, iets aan het licht brengen, innerlijk bewijzen dat iets de waarheid is. Wij kennen dat woord ook, hè? Iemand zo overtuigen, inwinnen door bewijzen, iemand innerlijk overtuigen, zodat hij er niets meer tegenin kan brengen. Nou, zo gaat de Heilige Geest de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel. De discipelen moeten gaan gétuigen. Dat is in het vijftiende hoofdstuk, het laatste vers, gezegd: Gij zult ook getuigen, want gij zijt van den beginne met Mij geweest. De discipelen moeten de wereld in, na Pinksteren. Zij moeten gaan gétuigen, maar de Heilige Geest zal óvertuigen. Dat is geen mensenwerk! Dat is het werk van die onwederstandelijke Geest. Hiertoe is nooit een mens in staat. Het is tot bemoediging van ouders die hun kinderen niet kunnen overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel. Het is tot bemoediging van ambtsdragers die zo gewaar worden: zoveel onverschilligheid, zoveel vijandschap. Nu zal de Heilige Geest van Pinksteren komen en Die zal doen wat niemand kan. Ik hóef niet te overtuigen. Ik kán niet overtuigen. Maar nu zal die Geest komen, zegt Christus, na Pinksteren. En Die zal de wereld gaan overtuigen. Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden. (Zach.4:6) Dan zeggen de kanttekeningen: dat zal Hij doen door de predikatie van de apostelen en door Zijn inwendige werking. Die Geest zal overtuigen van zonde, door de prediking van het Woord en door de innerlijke werking van de Heilige Geest. Hij zal zaligmakend overtuigen. Er zit een heilige orde, een goddelijke orde, in het werk van de Pinkstergeest. Dan zal Hij eerst overtuigen van zonde, zaligmakend overtuigen van zonde. Kijk maar op de Pinksterdag. Dat is het duidelijkste voorbeeld. Handelingen 2 vers 37: En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart. Er staat eigenlijk: werden zij doorstoken, doorpriemd in het hart. … werden zij verslagen in het hart en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen, mannen broeders? Zo gaat de Heilige Geest overtuigen van zonde. Zo gaat de Heilige Geest inwendig krachtdadig dat Woord vruchtbaar stellen in het hart, door de zaligmakende verlichting van die Geest. In het uur van het welbehagen wordt die Geest in het hart uitgegoten in Zijn werkingen en dan wordt de zondaar neergeveld op het slagveld van vrije genade. Dan gaat hij zijn zonde zien, bewenen en belijden! O, die Geest zal overtuigen! Zie maar bij Saulus van Tarsen, daar op de weg naar Damaskus. Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde. Daar ligt hij! Zie maar bij die cipier van de gevangenis in Filippi. De Heilige Geest gaat overtuigen van zonde, en dan roept hij het uit: ‘O lieve heren, wat moet ik doen opdat ik gered, behouden worde?’ www.prekenweb.nl 5/12 Ds. M. Karens – De Pinkstergeest zal overtuigen Gemeente, kennen we dat zaligmakend overtuigende werk van de Geest van Pinksteren? Ik bedoel niet dat we verstandelijk overtuigd zijn van de waarheid van het Woord. Dat is al een voorrecht, als ik overtuigd ben van de waarheid van het goddelijke Woord, als ik verstandelijk overtuigd ben van de noodzaak van waarachtige wedergeboorte en bekering. Maar als het nu niet meer is dan een verstandelijk toestemmen, dan zegt de Heere vandaag: ‘O onverstandigen en gij hardnekkigen en gij onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd de Heilige Geest!’ Want het is nodig zaligmakend overtuigd te worden van zonde, van gerechtigheid en van oordeel. Ook geen algemene overtuiging. Want dat is er ook: algemene overtuiging door de Heilige Geest. Vergis u niet. Orpa is met tranen meegegaan naar de grens. Het leek er zo op, maar ze is teruggekeerd. Er was een algemene overtuiging van de Pinkstergeest in het hart van Demas. Hij had met Paulus gewandeld, met Paulus gepredikt, maar heeft de tegenwoordige wereld lief gekregen en is naar Thessalonica gereisd. Het algemene werk van de Heilige Geest, bent u er nooit bang voor? Het kan er zo ontzettend op lijken. Ezau had ook tranen. Farao heeft ook het rechtvaardig oordeel erkend: ‘Ik ben een goddeloze en God is rechtvaardig.’ Maar dat zaligmakende werk van de Geest komt niet openbaar in grote benauwdheid, maar in hartelijke droefheid, in hartelijke liefde tot de Heere en tot Zijn dienst. Als die Geest komt in onze harten, als die Geest gaat overtuigen van zonde, dan kunnen we er niet meer onderuit. Dan wordt het waar: ‘Gij zijt die man! Gij zijt die vrouw!’ Als de Heilige Geest Zich paart bij het goddelijke Woord, als een geweldig gedreven wind, dan blaast Hij alles omver in uw leven. Dan wordt het waar: ‘Ik heb gedaan wat kwaad is in Uw oog. Dies ben ik, Heer’, Uw gramschap dubbel waardig.’ Dan wordt de zonde zonde tegen een heilig en goeddoend God. Als die Pinkstergeest gaat overtuigen van zonde, dan gaan we er iets van verstaan: ‘Want mijn hoofd is als bedolven in de golven van mijn ongerechtigheên.’ Dan wordt het waar: ‘Genâ, o God, genâ, hoor mijn gebed. Verschoon mij toch naar Uw barmhartigheden.’ De Geest leert: ‘Het is niet alleen dit kwaad dat roept om straf, maar ik ben in zonde ontvangen en geboren.’ De Heilige Geest zal zo overtuigend werken, totdat wij een oordeelwaardig, een strafwaardig zondaar worden en het gaan verliezen voor God. Onderzoek toch je hart, kent u iets van het werk van die Pinkstergeest? Het is een onwederstandelijk werk, een zoet en bovennatuurlijk werk! Dan wordt het waar in je leven: Want de droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid. (2 Kor.7:10) Als die Geest komt en je ogen opent onder de prediking van het Woord, dan zie je boven je een heilige en een rechtvaardige God. Dan zie je achter je een verzondigd leven. Dan zie je vóór je een geopende rampzaligheid. Dan hoor je in je oren een vloekende wet. Dan wordt het: verloren, verloren, voor God. Die zal overtuigen! Niet alleen van dadelijke zonden, maar die zal ook overtuigen van mijn verdorven, verloren bestaan. Eigenlijk vat Christus het samen. De Heilige Geest zal overtuigen van de grootste zonde die er is. Weet u welke dat is? Van zonde, omdat zij in Mij niet geloven. Die Geest zal mij in de spiegel van de heilige wet laten zien, dat ik al Gods geboden overtreden heb en geen daarvan gehouden. Maar nu zal die Geest ook overtuigen van de verschrikkelijke zonde van ongeloof. De wortel van alle zonde is het ongeloof. www.prekenweb.nl 6/12 Ds. M. Karens – De Pinkstergeest zal overtuigen En nu moet u dat eens onderzoeken in uw leven. Wij vinden sommige dingen verschrikkelijke zonden. En dat is terecht. Maar hebt u nu al eens gezien dat dit de grootste zonde van uw leven is: Omdat zij in Mij niet geloven? De Heilige Geest zal die wortelzonde gaan openleggen. Nu zal Hij gaan overtuigen van allerlei zonden, allerlei ongerechtigheden, maar nu zal Hij vooral die allerergste zonde openleggen: het verwerpen van het goddelijke Evangelie, het verwerpen van des Heeren Woord, het niet geloven van de boodschap die tot u komt. Omdat zij in Mij niet geloven. Weet u wat de grootste zonde is? Ja, de zondeval, dat is verschrikkelijk. Voor deze afval zullen we, als Gods genade niet tussenbeide komt, eeuwig moeten betalen. Weet u wat grote zonden zijn? Al uw ongerechtigheden, met gedachten, woorden en werken. Maar nu zegt Christus: De Heilige Geest zal je gaan