amfibieen nieuws

advertisement
http://nl.wikipedia.org/wiki/Amfibie%C3%ABn
Categorie:

Amfibie

Amfibie

Chikilidae
Apr 8, '08
Kikkers zonder longen aangetroffen
Wetenschappers hebben op het Zuidoost-Aziatische eiland Borneo kikkers zonder longen ontdekt. De dieren
ademen waarschijnlijk door hun huid.
Onderzoekers ontdekten tot nu toe negen exemplaren van de waterkikvors Barbourulakalimantanensis in het
Indonesische deel van het tropische eiland.
Van waren nog maar nauwelijks soorten zonder longen bekend. (1)
(vsv)
http://en.wikipedia.org/wiki/Barbourula_kalimantanensis
http://amphibiaweb.org/cgi/amphib_query?where-genus=Barbourula&where-species=kalimantanensis
http://www.msnbc.msn.com/id/23996711/
Bombina orientalis
Bombina Variegata
http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=reptielen_en_amfibieen&id=21
Vertegenwoordiger van de familie van de Bombinatoridae (Vuurbuikpad) waartoe Barbourula
kalimantanensis behoort (Ford and Cannatella(1993). © David Cannatella)
http://www.tolweb.org/Bombinatoridae
juveniel
The first lungless frog has been discovered lurking in the jungles of Borneo.
http://www.msnbc.msn.com/id/23996711/
http://www.cbc.ca/technology/story/2008/04/07/lungless-frog.html
(1)
Tetrapoden zonder longen komen alleen voor bij amfibieen Er bestaan veel salamanders zonder longen en een enkele soort uit het
genus Caecilia( het gaat om een pootloze amfibie soort , die op een aardworm lijkt )
Het "verliezen "van de longen is een zeldzaam evolutionair verschijnsel , dat zich waarschijnlijk drie maal heeft voorgedaan
Nieuwe kikker naar Vrije Universiteit Brussel vernoemd
Een team biologen heeft in India een nieuwe kikkersoort ontdekt en deze vernoemd naar de Vrije Universiteit Brussel. De soort draagt de
naam Nyctibatrachus vrijeuni, wat zoveel betekent als de VUB-nachtkikker.
Biologen van de Vrije Universiteit Brussel ontdekken evolutieve 'explosie' bij kikkervisjes zo'n 200 miljoen jaren geleden
Kikkers en padden vertegenwoordigen wereldwijd een enorme diversiteit aan vormen en gedijen in tal van biotopen, van de hoogste
boomtoppen in het oerwoud, tot metersdiepe gangen in de woestijn. Wat echter veel minder geweten is, is dat hun larven, de
zogenaamde kikkervisjes, een even indrukwekkende ecologische diversiteit vertonen. Zo heb je de typische larven zoals die bij ons in de
tuinvijver voorkomen, maar ook kleine larven die in bekerplanten leven, of grote vleesetende larven die op andere kikkervisjes jagen. Kim
Roelants en Franky Bossuyt, evolutiebiologien van de vakgroep Biologie aan de VUB, gebruikten een bijzondere strategie van evolutieve
analyses om te reconstrueren hoe deze diversiteit tot stand is gekomen. Samen met Alexander Haas, een collega van het Zoölogisch
Museum van Hamburg, tonen ze aan dat kikkervisjes kort na het ontstaan van kikkers een enorme evolutieve "explosie" hebben
ondergaan, waarbij op zeer korte tijd tal van nieuwe types larven ontstonden. Met deze bevindingen haalden de wetenschappers deze
week decover van het vakblad PNAS (Proceedings of the National Academy of Sciences, USA). Lees het artikel of de ondersteunende
informatie.
Nieuwe amfibieënsoort ontdekt
21 februari 2012
pootloze wormsalamander
http://www.nu.nl/wetenschap/2746603/nieuwe-amfibieensoort-ontdekt.html
- Wetenschappers van het Natural History Museum in Londen en de Vrije Universiteit Brussel hebben na vijf jaar graven in
bossen in het noordoosten van India een nieuwe amfibiënsoort ontdekt.
