Powerpoint

advertisement
Gewervelde dieren
Plaats in het dierenrijk
Zoogdieren






- warmbloedig
- ademen door longen
- inwendige bevruchting
- levende jongen die ze enige tijd zogen
- min of meer behaard;
uitzondering zeezoogdieren
- bijna altijd landdieren;
* enkele zeezoogdieren
* vleermuizen kunnen vliegen
Vogels






- warmbloedig
- vleugels
- ademen via longen
- veren
- komen overal voor; water, grond, lucht
- vermeerdering via eieren met kalkschaal
Vissen





- koudbloedig
- leven in het water
- vinnen
- ademen door kieuwen
- vermeerdering via eieren met een
leerachtige schaal of via levende jongen
Reptielen







- koudbloedig
- Ademen via longen
- leven op het land of in het water
- Bewegen zich kruipend
meestal 4 poten; ontbreken soms
- huid bedekt met schubben
- voortplanting door eieren met stefvige
schaal; geen larvaal stadium
- camouflage
Amfibieen







- koudbloedig
- leven op het land en in het water
- bewegen zich kruipend en zwemmend
- dunne, zuurstof doorlatende huid
- long- en huidademhaling (kieuwen)
- vermeerdering via eieren met geleiachtig
omhulsel (dril, snoeren)
- hebben een larvestadium
. Basis Bouwplan


Kop
Romp met aanhangsels
- ledematen
- vleugels
- vinnen
- staart
Aanpassingen aan:
- leefomgeving
grond, water, lucht, klimaat
- leefwijze
snelheid, bescherming, voeding,
Download