overtuigen zodat je gaat zien dat dit nu de allergrootste zonde is: dat ik Hem niet wens te erkennen als de gezonden Zaligmaker, dat ik Christus, de Verlosser, niet nodig heb. Dat ze in Mij niet geloven, dat ze Mij niet kennen, dat ze op Mij niet vertrouwen, dat ze tot Mij niet vluchten. De grootste zonde is dat ik het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt, niet geloof. Dat ik Hem Die verlost van het allergrootste kwaad, niet nodig heb en verwerp. Deze zonde zal de Heilige Geest gaan bekendmaken. Kijk maar op de Pinksterdag. Daar staan duizenden godsdienstige mensen. Dan gaat Petrus hen aanzeggen: ‘U hebt Jezus genomen en gekruisigd. U hebt de Gezondene van de Vader verworpen!’ Gemeente, laten we nooit vergeten welke gruwelijke zonde het ongeloof is. Dat kan alleen de Heilige Geest je leren. Want de zonde van ongeloof houdt de Heere verdacht in Zijn trouw, in Zijn waarheid en in Zijn liefde. De zonde van ongeloof roept uit: ‘Kruis Hem! Kruis Hem!’ De zonde van ongeloof is: ‘Ik dacht er niet aan dat ik door mijn schuld Zijn kroon had gevlochten.’ De Heilige Geest gaat overtuigen: Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem. (Joh.3:36) Bent u zo al overtuigd door de Geest van Pinksteren? Hebt u bij het licht van die Geest uw zonde zo al leren kennen? Zijn onze ogen al opengegaan voor de overtredingen tegen Gods heilige wet? Maar, geliefden, zijn uw ogen ook al geopend voor het verwerpen van de bediening der verzoening, voor het verwerpen van die prediking van het Evangelie? Ik ben van nature een vijand, niet alleen van God, maar ook van Christus! Een vijand van het kruis, een vijand van het bloed. En als de Heilige Geest daarvan gaat overtuigen, wat geeft dat een smart! Dan wordt het innerlijk doorleefd, door de bediening van de Heilige Geest: ‘Ik zit wel in de kerk en ik weet met mijn verstand wel wat nodig is, maar ik ben een vijand van God, een verwerper van goddelijke genade. Ik lig er eigenlijk nooit een uur wakker van, dat ik nu tegen dat heilig Evangelie telkens opnieuw zondig, dat ik het bloed van de Zaligmaker onrein acht, dat ik dat bloed des Nieuwen Testaments verwerp.’ Dat gaat de Heilige Geest je laten zien. En daarom, wat zou het een eeuwig voorrecht zijn als die Geest in deze dienst door de kracht van het Woord jou en u zal bekendmaken dat we een vijand van God zijn. Met al onze rechtzinnigheid, met al onze kerkelijke vormen. Opdat ik door de knieën zou gaan en de wapens uit handen werden genomen en ik ging buigen aan Zijn goddelijke voeten, met de bede: ‘O, God, wees mij de zondaar genadig!’ www.prekenweb.nl 7/12 Ds. M. Karens – De Pinkstergeest zal overtuigen Omdat zij in Mij niet geloven. Dat geloven is een gave van God. Dat geloven is een werk van de Geest. Dat geloof wordt in de wedergeboorte geschonken. Dit geloof kunnen we zelf niet voortbrengen. Het is geen vrucht van onze akker. Maar dat moet vandaag uw schuld worden! Uw schuldige onmacht, uw onwil, uw vijandschap. Die Geest van Pinksteren kan en wil u daarvan overtuigen. Want dan zal het Tyrus en Sidon verdraaglijker zijn in de dag des oordeels dan ulieden, die zoveel weldaden zijn geschonken. Dan zal het bij ons tot in eeuwigheid in de buitenste duisternis zijn: ‘Had ik maar nooit de Naam van Christus Jezus gehoord!’ Omdat zij in Mij niet geloven. We kunnen God de Vader nooit méér krenken dan in het verachten van Zijn Zoon, dan in het vertreden van het dierbare bloed van de Zaligmaker. Daarom: ‘Heere, och, schonk Gij mij de hulp van die Geest! Mocht Die mij zaligmakend overtuigen van zonde, óók van de zonde van ongeloof, opdat we dit hartelijk gaan bewenen voor Uw aangezicht.’ Die Geest, de Pinkstergeest, zal overtuigen van de zonde van ongeloof, maar ook, in de tweede plaats: 2. De Pinkstergeest zal overtuigen van de gerechtigheid van Christus Want dan staat er: En van gerechtigheid. Dit wordt in het tiende vers uitgelegd: En van gerechtigheid, omdat Ik tot Mijn Vader heenga en gij zult Mij niet meer zien. Dit tiende vers is wat moeilijker. Het wordt vaak verkeerd aangehaald. Dan wordt gezegd: ‘De Heilige Geest zal komen en Die zal je overtuigen van zonde en van de strafeisende gerechtigheid van God en van het oordeel.’ Ja, dat doet de Heilige Geest ook allemaal. Maar dat wordt hier niet bedoeld. Hier staat: ‘Die zal u overtuigen van gerechtigheid.’ Er staat niet: Die zal je overtuigen van ongerechtigheid. Er staat niet: Die zal je overtuigen van je eigengerechtigheid. Ja, dat doet de Pinkstergeest ook. Hij gaat een zondaar overtuigen van een stroom van ongerechtigheden. Ook van het feit dat al je eigengerechtigheden wegwerpelijk voor God zijn. Maar nu zal de Heilige Geest ook overtuigen van gerechtigheid. Dat staat hier! En wat is nu gerechtigheid? Het is een bekend woord. Er klinkt het woord ‘recht’ in. Gerechtigheid betekent dat het recht is tussen God en mij. Om het eenvoudig te zeggen: dat er nu niks meer tussen ligt, dat het recht is tussen God en mijn ziel. En nu gaat de Heilige Geest ook overtuigen, ook het innerlijke bewijs leveren van de gerechtigheid die voor God kan bestaan. De gerechtigheid van Christus wordt hier bedoeld. De gerechtigheid die Hij door Zijn lijden en sterven heeft verworven. De volkomen genoegdoening, die Christus voor Zijn uitverkoren gemeente heeft verworven in de weg van lijden en sterven. Doch de HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen. (Jes.53:6) Door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen. (Jes.53:11) Het gaat om de blanke borggerechtigheid, die Christus verwierf op Golgotha’s kruis! Zijn bedekkende, verzoenende, zalige en volkomen bloedgerechtigheid. En nu zal de Heilige Geest verloren zondaren, innerlijk overtuigd van hun zonde, van hun welverdiend oordeel en vloek, ook gaan overtuigen van deze gerechtigheid van Christus. Een gerechtigheid die alleen redt van de dood. www.prekenweb.nl 8/12 Ds. M. Karens – De Pinkstergeest zal overtuigen Christus verklaart: Omdat Ik tot Mijn Vader heenga. En dan zeggen de kanttekeningen: ‘Waarvan Mijn hemelvaart een zeker getuigenis is.’ Dus: het gaat over die gerechtigheid waarvan Mijn hemelvaart een zeker getuigenis is. En wat bedoelen ze nu? De Vader heeft genoegdoening gevonden in de gerechtigheid van Christus. Hij heeft Jezus op de paasmorgen opgewekt uit de doden, opgewekt tot hun rechtvaardigmaking, en heeft Hem ingehaald in de hemel. Daarmee heeft de Vader het bewijs gegeven dat de gerechtigheid van Christus een volkomen gerechtigheid is. De Vader ziet door de opstanding en de hemelvaart van Christus Zijn Kerk als rechtvaardig. Nu zal de Heilige Geest die gerechtigheid gaan openbaren, innerlijk bekend gaan maken. Dat zegt ook de catechismus: Christus is opgestaan, opdat Hij de gerechtigheid die Hij door Zijn dood ons verworven heeft, zou gaan deelachtig maken. De Heilige Geest zal in het hart van vijanden van God en Christus plaats gaan maken voor die enig geldende gerechtigheid. In het hart van zondaren die hun ongeloof, hun vijandschap gaan inleven tegen God en Christus. Deze gaan verstaan dat Gods strafeisende gerechtigheid in hun leven eist. Die gaan leren door de Heilige Geest: God wil dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede, óf door onszelf, óf door een ander. Die gaan verstaan dat