Foto: S.D. Biju
De ontdekking van de diertjes, die chikilidae zijn genoemd, wordt woensdag gepubliceerd in het tijdschrift van de Royal Society of
London, de Britse academie voor wetenschappen.
De vondst van de pootloze wormsalamander is opnieuw een bewijs dat India een broedplaats is van amfibieën, waarvan het
leefgebied moet worden beschermd.
"Dit is een belangrijke broedplaats van biologische diversiteit, een die nog maar weinig onderzocht is", aldus hoogleraar Sathyabhama
Das Biju van de Universiteit van Delhi.
"We hopen dat deze nieuwe soort laat zien hoe belangrijk het is om onderzoek in dit gebied te financieren. We moeten weten wat we
hebben, zodat we het kunnen redden. De biodiversiteit van India holt achteruit. We vernietigen de leefgebieden meedogenloos."
Tropische bossen
De chikilidae behoren tot het geslacht Caecilia. Het dier leeft in tropische bossen die volledig dreigen te verdwijnen door plannen om
de bomen te kappen, rijstplantages aan te leggen, wegen te bouwen en er industrie te vestigen om de enorme snelheid waarmee
India zich op economisch vlak ontwikkelt te kunnen bijbenen. Dit kan grote gevolgen hebben voor de chikilidae.
Gevoelig
Amfibieën zijn erg gevoelig voor veranderingen in hun leefgebieden en hun aantal is de afgelopen decennia rap afgenomen.
De dieren zijn een goede barometer voor veranderingen in het klimaat en de waterkwaliteit, dit betekent echter ook dat zij het meeste
risico lopen als hun leefgebieden veranderen. Biju hoopt deze trend te keren.
Sinds 2001 heeft hij meer dan 76 nieuwe soorten ontdekt en hij schat dat dertig tot veertig procent van de amfibieën in India nog niet
is ontdekt
.
Onbegrip
Er is weinig over de chikilidae bekend, omdat ze onder de grond leven en bij de minste beweging het hazenpad kiezen. Omdat er zo
weinig bekend is, is er ook veel onbegrip. Boeren zijn soms bang voor de diertjes en hakken ze in tweeën, omdat ze gezien worden
als giftige slangen.
Het tegenovergestelde is het geval. De amfibie is niet giftig en eet wormen en insecten die schade aan gewassen kunnen toebrengen.
Daarnaast woelt het dier de grond om.
Harde schedel
Chikilidae worden ongeveer tien centimeter lang en hebben een harde schedel waarmee ze zich door de harde bodem in het
noordoosten van India een weg kunnen banen. Ze schieten weg als ze beweging detecteren. "Het zijn net raketten", aldus Biju. "Als je
ze niet in een keer vangt, zal je het niet lukken om ze te vangen."
AUGUSTUS 14, 2012 INVENTARIS
In de afgelopen 20 jaar sterven kikkers en andere amfibieën in alarmerend hoog tempo uit. Meer dan 40 procent van de bestaande amfibische
diersoorten wordt bedreigd met uitsterving, volgens een recente onderzoek genaamd IUCN Lijst van Bedreigde Diersoorten. De belangrijkste
oorzaken zijn vernietiging van het leefgebied, klimaatverandering en een nieuwe schimmel (chytridiomycosis). Maar ondanks deze gegevens, of
wellicht dankzij deze gegevens, is er een toename in het aantal ontdekkingen van nieuwe soorten in de afgelopen jaren.
“Toen het eenmaal duidelijk werd dat amfibieën in aantallen afnemen, nam de interesse juist weer toe,” zegt bioloog David Wake van de universiteit
van Californië in Berkeley. Hij is de bedenker van Amphibiaweb, een database om nieuwe soorten te catalogiseren. “Toen we in 2000 startten,
dachten we dat het tijdperk van de amfibieën ten einde was,” zegt Wake. Maar nu worden iedere week 2.5 nieuwe soorten ontdekt.
Wij zetten hier de tien slijmerigste en schattigste nieuw ontdekte soorten op een rij.
Sabin’s glaskikker
Op 29 juli werd Sabin’s glaskikker (Centrolene sabini) de zevenduizendste soort in Amphibiaweb.