de vertoornde Rechter hen voor eeuwig moet verdoemen als een doemwaardige zondaar. Maar nu gaat de Heilige Geest uit het Evangelie zulke zondaren ook laten zien dat er een gerechtigheid is om voor God te bestaan. Dat er een bloedgerechtigheid is aangebracht, een geschonken gerechtigheid, toegepast door de Heilige Geest, waardoor een vijand met God verzoend wordt. Wat is het een eeuwig wonder als u mag weten van dit werk van de Pinkstergeest in uw hart. Als de Heilige Geest het licht laat vallen op deze verborgen Persoon en Zijn werk. Als de Heilige Geest gaat overtuigen, innerlijk het bewijs leveren van die gezegende gerechtigheid. Als door het geloof wordt beleefd wat de catechismus zegt: dat Hij ook mij is gegeven tot wijsheid, tot rechtvaardigmaking, tot heiligmaking en tot een volkomen verlossing. Wat een zaligheid als de Heilige Geest gaat troosten met Christus en met Zijn borgwerk, met Zijn gerechtigheid. Als ik, afgesneden van mijn leven, in die Borg door het geloof een gerechtigheid mag vinden voor God. Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof… (Rom.5:1) Wat een eeuwig wonder als mag worden geleerd dat God om het genoegdoen van Christus’ wil al mijn zonden, ook mijn zondige aard, waarmee ik mijn leven lang te strijden heb, nimmermeer wil gedenken, maar mij uit genade de gerechtigheid van Christus schenkt, opdat ik nimmermeer in het gericht Gods kome. Over deze gerechtigheid spreekt Christus hier tot Zijn discipelen. Over het zuivere bruiloftskleed waarin een naakte zondaar voor God kan bestaan. En nu is het ook het werk van die lieve Geest van Pinksteren om dat toe te passen aan het hart. Mag u er van weten? Bent u innerlijk overtuigd van de waarde en de heerlijkheid van die gerechtigheid? Is dat werk van Christus u geopenbaard door de Heilige Geest? Dan weet u ook van een hongeren en dorsten naar deze gerechtigheid. Mag u het weten, door de Heilige Geest, dat de gerechtigheid van Christus u van God geschonken is? Weet u met McCheyne: ‘Nu ken ik die waarheid, zo diep als gewis, dat Christus alleen mijn gerechtigheid is’? www.prekenweb.nl 9/12 Ds. M. Karens – De Pinkstergeest zal overtuigen Dat is geen verstandelijke, beschouwende kennis van Christus. Maar dat is het werk van de goddelijke Geest, door het Woord, om die gerechtigheid te openbaren. En daarom, gij door onweder voortgedrevene, gij ongetrooste, die overtuigd door de Heilige Geest over de wereld gaat onder een last van zonden en plagen, rust niet in de overtuiging van uw zonde, rust niet in de kenmerken van het nieuwe leven. Maar vraag of de Heilige Geest u gaat overtuigen van de gerechtigheid van Jezus Christus, de Schoonste van alle mensenkinderen. Want dat is nu het onbedrieglijke kenmerk van het werk van de Pinkstergeest! Dat is het zuiverste kenmerk van het werk van de Heilige Geest: dat Hij plaats maakt voor Christus en Zijn gerechtigheid. Dat Hij nooit rust gunt in de dingen van onszelf, de gronden waar wij zo vaak rust in zoeken. Maar dat Hij gewillig maakt om te vluchten, te steunen, te hongeren en te dorsten naar Jezus’ gerechtigheid. Christus zegt: Die Pinkstergeest zal overtuigen. In de eerste plaats van de zonde van ongeloof, maar Die zal dan ook overtuigen, inwinnen en de bewijzen leveren van de heerlijkheid en de noodzakelijkheid van de gerechtigheid die Christus verwierf. Tenslotte: Hij zal ook overtuigen van het oordeel over de satan. Voordat we daar nog iets van zeggen, zingen we uit Psalm 45 en daarvan het eerste vers: Mijn hart, vervuld met heilbespiegelingen, Zal ’t schoonste lied van enen Koning zingen; Terwijl de Geest mijn gladde tonge drijft, Is z’ als de pen van een die vaardig schrijft. Beminlijk Vorst, Uw schoonheid, hoog te loven, Gaat al het schoon der mensen ver te boven; Genâ is op Uw lippen uitgestort; Dies G’ eeuwiglijk van God gezegend wordt. 3. De Pinkstergeest zal overtuigen van het oordeel over de satan Want dan lees ik: En van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is. Christus troost Zijn discipelen in dat bange uur, als Hij hen wijst op de verdrukking en de haat die komen zal. En daarin vertroost Hij Zijn Kerk, Zijn strijdende Sion van alle tijden. Want wie is de overste der wereld? Wie wordt er bedoeld met de overste dezer wereld? Dat is Diabolos, de satan, de vorst der duisternis. De overste dezer wereld is geoordeeld. Nu lijkt het alsof hij alle macht heeft. Nu lijkt het alsof hij gewonnen heeft. Maar de Trooster zal gaan overtuigen, gaan onthullen, gaan laten zien dat de werkelijke stand van zaken anders is: dat de overste dezer wereld geoordeeld is. Dat satans kop is vermorzeld. Dat Christus hem op Golgotha gaat verslaan. De kanttekeningen zeggen: ‘Dat is: overmits hem door Mijn dood zijn macht en heerschappij ontnomen zal worden.’ Dus Christus zegt: Nu zal de Heilige Geest komen en Die zal gaan vertroosten, door te overtuigen dat de satan zijn macht en zijn majesteit ontnomen is. Hij is geoordeeld. Hij is verslagen. Zijn kop is vermorzeld. Door Zijn opstanding en in Zijn hemelvaart is Christus de grote Ruiter op het witte paard. Hij kwam om Zijn overwinning heerlijk te tonen aan de rechterhand van de Vader. En nu is de overste der wereld geoordeeld. Zijn rijk gaat te gronde. Zijn prooi zal hem worden ontnomen. Wat vijand tegen Hem zich kant, Zijn hand, Zijn onweerstaanb’re hand zal www.prekenweb.nl 10/12 Ds. M. Karens – De Pinkstergeest zal overtuigen hem bekleên met schaamt’ en schand’. Want de Heere zal opstaan tot de strijd. Hij zal Zijn haters wijd en zijd verjaagd, verstrooid doen vluchten. Hij is geoordeeld! Dit is het oordeel dezer wereld, zegt Johannes, dat de overste dezer wereld buitengeworpen zal worden. Christus zegt: Dat is nu de werkelijke situatie. En daarvan zal die Pinkstergeest gaan overtuigen; dat de satan het verloren heeft, dat hem zijn vangst ontnomen zal worden. Alleen al op de Pinksterdag in Jeruzalem worden hem drieduizend slaven ontroofd. Daar worden drieduizend slaven de satan ontroofd en aan de zegewagen gebonden van die gezegende Ruiter op het witte paard. Nu zal de Heilige Geest de Kerk gaan troosten met de overtuiging dat de satan en de wereld het goddelijke oordeel niet zullen ontgaan. Ze zijn geoordeeld! Kinderen des Heeren, heeft de Heilige Geest u daar wel eens een ogenblik van overtuigd? Want dat is troost in aanvechtingen, als we de satan door het geloof mogen zeggen: ‘Ik behoor jou niet meer toe! Duivel, ik behoorde je toe, maar ik ben gekocht, vrijgemaakt uit de banden van satan, zonde en dood. Ik behoor nu aan een andere Overste toe. Jij bent geoordeeld, jij hebt geen recht meer op mijn leven, ik ben uit jouw klauwen bevrijd. Ik ben door goddelijke genade een onderdaan van de Overste van alle koningen der aarde!’ Dan mogen we door het geloof met Luther zeggen: ‘Satan, je hebt het niet meer voor het zeggen in mijn leven!’ De Geest zal overtuigen dat de satan, de overste dezer wereld, geoordeeld is. Op de jongste dag zal het blijken. Dan zal voor aller ogen worden gezien dat het oordeel voltrokken is! Nu heeft de overste dezer wereld nog een kleine tijd, maar hij ís geoordeeld. En dat volkomen vonnis zal straks over hem worden voltrokken. Dan zal God zijn alles en in allen. Tussen Pinksteren en de wederkomst mag de satan nog heersen. Maar zijn heerschappij is schijn. In dat duizendjarig rijk van Pinksteren tot aan de wederkomst is de satan gebonden. Hij kan de volken niet meer verleiden. Hij zal volk na volk, adamskind na adamskind, moeten loslaten. Zó zal die grote schare worden bijeenvergaderd door Geest en Woord. O, wat een troost: de duivel is geoordeeld! Die gekomen zijnde, zegt de Heere Jezus. En die Geest ís gekomen. Pinksteren ligt achter ons. En gemeente, hoe staat het nu in uw leven, in jouw leven? Hij is gekomen, maar heeft Hij u al overtuigd van zonde? Of leef je nog rustig in je zonde? Ben je nog één en al wereld? Behoor je nog bij de wereld? Dan wordt het je nu nog verkondigd dat de Pinkstergeest werkt in de wereld, ook in die Gode vijandige wereld van jouw hart. Vraag dan maar eenvoudig, als je vanavond je knieën buigt bij je bed: ‘O Geest, kom aan van de vier winden en blaas, blaas in deze gedode, opdat ik levend worde!’ Vraag dan maar: ‘Heere, wilt U door Woord en Geest dat zaligmakend overtuigende werk in mijn hart werken?’ Smeek maar of je ogen mogen worden geopend, opdat je je zonde en de grootheid van het kwaad gaat zien. Opdat je je schuld gaat bewenen voor God. Vraag maar of de Heilige Geest die dodelijke rust in je leven wil opzeggen. Of Hij die zaligmakende verlichting bij het Woord wil schenken, opdat je gaat zien Wie God is en wie jij bent. O, vraag maar: ‘Ontwaak, gij noordenwind, kom, gij zuidenwind, en doorwaai Uw hof! Och schonkt Gij mij de hulp van Uwe Geest! Mocht Die mij op mijn paân ten Leidsman strekken!’ Al moet je het belijden één en al wereld te zijn, er is een Geest! En indien gij die boos zijt weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader Zijn www.prekenweb.nl 11/12 Ds. M. Karens – De Pinkstergeest zal overtuigen Heilige Geest geven aan diegenen die Hem daarom bidden en smeken. Houd dan maar aan in gebed om de bediening van die Pinkstergeest, Die wonderen werkt. Die niet alleen zaligmakend overtuigt, maar Die ook Christus verheerlijkt, Die Zijn gerechtigheid begeerlijk en heerlijk maakt en Die gaat laten zien dat de satan geoordeeld is en dat Christus de Overwinnaar is. En kinderen des Heeren, smeek toch om die voortgaande ontdekking, om die voortgaande ontgronding, opdat de Geest van Pinksteren als de Geest der uitbranding mag doorwerken in uw leven. Rust niet in de overtuiging van uw zonde. Rust niet in uw tranen over uw ongerechtigheden. Rust niet voordat u de gerechtigheid van Christus, die alleen redt van de dood, door de Heilige Geest mag ontvangen. Toegepast door de Geest aan uw hart. Zoek door genade dat bruiloftskleed te mogen bezitten, waarin u alleen kunt bestaan voor een heilig en rechtvaardig God. Zoek meer en meer de werkingen van deze Geest te kennen. Zoek ook Zijn Persoon te mogen kennen. Dat is het grote wonder van Pinksteren, dat die gezegende Persoon Zijn intrek neemt in het hart. Dat de Geest getuigt met onze geest dat wij kinderen Gods zijn. Dan zal de Kerk verlangen, in alle verdrukking en strijd: ‘En de Geest en de bruid zeggen: Kom! Ja, kom, Heere Jezus, ja, kom haastiglijk!’ Het werk van de Pinkstergeest… Toe, wat mag u er van verstaan? Houd maar aan: ‘Och, schonk Gij mij de hulp van Uwe Geest.’ En grijp moed! Want Hij zal komen in de wereld en Hij zal doen wat bij de mensen onmogelijk is. Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden! (Zach.4:6) Amen. Slotzang: Gebed des Heeren: 9 Want Uw is ’t koninkrijk, o Heer’, Uw is de kracht, Uw is al d’ eer. U, Die ons helpen wilt en kunt, Die, in Uw Zoon, verhoring gunt, Die door Uw Geest ons troost en leidt, U zij de lof in eeuwigheid. www.prekenweb.nl 12/12