Alessandro Catenazzi, van de San Francisco State University, ontdekte de kleine kikker in een smal beekje in de Kosnipata vallei in Peru, op een
hoogte van 2743 meter. De glaskikker dankt zijn naam aan zijn transparante huid, waardoor hun interne organen en botten te zien zijn. Tijdens de
koele nachten trekken mannetjes er op uit om vrouwtjes het hof te maken. De vrouwtjes leggen hun eieren op bladeren die boven een beekje of rivier
hangen.
Prins Charles beek boom kikker
Jazeker, de naam van Zijne Koninklijke Hoogheid wordt ook door een kikker gedragen. De Hyloscirtus princechalesi kikker werd vernoemd vanwege
de pogingen van de prins om te vechten voor het behoud van tropische regenwouden (wat de prins weer de bijnaam de “Kikker Prins” opleverde). De
kikker, met karakteristieke oranje vlekken, leeft in de trapsgewijs stromende beekjes in het woklenbos in Ecuador. Hij werd ontdekt en beschreven
door Luis Coloma (en collega’s) van de Otonga Foundation in Ecuador.
Webvoetige salamander
Slechts één exemplaar van deze zeldzame soort (Bolitoglossa splendida) is ooit door een mens gezien. Hij werd ontdekt in de afgelegen bergen van
Costa Rica, een gebied dat alleen bereikbaar is als je meerdere dagen door de het landschap loopt. Eduardo Boza-Oviedo, van de universiteit van
Costa Rica in San Pedro, leidde de expeditie. Bioloog David Wake, een collega van Boza-Oviedo, beschreef de kikker als volgt: “Een glossy, zwart
lichaam met een Heinz tomatenketchup rode rug en een Heinz mosterd gele stip.” Of Wake gesponsord werd door Heinz, is niet duidelijk. DNA
analyse wees uit dat dit wel degelijk een nieuwe diersoort was.
Rhinella inopina pad
De Rhinelle inopina pad leeft in de tropisch droge bossen in het midden van Brazilië. De op het oog naar achter geheven pad heeft een robuust
lichaam en een hoofd dat breder is dan dat het lang is. Willian Vaz-Silva, van de Central University of Goiás was de eerste die de soort beschreef. De
kleuren die de pad kan hebben variëren van geel tot bruin, heel af en toe gelardeerd met donkere stippen.
Bolitoglossa guaneae Salamander
Deze kleine salamander komt uit de Cordillera Oriëntale bergen in Colombia. Hij is vernoemd naar de oorspronkelijke bewoners van het land, de
Guanese mensen. Zij wonen in dit gebied sinds 600 v.C. (en werden vrijwel uitgeroeid door de Spanjaarden in 1586). De salamander werd ontdekt
door Andrés Acosta-Galvis en Doris Gutiérrez-Lamus van de National University of Colombia.
Geelverf regenkikker
De sinaasappelkleurige kikker (Diasporus citrinobapheus) heeft zijn thuis in het Cordillera Central in het westen van Panama. Zijn geluid klinkt als
fluiten en hoewel zijn opvallend gekleurde huid niet giftig is denken wetenschappers dat hij niet het maaltje is waar roofdieren op zitten te wachten.
Hij werd ontdekt en beschreven door een team dat werd geleid door Andreas Hertz van het Senckenberg onderzoeksinstituut en natuurmuseum in
Duitsland.
Matama mos salamander
Waarschijnlijk mag hij zichzelf ‘s werelds kleinste salamander noemen. Deze salamander woont in de bergen op de grens van Costa Rica en
Panama. Hij verstopt zich in de ranken van het mos. Om er eentje te kunnen vinden zijn onderzoekers honderden uren bezig met het zoeken tussen
de wijnstokken in het bos. De inmiddels bekende Eduardo Boza-Oviedo ontdekte de soort.
Jackie Reeds kikker
Deze kikker (Hyperolius jackie) werd ondekt in het Nyungwe National Park in het zuiden van Rwanda en hij werd beschreven door Maximilian
Dehling van de universiteit van Koblenz-Landau in Duitsland. Het heeft de karakteristieke huid van een glaskikker, blauwgekleurde botten en een
geluid dat zich duidelijk onderscheid van soortgenoten.
Geelkeel webvoetige salamander
Deze kleine salamander, Bolitoglossa aureogularis, werd ook ontdekt door Eduardo Boza-Oviedo en zijn collega’s. De salamander bevindt zich
voornamelijk in het Talamanca gebergte in Costa Rica. Zijn lichaam een gouden kleur, met een uitspatting van fel geel onder zijn kin. Vandaar de
naam aureogularis, wat betekent ‘gouden keel’. De soort werd ontdekt onder de wortels en op de bladeren van de bromelia planten.
Breedhoofd nachtkikker
Dit is niet de officiele naam voor de kikker, maar kort gezegd beschrijft het perfect hoe het beestje eruit ziet. Hij heeft een breed hoofd en word
meestal ‘s nachts waargenomen. Mark-Oliver Rödel van de Humboldt universiteit van Berlijn en zijn collega’s ontdekten de kikker in de regenwouden
in Ivoorkust en Ghana. De kikker heeft een bruin tot roodbruin lichaam met daarop rode stippen. Zijn ogen zijn groot en lijken naar voren te komen.
AMFIBIEEN -SCHIMMEL
Een schommeling in de omgevingstemperatuur zorgt meteen voor schimmelinfecties bij kikkers.
© Photonews.
Dodelijke amfibieschimmel overal in Vlaanderen aanwezig
Bericht uitgegeven door Hyla, de reptielen- en amfibieënwerkgroep van Natuurpunt op donderdag 17 november 2011
Amfibieën doen het slecht. Voortplantingsplaatsen gaan verloren, leefgebieden geraken versnipperd, de waterkwaliteit wordt aangetast
door overmatig gebruik van meststoffen en pesticiden. En of dit nog niet genoeg was, doken er ook nog twee dodelijke infectieziekten op:
chytridiomycose en ranavirose.
Chytridiomycose wordt veroorzaakt door de schimmel Batrachochytrium dendrobatidis. In Centraal-Amerika en Australië werden al ganse populaties
door deze ziekte uitgeroeid. Maar ook in Europa lijkt de ziekte aan een opmars bezig, met name in Zuid-Europa. Een eerste screening door Prof. An
Martel en Prof. Frank Pasmans (Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Gent) gaf aan dat de schimmel ook in België en Nederland wijd verspreid
voorkomt bij alle inheemse amfibiesoorten. In 2010 werd in Marche-en-Famenne het eerste sterftegeval door chytridiomycose in Noord-West-Europa
vastgesteld bij een Vroedmeesterpad. Ook ranavirose, veroorzaakt door virussen, kan massale sterfte bij amfibieën veroorzaken. Tot voor kort was
de ziekte in België en Nederland enkel gekend bij amfibieën uit de dierenhandel maar in 2010 werd in Nederland een grote uitbraak vastgesteld.
Gevolg: duizenden doden. Het begin van het einde?
An Martel en Frank Pasmans onderzochten in 2011 in welke mate Vlaamse padden geïnfecteerd zijn door o.a. de schimmel Batrachochytrium dendrobatidis (foto: Hugo Willocx)
Misschien niet. In het beste geval kunnen schimmel en amfibie samenleven zonder enige negatieve impact op inheemse kikkers, padden en
salamanders. Maar de onderzoekers houden ook rekening met een worst case scenario waarbij een aantal amfibiesoorten snel in de gevarenzone
zou kunnen komen. Net omdat beide infectieziekten al eerder catastrofes hadden aangericht op andere continenten, was er dringend nood aan
verder onderzoek. Begin 2011 nam Martel contact op met Hyla, de reptielen- en amfibieënwerkgroep van Natuurpunt. Hyla coördineert jaarlijks bijna
200 paddenoverzetacties in gans Vlaanderen. In 2011 werden hierbij 144.765 Gewone padden (Bufo bufo) levend de weg overgeholpen. Maar
Martel was vooral geïnteresseerd in de padden die de overkant van de weg niet haalden, de verkeerslachtoffers. In 2011 registreerde Hyla 10.842
platte padden, waarvan er 1.740 werden ingezameld en voor verder onderzoek werden overgemaakt aan de Faculteit Diergeneneeskunde van de
Universiteit Gent. Doel: nagaan in welke mate Gewone padden besmet zijn met één of beide ziekteverwekkers.
Uit het onderzoek bleek dat de dodelijke schimmel ruim verspreid aanwezig is in Vlaanderen, maar dat dit momenteel niet lijkt te leiden tot negatieve effecten op de populaties.
(foto: Hugo Willocx)
Resultaat: op negen plaatsen (drie in Oost-Vlaanderen: Ninove, Munte, Beveren; drie in Vlaams-Brabant: Dworp, Herne, Bever en drie in
Limburg: Hasselt, Dilsen-Stokkem, Diepenbeek) werd bij elf padden een infectie met de chytride schimmel vastgesteld. Van zeven van deze
besmette populaties zijn populatietrends beschikbaar waaruit blijkt dat de besmette populaties er niet lijken op achteruit te gaan. De dodelijke
schimmel is dus ruim verspreid aanwezig in Vlaanderen, maar momenteel lijkt dit niet te leiden tot negatieve effecten op de populaties. 'Wat de
toekomst zal brengen is zeer onduidelijk' zegt Martel. 'De afloop van de infectie wordt immers mede bepaald door de omstandigheden. Wanneer die
wijzigen door bv. klimaatsveranderingen, kan dit de afloop van de infectie negatief beïnvloeden.' Ranavirussen werden bij geen enkele van de
onderzochte padden gevonden. 'Dat is een goede zaak, maar we moeten bijzonder waakzaam blijven dat introductie van ranavirussen vanuit de
dierenhandel of uit de omgevende landen ten allen prijze wordt vermeden' besluit Martel.
De resultaten van dit onderzoek zullen worden voorgesteld op de herpetologische studiedag die doorgaat op 3 december in Lier. Een eerder
natuurbericht over dit onderwerp vind je hier.
Tekst: An Martel & Frank Pasmans, Faculteit Dierengeneeskunde, Universiteit Gent en Dominique Verbelen, Hyla
Foto's: Hugo Willocx
Zie ook:
> Herintroductie Knoflookpad in het beekdal van het Merkske (19-7-2012)
> Meerkikkers leiden tot burenruzie (18-6-2012)
> Bruine kikkers worden trager door strooizout (31-1-2012)
> Padden komen terug boven water (30-11-2011)
> Voorjaar in de (kikker)bol (6-10-2011)
> Record aantal teken gevangen dit jaar (29-8-2011)
> Vlieg eet padden levend op (16-8-2011)
> Nieuwe vragen over gevreesde amfibieënschimmel (13-8-2012)
Nieuwe vragen over gevreesde amfibieënschimmel
Bericht uitgegeven door Hyla op maandag 13 augustus 2012
Overal ter wereld heerst bezorgdheid over de afname van amfibieën. Populaties krimpen en soorten sterven aan een hoge snelheid uit. De
schimmelziekte chytridiomycose lijkt hierin een sleutelrol te spelen. Het wetenschappelijk onderzoek roept nog meer vragen op dan er al
waren.
Weefselcoupe van de huid van een vroedmeesterpad geinfecteerd door chytridiomycose. (foto: Frank Pasmans)
Steeds vaker wordt vastgesteld dat een amfibie door een schimmel wordt besmet, ziektesymptomen zich snel ontwikkelen. Nadat het zenuwstelsel is
uitgeschakeld volgt de dood. Verantwoordelijke? Batrachochytrium dendrobatidis (Bd), een schimmel, die intussen aangetroffen werd op alle
continenten waar amfibieën voorkomen. Massale sterfte door infectie met deze schimmel treedt vooralsnog enkel lokaal op, en blijkt afhankelijk van
omgevingsfactoren. Daarnaast zijn er opmerkelijke verschillen tussen soorten. Sommige soorten, zoals de Brulkikker (Lithobates catesbeianus), zijn
zelfs enkel dragers van de schimmel en lijken er verder geen last van te hebben. Bij meer dan 400 soorten werd de besmetting reeds vastgesteld.
In 2010 berichtten onderzoekers van de Gentse universiteit van een eerste Belgische sterfgeval ten gevolge van de schimmel bij een
Vroedmeesterpad (Alytes obstetricans), gevonden nabij Marche-en-Famenne (Pasmans et al., 2010). Ze geven hierbij aan dat er nood is aan
onderzoek dat nagaat hoe dit fenomeen weegt op het niveau van de populatie. Een team van Zwitserse biologen onderzochten van 2002 tot 2008 26
populaties van Vroedmeesterpad in het kanton Luzern (Tobler et al., 2012). Tot hun verbazing bleek besmetting met Bd geen invloed te hebben op
de groeisnelheid van de populaties. Besmette populaties bleken zelfs sneller te groeien dan niet besmette.
Zwitserse onderzoekers voerden een onderzoek uit naar de impact van de chytride-schimmel op 26 populaties van Vroedmeesterpadden (foto: Jeroen Speybroeck)
Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat de negatieve effecten van de ziekte op het individuele niveau zich niet per se doorvertalen in negatieve
trends op populatieniveau. Een opmerkelijk vaststelling, vooral omdat wereldwijd dramatische negatieve effecten worden gemeld en uit eerder
onderzoek al was gebleken dat Vroedmeesterpadden erg gevoelig zijn voor de ziekte. Nog vreemder werd het toen de onderzoekers in het
laboratorium vaststelden dat de sterfte bij juveniele Vroedmeesterpadden kon oplopen tot 90%.
Hoe kan dit verschil tussen laboresultaten en de situatie in het veld dan worden verklaard? Vooreerst zouden omgevingskenmerken een rol kunnen
spelen in het bepalen van de omvang van de effecten waardoor de kans op sterven in de natuur lager uitvalt dan in kunstmatige laboomstandigheden. Wat in elk niet van doorslaggevend belang lijkt, is de hoogte. Er kon namelijk geen verschil aangetoond worden tussen
laaglandpopulaties van Vroedmeesterpad en populaties die op groter hoogtes voorkomen.
Een andere mogelijke hypothese: de schimmelziekte zou vooral dieren kunnen treffen die sowieso al door andere factoren verzwakt waren en
daardoor mogelijk ook gevoeliger zijn voor de schimmelinfectie. Bovendien is gekend dat het optreden van bepaalde doodsoorzaken afhankelijk is
van de dichtheid aan dieren. Wanneer een bepaalde andere sterfteoorzaak verband houdt met de mate waarin dieren al dan niet talrijk aanwezig zijn,
is het mogelijk dat sterfte door Bd er toe leidt dat die andere oorzaak minder vaak optreedt.
Derde mogelijkheid: misschien deed de grootste impact van de ziekte zich al in het verleden voor. De bestudeerde populaties waren veelal klein.
Onderzoek gaf aan dat een stabiel, laag aantal zich kan handhaven na intrede van Bd. Dit zorgt er echter onvermijdelijk voor dat de populatie
kwetsbaarder wordt voor allerhande bedreigingen. Dit geeft meteen ook aan dat er dus geen reden tot vreugde is. Het blijft echter een vreemde
vaststelling dat besmette populaties sneller groeien dan niet besmette en het blijft koffiedik kijken of deze bevindingen onverdeeld gelden voor de
Vroedmeesterpad in de Lage Landen.
Voorzichtigheid blijft geboden, aangezien de achterliggende oorzaken en mechanismen van dit fenomeen vooralsnog niet gekend zijn. Best dus om
voorlopig geval per geval te bekijken en geen algemene theorieën na te jagen. Met dergelijk onderzoek wordt echter een mooie stap gezet naar het
beter begrijpen van de ziekte en haar effecten, als onderbouw voor een eventuele bestrijding.
Voor een eerder natuurbericht over Batrachochytrium dendrobatidis: klik hier
Tekst: Jeroen Speybroeck, Hyla
Foto's: Jeroen Speybroeck
Download